Professional Documents
Culture Documents
Drogreden
Een drogreden (schijnreden, sofisme) is
een reden of redenering die niet klopt, maar
wel aannemelijk lijkt. Meestal wordt een
drogreden gebruikt in een discussie maar er
zijn ook andere situaties waarin deze kunnen
worden gebruikt.
Algemeen
Net als een goede redenering bestaat een drogreden uit een of meer
premissen (aannames) of axioma's (algemeen aanvaarde stellingen),
waaruit na het stellen van een causaal verband een conclusie wordt
getrokken, of een aantal argumenten, waarmee een mening wordt
onderbouwd. De conclusie van een drogreden kan zowel juist als onjuist
zijn, maar een drogreden voldoet niet aan de voorwaarden van geldigheid
en gezondheid. Dat wil zeggen dat de redenering niet geldig is (dan klopt
de vorm van de redenering niet) en/of niet gezond is (dan zijn de stellingen
niet geldig). Onderscheidend voor een drogreden is dat er foutief
overgegaan wordt van premissen naar een conclusie.
Indeling
Formele drogredenen
drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit
Informele drogredenen
drogredenen waarbij in de premissen verkeerde aannames
worden gedaan en dus onjuiste premissen worden gebruikt
drogredenen waarbij de conclusie bereikt wordt door een onjuist
gebruik van woorden
Dit zijn drogredenen waarbij er een fout in de logica van de redenering zit.
Het zijn foutieve deductieve redeneringen.
Voetstoots wordt aangenomen dat een stelling waar is, omdat niet is
bewezen dat zij onwaar is. Of omgekeerd: er wordt aangenomen dat een
stelling onwaar is, omdat niet is bewezen dat zij waar is.
"Ik heb hem nooit met een vrouw op stap gezien, dus hij heeft geen
vriendin."
Onjuiste logica: als iemand een vriendin heeft, dan gaat hij ermee op stap
en dan zie ik dat.
"Je kunt niet bewijzen dat God niet bestaat, dus God bestaat."
Vals dilemma
Hierbij wordt ten onrechte het principe van de uitgesloten derde (tertium
non datur) toegepast.
"Als je het niet eens bent met ons plan, dan ben je tegen onze
ideologie."
Mensen worden in een vals dilemma gedwongen door te doen alsof er maar
twee keuzes zijn, terwijl er meer zijn.
Vals compromis
Een conclusie op grond van iets dat niet gezegd wordt, dus een
stellingname die wordt afgeleid uit zwijgen.
De onjuiste logica komt voort uit het feit dat de verkeerde getallen
vergeleken worden. Het is zaak het percentage alcoholdrinkers dat in een
ongeval terechtkomt te vergelijken met het percentage van de
koffiedrinkers dat in een ongeval terechtkomt.
"Veel mensen die in een rolstoel rijden hebben een ongeval gehad,
dus rijden met een rolstoel is gevaarlijk."
Deze redenering is onjuist, omdat het gebruik van een rolstoel meestal
geen oorzaak is van een ongeval, maar het gevolg.
Post hoc ergo propter hoc (na dit, dus door dit)
"De patiënt genas enkele dagen nadat hij middel X kreeg, dus dit
middel heeft hem genezen."
"De zon komt altijd op nadat de haan gekraaid heeft, dus de zon
komt op doordát de haan kraait."
"Gisteren vlogen de zwaluwen hoog en het is vandaag mooi weer. Nu
vliegen de zwaluwen weer hoog, dus het zal morgen ook mooi weer
worden."
"Ik haal slechte cijfers omdat we een slechte docent hebben."
Cum hoc ergo propter hoc (met dit, dus door dit)
Net als bij de bovenstaande drogreden wordt hier een oorzakelijk verband
gesuggereerd dat er in werkelijkheid niet hoeft te zijn. Het verschil is dat
feit A en B nu tegelijk optreden.
zijn!"
Een conclusie trekken die gebaseerd is op het gevolg van die conclusie.
"Als ik alle kritiek op Rita Verdonk lees, dan kan ik alleen maar
concluderen dat zij de zaak Hirsi Ali niet goed heeft aangepakt."
Willekeurige correlatie
"Bij mensen met blauwe ogen komt volgens dit onderzoek relatief
meer criminaliteit voor."
