You are on page 1of 8

Factsheet Congo & grondstoffen

Niza/Fatal Transactions oktober 2010

1
BASIS GEGEVENS
Geografische ligging
Congo ligt in het centraal westelijk deel van sub-Sahara Afrika. Het wordt doorsneden door de
evenaar, een derde ligt ten noorden van de evenaar en twee derden ten zuiden. Het land grenst in het
westen aan Angola, Congo-Brazzaville, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Soedan, Oeganda,
Rwanda, Burundi, Tanzania en Zambia. Het land heeft tevens een klein stukje kuststrook.
Congo omvat het grootste deel van het stroomgebied van de rivier de Kongo, die bijna een miljoen
vierkante kilometer bestrijkt en waarbinnen de beroemde Livingstonewatervallen zich bevinden.

Geografische gegevens
Oppervlakte land: 2.344.858 km (3,3% water)
Hoofdstad Kinshasa
Regeringsvorm Republiek
Religie Christelijk (80%)
Aantal inwoners 66.514.506
Officile landstaal Frans (Lingala, Kikongo, Swahili, Tshiluba als lokale talen)
BNP per hoofd van de bevolkin $ 281 dollar

Een van de armste landen ter wereld


Hoewel Congo rijk is aan grondstoffen, is het een van de armste landen ter wereld. Jaarlijks brengt de
UNDP een lijst uit waarin een groot aantal landen worden onderzocht op 3 aspecten die te maken met
human development; levensverwachting, levenstandaard en onderwijsniveau. Congo behoort tot de 7
armste landen ter wereld (HDI 2009). In vergelijking, Nederland staat op nummer 6. Het gemiddelde
jaarinkomen van een Congolees bedraagt ongeveer 281 dollar per hoofd van de bevolking, terwijl het
gemiddeld jaarinkomen van iemand uit Luxemburg op 77,089 dollar staat.

GRONDSTOFFEN IN CONGO
In landen die rijk zijn aan grondstoffen, zoals in het geval van Congo, zouden opbrengsten uit de
winning van grondstoffen kunnen bijdragen aan economische groei en ontwikkeling. Mits de
grondstoffensector goed wordt beheerd, levert het Congo buitenlandse inkomsten op die op hun beurt
kunnen worden omgezet in investeringen in publieke sectoren, zoals onderwijs, gezondheidszorg en
economische diversificatie. Op deze manier profiteert de hele bevolking van de rijkdommen in hun
eigen land.

De vloek van grondstoffen


In de jaren negentig ontstond de theorie van de resource curse. Deze beschrijft de vloek die er rust
op het hebben van grondstoffen. Statistisch gezien kennen landen met grondstoffen vaker armoede,
corruptie, conflicten, hoge buitenlandse schulden en een zwakke overheid. Het hebben van grote
hoeveelheden grondstoffen binnen je landsgrenzen, brengt in deze landen problemen mee op het
gebied van beheer en management.

Opbrengsten uit de grondstoffensector vloeien meestal direct terug naar de staat. Door het ontbreken
van toezichthoudende instituties heeft de staat vrij spel om zichzelf te verrijken. Politici, legerleiders en
zakenlieden zorgen ervoor dat ze allemaal een graantje meepikken uit de opbrengsten van de
grondstoffen. Deze kleine groep politieke elites leeft in grote luxe, ten koste van de arme bevolking
die niets terugziet van deze opbrengsten. De politieke elite is in staat de greep op het landsbestuur te
versterken door het kopen van steun. Ze hoeven zich niet te verantwoorden aan de lokale bevolking,
want de inkomsten stromen toch wel binnen, in tegenstelling tot landen die niet beschikken over
grondstoffen en waarvan de overheid afhankelijk is van belastingen. Uiteindelijk werkt de zelfverrijking
gevoelens van grievances in de hand bij grote delen van de bevolking die zich economisch
buitengesloten voelen. Zo ontstaat er een voedselbodem voor een potentile burgeroorlog, waarbij de
opbrengsten uit grondstoffen de inzet is.

