You are on page 1of 1

Zwarte rivier

Door: Bas van Elk

Het gaat niet goed. Er loopt een zwarte rivier door mijn hoofd. Kronkelende olie,
zijn baan steeds veranderend. Het legt me lam. Mensen zien het in mijn ogen. In
plaats van een fonkelende ster, een zwarte rivier.

Donderdag. De rivier is weer breder geworden, treedt bijna buiten haar oevers. Ik
begin te happen naar adem, ik weet niet waarom, waar het vandaan komt en of het
ooit zal stoppen. Ik sta op, kleed me aan, maar ik ben het niet. Ik blijf liggen in bed,
kan niet meer opstaan, ik blijf liggen in bed en kijk hoe ik mezelf aankleed.

Ik doe de deur achter me dicht, stap op mijn fiets en dwaal naar het afgelegen
station, zeven kilometer verderop, waar de trein nooit stopt. Het is vreemd dat hier
een station is, er zijn helemaal geen huizen. Niemand stapt hier op de trein. Het is
perfect.

Ik doe mijn ogen dicht, adem diep in. Een kleine lach verschijnt op mijn mond, en
ik de verte hoor ik het zachtruisende geluid van de aankomende intercity.

Ik doe mijn ogen open en zie voor me op de grond een zwarte kraai. Ik schrik. Ik
had geen gefladder gehoord. Ik had hem niet zien lopen. Hij is er ineens. Ik kijk in
die koolzwarte ogen en zie een zwarte rivier, kronkelende olie met wit wuivend riet
en rode sterren. De wind krijst als staal, ik sta tot mijn middel in de rivier en hoor
echo’s van kraaien die cirkelen boven mijn hoofd, steeds sneller, steeds dichter, tot
ze als een trechter op mij af duiken. Ik schreeuw, houd mijn handen boven mijn
hoofd, en het is stil.

Ik open mijn ogen, en sta op het perron. De trein is voorbij, de kraai verdwenen.
Aan de overkant zit op een paaltje in het weiland een witte kraai. Hij krast twee
keer en kijkt me aan. Ik voel de vraag in zijn ogen en knik zacht. De kraai vliegt
weg, ik open mijn ogen, en de sterren weerspiegelen. Ik sta op en kleed me aan.

You might also like