You are on page 1of 4

Het Nijmeegse scooterdrama

Hoe werkt het Nederlands strafrecht in de praktijk?

Maatschappijleer 4 HAVO / Thema: Rechtsstaat

Introductie

Een mislukte overval. Een dodelijk scooterongeluk. Mishandeling. Twee verdachten


die naar elkaar wijzen. ‘Het Nijmeegse scooterdrama’ heeft alle facetten van een
gruwelijke misdaad in zich. Toch heeft het jarenlang geduurd voordat er een
uitspraak kwam over deze zaak. Hoe zit dat?

Wat gaan we doen?

In de envelop die je van je docent krijgt, vind je 15 kaartjes. Op deze kaartjes staat
informatie over de strafzaak tegen Mohammed A. en Mohammed el G. Door het
bestuderen van de tekst op deze kaartjes krijg je inzicht in de praktijk van het
strafrecht in Nederland.

Opdracht 1: Reconstructie

Je gaat de kaartjes in de juiste volgorde leggen om de volgorde van de strafzaak te


bepalen. Het is daarbij van belang dat je de inhoud van par. 4 en 5 (blz. 36-43) uit je
boek goed kent.

Tip! Je kunt beginnen met de kaartjes in twee categorieën indelen: kaartjes rondom
‘opsporing en aanhouding’ en kaartjes rondom de ‘rechtszaak’.

De juiste volgorde is: D – G – K – E – A – I – H – O – L – B – J – F – N – C – M

Opdracht 2: Begrippen indelen

Op de kaartjes zie meerdere dikgedrukte begrippen staan. Deel de begrippen in vier


categorieën in. Geef elke categorie een naam.

Opsporing en Rechtszaak Hoger beroep Cassatie


aanhouding
Politie Rechtbank Hoger beroep In cassatie gaan
Verdachte OM Gerechtshof Hoge Raad
Officier van Justitie Officier van Justitie
Vonnis
advocaat
Opdracht 3: Welke uitspraak?

Er wordt in de strafzaak tegen Mohammed A. en Mohammed el G. meerdere keren


een uitspraak gedaan. Welke straffen krijgen de verdachten te horen? Geef steeds in
je eigen woorden aan wat de uitspraak is en door wie de uitspraak wordt gedaan.

Uitspraak 1 door rechtbank Arnhem komt neer op het volgende: twee jaar cel,
waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor El G. en 8 jaar cel voor A. Zie kaartje H.

Uitspraak 2 door gerechtshof Arnhem komt neer op het volgende: vrijspraak voor
doodslag. Veroordeeld, vnl. op basis van bedreigingen en voorbereiding overval: El
G. krijgt 18 maanden cel waarvan 3 voorwaardelijk. A. krijgt 24 maanden cel. Zie
kaartje B.

Uitspraak 3 door Hoge Raad komt neer op het volgende: de zaak moet opnieuw
voorkomen bij het gerechtshof. Zie kaartje F.

Opdracht 4: in hoger beroep

Wie gaat waarom in hoger beroep?

1. Mohammed A. omdat de advocaat vindt dat het bewijs (de getuigenverklaring) niet
op betrouwbaarheid is getoetst.
2. OM / Officier van Justitie omdat hij vindt dat, zelfs als niet bewezen is dat El G. de
scooter bestuurde, hij voor doodslag veroordeelt dient te worden.
Opdracht 5: uitspraak gerechtshof Den Bosch

 Bestudeer je antwoord bij opdracht 3.


 Bestudeer blz. 41-43 over ‘straffen’ en ‘strafrechtelijke maatregelen’

Op basis van deze informatie ga jij, als rechter bij het gerechtshof van Den Bosch,
uitspraak doen in deze zaak.

Uitspraak Mohammed A.:


Op basis van kaartjes:………………………………………………………………………...
Zijn wij van mening dat de verdachte………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Dit leidt tot de volgende straf:……………………………………………………………......
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………..
En, eventueel, de volgende strafrechtelijke maatregel:…………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………

Uitspraak Mohammed el G.:


Op basis van kaartjes:………………………………………………………………………...
Zijn wij van mening dat de verdachte………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Dit leidt tot de volgende straf:……………………………………………………………......
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
En, eventueel, de volgende strafrechtelijke maatregel:…………………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………

Opdracht 6: uitspraak gerechtshof Den Bosch II

Je krijgt van de docent het vonnis van het gerechtshof in Den Bosch.

Wat is het belangrijkste verschil met jullie vonnis? ………………………………………..


…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………
Vind je de uitspraak rechtvaardig? Geef aan waarom wel/niet. ………………………
…………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………

Geef aan wat jij de belangrijkste functie vindt van straf:


0 wraak
0 genoegdoening bij de slachtoffers en nabestaanden
0 beveiliging van de samenleving
0 afschrik-effect
0 resocialisatie van de veroordeelde
0 ……………………………………….

You might also like