2
Congo en de vloek op grondstoffen
Helaas geldt de resource curse ook voor Congo. De oorlogen in Congo hebben naar schatting aan 5
miljoen mensen het leven gekost. Het zijn complexe conflicten met vele oorzaken op lokaal, nationaal
en regionaal niveau. Naast politieke belangen spelen grondstoffen een grote rol in de voeding en in de
in standhouding van conflicten. Op lokaal niveau, rondom de mijnen, zorgt de ongecontroleerde
economie voor ernstige sociale spanningen. Op hoger niveau zorgen de opbrengsten van
grondstoffenhandel ervoor dat een heel netwerk van wapenhandel in stand kan worden gehouden. Zo
ontstaat er een vicieuze cirkel van grondstoffen, plundering en conflict.

Welke grondstoffen in Congo?


Provincies Grondstoffen
Katanga - koper, kobalt, uranium
Equateur - bosbouw
Province Orientale - coltan, goud, diamanten
Bas-Congo - olie (off shore), bosbouw
Kasai Occidental - bosbouw, diamanten, goud
Kasai Oriental - ijzer, nikkel, chroom, diamanten, goud
Maniema - bosbouw
Ituri - goud
Noord-Kivu - goud, coltan, casseriet, zink, wolfraam, diamant
Zuid-Kivu - coltan, diamanten

Koper en kobalt in Katanga


De meeste industrile mijnbouw vindt plaats in de provincie Katanga. Tien procent van de totale
wereldvoorraad aan koper en 34% van de totale wereldvoorraad aan kobalt is hier te vinden. Samen
met het aangrenzende land Zambia spreekt men dan ook over de Copperbelt. De grond is rijk aan
een zeer hoge kwaliteit koper en kobalt. Bovendien liggen de koper- en kobaltaders relatief dicht
onder het oppervlak waardoor de ontginning makkelijk en winstgevend is.

Jaarlijks wordt in DRC naar schatting 65.000 ton ruwe erts gewonnen, waarin een hoge concentratie
aan koper en kobalt zit. Het grootste gedeelte van deze erts verlaat de DRC in onverwerkte vorm en
wordt via Zuid-Afrika gexporteerd naar China, Vietnam en Maleisi. In deze landen wordt de ruwe
erts bewerkt tot kobalt en vervolgens gebruikt voor de productie van halffabrikaten, zoals
oplaadbatterijen. Het is in deze fase van het verwerkingproces waar het meeste geld wordt verdiend.
Tenslotte vinden de halffabrikaten hun weg naar de grote westerse IT- en telecombedrijven, zoals
Dell, Nokia, Samsung en Motorola, die hun eindproducten verkopen aan de westerse consument.

Eindproducten
Tot voorheen werd kobalt vooral gebruikt in Chinees aardewerk voor zijn traditionele kleur blauw.
Maar sinds enkele jaren is de vraag explosief gestegen door het gebruik in oplaadbare batterijen van
mobiele telefoons, MP3 spelers, laptops en gamecomputers. Kobalt is een gewilde grondstof omdat
het bestendig is tegen grote hitte. Naast oplaadbare batterijen, vind je kobalt ook terug in de
straalmotoren van vliegtuigen. Bovendien zit in een hybride auto als de Toyota Prius, 2,5 kilo kobalt.
Door de populariteit van deze autos is de kostprijs opgestuwd tot record hoogtes en spreekt men van
een schaarste. In 2006 lag de prijs van kobalt tien keer hoger dan van koper.

Kinderarbeid in de mijnen
Onder de mijnwerkers in de provincie Katanga bevinden zich bijna 50.000 kinderen (onder de leeftijd
van 18 jaar). Sommige zijn nauwelijks zeven jaar oud. Door het tekort aan familie-inkomsten zijn veel
kinderen gedwongen in de mijnen te werken om hun eigen schoolgeld te betalen. Ze verdienen
slechts een paar dollar per dag voor gemiddeld 10 uur arbeid. Ze graven, verzamelen ruwe erts,
maken het schoon en zeven het. Daarna transporteren ze zakken van ongeveer 20 kilo uit de mijnen.
De werkomstandigheden zijn moeilijk en gevaarlijk.

Thsitshi Kanwenyi (werkt als kind in de mijn)


Ik ben ergens geboren tussen 1994 en 1997, in de omgeving van Kolwezi. Ik ging een tijdje naar de
lagere school, maar mijn ouders besloten mij naar mijn oom te sturen omdat ze mij niet langer konden
onderhouden. Mijn oom had ook geen geld en stuurde mij de mijn in. Ik werk samen met mijn neef die
ik help met het delven, de zakken te vullen en de zakken te dragen. Aan het einde van de dag krijg ik

3
twee dollar. Dan was ik me en ga ik samen met vrienden uit de buurt naar de bioscoop op de hoek. Ik
denk niet dat ik ooit nog naar school zal gaan.