"De laatste 200 jaar is het aantal piraten afgenomen en is de
opwarming van de aarde toegenomen. Het is dus door het feit dat er
nu nauwelijks piraten zijn dat we met de klimaatverandering zitten"
[5]
Hier worden verbanden gezien tussen twee zaken die niet per se met elkaar
te maken hebben. Als men hierop statistisch onderzoek doet is er (bijna)
altijd een onderzoek dat een merkwaardig resultaat geeft. De normale
onderzoeken komen nooit naar boven. In de statistiek is het een basisregel
dat een sterke correlatie geen aanleiding mag zijn om te speculeren over
een oorzakelijk verband.
"Mijn opa rookte als een ketter en is 98 jaar geworden, dus roken is
helemaal niet ongezond."
"Er is meer criminaliteit dan vroeger, want Jan is overvallen en bij
Piet is er ingebroken."
"Het is de afgelopen vijf jaar erg warm geweest, dus het klimaat
verandert."
De denkfout is hier dat er een algemene regel wordt afgeleid uit slechts
enkele gevallen, in filosofische termen een inductie met een te smalle basis.
Vergelijkbaar met pars pro toto: Aan de hand van een detail, een conclusie
over het geheel vellen. Ook door één argument te weerleggen menen de
these weerlegd te hebben.
Dit refereert aan een verwijt van schijnheiligheid: je ontzegt de ander recht
van spreken vanwege zijn eigen gedrag, of uitspraken in het heden of
verleden. Dit is een specifieke vorm van de persoonlijke aanval.
"Waarom zeg je dat ik beter niet kan stelen? Dat heb je zelf vroeger
ook gedaan..."
Onjuiste premisse: alles wat je zelf doet of gedaan hebt moet je altijd
goedkeuren.
Het feit dat iemand niet naar zijn eigen stelling handelt, doet niets af aan
de waarde van die stelling zelf.
Ad verecundiam (autoriteitsargument)
ook het autoriteitsargument niet correct. In dat geval is sprake van een
drogreden.
student en docent.
Een student, die meer weet dan de docent, zegt: "Deze stelling is
onjuist". De docent zegt vervolgens met deze drogredenering: "Maar
dat staat niet in dit boek, dus is de stelling wel juist".
Tijdens een etentje zegt de gast: "Dit gerecht is niet te eten." De kok
zegt vervolgens: "Dat kan helemaal niet, want in het recept staat dat
het lekker is!"
"Graancirkels zijn echt van buitenaardse wezens, want dat staat op
internet." Onjuiste premisse: informatie die op internet staat is altijd
waar.
Verwijzen naar religieuze boeken zoals de Bijbel: "De Bijbel zegt X,
dus X is juist".
Reductio ad Hitlerum
Onjuiste premisse: Alles wat iemand zegt dat in verband kan worden
gebracht met een slecht persoon moet vanzelfsprekend verkeerd zijn (bij
Jeremy Bentham is dit de hobgoblin fallacy (naar de hobgoblin, een
kwaadaardige geest uit de Angelsaksische folklore)).
Galileo fallacy
Deze drogreden is van het type eer door associatie. Iemand wiens
opvattingen belachelijk worden gevonden, vergelijkt zichzelf met Galileo
Galilei, die vanwege zijn heliocentrisme werd veroordeeld door de Rooms-
Katholieke Kerk in 1633, totdat de Kerk in 1992 schoorvoetend toegaf dat
Galileo gelijk had. De persoon beweert dat het loutere feit dat zijn ideeën
nu belachelijk worden gemaakt een bewijs is dat hij ooit nog wel gelijk zal
krijgen.
Tijdsargumenten
Bij het beroep op traditie wordt het feit dat iets in het verleden zus of zo
gedaan is, als argument aangevoerd om het op die wijze te doen. Soms is er
de verborgen aanname, dat alles wat in het verleden goed gewerkt heeft en
daardoor een positieve reputatie heeft opgebouwd, ook nu nog goed zal
werken. Dat hoeft echter niet het geval te zijn. De drogreden gaat eraan
voorbij dat er intussen betere methoden kunnen bestaan.
Egypte/China/India".
Onjuiste premisse 1: zo'n oud middel moet wel probaat zijn - anders werd
het niet al zo lang gebruikt!
Onjuiste premisse 2: In deze oude culturen bezat men minstens evenveel
geneeskundige kennis als wij nu. Echter, de destijds geldende medische
kennis kan intussen sterk achterhaald zijn. Bovendien ontbreekt vaak
documentatie over de werking en het gebruik van het geneesmiddel in de
oudheid.
"Al meer dan 2000 jaar geloven mensen in God. Dan moet Hij wel
bestaan."[9]
Onjuiste premisse: mensen kunnen en zullen zich niet zo'n lange tijd
vergissen.
