You are on page 1of 5

Gestructureerd begeleidingspad

DOEL: “William kan een (inleg)puzzel maken zelfstandig of mits begeleiding.”


Ondersteunings-

Bijsturing
Evaluatie
Tijdspad
moment

Wat?

Hoe?
1/ 2 - Gemakkelijke Focus  Woensdag - Hoe lukt dit?
inlegpuzzel  Inlegpuzzel met begeleiding  Ongeveer 10 - Is W. geïnteresseerd?
- Iets moeilijkere uithalen minuten - Hoe is zijn werktempo?
Inlegpuzzel  Eenvoudige inlegpuzzel - Zijn de puzzels volgens niveau of
alleen maken kan hij meer aan?
 Iets moeilijkere - Hoe kan ik W. ondersteunen,
inlegpuzzel maken helpen zodat hij zelfstandig zijn
inlegpuzzel kan uit elkaar halen?
- Ondervindt W. moeilijkheden bij
het maken van de inlegpuzzel?

3/ 4 - Iets moeilijkere Focus  Woensdag - Hoe gaat het?


inlegpuzzel  Inlegpuzzel zonder  Ongeveer 10 - Doet W. het puzzelen graag, hoe
- Eventueel al een begeleiding uithalen met minuten merk ik dit?
moeilijke eventuele verbale sturing - Ondervindt W. moeilijkheden bij
inlegpuzzel  Iets moeilijkere het maken van de inlegpuzzel?
inlegpuzzel maken indien - Kan hij een inlegpuzzel
dit nodig is (= herhaling) zelfstandig uithalen?
 Anders een moeilijke - Hoe kan ik W. nog meer
inlegpuzzel uitdaging aanbieden?
- Hoe is zijn concentratie?
- Welke tips kan ik vragen aan de
klasleerkracht?
5/6 - Een moeilijke Focus  Woensdag - Doet hij het nog steeds graag of
inlegpuzzel  Inlegpuzzel zonder  Ongeveer 10 merk ik dat hij het te moeilijk
- Gewone begeleiding uithalen minuten vindt?
puzzelvorm - Kan hij al moeilijkere
maar nog steeds  inlegpuzzels uit elkaar halen?
het principe van - Merk ik frustraties?
een inlegpuzzel. - Kan hij gewone puzzelvorm
(maar nog steeds inlegpuzzel)
hanteren?
- Kan ik de overstap maken naar
gewone puzzels (met
eenvoudige stukken?
7/8 - Gewone Focus:  Woensdag - Hoe is W. zijn tempo in het
puzzelvorm  Gewone puzzels aanbrengen  Ongeveer 10 puzzelen?
maar nog steeds  Kan hij gewone puzzels uit minuten - Vindt hij deze soort puzzels
het principe van een doos halen? leuk? Of heeft hij het moeilijk?
een inlegpuzzel. - Welke tips kan ik vragen aan de
- Gewone puzzel klasleerkracht?
met 2 stukken - Is er evolutie te zien in het
puzzelen met W. of stagneert
hij?
- Kan hij gewone puzzels uithalen?
9/10 - Gewone puzzel Focus:  Woensdag - Hoe gaat het puzzelen?
met 2 stukken  Gewone puzzels aanbrengen  Ongeveer 10 - Vindt hij deze soort puzzels
- Gewone puzzel  Kan hij gewone puzzels uit minuten leuk? Of heeft hij het moeilijk?
met 4 stukken? een doos halen? - Is er evolutie te zien in het
puzzelen met W. of stagneert
hij?
- Kan hij gewone puzzels uithalen?
Gestructureerd begeleidingspad
DOEL: “William experimenteert (manipuleert en combineert) en speelt met allerlei basisspeelgoed en spelletjes.”

 Ik leg mijn focus op deze verschillende soorten combinatiespel -speelgoed:


Ondersteunings-

Bijsturing
Evaluatie
Tijdspad
moment

Wat?

Hoe?
1/ 2 - Trein met - Met begeleiding trein Woensdag - Beleeft W. plezier aan het
kliksysteem en in elkaar stoppen (ik - 20 minuten in spelen met het
blokken om te geef wagonnetjes één totaal speelgoed? Hoe zie ik
bouwen + popjes voor één) -  10 minuten dit?
- Met begeleiding elk - Kan W. met veel of
blokken stapelen op combinatiespel weinig begeleiding het
de trein (ik geef de -speelgoed speelgoed in elkaar
blokken één voor stoppen?
één.) - Heeft W. meer tijd nodig
- Afsluiten met spelen  om begeleid te worden?
met de popjes
- Houten autobaan - Met begeleiding de - Kan hij hier voor een
auto’s op de autobaan langere mee spelen of is
plaatsen hij het snel moe?
- Weet hij hoe het moet of
moet ik hem het tonen?
3/ 4/ 5 - Trein met - Zonder begeleiding Woensdag - Hoe gaat het met de
kliksysteem en trein in elkaar stoppen - 20 minuten in speltraining?
blokken om te - Zonder begeleiding totaal - Kan W. zonder
bouwen + popjes blokken stapelen op -  10 minuten begeleiding het speelgoed
de trein elk in elkaar stoppen? Of
combinatiespel heeft hij nog begeleiding
-speelgoed nodig?
- Houten autobaan - Zonder begeleiding de - Is he speelgoed volgens
auto’s op de autobaan zijn niveau?
plaatsen - Stagneert het spel van W.
of heeft hij nog meer
uitdaging nodig? Hoe kan
ik hem dit bieden?
- Vindt hij het speelgoed
leuk? Hoe zie ik dit?
- Zeurt hij wanneer iets
niet lukt?
- Vraagt hij onmiddellijk
om hulp of kan hij het
alleen oplossen?

6/ 7 - Houten trein met - Met begeleiding de Woensdag - Hoe verloopt het spelen
magneten houten puzzelstukken - 20 minuten in met spelen?
van de treinbaan in totaal - Weet hij hoe het moet of
elkaar stoppen. (Ik -  10 minuten moet ik hem het tonen?
geef de stukken aan.) elk - Kan W. met veel of
- Trein aan elkaar combinatiespel weinig begeleiding het
vastmaken. (Trein per -speelgoed speelgoed in elkaar
trein) stoppen?
- Afsluiten: spelen met - Heeft W. meer tijd nodig
de trein. om begeleid te worden?

- Stapelbekers - Met begeleiding de


bekers stapelen tot je
een toren bekomt.
8/ 9/ 10 - Houten trein met - Zonder begeleiding de Woensdag - Vindt hij het speelgoed
magneten houten puzzelstukken - 20 minuten in leuk? Hoe zie ik dit?
van de treinbaan in totaal - Kan W. zonder
elkaar stoppen. (Ik -  10 minuten begeleiding het speelgoed
geef de stukken aan.) elk in elkaar stoppen? Of
- Treinwagons alleen combinatiespel heeft hij nog begeleiding
aan elkaar vastmaken. -speelgoed nodig?
Afsluiten: spelen met - Maakt hij fouten
de trein. waardoor hij hulp nodig
heeft?
- Zeurt hij wanneer iets
niet lukt?
- Vraagt hij onmiddellijk
- Stapelbekers - Zonder begeleiding de om hulp of kan hij het
bekers stapelen tot je alleen oplossen?
een toren bekomt.

You might also like