CONFLICT IN OOST-CONGO
In 1996 viel het kleine buurland Rwanda Congo binnen dat toen door de dictator Mobutu werd
geregeerd. Het regime van Mobutu stortte vervolgens in. Het machtsvacum leidde tot oorlog waarin
vele binnenlandse en buitenlandse strijdmachten deelnamen. Uiteindelijk kwam er een vredesakkoord
tot stand.

In 2002 wordt Joseph Kabila president van een overgangsregering waarin ook rebellengroeperingen
zitting hebben. Deze transitiefase duurt tot 2006, het jaar waarin Congo de eerste democratische
verkiezingen houdt na ruim 40 jaar. De partij van Kabila wint de verkiezingen met 58% van de
stemmen. Volgens de vredesakkoorden zouden de verschillende gewapende troepen
gedemobiliseerd worden of worden opgenomen in een nieuw nationaal leger, de FARDC.
Het land blijft echter instabiel en vele lokale conflicten blijven onopgelost. De soldaten van het
nationale legere ontvangen vaak geen soldij en met name in de grondstofrijke Kivu provincies blijven
gewapende groepen actief.

De strijd in Noord Kivu


De Kivus zijn een mozaek van etnische groepen waaronder vele Tutsi en Hutu immigranten en
vluchtelingen uit het naburige Burundi en Rwanda.

De vier voornaamste strijdende partijen:


1. Het voormalig CNDP (Congrs National pour la Dfense du Peuple (CNDP)
- ex-rebellenleger dat vooral bestaat uit in Congo wonende Tutsis en voor een groot deel is
gentegreerd in het nationale leger nadat CNDP-leider Generaal Nkunda in 2009 door Rwanda is
opgepakt.
- zegt de Tutsi-bevolking te beschermen
- controleert de invoer en uitvoerwegen rondom de provinciehoofdstad Goma
- beheert de vruchtbare graslanden
- vecht vooral tegen het Hutuleger FDLR, lokale Mayi-Mayi milities en het Congolese leger
- wordt gesteund vanuit Rwanda

2. Forces Dmocratiques de Libration du Rwanda (FDLR)


- geleid door voormalige genocidenplegers uit Rwanda
- wil de huidige regering in Rwanda verdrijven.
- controleert aantal kleine mijnen
- vecht vooral tegen Generaal Nkunda
- krijgt financile steun vanuit Europa (particulieren)

3. Forces Arms de la Rpublique Dmocratique du Congo (FARDC)


- nationale leger dat gefragmenteerd is en niet uitbetaald krijgt
- lokale commandanten beheren de grote tin- en coltanmijnen, waaronder de Bisiyemijn in Walikale
- soldaten heffen belastingen op mijnproducten
- vecht vooral tegen het FDLR en de Mayi Mayi milities

4. Mayi Mayi milities


- gewapende ongeregelde troepen uit de lokale bevolking die de belangen van de autochtone
Congolese zeggen te beschermen
- houden zich op in nationale parken (leven o.a van apen, bosolifanten e.d.)
- beheren een paar kleine mijnen

CONFLICTGRONDSTOFFEN

4
In Oost-Congo spelen een aantal grondstoffen een grote rol in het voortslepende conflict. Het gaat
hier vooral om tinerts (cassiteriet), coltan, goud en in mindere mate nikkel en wolfraam. Conflict-
grondstoffen zijn grondstoffen die worden verhandeld in een oorlogssituatie en waarvan de opbrengst
bijdraagt aan de financiering van het conflict (bijvoorbeeld door het kopen van wapens of door het
betalen van salarissen aan de rebellen).

Doordat de strijdende partijen kunnen beschikken over een continue stroom van inkomsten, blijft het
conflict eindeloos voortsudderen. Op den duur hebben de strijdende partijen geen belang meer bij
vrede; oorlog is nu eenmaal winstgevender.

