Professional Documents
Culture Documents
Methoden en Technieken Tweede Kans
Methoden en Technieken Tweede Kans
Februari 2017
Tweede kans
Voorwoord
In dit onderzoek ga ik onderzoek doen naar; ‘hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’ Dit doe
ik door samen te werken met een cliënt. In verband met de privacy van de cliënt zal de naam van
deze cliënt niet genoemd worden. De cliënt zal in dit onderzoek meneer de Vries heten.
Ik heb onderzoek gedaan met meneer de Vries doormiddel van drie vragenlijsten en een interview.
Het onderzoek is ingesteld op het psychosociale deel van de cliënt.
In het onderzoek wordt eerst het interview afgenomen. Dit is een semigestructureerd interview
waarbij de topics vast staan maar waar in de loop van het interview punten uit worden gehaald om
nader te bespreken. Doordat ik eerst het interview heb afgenomen kon ik vervolgens
gespecialiseerder opzoek gaan naar passende vragenlijsten. Deze leest u in het volgende hoofdstuk.
Ik hoop dat door het lezen van dit verslag het onderzoek voor u duidelijk is.
Luuk Adema
Tweede jaar student Hanzehogeschool
Sport, Gezondheid en Management (Sportkunde)
341011
2
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Inhoudsopgave
Inhoud
Voorwoord .............................................................................................................................................. 2
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3
1. Doelgroep oriëntatie ....................................................................................................................... 4
2. De cliënt........................................................................................................................................... 5
3. Onderzoeksvraag ............................................................................................................................. 5
4. Interview.......................................................................................................................................... 6
4.1 Het doel van het interview ............................................................................................................ 6
4.2 De methode van het interview ...................................................................................................... 6
4.3 Keuze topiclijst............................................................................................................................... 7
4.4 Samenvatting interview ................................................................................................................ 7
4.5 Gecodeerd interview ..................................................................................................................... 8
5. 5. Vragenlijsten .............................................................................................................................. 12
5.1 Vragenlijst VierDimensionale Klachtenlijst (4DKL) ...................................................................... 13
5.2 Vragenlijst CES-D ......................................................................................................................... 14
5.3 Rand-36 ................................................................................................................................. 15
6. Resultaten vragenlijsten ................................................................................................................ 17
6.1 Resultaten 4DKL vragenlijst ................................................................................................... 17
6.2 Resultaten CES-D vragenlijst ................................................................................................. 19
6.3 Resultaten Rand-36 ............................................................................................................... 20
Conclusie ............................................................................................................................................... 22
Bibliografie ............................................................................................................................................ 23
Bijlagen .................................................................................................................................................. 24
3
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
1. Doelgroep oriëntatie
Aantallen en oorzaken
In Nederland zijn elk jaar ongeveer 3200 mensen die een amputatie ondergaan. Het grootste deel
van de personen die een amputatie ondergaan zijn 65 jaar of ouder. In veel gevallen is de amputatie
een gevolg van bloedcirculatiestoringen of een gevolg van Diabetes. Amputaties bij jongere personen
zijn vaak het gevolg van een ongeval of een kwaadaardige aandoening. De amputatie kan zowel aan
been of arm zijn. (Geertzen, 2016) Amputaties worden opgedeeld in verschillende niveaus. De
niveaus van een beenamputatie worden hieronder verder toegelicht.
Niveaus
Een beenamputatie kan verdeeld worden in verschillende niveaus. Door de verschillende niveaus
hangt het ervan af hoe er een vervolg kan worden gegeven aan het revalidatietraject. Dit in verband
met de genezing van de wond en hoe een prothese zich vast kan houden aan de stomp. In figuur 1
worden de niveaus schematisch weergegeven.
Het doel van een amputatie is om wondgenezing te bereiken op een zo goed mogelijk niveau voor de
patiënt. Hierbij spelen een zo hoog mogelijke functionaliteit van de patiënt de belangrijkste rol. Ook
wordt hierbij rekening gehouden of de patiënt makkelijk een prothese kan dragen. (Wohlgemuth W.
