You are on page 1of 8

Colour Science - Julie Brusselle

Aard van het licht

Kleur = Een zintuigelijke indruk die ontstaat ten gevolge van elektromagnetische
straling uit het zichtbare spectrum die in het oog terecht komt.


Lichtbron —> Object —> Oog

1. Wat is licht

- Licht is een vorm van elektromagnetische straling.

- Dit bestaat uit elektromagnetische golven. Deze golven hebben een duaal
karakter.

1.1. Golfkarakter

- Licht heeft een golfkarakter

- Christiaan Huyghens heeft deze theorie vastgesteld.

- Deze theorie werd bewezen door het twee-spletenexperiment.

—> Licht passeert door een spleet in een eerste scherm

—> Dan passeert het door een tweede scherm

—> Dan kun je het interferentiepatroon waarnemen op


het derde scherm.

- Constructieve Interferentie (in fase) = Lichtgolven die elkaar


versterken.

- Destructieve Interferentie (in tegenfase) = Lichtgolven die elkaar


uitdoven.

- Polarisator = Een toestel/voorwerp dat alleen golven doorlaat


die in 1 vlak trillen.

1
- Gepolariseerd licht = Alle golven trillen in 1 vlak

—> In 1 richting

—> De meeste vormen van licht zijn niet-gepolariseerd

- Golven:

—> Golflengte = Lambda = Afstand van top tot top

—> Frequentie = f = aantal golven dar per sec. Op een


bepaald punt passeert.

—> Voortplantingssnelheid = c

1.2. Deeltjeskarakter

- Licht heeft een deeltjeskarakter

- Dit heeft lang geduurd vooraleer er bevestiging was door


proeven.

- Newton:

—> Hij stelde dat licht bestond uit stroom van kleine
discrete deeltjes (corpuscules) die zich met een
eindige snelheid in een rechte lijn voortplanten.

- Deze theorie werd bewezen door het foto-elektrisch effect.

—> Licht op metaal —> Elektrische stroom

—> Niet alle licht op metaal geeft elektrische stroom.

—> Onafhankelijk van de intensiteit, wel de frequentie.

1.3. Duaal Karakter

- Einstein en Planck zorgden voor een oplossing voor de


contradictie met het begin van de quantumtheorie.

- Licht (in het algemeen elektromagnetische golven) hebben een


duaal karakter: een golf- en deeltjeskarakter.

2
- Licht heeft geen corpuscules, maar kleine, afzonderlijke
pakketjes van energie = fotonen of lichtquanta

- Fotonen bewegen niet in een rechte lijn, maar ze trillen op een


golf die zich rechtlijnig voorplant.

- Gedrag van fotonen —> Bepaald door golfvergelijking.

- Quantum theorie:

—> Een lichtstroom is een stroom van fotonen (kleine


energiepakketjes) die zich voortbewegen als een golf.

—> Hangt af van de frequentie.

—> Efoton = h.f

2. Elektromagnetische golven

- Elektromagnetisch Spectrum

- Een verzameling van alle elektromagnetische golven.

- Snelheid c waarmee de golven zich in een middenstof voortplanten is


afhankelijk van de golflengte. (In het luchtledig of vacuüm planten golven zich
met dezelfde snelheid voor.)

- Lichtsnelheid = C0

- C = λ . f —> constante = golflengte . frequentie

- De golflengte en frequentie zijn omgekeerd evenredig.

- De frequentie is onafhankelijk van het midden (glas, hout, …)

- De golflengte en voortplantingssnelheid is afhankelijk van het


midden. (glas, hout, …)

- Elektromagnetische golven zijn op dezelfde manier opgebouwd,


maar hebben andere eigenschappen.

3
2.1. Radiogolven

- Elektromagnetische golven met de grootste golflengte

- Veel gebruikt voor alledaagse dingen.

- Toepassingen: Radio, GSM, Televisie,…

- RFID = Radio Frequency Identification

—> Elektronische etiket, waarin er een chip zit die


radiosignalen met een identificatiecode uitzendt. Met
een handscanner kan je zo alle identificatiegegevens
bekijken die bij de code horen in de database.

2.2. Infrarood

- IR-stralen / Warmte stralen

- Heeft een golflengte tussen 700nm en 1mm.

- De eerste vorm van niet-zichtbare elektromagnetische stralen


die ontdekt werd.

- William Hershel

—> De temperatuur het hoogst was in het gebied juist


onder her rode zichtbare licht.

—> Hoeveelheid IR-stralen neemt toe met de


temperatuur.

- Menselijk oog is niet gevoelig voor IR-straling.

- We kunnen IR-straling waarnemen door de warmtewerking.