"Ik zie niet in waarom ik e-mail nodig zou hebben. Onze familie heeft
een lange traditie van brieven schrijven."
"Wikipedia? Nergens voor nodig, we hebben hier sinds jaar en dag
de Winkler Prins."
"Ik heb door mijn anciënniteit meer recht van spreken, sjaars!"
Onjuiste premisse: Wie langer ergens lid of werkzaam is, weet het beter.
Bij deze drogreden wordt er gesteld dat moderne praktijken per definitie
beter zijn dan ouderwetse, die achterlijk zouden zijn. Het moderne wordt
opgehemeld als het juiste zonder verdere onderbouwing.
Reini: "Erik, ik wil niet dat Lucy (leerlingverpleegster) jou als arts
tutoyeert."
Erik: "Maar dat hoort toch bij deze tijd." (voorbeeld uit Medisch
Centrum West)
"Dit zijn middeleeuwse praktijken, afschaffen die boel!"
"Als jij je eten niet opeet, kan papa weleens héél boos worden..."
"Als jij voor mij stemt in plaats van voor Jan, dan kun je hem er
eindelijk voor terugpakken dat hij een deuk in jouw auto maakte."
Onjuiste premisse: 'je pakt Jan terug' is het logische gevolg van 'jij stemt
voor mij'.
Let wel: dit is een drogredenering omdat de premisse niet klopt. Maar het
kan in werkelijkheid wel juist zijn.
"Maar ik heb drie jaar aan dit rapport gewerkt, dus je moet me gelijk
geven."
Beroep op genade
Nauw verwant aan beroep op angst, met het verschil dat in dit geval slechts
de intellectuele capaciteiten van de tegenstander worden betwijfeld, terwijl
bij het beroep op angst de gehele (fysieke) gesteldheid van de tegenstander
wordt bedreigd. De stelling wordt verdedigd door de ander bij voorbaat te
intimideren:
Beroep op vleierij
"Een mooie meid als jij heeft er vast geen bezwaar tegen dat ik een
foto van je neem, toch?"
"Jij bent zo'n slimme vent, jij wil dit probleem vast wel even voor me
oplossen, hè?"
"Is er ook een sterke man die dit voor mij even sjouwt?"
In de praktijk kan dit werken, zolang men accepteert dat het vleiende
gedeelte slechts een nevenschikkend argument is, omdat hetgeen de
spreker wil bereiken er niet per se uit volgt (non sequitur). Een weigerend
antwoord dat de vleierij niet ontkent kan zijn: "Ik ben misschien..., maar
dat wil nog niet zeggen dat ik voor jou..."
Zie hoofdartikel: Magisch denken. Hier neemt men aan dat iets waar is,
omdat men vurig hoopt dat het waar is.
Semantische drogredenen
Ambiguïteitsdrogreden
Bij deze categorie schuilt de drogreden in een ambigu gebruik van een
woord(groep), zin(snede) of meerdere zinnen.[11][12]
Equivocatie
No true Scotsman
Amfibolie
Het verwarren van twee manieren waarop dezelfde zin te ontleden is.
Compositie-drogreden
Voorbeeld: 'Een mens kan zitten en lopen. Dus een mens kan zittend
lopen.'[16]
Divisie-drogreden
Onjuist aannemen dat alle onderdelen van toepassing zijn op het geheel.
Quote mining
Een citaat uit verband rukken op een manier waardoor die een andere
betekenis krijgt dan in de context.
Retoriek
Puzzel-denkfout
Ervan uitgaan dat een stelling juist is zolang men er maar een consistent en
coherent verhaal bij heeft. In de wetenschapsfilosofie heet dit ook wel de
coherentietheorie.
Ignoratio elenchi
"Drie ministeries geven steun aan mijn project, hoe kan het dan fout
zijn?"
zonder bewijs).
Bij deze drogreden geeft men geen bron of duidelijk uitleg over waarom
iets zo is, maar doet het af als een feit wat niet weg te werpen is. Hierdoor
wordt het voor de opponent heel erg moeilijk wordt om inhoudelijk te
reageren op zijn tegenstander.
Hierbij wordt gepoogd een eerder weersproken argument door middel van
een ad-hoc-hypothese te redden of geprobeerd ongemerkt de
oorspronkelijke stelling iets aan te passen om te voorkomen dat deze
(volledig) weerlegd wordt. Dit heet ook wel "de doelpalen verplaatsen"
(moving the goalposts) zodat de tegenstander niet kan "scoren". Een
bekend voorbeeld is The Parrot Sketch (1969) van Monty Python.