A., 2012)
Mentale gevolgen
Mentaal zijn er zware gevolgen zowel voor de patiënt zelf als voor de omgeving van de patiënt. Zo
kan de geamputeerde te maken krijgen met gedachten, emoties en reacties die voor de amputatie
niet bekend of gewoon voor u waren. Ziek worden en het verliezen van een lichaamsdeel houdt in
dat u afscheid moet gaan nemen van een compleet lichaam, een deel van uw gezondheid en uw
fysieke mogelijkheden”. (Leijendekkers, 2013)
Psychische gevolgen
Uit onderzoek is gebleken dat de psychische gevolgen na een amputatie zich vooral uiten door lichte
depressieve klachten. Dit met name gericht op het vinden van een betekenis na een amputatie,
hiermee wordt bedoeld het opnieuw invullen van het leven. Wat ook uit het onderzoek bleek is dat
het gevoel van eigenwaarde hetzelfde was als voor de amputatie. (Dunn D. S., 1996)
4
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
2. De cliënt
Voor dit onderzoek heeft de onderzoeker gekozen voor een cliënt met een beenamputatie.
Hieronder leest u de beginsituatie van de cliënt:
De cliënt heeft met dit onderzoek ingestemd. De onderzoeker heeft de cliënt hier persoonlijk voor
benaderd. Er is geen relatie tussen de onderzoeker en cliënt, de onderzoeker en de cliënt zitten bij
dezelfde sportvereniging. Hierdoor kennen de onderzoeker en de cliënt elkaar alleen van gezicht
maar is er nog nooit met elkaar gesproken. De onderzoeker heeft de cliënt wel persoonlijk gevraagd
om mee te willen werken aan dit onderzoek.
3. Onderzoeksvraag
Nadat de doelgroep oriëntatie is opgesteld heeft de onderzoeker de onderzoeksvraag geformuleerd
uit de informatie die de onderzoeker tot nu heeft.
Aan de hand van deze onderzoeksvraag is het onderzoek opgezet. Ook met de voorkennis die de
onderzoeker had van de cliënt is het onderzoek vormgegeven.
Het onderzoek wordt verdeeld in twee belangrijke aspecten. Zo worden de volgende aspecten
onderzocht.
- Interview
- Vragenlijsten
Door middel van deze twee aspecten komt er uiteindelijk een conclusie uit. Deze wordt ook weer
teruggekoppeld naar de cliënt.
5
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
4. Interview
Het interview is een semigestructureerd interview waarbij de topics vast staan maar er geen
gedetailleerde vragen van tevoren zijn beschreven. Hiervoor is gekozen om de cliënt zoveel mogelijk
ruimte te geven tijdens het interview. De cliënt heeft geen moeite met spreken of vertellen, vandaar
dat de keuze op een semigestructureerd interview is gevallen. De cliënt kan zelf de richting van het
interview bepalen, wanneer er teveel van het onderwerp wordt afgeweken dan kan de onderzoeker
dit aangeven om vervolgens weer bij de vooraf gekozen topics uit te komen.
Het interview wordt gehouden in een gesloten ruimte op de sportvereniging van de cliënt. Dit is voor
de cliënt een vertrouwde omgeving.
Wanneer deze onderwerpen duidelijk zijn kan er een vervolg worden gelegd aan de rest van het
onderzoek.
Voor een semigestructureerd interview zijn er verschillende topics gekozen die belangrijk zijn voor
het interview. Deze topics zijn de leidraad van het interview en vormen de gespreksstof. Het is een
open interview waarbij de geïnterviewde meestal de leiding heeft tijdens het interview. De
interviewer zorgt dat het in goede banen wordt geleid en dat de geïnterviewde niet te veel van de
topic afwijkt. Het doel van het interview (de vijf punten hierboven beschreven) is gehaald wanneer er
antwoord is gegeven op alle vijf de punten.
6
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
7
4.5 Gecodeerd interview
Hieronder leest u het gecodeerde interview wat opgedeeld is in verschillende tabellen om het zo
overzichtelijk mogelijk te houden voor u als lezer.
9
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
10
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
11
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
5. Vragenlijsten
De onderzoeker neemt drie vragenlijsten af bij de cliënt. Doormiddel van deze vragenlijsten wil de
onderzoeker meer duidelijkheid krijgen in de psychosociale factoren. De volgende drie vragenlijsten
worden afgenomen bij de cliënt:
Benaming vragenlijsten
VierDimensionale Klachtenlijst (4DKL)
CES-D
RAND-36 V2.0
Per vragenlijst wordt u aangegeven wat het instrument meet, de procedure van uitvoering, de
betrouwbaarheid en validiteit en hoe de scoring tot stand komt. In het volgende hoofdstuk leest u de
uitslagen van de vragenlijsten. De ingevulde vragenlijsten vind u in de bijlage.
