You are on page 1of 7

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Naam student: Fien Goethals Leergroep OLO3 A2


Naam mentor: Katia Verplaetse, Jan De Vos, Liesbeth Klas Tweede
Aantal lln.: 72
De Vos, Helena Van Wassenhove graad
VBS De Bijenkorf
School: Akkerken 2
9940 Sleidinge

DONDERDAG 19 /04/18 Handtekening mentor + datum:

Duur 75 minuten
Leergebied(onderdeel): GIWW: groepsbevorderende/inhoudelijke activiteit
Lesonderwerp: Quiz’t het!

Leerinhoud: Feiten, begrippen, relaties, methodes, attitudes.


Attitudes
 Klasoverschrijdend samenwerken: samen werken = beter werken!
 Aandachtig luisteren
 Fluisteren
 Overleggen
 Gezonde competitie
Begrippen – feiten
 Sportactiviteiten: kanovaren, zeilen, paardrijden, blote voetentoch
 De uier van een koe: 4 spenen
 Plaatsen op/aan het domein: manege, (Boere)kreek, de eetzaal
 Plaatselijke watertoren: De Spijker
 Uitrusting van het paard: teugels
 Uitrusting van de ruiter: tok
 De hoeven van het paard
 Het jong van een koe en een stier: kalf
 Het jong van een merrie en een hengst: veulen
 Kanaal: Leopoldskanaal
 Bedrijf: Livinushof
 Kaas wordt van melk gemaakt
 Paardenkracht = de kracht van een motor
 Lichaamstaal van een paard: oren plat in de nek = het paard is erg kwaad
 Een 1-jarig kalf = pink
 Paard = edel dier
 Magere melk = alle room is uit de melk verwijderd.
 Een koe wordt 2 keer per dag gemolken

Fien Goethals 1
Leerplandoelen: Onderwijsnet: KOV
Leerplan ZILL, 2016:
1 IKwn2 Gewetensvol en verantwoord handelen
• 2.5 - 12 Kennismaken met eenvoudige afspraken, (spel)regels en omgangsvormen
- onder begeleiding tot afspraken en regels komen - zich onder begeleiding aan
regels en afspraken houden - nagaan en aangeven in welke mate anderen regels en
afspraken nakomen
2 IKvk1 Plezier beleven en voldoening ervaren bij spelen, leren en leven
3 SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het realiseren van een
gemeenschappelijk doel
• 5 - 12 Gericht samenwerken in duo of kleine groep - iets aan elkaar kunnen
uitleggen - voorstellen formuleren om tot een gezamenlijk antwoord te komen bij
vragen
• 5 - 12 Op een gezonde manier omgaan met competitie - elkaar aanmoedigen
• 9 - 12 Zich samen verantwoordelijk voelen voor iets - gezamenlijke doelen bepalen
en nastreven - groep vormen en blijven, ook bij eventuele strubbelingen - bij de
samenwerking gedrag en taal op elkaar afstemmen
4 OWna1 De natuur actief opzoeken en waarderen
• 2.5 - 12 Het waardevolle van de natuur ervaren - zich verwonderen over de natuur
en er zich over uitdrukken
• 4 - 12 Via exploreren meer te weten te komen over de natuur en het milieu

Lesdoelen:
1. Gericht, klasoverschrijdend samenwerken. (3)
2. De gemaakte afspraken naleven. (1)
3. Vragen correct beantwoorden. (4, 2)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbreng inoefening herhaling evaluatie
Voorkennis van de klasgroep:
 De leerlingen van het derde leerjaar bezochten tijdens de plattelandsklas reeds een
melkveebedrijf.
 De leerlingen van het vierde leerjaar bezochten tijdens de plattelandsklas reeds een bio-bedrijf:
het Livinushof.
Leerling-specifieke gegevens:
 /

Bronnen: volgens de APA-normen


 Website: Provinciaal Domein De Boerekreek
 Bundeltje: Plattelandsklassen

Uitgeprint op 10/05/2018 Fien Goethals 2


ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten, …


 PPT-presentatie
 Quiz-blaadjes

Materiaal/locatiewijziging:
 4 x een pakje post-its: op ieder pakje staat 2 x hetzelfde nummer tot en met 9.
 9 A4-bladen met groepsnummer op
 9 schrijfplankjes
 9 balpennen
 jurytafel
 computer
 beamer
 A3-bladen
 Alcoholstiften
 9 x Quiz-blaadjes verschillende rondes

