Professional Documents
Culture Documents
Aristoteles Aantekeningen
Aristoteles Aantekeningen
Er is niet per se één staatsvorm de beste. Afhankelijk van het soort mensen die deel uitmaken van de
staat.
Aristoteles: pleidooi voor een staatkunde die niet alleen idealen nastreeft, maar vooral ook te realiseren
is in de praktijk (in tegenstelling tot Plato).
Staatsinrichting hangt af van de verhouding tussen burgers en staatsinrichting: naast de ideale
staatsvorm, zijn er staatsvormen die specifiek bij een bepaald soort burgers passen; men kan proberen
een staatsvorm te ontwerpen die als het ware in de praktijk de best haalbare is (de beste na de ideale
staatsvorm), en tenslotte moet men soms uitgaan van een reeds bestaande staatsvorm en wordt verdere
creativiteit hierdoor beperkt.
Variëteit aan staatsvormen wordt verklaard doordat de polis uit verschillende bestanddelen
(verschillende bevolkingsgroepen) bestaat.
Een staatsinrichting is de regeling van de bestuurlijke bevoegdheden, die worden overal verdeeld ofwel
op grond van de macht van de mensen met politieke rechten, ofwel op grond van een gemeenschappelijk
punt waarin groepen burgers gelijk zijn (d.w.z. op grond van macht van onbemiddelden of van
welgestelden), of op grond van een gemeenschappelijk punt van gelijkheid tussen beide groepen (bijv.
vrije geboorte).
Onvermijdelijk dat er evenveel staatsinrichtingen zijn als manieren van organisatie
overeenkomstig de verschillen tussen de delen.
Drie staatsvormen: koningschap, aristocratie, politeia), met drie ontaardingen (tirannie, oligarchie,
democratie).
Een onderzoek naar de beste staatsvorm komt neer op een onderzoek naar aristocratie en
koningschap; deze twee vormen vinden namelijk hun grondslag in persoonlijke
voortreffelijkheid verbonden met de daartoe vereiste voorzieningen
Alle ontaarde vormen zijn niet goed, maar de democratie is het minst slecht van de drie varianten
Gebruikelijke opvatting: twee hoofdstromen van staatsinrichtingen: democratie (waaronder politeia) en
oligarchie (waaronder aristocratie). Maar beter om uit te gaan van twee deugdelijke staatsvormen
(aristocratie, koningschap) waarvan de andere staatsvormen ontaardingen zijn.
Verklaring voor verschillende vormen van democratie en oligarchie (hfdst 6) mate waarin
bevolkingsgroepen over vrije tijd beschikken (wordt bepaald door sociaal/economische factoren)
bepaalt of men aan het politieke leven kan deelnemen bepalend voor karakter van de staat
Aristocratie gevormd door mensen die in hun persoonlijke kwaliteiten de ‘besten’ zijn zonder
voorbehoud – niet alleen goed in relatie tot een bepaalde vooronderstelling, want dit is de enige
staatsvorm waarin een goed mens tevens een goed burger zonder meer is. In alle andere staatsvormen is
een mens alleen een goed burger in relatie tot die bepaalde staatsvorm.
- Aristocratie waar men bestuurders niet alleen naar rijkdom maar ook naar verdienste kiest
o Aristocratie waarin voortreffelijkheid niet doelstelling van publieke beleid is
- Aristocratie waar zowel gericht is op rijkdom als op voortreffelijkheid en wil van het volk
- Aristocratie waar alleen gelet wordt op voortreffelijkheid en volkswil mengsel van
democratie en aristocratie
Een politeia (mengvorm van oligarchie en democratie) is van toepassing op een vermenging van de
welgestelden en de armlastigen
Eén ingrediënt van een goede rechtsorde: men houdt zich aan de (terechte) wetten.
Er is een variëteit aan verschillende staatsvormen. Deze variëteit wordt verklaard door het feit dat de polis uit
verschillende bestanddelen (bevolkingsgroepen) bestaat. Een staatsinrichting, zo definieert Aristoteles, is de
regeling van de bestuurlijke bevoegdheden. En het is onvermijdelijk dat er evenveel staatsinrichtingen zijn als
manieren van organisatie overeenkomstig de verschillen tussen de delen.
Aristoteles onderscheidt drie juiste staatsvormen (koningschap, aristocratie, politeia) met drie ontaardingen
(respectievelijk tirannie, oligarchie, democratie). Het doel van de polis is het bijdragen aan een goed leven
van zowel ieder afzonderlijk als van iedereen als geheel. De beste staatsvorm is de situatie waarin de beste
burgers, die het beste bijdragen aan dit doel, de leiding hebben. Dit zou het geval zijn bij een aristocratie en
koningschap, deze vormen vinden namelijk hun grondslag in persoonlijke voortreffelijkheid. Aristoteles
verkiest hierbij de aristocratie boven het koningschap: één persoon kan als individu te kort schieten, een groep
mensen kan veelal beter een oordeel vormen dan een individu.
Een staatsvorm op basis van voortreffelijkheid is echter een ideaal, en voor de gewone mensen onbereikbaar.
De beste staatsvorm is een staatsinrichting die de meeste samenlevingen zouden kunnen implementeren.
Daarom is de best mogelijke staatsvorm, de politeia (met kenmerken van een aristocratie), zo stelt Aristoteles.
De politeia is een mengvorm van een oligarchie en een democratie. Kenmerkend voor een goede mengvorm
is dat de staatsvorm zowel een democratie als een oligarchie genoemd kan worden: in het midden zijn de
uitersten zichtbaar, zonder te overheersen.
In een gelukkig leven kan voortreffelijkheid tot ontplooiing komen – om zo eudaimonia te bereiken.
Voortreffelijkheid treft men aan in een midden, iets dat voor eenieder te bereiken is. Dit geldt eveneens voor
de best mogelijke staatsinrichting: het gematigde midden is het beste. Want in tegenstelling tot bovenmatig
rijken en -armen, die zich laten leiden door minachting of jaloezie, kan de bevolkingsklasse met middelmatig
bezit zich het makkelijkst door de rede laten sturen. Dit past het best bij de vriendschappelijke saamhorigheid
(philia) en het gemeenschappelijk belang (koinônia) van de polis. De best mogelijke en meest duurzame
politieke gemeenschap is daarom gegrond op de middenklasse, waarbij overwicht van de uitersten wordt
voorkomen: de politeia.
‘(…) kans op een duurzame staatsinrichting (…) Een staatsvorm die hun gemeenschappelijk belang beter dient
dan wanneer de middenklasse regeert (wanneer deze de uitersten in aantal overtreft) zullen ze nooit vinden. Degene
die aan alle kanten het meest vertrouwen geniet is de scheidsrechter, en scheidsrechter is wie midden tussen de
partijen staat.’