12
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
De procedure
Het invullen van de 4DKL kost ongeveer 10 minuten. De op de vragenlijst afgedrukte instructie is
voldoende voor de cliënt. Men kan nog benadrukken dat het om klachten van de afgelopen week
gaat. Men kan aangeven dat sommige items indringend kunnen overkomen. Per item is een 5-
punts schaal aangegeven: van 0 (de klacht kwam in de afgelopen week niet voor) tot 4 (de klacht
was heel vaak of voortdurend aanwezig). (Terluin B. , 1996)
Betrouwbaarheid en validiteit
Door het onderzoek van Terluin e.a. (2004) en Van Rhenen e.a. (2005) is tevens de
constructvaliditeit van de 4DKL in de werkende bevolking onder de loep genomen. Dit is gedaan
door de angst- en depressieschaal te correleren met schalen die gerelateerde maar verschillende
constructen meten zoals vermoeidheid, copingstijl en taakeisen. Uit de analyses blijkt dat de twee
schalen zwakke correlaties hebben met de meeste van de schalen. Deze bevindingen
ondersteunen de divergente construct validiteit van de 4DKL. De convergente validiteit van de
4DKL is alleen binnen de populatie van huisartsbezoekers onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat
de convergente validiteit van de angstschaal goed is. De convergente validiteit van de
depressieschaal is acceptabel. (Terluin B. , 1996)
De scoring
De scoring wordt verdeeld in verschillende categorieën op de Distresschaal. In tabel 1 wordt de
Distressschaal weergegeven. De Distressschaal wordt hieronder weergeven. Naar aanleiding van
de score kan hier worden uitgelezen wat de vorm van spanning is bij de cliënt.
13
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
De Procedure
- Het meetinstrument is als volgt opgebouwd:
o 20 items, items 4, 8, 12 en 16 zijn positief geformuleerd; overige 16 items zijn
negatief geformuleerd.
- De invulinstructie is als volgt:
o In het instrument zelf staat een korte invulinstructie.
- Meetniveau
o Per item: wijze score: 4 puntenschaal (o-3), meetniveau normaal.
0 = zelden of nooit (minder dan 1 dag)
1 = soms of weinig (1-2 dagen)
2 = regelmatig (3-4 dagen)
3 = meestal of altijd (5-7 dagen)
o Totaalscore wordt verkregen door de score per item op te tellen. Hoe hoger de
score, hoe meer gevoelens van depressie aanwezig zijn.
(Radloff, Center for Epidemiologic Studies Depression Scale, 2013)
Betrouwbaarheid en validiteit
De Consistentie van de CES-D is goed te noemen. Alleen over de sub schalen is nog niet volledige
duidelijkheid. Tot nu toe geeft in Nederland alleen het bekende validatie-onderzoek geen
informatie over het wel of niet bestaan van de sub schalen. Verder onderzoek hierin is nog niet
uitgevoerd. Op dit moment kan er nog geen duidelijkheid worden gegeven over het wel of niet
vertrouwen en goede aanwezigheid van de sub schalen van het CES-D onderzoek in Nederland.
(Radloff, Center for Epidemiologic Studies Depression Scale, 2013)
De scoring
CES-D is een vragenlijst van 20 vragen. Waarbij er wordt gevraagd naar de gevoelens van
afgelopen week die worden gevraagd. Er kan per vraag gescoord worden. De scores kunnen als
volgt worden aangegeven.
