You are on page 1of 3

De visie van Gérard Genette over de paratekst als beschrijft in de inleiding tot

zijn 1987 boek Drempels

Een paratekst is een verzameling van berichten die een boek begeleiden, zoals de
titel, de naam van de auteur, de voetnoten, de cover, de prijs enz. Philippe Lejeune is een
van de eerste auteurs die een moderne studie over het begrip paratekst maakt. In zijn Pacte
autobiographique (1975) praatte hij over frange du texte imprimé want de benaming
paratekst zal door Gerard Genette verzonnen worden. Hij stelde ervoor dat “en réalité,
commande (ils) toute la lecture” en zette de basis van de paratekstualiteit.
Gerard Genette beschrijft in zijn 1987 boek, Seuils, de paratekst als wat met het boek
meeloopt, wat het aanwezig maakt. “The paratext is for us the means by which a text
makes a book of itself and proposes itself as such to its readers, and more generally to
the public.1” Dus kan de paratekst niet anders dan een sterk indruk op de lezers maken en
hun receptie ervan beïnvloeden. Het ene effect ervan is dat van een drempel die een grens
tussen binnen en buiten het boek zet.
Verder vindt de Franse theoreticus een paar vragen die definiërend voor de analyse
van de elementen van een paratekst zijn: waar? - om zijn positie te bepalen; wanneer? - om
de datum van de verschijning of van de verdwijning te bepalen; hoe? - voor zijn bestaan
(verbaal of anders); van wie/ voor wie? - de geadresseerde; waarom is het noodelijk? - zijn
functies.
Wat positie betreft beschrijft Genette twee categorieën van paratekst: die ene van
de peritekst (buiten de tekst, op de cover van het boek - titel, de naam van de auteur enz,
binnen de tekst - de namen van de hoofdstukken, de voetnoten enz) en de andere van de
epitekst (alles wat buiten en ook verder van de tekst staat: informatie over een boek in
interviews, conferenties, briefwisseling, dagboeken van de auteurs enz. Aangezien deze
twee categorieën is Genette tot een formule gekomen: paratekst = peritekst + epitekst.
Uit tijd oogpunt bepaalt de Franse theoreticus drie soorten paratekst met het boek als
ijkpunt: anterieur, origineel (op hetzelfde moment als de tekst verschenen) en
posterieur (volgend of later) en twee met de auteur als ijkpunt: antuum en postuum. In
de loop der tijd zouden de parateksten van lengte kunnen variëren als een gevolg van
redactionele, sociale of theoretische redenen. Bovendien kunnen alle elementen van de
paratekst veranderen, verdwijnen of weer verschijnen.
Qua de manier waarop een paratekst bestaat kan hij een substantiële status
hebben: textual - titels, voetnoten, naam van de auteur enz, grafisch - illustraties, een
bepaald materiaal van het boek, of feitelijk. De laatste betreffen informaties die zelfs een
commentaar op de tekst geven en een invloed over de receptie van de publiek hebben

1
New Literary History, Vol. 22, No. 2, Probings: Art, Criticism, Genre (Spring, 1991), Gerard Genette,
Tresholds, p. 261.
zoals de leeftijd of de sexe van de auteur, hun verband met een academie of een
universiteit, literaire prijzen, de context - historisch (19de eeuw, WWI enz) of literair
(toneelstuk, poëzie, avonturenroman enz) enz. De pragmatische status van een
paratekstueel element is het resultaat van zijn communicatieve bedoeling. De
geadresseerde kan de auteur of de editor of een andere persoon of alle drie zijn. De
receptor kan publiek (het publiek in het algemeen - de tekst op de cover van een boek,
alleen de lezers - de inleiding, de boekwinkels - de prijs, de barcode enz.) of intiem (de
auteur zendt zichzelf of andere (on)bekend persoon een bericht enz) zijn. Wat de officiële
status van een paratekst betreft mende Gerard Genette: We call officious anything the
author says through a third person or allows that person to say, whether allographic writer
of a preface or "authorized" commentator2. Hoewel een auteur kan na een interview
zeggen dat hun bedoeling niet om de gehele discussie te publiceren was of dat de redactie
zijn woorden heeft veranderd, beschouwen wij dat alle parateksten die een geautoriseerde
persoon uitgeeft officieel zijn. Natuurlijk zijn er veel nuances en het is soms moeilijk te
bepalen hoe officieel een paratekst is, maar alles wat er staat is eigenlijk in acht te nemen. 3
Gerard Genette maakt ook een poging om de communicatiekracht van de
elementen van de paratekst te verklaren. Volgens hem kan zo een element pure informatie
overbrengen zoals de naam van de auteur, de titel enz of het kan de intentie van de auteur
en een interpretatie sleutel melden. Bijvoorbeeld, als er op de cover staat “novel”, “novel
does not mean "this book is a novel," an assertive definition which is not in the control of any
single person, but rather: "Please consider this book a novel." 4 Dus, de intentie van de auteur
is misschien dat de lezer speciale aandacht aan de literaire conventies en de manier
waarop het boek ermee speelt besteden.
Verder spreekt de Franse theoreticus over de echte functies van een paratekst.
“Except for limited exceptions that we will meet here and there, the paratext, in all its forms, is
a fundamentally heteronomous, auxiliary, discourse devoted to the service of something else
which constitutes its right of existence, namely the text.”5 Hij is van mening dat de paratekst
niet voor zichzelf kan bestaan en dus kunnen al zijn vormen geen andere literaire of
estetische bedoeling dan de echte tekst vol te maken hebben. Genette gaat verder en praat
toch over de verschillende functies en wat voor invloed een paratekst op een tekst kon
hebben. Een titel die abstract is heeft zeker een andere bedoeling dan een algemene
benaming zoals “Sonnetten”.
Ik denk dat volgens Gerard Genette de lezer uitgenodigd is om alle discrepaties van
een titel of alle verbergde nuances van een paratekst op te lossen en heel vaak staat het
antwoord alleen in de tekst. De paratekst is niets maar een toevoeging die een sterke
verband met de tekst en de lezer houdt, een echte drempel.

2
Ibidem, p. 268.
3
Ibidem, p. 268.
4
Ibidem, p. 268
5
Ibidem, p. 269
Bronnenlijst:
1. Benoit Mitaine, “ Paratexte ”, Dictionnaire esthetique et thematique de la
bande dessinee, gedigitaliseerd op:
http://neuviemeart.citebd.org/spip.php?article691
2. New Literary History, Vol. 22, No. 2, Probings: Art, Criticism, Genre (Spring, 1991),
Gerard Genette, Tresholds, pp. 261 - 273.
http://www.ihc.ucsb.edu/research/history_books/Introduction%20to%20the%20Paratext.pd

You might also like