LESOPBOUW

1. Organisatie: Leerlingen verdelen in 9 groepjes van 8.


oriëntatie instructie verwerking afronding
Post-its met groepsnummers, namenbordje, balpennen,
10’
groepsnummers A4

Organisatie: Verdeling groepjes


 De leerlingen van 4A, 4B, 3A en 3B worden klasoverschrijdend verdeeld in 9 groepjes van 8
leerlingen.
 De leerlingen staan buiten per klas. Iedere klas staat op 1 lange rij.
 Iedere klasleerkracht deelt Post-its uit voor zijn/haar klas. Hierop staat het nummer van
de tafel waar de leerling naartoe moet.
 Van zodra de leerling een Post-it gekregen heeft, komen zij de eetzaal binnen en gaan zij
naar de tafel waar zij hun groepsnummer terugvinden.

Organisatie: Binnen in de eetzaal


 9 tafels, 2 rijen: op iedere tafel ligt klaar:
o Het groepsnummer
o Een balpen
o Een leeg groepsnamenbordje
 Vooraan in de zaal:
o Jurytafel: 8 stoelen
 1 Quizmaster: Fien
 4 juryleden = klasleerkrachten
 1 puntenteller = begeleider
 2 ophalers en uitdelers van quiz-blaadjes = begeleiders
o Computer
o Beamer

Fien Goethals 3
o A3-bladen voor scores te noteren + alcoholstiften
 Ronde 1:
o Antwoordenblaadje
 Ronde 2:
o Antwoordenblaadje
o Vragen beamer (PPT)
 Ronde 3:
o Antwoordenblaadje
o Instructies om uit te beelden voor jury
 Ronde 4:
o Foto’s beamer (PPT)
o Antwoordenblaadje
 Ronde 5:
o Antwoordenblaadje

2. Verzinnen van groepsnaam en voorstellen van groepjes.


oriëntatie instructie verwerking afronding
5’ Groepsnamenbordje, quiz-blaadjes

Verloop – Instructie
 Verzin een groepsnaam voor je groepje.
 Schrijf die naam op je groepsnamenbordje.
 Nadien stelt ieder groepje zijn groepje voor door de groepsnaam voor te lezen + het
groepsnamenbordje zichtbaar te zetten op de tafel.
 De afspraken worden overlopen door de quizmaster.

Werking JURY
 Ieder jurylid neemt 2 of drie groepjes voor zich. Dit houdt in:
o Quiz-blaadjes verbeteren, punten optellen en scores doorgeven aan puntenteller.
 Puntenteller: schrijft tussenscores op A3 blad.

3. Quiz: ronde 1, ronde 2, ronde 3, pauze, ronde 4, ronde 5


oriëntatie instructie verwerking afronding
Antwoodenblaadjes, PPT, A3 bladen, alcoholstiften, …
60’ 1,2,3
(zie materiaal)

RONDE 1: WOORDEN MAKEN

 Elke groep krijgt een vragenblad met letters. Ze moeten die in de goede volgorde zetten om een
woord te maken.
 Elk juist antwoord = 1 punt.
1. E R K E K = kreek
2. K L E M = melk

Uitgeprint op 10/05/2018 Fien Goethals 4


3. E L E N I Z = zeilen
4. R A I D A P J D E N R = paardrijden
5. O V H E N E = hoeven
6. I O E J B R D E R= boerderij
7. I U R E = uier
8. K B E O E E R R E K = boerekreek
9. I J P S K E R = spijker
10. L A V S = vlas

RONDE 2: VRAGENRONDE

 Er worden 10 vragen gesteld.