- 0 = bijna of nooit
- 1 = af en toe
- 2 = gemiddeld of veel
- 3 = heel veel of altijd
De maximale score is 60. Wanneer er veel scores voorkomen met een 2 of 3 dan kan de cliënt
depressieve gevoelens hebben. (Lewinsohn, 1997)
14
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
4.3 Rand-36
De RAND-36 is ontstaan vanuit de toenemende behoefte aan meetinstrumenten om de algemene
gezondheidstoestand vast te leggen. Dit recent ontwikkelde instrument bevat schalen voor fysiek
functioneren, sociaal functioneren, rolbeperkingen door fysieke of emotionele problemen, mentale
gezondheid, energie, pijn en algemene gezondheidsbeleving. (Karen I. van der Zee, 2016)
De procedure
Het meetinstrument begint met een schriftelijk instructiegedeelte. In dit instructiegedeelte wordt
aangegeven dat de vragenlijst gaat over standpunten t.a.v. de eigen gezondheid en dat met behulp
van de gegevens kan worden bijgehouden hoe de persoon zich voelt en hoe goed de persoon in
staat is de gebruikelijke bezigheden uit te voeren. Dat betekend dat vooraf geen aanvullende
mondelingen toelichting nodig is. De afnametijd van het instrument bedraagt ongeveer vijf
minuten. (Karen I. van der Zee, 2016)
Betrouwbaarheid en validiteit
Hieronder ziet u tabel 2. In deze tabel is af te lezen dat de interne consistentie van de RAND-36
matig tot hoog is. Het instrument is gevoelig voor schommelingen in de gezondheidstoestand.
Voor het deel gezondheidsverandering wordt een lage stabiliteit gevonden. Dit is alleen niet
verwonderlijk omdat het een één-item maat betreft. Deze is speciaal bedoeld om veranderingen
te kunnen meten. (Karen I. van der Zee, 2016)
15
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Fysiek functioneren: 3a + 3b + 3c + 3d + 3e + 3f + 3g + 3h + 3i + 3j
Sociaal functioneren: 6 + 10
Rolbeperkingen (fysiek probleem): 4a + 4b + 4c + 4d
Rolbeperkingen (emotioneel probleem): 5a + 5b + 5c
Mentale gezondheid: 9b + 9c + 9d + 9f + 9h
Vitaliteit: 9a + 9e + 9g + 9i
Pijn: (5x item7) + (6x item8)
Algemene gezondheidsbeleving: 1 + 11a + 11b + 11c + 11d
Gezondheidsverandering: 2
16
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
5. Resultaten vragenlijsten
Hieronder ziet u een overzicht van de resultaten van de vragenlijsten. Deze zijn volgens de
protocollen berekend van de verschillende testen.
Zoals u hierboven ziet in de resultaten van de 4DKL test is er één interpretatie die opvalt. Dat is de
interpretatie van somatisatie. Die betekent het volgende:
Zoals hieronder in tabel 4 te lezen is, is er een score in de laagste helft van de somatisatieschaal.
Deze score is tot stand gekomen doordat de cliënt een lichamelijke aandoening heeft. Het heeft dus
geen zware gevolgen maar het is wel een punt van aandacht voor de cliënt.
17
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
In tabel 5 wordt nog een keer verduidelijkt om welke risicofactor het gaat.
18
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
De resultaten van de cliënt worden hieronder beschreven. U ziet dat de cliënt 7 heeft gescoord. Dit is
dus een relatief lage score waardoor de cliënt geen groot risico loopt. In tabel 6 wordt dit
weergegeven.
In deze tabel zijn de scores bij elkaar opgeteld. De uitkomst van de scores is 7.
19
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
In tabel 8 ziet u de gemiddelden van de de RAND-36 test. In tabel 9 ziet u wat de cliënt heeft
gescoord en wat er dus precies allemaal opvalt aan de uitslagen.
Tabel 8: Gemiddelde scores van de RAND-36 test (Karen I. van der Zee, 2016)
20
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Conclusie
- Fysiek functioneren
- Rolbeperkingen (fysiek probleem)
- Vitaliteit
- Gezondheidsverandering
Hoe lager de score is die iemand scoort hoe groter het probleem kan zijn. Zoals u ziet zit de cliënt bij
vier categorieën onder het gemiddelde wat dus betekent dat dit klachten of problemen van de cliënt
zijn. Er valt hieraan op dat het alles te maken heeft met fysieke fitheid en vitaliteit. Qua mentale
gezondheid, sociaal functioneren, rolbeperkingen (emotioneel probleem), pijn en algemene
gezondheidsbeleving scoort de cliënt hoger dan het gemiddelde. Dit betekent dat het geen risico
vormt voor de gezondheid van de cliënt.