Tinerts, de nieuwe conflictgrondstof


Door de bijzondere bodemgesteldheid in Oost-Congo liggen tinerts, goud en coltan vlak onder het
oppervlak. Op dit moment is de best verkopende grondstof uit Oost-Congo, de tinerts. Deze tinerts is
een belangrijke grondstof voor de productie van elektronicacomponenten. Het wordt gebruikt in het
soldeerwerk in het schakelbord van diverse elektronicaproducten, zoals computers, mobiele telefoons
en MP3-spelers. Sinds 2004 is de wereldwijde vraag naar tinerts (en hiermee de prijs) enorm
gestegen. Dit heeft te maken met een Europese richtlijn uit 2004 die toen is aangenomen. In deze
richtlijn wordt het gebruik van lood in het soldeerwerk niet langer toegestaan. Waar vr 2004
ongeveer de helft van het bovengenoemde soldeerwerk bestond uit lood en de andere helft uit tinerts,
moet nu het gehele soldeerwerk bestaan uit tinerts. Daarnaast is de tinerts uit Oost-Congo zeer gewild
omdat het van hoge kwaliteit is en omdat de arbeidskosten voor het winnen en transporteren van
tinerts relatief laag liggen in vergelijking met andere tin-producerende landen, zoals Zuid-Amerika,
Rusland en Australi.

Belang in chaos en conflict


Alle gewapende groepen, waarvan het rebellenleger van Generaal Nkunda er slechts n is, hebben
belang bij chaos en conflict. Ze terroriseren de lokale bevolking, ronselen kindsoldaten en maken zich
schuldig aan dwangarbeid. De commandanten uit het onderbetaalde Congolese leger beheren op
eigen houtje een aantal tinmijnen in het gebied, terwijl de rebellen van Generaal Nkunda de
smokkelroutes naar de buurlanden Rwanda en Oeganda controleren. Ze beschikken hiermee over
een continue stroom van inkomsten om hun oorlogsinspanning te financieren. Met uitzondering van de
murw geslagen bevolking hebben de strijdende partijen geen enkel belang bij duurzame vrede. Oorlog
betaalt nu eenmaal beter dan vrede.

De Bisiyemijn
Een illustratief voorbeeld is de belangrijkste tinmijn, de Bisiyemijn in de omgeving van het stadje
Walikale in Noord-Kivu. Diep weggestopt in de jungle graven meer dan duizend mijnwerkers in een
sinister maanlandschap naar tinerts. De meeste mijnwerkers waren voorheen gewoon boer, maar
door de stijgende prijs van tinerts zoeken ze hun heil in de mijnen. Met slechts een schop en een zeef
graven ze voor nog geen twee dollar per dag, onafgebroken naar de rood gekleurde rotsbrokken

Alphons (mijnwerker)
Je kruipt de nauwe mijnschacht in en als je je buik niet goed inhoudt dan kom je vast te zitten. De
mijnschachten zijn heel gevaarlijk. Regelmatig storten ze in. En als zon rotsblok op je valt ben je op
slag dood. Eenmaal dieper in de mijnschacht verdwijnt het daglicht. En de lucht. Het is dan aan jou
om uit te vogelen hoe je moet ademhalen. Wanneer je op de juiste diepte bent, gebruik je je armen en
vingers om de tinerts uit te graven. En dan wanneer je eindelijk weer boven komt met de tinerts, staat
er een soldaat van het Congolese leger je op te wachten die onder bedreiging van een AK-47 de
tinerts van je afpakt. Waardoor je geen geld verdient om eten te kopen. Dus hebben we de hele tijd
honger.

De route van tinerts


De commandanten van het Congolese leger die de Bisiyemijn beheren maken zich schuldig aan
afpersing en uitbuiting, door bij de ingang van de mijn de mijnwerkers te controleren op hun gedolven
waar. Na in beslagname worden de zakken met brokken steen op de rug van dragers naar de
dichtstbijzijnde stad gebracht. Hier wordt de tinerts doorverkocht aan tussenhandelaren. Dagelijks
vliegen zon 15 vrachtvliegtuigen richting de stad Goma, de zogenaamde Walikale Express.

Prince (drager van tinerts)

5
Ik ben volledig uitgeput. Ik draag ruim 50 kilo steen op mijn rug. Ik heb een vrouw en twee kinderen,
maar ik verdien niet genoeg om mijn familie te onderhouden. Soms krijg ik niet eens uitbetaald. Of wij
dragers sterven onderweg?Je kunt de graven zien liggen langs de route.