1. Hoeveel keer wordt een koe per dag gemolken?
 1 keer per dag
 2 keer per dag
 3 keer per dag
2. Melk bevat vetstoffen: de room in de melk. Die room kan je gebruiken om
slagroom en boter te maken. Soms wordt alle room uit de melk verwijderd. De
melk die overblijft heet:
 Volle melk
 Halfvolle melk
 Magere melk
3. Hoeveel magen heeft deze graseter?  foto koe (4)
4. De uier van de koe heeft 4:
 Spenen
 borsten
 Spuiters
5. Wanneer het jong van een koe 1 jaar is, noemen we het dier:
 Een kalf
 Een pink
 Een vaars
6. Raadsel: Ik ben een edel dier. Daarom heb ik een hoofd, mond en benen in
plaats van een kop, muil en poten. Welk dier ben ik? (paard)
7. Vul aan. Een paard heeft geen tenen maar… (Hoeven)
8. Een paard spreekt met zijn lichaam. Aan de stand van de oren kan je zien hoe
het paard zich voelt. Hoe voelt het paard zich op deze foto? (oren plat in de nek)
 Het paard is goed gezind
 Het paar is bang en gespannen
 Het paard is erg kwaad
9. Dit hoofddeksel wordt door de ruiter gedragen. Wat is de juiste naam voor dit
hoofddeksel?  foto tok (tok)
10. Wat betekent het woord paardenkracht?
 De kracht van het paard
 De kracht van een motor
 De kracht van een mens

Uitgeprint op 10/05/2018 Fien Goethals 5


 Bij elke vraag overlegt de groep en noteren zij het antwoord op een blad.
 Elk juist antwoord levert 10 punten op.
 Vragen: Zie powerpoint

RONDE 3: WAT IS HET?

 De jury beeldt elk om de beurt een plaats, ding, dier of sportactiviteit van de plattelandsklas
uit (zonder geluid).
 Leerlingen noteren hun antwoord op een antwoordblad.
 Per juist antwoord: 10 punten.
 Woorden:
○ MEESTER JAN – DIEREN:
■ Paard
■ Koe
○ JUF HELENA – SPORTACTIVITEITEN:
■ Blote voetentocht
■ Paardrijden
■ Zeilen
○ JUF KATIA – SPORTACTIVITEITEN:
■ kanovaren
■ boogschieten
○ JUF LIESBETH – PLAATSEN:
■ Manege
■ (Boere)kreek
■ De eetzaal

-------------------------------------------------------PAUZE (10’ plaspauze)--------------------------------------------------

RONDE 4: FOTORONDE

 De leerlingen krijgen een blad met 10 foto’s. Bij iedere foto hoort een vraag.
 De leerlingen noteren hun antwoord op het antwoordblad.
 Per juist antwoord: 10 punten.
 FOTO’S:
o Naam watertoren? (De Spijker)
o Naam van dit kanaal? (Leopoldskanaal)
o Wat is de naam van dit bedrijf? (Livinushof)
o Hoe heet het jong van deze dieren? (kalf)
o Hoe heet deze sport? (kanovaren)
o Wat zijn dit? (teugels)
o Wordt dit (kaas) gemaakt van melk? Ja of nee? (ja)
o Hoe noemt dit gewas? Kies uit:
 Koolzaad
 Tarwe
 Vlas

Uitgeprint op 10/05/2018 Fien Goethals 6


o Foto toetsenbord: Welk woord kan je maken met de letters die verborgen zijn op het
toetsenbord? (bedrijf)
o Hoe heet het jong van deze dieren? (veulen)

RONDE 5: ABC VAN DE PLATTELANDSKLAS

 De leerlingen noteren bij iedere letter van het alfabet een woord dat past bij het thema
‘plattelandsklas’. Het mag zeker een woord zijn dat tijdens de quiz voorkwam.
 Jokers: letter Q, Y en X.
 Het groepje dat als eerste klaar én juist is: 50 punten
○ het tweede groepje: 40 punten
○ het derde groepje: 30 punten
○ het vierde groepje: 20 punten
○ het vijfde, zesde, zevende, achtste en negende groepje: 10 punten

4. Bekendmaking van de winnaar


oriëntatie instructie verwerking afronding
5’

Verloop
 Laatste scores worden opgeteld.
 Ondertussen krijgen de leerlingen een hapje (chipje) + drankje.
 Wanneer alle scores opgeteld zijn, wordt het winnende groepje bekend gemaakt. De leden
van het winnende groepje krijgen een klein prijsje.

Evaluatie: Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed en waarom? Wat
ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

Uitgeprint op 10/05/2018 Fien Goethals 7

You might also like