21
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Conclusie
Naar aanleiding van het onderzoek met als onderzoeksvraag: ‘Hoe is de kwaliteit van leven na een
amputatie’ is er een conclusie tot stand gekomen. De conclusie is als volgt:
Er is onderzoek gedaan doormiddel van een interview en drie vragenlijsten. Uit het interview is naar
voren gekomen dat de cliënt erg tevreden is over de eigen kwaliteit van leven op dit moment. De
amputatie heeft wel zijn sporen nagelaten in het leven van de cliënt maar dit heeft de cliënt nergens
van weerhouden. Zowel psychisch als sociaal is de cliënt al die tijd stabiel gebleven.
Doormiddel van de vragenlijsten is er meer duidelijk geworden over de psychische toestand van de
cliënt. Hierin was één duidelijk piek te zien. Deze piek kwam tevoorschijn bij de somatisatie van de
vragenlijst; 4DKL. Somatisatie is bij de cliënt denkbaar. Dit omdat somatisatie te maken heeft met
lichamelijke beperkingen. Vandaar dat dit bij u een “normale” uitslag is in verband met uw
amputatie.
Bij de CES-D-vragenlijst is er een score uitgekomen van zeven. Wanneer de cliënt boven de 16 zou
uitkomen dan zou de cliënt in de gevarenzone komen. Hier komt de cliënt absoluut niet bij in de
buurt dus ook hierover hoeft de cliënt zich geen zorgen te maken. Uit de RAND-36 komt naar voren
dat de cliënt op de gebieden fysiek functioneren, rolbeperkingen (fysiek probleem), vitaliteit en
gezondheidsverandering hoger scoort dan het gemiddelde. Dit betekent dus dat de cliënt hier
rekening mee moet gaan houden om verder geen grote klachten te krijgen.
Als antwoord op de onderzoeksvraag: ‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’ kan er
geconcludeerd worden dat er op mentaal vlak niet veel verschillen of grote afwijkingen zijn. Op fysiek
en lichamelijk vlak wordt er wel last ondervonden na de amputatie. Dit brengt zo zijn beperkingen
mee in het dagelijks leven.
22
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bibliografie
dkp. (2016). Opgehaald van https://dkp.nl/apps/4dkl/
Dunn, D. S. (1996). Well-being following amputation: Salutary effects of positive meaning, optimism,
and control. Rehabilitation Psychology, 285-302.
Geertzen, J. H. (2016). Hoe vaak komt het voor? Van amputatie tot prothese, 4.
Karen I. van der Zee, R. S. (2016). algemene gezondheidstoestand RAND-36. Opgehaald van UMCG:
http://www.umcg.nl/EN/Research/InstitutesProgrammes/SHARE/researchtools/tools/pagina
s/RAND36.aspx
Larner S, v. R. (2003). Do psychological measures predict the ability of lower limb. Clinical
Rehabilitation, 493-498.
Leijendekkers, R. (2013). Beenamputatie. UMC St. Radboud Patiënteninformatie, 6-1. Opgehaald van
https://www.radboudumc.nl/Informatiefolders/6659-Beenamputatie-i.pdf
Radloff. (2013). Center for Epidemiologic Studies Depression Scale. Meetinstrumenten in de zorg, 2.
Sinha, R. (2013). Adjustments to amputation and artificial limb, and quality of life in lower limb
amputees. Groningen: s.n.
Wohlgemuth W. A., F. M. (2012). Welke indicatiecriteria zijn er voor het bepalen van het
amputatieniveau van de onderste extreminiteit? Richtlijn Amputatie en prothesiologie
onderste extremiteit, 17.
23
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bijlagen
Bijlage 4: Geluidsopname
24
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bijlage 1
Luuk Adema
De Seine 5
8604 VM Sneek l.m.adema@st.hanze.nl
Beste heer/mevrouw,
Mijn naam is Luuk Adema. Op dit moment studeer ik aan de Hanzehogeschool in Groningen en zit ik
in het tweede jaar van de studie; Sport, Gezondheid en Management. Als studieonderdeel doe ik
onderzoek. Bij mijn volleybalvereniging speelt een team zitvolleybal. Hier spelen meerdere personen
met een amputatie. Mijn interesse is gewekt en wil ik graag meer weten van “het leven met een
amputatie”.