"Ik vind dit een goed plan. Bent u het niet met mij eens? Kom dan
eerst maar eens met argumenten!"
"Ik geloof niet in God." – "O ja? Bewijs jij dan maar eens dat Hij níet
bestaat!"
"Als je mijn ongelijk niet kunt aantonen, heb ik gelijk."
Officier van Justitie tegen verdachte: "U hebt geen alibi, dus u bent
schuldig"
Andere drogredenen
"Ik ben de baas omdat ik het hier voor het zeggen heb."
"Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet
gedaan."
"Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief."
"God bestaat omdat het in de Bijbel staat, en wat in de Bijbel staat is
waar omdat het Gods woord is."
"Er dreigt geen kernoorlog. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht
doen."
"Deze Rembrandt is echt, want anders gaan we voor miljoenen het
schip in."
"Als we echt van apen afstammen, zouden we ons toch ook als apen
moeten gedragen."
Lambik in Suske en Wiske: "Ik een egoïst?! Dan zou ik het zelf toch
weten." (Onjuiste premisse: alle karaktereigenschappen van een mens
zijn aan hem bekend)
"Er is leven na de dood, want ik word bang van de gedachte dat er
niks meer is als je sterft."
Hellend vlak
Argumentatie waarbij niet de zaak zelf als slecht wordt betiteld, maar de
overtreffende variant die algemeen bekendstaat als slecht, als logisch
gevolg wordt aangedragen. Daarmee wordt de zaak alsnog als slecht
betiteld, zonder dat het logisch gevolg wordt bewezen. Dit wordt ook een
"stepping stone-theorie" genoemd.
Bij het argument van het hellend vlak gaat het erom dat er ten onrechte
wordt gesteld dat uit maatregel Q uiteindelijk een afschrikwekkend gevolg
Z volgt. Echter, de kans dat uit maatregel Q via gevolg R, vervolgens S,
daarna T, uiteindelijk Z voortkomt, wordt steeds kleiner en is in vele
gevallen zelfs nihil te noemen. Bijkomend effect is dat de
hellendvlakredenering twee kanten op werkt. Een eenvoudige
tegenwerping van het laatste voorbeeld is bijvoorbeeld:
"Als we homo's niet laten trouwen, laten we hetero's later vast ook
niet meer trouwen."
Stropopredenering
"Ik ben tegen A." – "Maar dan voldoe je toch niet aan B?"
Hier wordt het standpunt "Ik ben tegen standpunt A" impliciet veranderd
in "Ik ben tegen B".
"Ik geloof in een God." – "Dus jij gelooft dat er ergens op een wolk
een oude kerel zit?"
Hier wordt het standpunt "Er is een God" veranderd in een bespottelijke
karikatuur. De tegenstander worden woorden in de mond gelegd, zodat de
spreker een standpunt aanvalt dat de tegenstander nooit heeft verdedigd.
Suggestieve vraag
Als de ondervraagde 'ja' zegt, erkent hij dat hij zijn vrouw slaat en als hij
'nee' zegt erkent hij dat hij vroeger zijn vrouw heeft geslagen.
Dit gaat over het foutief toepassen van de Wet van Archimedes naar
analogie. Dus het met een simpele vermenigvuldiging schades vaststellen
zonder met andere factoren rekening te houden.
"Van mijn 300 werknemers rookt 30%, van hen neemt ieder
gemiddeld 15 minuten rookpauze per dag en de gemiddelde
loonkosten zijn 25 euro per uur. Mijn schade door roken is dus 15/60
· 25 · 30% · 300 = 562,50 euro per dag."
"Er worden 100 miljard liedjes per jaar illegaal gedownload. Een
liedje vertegenwoordigt een waarde van ca. 1 euro. De
muziekindustrie loopt dus jaarlijks 100 miljard euro mis."
Aan het feit dat niet alle nu gedownloade liedjes anders gekocht zouden
zijn, wordt voorbijgegaan.
Hiermee wordt bewezen dat een stelling niet waar is, door aan te tonen dat
men een absurde conclusie kan trekken als het wel waar zou zijn. De
stelling wordt zodoende weerlegd met een absurdisme. Dit hoeft niet per se
een drogreden te zijn. Door aan te tonen dat een stelling geen
noodzakelijke waarheid is, kan men deze op geldige wijze weerleggen.
Zie ook
Denkfout
Magisch denken
Wensdenken
Externe link
Literatuur
Bronnen