Eenmaal in Goma wordt de tinerts doorverkocht aan Congolese en Rwandese exporteurs en aan
Aziatische importeurs. De illegale handelsroutes lopen via buurlanden Rwanda, Burundi en Oeganda
die op hun eigen manier een graantje mee willen pikken. De voornaamste exportbestemming is Azi.
Indiase en Maleisische importbedrijven exporteren de tinerts naar landen als Japan, Zuid-Korea en
China. Daar wordt het verwerkt in de elektronische componenten van computers, mobiele telefoons
en MP3-spelers. Vervolgens vinden deze elektronicaproducten hun weg naar de Europese markt waar
internationale bedrijven, zoals Nokia, Siemens, Hewlett Packerd en Nintendo hun eindproducten
doorverkopen aan de Europese consument.

Maponda Regina (tussenhandelaar)


De mijnwerkers werken voor niets; de soldaten stelen alles. Ze dwingen de mijnwerkers om alles wat
ze opgraven af te geven. Wie niet gehoorzaamt wordt doodgeschoten. We zijn heel erg bang. De
soldaten zijn overal om ons heen vaak gehuld in gewone burgerkleding. We verdienen niets, terwijl
de prijs die we betalen heel hoog is.

De rol van westerse elektronica industrie


Deze grote elektronicaproducenten zeggen nauwelijks zicht te hebben op de oorsprong van hun
grondstoffen. Terwijl in de gedragscode voor de elektronica-industrie, die door het merendeel van de
grote elektronicaproducenten onderschreven is, duidelijk staat dat de code van toepassing is op de
hele handelsketen. Bovendien blijkt dat vrijwillige gedragscodes voor bedrijven een wassen neus zijn.
Dat bedrijven hun ogen sluiten voor wat er aan de basis van die keten gebeurt, is een schending van
de normen van maatschappelijk verantwoord ondernemen. En wij zijn, als consumenten van
elektronicaproducten hieraan ongewild medeplichtig.

POLITIEKE AANBEVELINGEN
Niza heeft in het kader van Fatal Transactions de onderstaande aanbevelingen aan de Nederlandse
regering en aan de Europese Unie meegegeven.

1. Exportverbod op conflictgrondstoffen uit Oost-Congo en omringende landen


In het conflict in Oost-Congo speelt de grondstoffenhandel in coltan, cassiteriet en goud een centrale
rol in de financiering van de oorlogsinspanningen van de voornaamste strijdende partijen. Volgens
diverse lokale partners, waaronder onze Niza-partner GAERN zou een exportverbod van
conflictgrondstoffen uit Oost-Congo de meest effectieve oplossing zijn.
Echter, Niza beschouwt dit niet als een realistische optie. Door het gebrek aan staatstoezicht in het
gebied en doordat het moeilijk te achterhalen is uit welke regio de grondstof afkomstig is, is
implementatie zo goed als onmogelijk. Bovendien neemt door een exportverbod de informele en
illegale handel in grondstoffen juist toe. Een dergelijk verbod zou bovendien alleen zin hebben als
deze ook zou gelden voor de buurlanden Rwanda, Oeganda en Burundi. Nu gaat 80% van de handel
in grondstoffen illegaal de grens over, vanwaar het legaal dan wel illegaal wordt uitgevoerd naar de
rest van de wereld. Buurlanden als Rwanda en Oeganda profiteren sterk van de chaos in Oost-Congo
en hebben geen belang bij het verlenen van medewerking aan regionaal exportverbod.
Overigens waarschuwt Niza-partner GAERN voor de sociale gevolgen van een exportverbod voor een
grote groep artisanale mijnwerkers. Volgens Felicien Mbykai van GAERN mag een exportverbod dan
ook alleen worden uitgevoerd als tegelijkertijd de gedupeerde mijnbouwers humanitaire steun krijgen
en op lange termijn geholpen worden naar het zoeken van alternatieven vormen van
levensonderhoud.