Tijdens uw wedstrijd zag ik dat u leeft met een beenamputatie. Voor mijn onderzoek ben ik erg
benieuwd naar hoe u de kwaliteit van leven ziet met een amputatie. Wat valt u mee en wat valt u
tegen? Het doel is om de kwaliteit van leven in kaart te brengen. Dit wordt gedaan door een kort
interview en door een aantal vragenlijsten. Deze vragenlijsten zullen betrekking hebben op de
psychosociale achtergrond van u. Het totale onderzoek zal ongeveer een uur in beslag nemen. Zowel
het interview als de vragenlijsten zal ik persoonlijk bij u afnemen.
U krijgt door dit onderzoek een idee van de kwaliteit van leven van uzelf. Dit wordt door
verschillende wetenschappelijke vragenlijsten beoordeeld. U krijgt een verslag waarin alles staat
beschreven wat er is besproken tijdens onze afspraak. Al uw gegevens worden anoniem genoteerd.
Het verslag wordt door de docent van de Hanzehogeschool beoordeeld en zal na goedkeuring
vernietigd worden.
Wanneer u vragen heeft over het onderzoek dan kunt u mij bereiken via de mail. Deze staat
bovenaan de pagina.
Luuk Adema
25
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
1
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bijlage 2
Interview uitschrijven
Tegenover mij zit meneer van der Slot, ik ga hem een aantal vragen stellen naar zijn medische
geschiedenis, lichamelijke gevolgen, psychische gevolgen, sociale gevolgen en de kwaliteit van
leven.
Mijn medische geschiedenis is eigenlijk gestart in ’81. Naar aanleiding van het sporten waar ik zelf als
keeper speelde in een voetbalteam. Toen kreeg ik last van mijn knie. Eh, door wat sport, knie,
spierblessures en wat omzwervingen ben ik uiteindelijk terecht gekomen bij een huisarts. Ja. Daaruit
bleek dus dat ik ja, eh, die vond het een rare gewaarwording allemaal. De beweging die ik kon maken
met mijn knie eh, was een soort, eh, spieren die opeens vast gingen zitten waar ik geen beweging
meer gedaan mee kon worden. Men dacht eerst aan een Meniscus. Ja. Toen is men toch
doorgestuurd naar het ziekenhuis en in het ziekenhuis daar bleek dus dat ik botkanker had en de
botkanker zat zeg maar 10 centimeter boven mijn knie. Eigenlijk in een week of twee is toen besloten
dat mijn been geamputeerd moest worden en dat ik daarna in het medische circus terecht kwam.
Wat dus inhoud chemotherapieën, eh radiotherapie, bestralingen en voor de rest eigenlijk de
standaard zaken die bij kankergezwellen behandeld worden. En dat was in ’81? Dat was in ’81 ja. En
hoe oud was u op dat moment van de amputatie? Toen was ik 15 jaar. 15 jaar. Hoe ondervond u
later na de amputatie de lichamelijke gevolgen? Ja, naja de lichamelijke gevolgen is wat je hebt. Je
moet je eigen weer terug ja, zonder been. Hoe ga je daarop reageren. Hoe gaat de omgeving erop
reageren want daar krijg je heel veel andere reacties op. Ja. Eh, mensen wijzen je na op straat in die
tijd. Daar praat ik over het jaar ’81. Dat is dus lang geleden. Ik woonde in een klein dorp, eh, ja.
Daarna ben ik weer teruggekomen, op school gegaan. Ik heb MTS gedaan en na de MTS ben ik
eigenlijk het bedrijfsleven ingegaan. Ja. Waar men eigenlijk eh, in een eh, field service job terecht
gekomen ben. Ja en hoe vond u dat om ja, wat vond u het moeilijkste zeg maar om lichamelijk
terug te komen in de maatschappij. Lichamelijk? Ja. Lichamelijk, naja het was meer het lichamelijk
laten zien aan andere mensen dat je een beenprothese hebt. Dus een soort schaamte komt er over je
heen omdat je dan zomers in lange broeken loopt. Korte broeken? Dat is naderhand pas gekomen. O
zo, ja. Dus dat gevoel dat je in je jeugd zit, jeugdsituatie eh dat is mij het meeste tegen gehouden bij
het terug komen in de maatschappij. Daar heb ik verder eigenlijk geen problemen mee gehad.