- Toepassingen: nachtkijkers, infraroodcabine, IR-drogen,…

2.3. UV-straling

- Bevind zich juist boven het violette zichtbare licht.

- Wilhelm Ritter heeft dit ontdekt.

- Heeft een golflengte tussen 400nm en 10nm.

- Men onderscheidt UV-A, UV-B en UV-C. De hoogenergetische


Uv-straling met een nog kleinere golflengte heeft geen
benaming gekregen.

- Toepassingen: UV-inkten, bepaalde dingen steriliseren.

4
- Eigenschappen: verbleken van kleurstoffen, verbranden van
menselijke huid, opwekken van fluorescentie.

2.4. Zichtbaar licht

- λ tussen 750nm - 380nm —> We kunnen alleen alles tussen dit


zien.

- f tussen 800THz - 400THz

- Zichtbaar licht in het oog —> lichtgevoelige cellen genereren


signalen op het netvlies —> signalen gaan naar de hersenen
—> wordt vertaald naar kleur en licht.

- Grote mate van licht —> Witte indruk

- Geen licht —> Zwarte indruk

- Elke golflengte heeft zijn eigen kleur:

—> Rood tussen 700nm - 600nm

—> Groen tussen 600nm - 500nm

—> Blauw tussen 500nm - 400nm

- Menselijk oog kan 1000 kleuren onderscheiden. (We vallen


meestal terug op de kleuren uit de regenboog, ROGGBIV)

- Newton:

—> Hij ontdekte dat zonlicht een mengsel van kleuren uit
de regenboog is. —> Zonlicht is polychromatisch

—> Hij ontdekte dit door experimenten met een prisma.

—> Wanneer het licht door een prisma geschenen wordt


is het polychromatisch, als het er uitkomt langs de
andere kant is het monochromatisch.

—> Kleuren die ontstaan doordat ze door een prisma zijn


gegaan = spectraalkleuren

5
3. Methodes om licht te produceren

- Licht is een vorm van energie.

- Wet van behoud van energie:

• Energie kan enkel van de ene naar een andere vorm omgezet worden.

- Een lichtbron = een toestel / voorwerp dat 1 of andere vorm van energie
omzet naar elektromagnetische strelen uit het zichtbare spectrum.

3.1. Atomen

- Opgebouwd uit :

—> Een centraal gelegen, positieve kern.

—> Negatief geladen elektronen draaien rond de kern


op welbepaalde banen

- Hoe verder een baan van de kern verwijderd is, hoe meer
energie de elektronen op die baan hebben.

- Aangeslagen toestand = Wanneer een atoom naar een hoger


niveau verspringt door een aangepaste hoeveelheid energie op
te nemen.

- Emissie = Aangeslagen atomen die terug keren naar hun


oorspronkelijke baan, ze staan een hoeveelheid energie af
onder de vorm van atomen.

3.2. Temperatuurstraling

- Kinetische energie = Als de temperatuur toeneemt zullen de


atomen en moleculen meer en sneller bewegen. —> Botsingen
nemen toe

- Kinetische energie —> aangeslagen toestand door botsingen


—> emissie

- Kleur van het licht is een indicatie van de temperatuur


(kleurtemperatuur)

- Zendt zowel licht als warmte uit.

- Vaste stoffen en vloeistoffen

- Vb. Gloeilamp / Staal

6
3.3. Gasontlading

- Buis gevuld met gas (neon, kwik, natrium, …

- Elektrische ontlading —> aangeslagen toestand —> emissie

- De kleur is afhankelijk van het gebruikte gas.

3.4. Fotoluminiscentie

- Gebruikt stralingsenergie

- Fosforescentie

—> Bestraling van zichtbaar licht —> aangeslagen


toestand —> Na een tijd zendt het zichtbaar licht uit.

- Fluorescentie

—> Bestraling van zichtbaar licht —> aangeslagen


toestand —> Zendt onmiddellijk het zichtbaar licht
uit.

3.2 / 3.3 / 3.4 (Korte opsomming)

Manier om licht te Welke Energie wordt Toepassing voorbeeld


produceren omgezet?

Temperatuurstraler Kinetische Energie Staal

Gasontlading Elektrische Ontlading Neon

Fotoluminiscentie Stralingsenergie Fosforescentie: Lichtschakelaar


(zodat je het vind in het donker)

Fluorescentie: Fluostiften

3.5. TL- en spaarlampen

7
4. Laser

- Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation.

- Het is coherent:

• Het is monochromatisch (1kleur)

• Alle golven zijn in fase.

- In fase = De golven bewegen gelijk.

- Uit fase = De golven lopen niet gelijk.

You might also like