2. Certificering van grondstoffen uit Oost-Congo


In navolging van het Kimberley Process waarbij ruwe diamanten worden gecertificeerd als conflictvrij,
is het Duitse onderzoeksinstituut BGR (German Federal Institute for Geosciences and Natural
Resources) begonnen met het onderzoeken van de technische haalbaarheid om coltan te
fingerprinten; dat wil zeggen om de grondstof traceerbaar te maken. De zogenaamde Certified

6
Trading Chains (CTC) combineert traceability van een bepaalde grondstof met ethische standaarden,
zoals ketentransparantie en verbeterde werkomstandigheden voor de mijnwerkers. Momenteel loopt
er een project in Rwanda en in 2009 start er een pilotproject in Congo. Beide projecten zijn gericht op
het fingerprinten van coltan. De projecten worden gefinancierd door de Duitse overheid.
Niza realiseert zich dat het BGR-initiatief een lange termijn oplossing is, maar blijft desalniettemin een
voorstander van verder onderzoek naar de technische haalbaarheid van het fingerprinten van
bepaalde grondstoffen (met als kanttekening dat bij de ethische standaarden de lokale civil society
dient te worden betrokken). Het evidente eigen belang dat de Duitsers hebben bij dit project (supply
chain security) zou kunnen worden ondervangen door het BGR-initiatief te tillen naar een Europees
niveau. De Nederlandse overheid zou hierin een rol kunnen spelen.

3. Opzetten van een juridisch framework met bindende regelgeving


Niza is voorstander van bindende internationale regelgeving ten aanzien van bedrijven die
grondstoffen betrekken afkomstig uit conflictgebieden. Op dit moment hoeft een bedrijf zich alleen te
houden aan de lokale nationale wetgeving van het land waarin het opereert. Door het ontwikkelen van
bindende wetgeving op internationaal niveau is het niet langer mogelijk voor een bedrijf zich te
verschuilen achter de zwakke wetgeving van het land. Als voorbeeld noemt Niza de Amerikaanse wet
dat in de zomer van 2010 is aangenomen en in april 2011 in werking treedt. De Nederlandse overheid
zou binnen EU-verband zich sterk kunnen maken voor een soortgelijke EU-wet. Bovendien zou de
Nederlandse overheid in EU-verband moeten toezien op het ontwikkelen van Europese wetgeving die
er voor zorgt dat Europese bedrijven, die actief zijn in conflictgebieden, nauw kunnen worden
gemonitored en indien noodzakelijk kunnen worden vervolgd.

4. Bedrijven moeten hun eigen productieketen transparanter maken


Niza wil dat de elektronica industrie zijn verantwoordelijkheid neemt in het opschonen van hun eigen
productieketen. Deze grote elektronicaproducenten zeggen nauwelijks zicht te hebben op de
oorsprong van hun grondstoffen. Terwijl in de gedragscode voor de elektronica-industrie, die door het
merendeel van de grote elektronicaproducenten onderschreven is, duidelijk staat dat de code van
toepassing is op de hele handelsketen. Niza is van mening dat het vrijwillige karakter van deze
gedragscodes vaak als een wassen neus kan wordt bestempeld. Daarom is Niza voorstander van een
onafhankelijke auditprocedure van deze gedragscodes om te voorkomen dat bedrijven zich zelf
evalueren.

Tenslotte is Niza voorstander van een klachtenmechanisme (ombudsman) waarbij individuele


slachtoffers van mensenrechtenschendingen door bedrijven die actief ondernemen in conflictgebieden
de mogelijkheid hebben om een klacht in te dienen. Op dit moment bieden alleen de OECD-guidelines
de mogelijkheid om door NGOs en vakbonden een klacht in te dienen tegen bedrijven. Echter, de
lange procedure om tot een uitspraak te komen en het uiteindelijke niet-bindende karakter van de
uitspraak weerhoudt veel NGOs en vakbonden om hiervan gebruik te maken.

Nathalie Ankersmit
Nationaal Coordinator Fatal Transactions

Niza streeft naar een eerlijke verdeling van de inkomsten uit natuurlijke
hulpbronnen en economische groei in Afrika. In deze strijd voor een rechtvaardig
en duurzaam Afrika voert Niza campagnes en betrekt zij burgers, consumenten,
bedrijven en overheden bij haar werk. Daarnaast steunt Niza initiatieven van
Afrikanen om meer zeggenschap te krijgen over hun leven. Zodat zij zelf op een
duurzame manier profiteren van de enorme hoeveelheid hulpbronnen die het
continent rijk is.

Niza is een van de lidorganisaties van de internationale campagne Fatal


Transactions. Deze campagne wil dat de opbrengst uit de handel in grondstoffen
niet langer leidt tot geweld en conflict, maar gaat bijdragen aan de ontwikkeling van
Afrikaanse landen. Dat kan door over te stappen van fatal transactions naar fair

7
transactions. Voor meer informatie: www.fataltransactions.org

You might also like