Lichamelijk gezien dus niet? Nee, nee, nee. En op dit moment? Heeft u nog last van lichamelijke
gevolgen naar aanleiding van de amputatie of niet? Nu op dit moment zeker wel want eh als je wat
ouder wordt krijg je natuurlijk last, je gaat anders lopen. Je loopt met een bepaalde draaiing in je rug.
Eh ja je andere knie wordt overbelast. Dus je krijgt er wat klachten mee wat dat betreft. Oké, hoe lost
u dat op of hoe probeert u dat te voorkomen? Eh ja, hoe probeer ik dat te voorkomen. Ja, door wat
fitness te doen, handbiken, sportiviteit en wat volleyballen. Alle soorten dingen en zwemmen en skiën.
Ja alle sportiviteit. Dat is goed om te horen. We hebben het nu over lichamelijk gehad en hoe waren
de psychische gevolgen voor u? Dus hoe zat het bij uzelf het proces zeg maar na de amputatie? Eh,
psychische gevolgen heb ik eigenlijk kort na de amputatie niet gehad. Eh, dit is hoofdzakelijk omdat
het dus ja, je staat er zelf in. Hoe je er zelf in staat is eigenlijk afhankelijk van hoe je omgeving
reageert. Ja. Het geluk wat ik had is dat mijn vrienden mij geaccepteerd hebben zoals ik was op dat
moment, vele vrienden om mij heen. Ja, eigenlijk psychisch geen problemen gehad. Wat achteraf wel
blijkt is dat eigenlijk wel wat de laatste paar jaar dus in verband met andere klachten die ik door de
medicijnen die ik gehad heb gekomen is. Blijkt dus wel dat er iets in je gedachten is blijven hangen
2
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
qua bezorgdheid van je ouders altijd ten opzichte van jou. Altijd jou in bescherming genomen hebben
en nog steeds zo is. Ja, heeft u verder ook nog last van trauma’s? Ik heb geen last van trauma’s nee.
Oké. Geen angsten, niets. Dat is mooi.
En sociaal gezien. Terugkomen in de maatschappij was dus niet heel lastig. Eh, maar vind u wel dat
u anders in de maatschappij staat dan mensen met twee benen? Ik sta er wel anders in. Ja. Eh, dat
is eigenlijk hoofdzakelijk gekomen in die situatie dat je dus jong bent. Ja. Want hoe ga je er zelf mee
om? Dus elke keer het sociale is als je goed geaccepteerd wordt dan gaat het sociaal met jezelf ook
een stuk makkelijker. Ja. En je bent zelf en je karakter is voor mij openstaand, kom graag met mensen
in contact, praat graag over dingen. Dus ja, de sociale vaardigheden gaat wel goed wat dat betreft. U
heeft dus geen moeite om in contact te komen met anderen? Helemaal niet nee. Nee, gaat u ook
om met andere mensen met amputaties? Ik ga zeker om, ik heb zeker in die tijd van nadat ik
geamputeerd ben veel gesport. Ja. Ik heb zowel zwemmen gedaan. Aangepast sporten? Ja allemaal
aangepast sporten ja. Eh, ook nog geprobeerd om gewoon bij valide te waterpolo te spelen wat
fantastisch was. Eh daarnaast heb ik dus volleyballen, skiën heb ik in het Nederlands team gezeten.
En in andere teams van verschillende afdelingen. Dus ja. Paralympische sporten? Ja, Paralympische
sporten klopt helemaal. En heeft u dat ook altijd gezien als een soort steun? Om sociaal gezien?
Nee, niet als een steun nee, nee, nee. Het is gewoon ja ik ben met sporten bezig en ik heb altijd gehad,
ik wil het hoogst haalbare halen. Ja. En dat is eigenlijk door werkomstandigheden is niet helemaal de
Paralympische status behaald. Nee. Maar wel gewoon onderin Nederlandse teams mee gedaan.
Maar eh, vind u ook dat u een ander aanzien heeft doordat u sport met een amputatie dan mensen
die niet sporten met een amputatie? Wordt er anders naar u gekeken? Nou ja, tuurlijk wordt er
anders gekeken want mensen zien niet zo snel iemand met een amputatie sporten. Wat je dus ja, qua
omgeving, qua mensen maakt het eigenlijk weinig uit. Het verbazingwekkende vind ik eigenlijk altijd
dat kinderen er een stuk makkelijker ermee zijn dan volwassenen. Kinderen komen naar je toe, vragen
ernaar wat je aan het doen bent. Waarom doe je zulke sporten, waarom doe je dat. Bij volwassenen
is het meer van; kijk die man daar, kijk die man daar en tegen kinderen sst zeggen. Ja precies. Dus
vandaar. Oké, eh dan gaan we nog even kijken naar wat is de kwaliteit van leven op dit moment
dus na de amputatie. Hoe ervaart u uw eigen gezondheid op dit moment? Mijn eigen gezondheid
naar aanleiding van mijn amputatie gaat alles goed. Alleen de bijwerkingen wat ik van de medicatie
gehad heb, door de chemotherapie die er ook geleid zijn op. Heb ik wat problemen met mijn hart
gehad. Ja. Openhartoperatie in verband met doordat er dus vroeger medicijnen en de radiotherapie
niet zo nauwkeurig naar gekeken werd als tegenwoordig. Is dus mijn hart bij bestralingen eigenlijk
een beetje overbelast geweest dus qua bestraling en daardoor wat klepruimte krijg en
hartproblemen. Dus ja dat geeft mij nu problemen fysiek eigenlijk. Zijn nog wel steeds de gevolgen
van vroeger? Ja, zijn inderdaad nog wel steeds de gevolgen van vroeger. Maar de kwaliteit van leven
is goed. Ja. Dat heeft natuurlijk ook allemaal te maken met wat voor baan je draait. Welke dingen je
doet, waar je mee zit, wat jezelf doet. Hoe staat u zelf verder in het leven? Positief. Ja. Ik heb
eigenlijk altijd vooruitgang. We hebben een mooi huisje, boompje, beestje. Ja. Ik heb toevallig ook
mijn vrouw uit de Paralympische sport. Salaris is goed, we hebben financieel geen problemen.
Eigenlijk bij het bedrijf, bij het bedrijfsleven heb ik geen last. Nee. Men ziet mij dan wel lopen maar
voor de rest dan niet dat ik zeg van dat geeft mij een bepaalde beperking ofzo. Wordt in het
bedrijfsleven niet anders naar u gekeken dan naar andere collega’s? Nee, helemaal niet. Nee, oke.
Gelukkig niet en dat was wel eerst het geval dat je dacht dat het zou komen in de toekomst maar
gelukkig niet. Want kunt u ook geluk goed beleven? Geluk? Ja. Ja geluk, ik kan heel goed geluk
beleven haha. Geluk is net wat ik zeg. Ik heb een heel mooi gezin om mij heen, mooie familie, eh
vrienden ja, dat brengt het geluk al helemaal met zich mee. Was dat in het begin vlak na de
amputatie ook lastiger dan nu? Nee, nee ik heb het niet lastig gehad ofzo nee. Het heeft heel veel te
3
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
maken van hoe sta je er zelf in. Ja. En ook natuurlijk hoe doe jezelf ten opzichte van de buitenwereld.
Sluit je je eigen op ja, dan komt er van jezelf ook niks terecht. Ik ben altijd in het sociale leven
geweest. Iedereen mocht mij zien, mocht mij bekijken. Ja. Dat heeft mij heel goed gesterkt. En als u
uw leven nou binnen een aantal woorden moet vertellen. Hoe is de kwaliteit van leven op dit
moment dan voor u? Goed! Veel leuke dingen, uitdagingen. Ja. Mooie toekomst, kleinkind op komst,
we kunnen niet meer wachten eigenlijk. Ja, als het met mijn kinderen goed gaat dan gaat het met
mijzelf ook goed. Dat is voor mij het belangrijkste. Dus positief? Positief gezien altijd ja. Ik heb weinig
negatieve dingen in mijn leven alleen is het medisch gaat het weleens wat minder en dat gaat me dan
ook wel in de koude kleren zitten. Geen problemen met de kwaliteit! Nou goed om te horen. Dan was
dit ons korte interview. Dank u wel!
4
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bijlage 3
5
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
6
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
7
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
8
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
9
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
10
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
11
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
12
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
13
‘Hoe is de kwaliteit van leven na een amputatie?’
Bijlage 4
14