You are on page 1of 8

Luisteren in een tweede taal:

het effect van twee mogelijke trainingsmethodes

Petra Poelmans

Hoe kan luistervaardigheid in een tweede taal het blemen. Met andere woorden, tweede-taal-
best getraind worden? Dat is de vraag die de basis en vreemde-taalsprekers kennen vaak wel de
vormt voor de studie die in dit artikel beschreven woorden maar zijn niet in staat ze te herken-
wordt. Er werden twee experimentele luistermethodes nen, met name niet wanneer de tijdsdruk te
hoog is om de benodigde taalelementen snel
getest, één gericht op het verstaan van de uiting
genoeg uit het geheugen op te halen. Dat dit
(dat wil zeggen het herkennen van de woorden) en niet enkel geldt voor zogenaamde receptieve
één gericht op het begrijpen van de boodschap. De vaardigheden zoals luisteren, maar ook voor
twee methodes werden toegepast in een trainings- productieve processen zoals spreken, blijkt
studie waaraan studenten Nederlands als tweede uit het gegeven dat taalgebruikers voor of na
taal (NT2) deelnamen. De resultaten van de studie een conversatie vaak wèl precies weten wat ze
moeten zeggen in de vreemde taal maar tij-
laten geen duidelijk verschil zien tussen de effecten die
dens het gesprek zelf niet verder komen dan
de beide trainingsmethodes hebben op de algemene wat gestamel.
luistervaardigheid. De geschetste situatie duidt op een verschil
tussen het gebruik van taal met en zonder
tijdsdruk. Het lijkt erop dat taalgebruikers
niet altijd in staat zijn de kennis die ze heb-
ben, op een afdoende wijze te gebruiken.
Inleiding Dit geeft aan dat naast het leren van de feite-
lijke kennis van een taal, bijvoorbeeld woor-
In de voorbije vakantieperiode zal menig lezer denschat en grammatica, het vloeiend leren
geconfronteerd zijn met het frustrerende gebruiken van die kennis een voorwaarde is
gevoel dat de communicatie in de taal van het om succesvol te kunnen communiceren. In
vakantieland met moedertaalsprekers van die het talenonderwijs wordt echter met name
taal, ondanks het gevolgde onderwijs, moei- aandacht besteed aan het verwerven van ken-
zaam verloopt. Woorden die zonder moeite nis en niet zozeer aan het op adequate wijze
worden herkend als ze visueel worden aan- kunnen ophalen van die kennis. Natuurlijk is
geboden, zorgen in auditieve vorm voor pro- kennisverwerving een onontbeerlijke stap in

30
Petra Poelmans Luisteren in een tweede taal: het effect van twee mogelijke trainingsmethodes

de taalverwerving maar wanneer dit het enige uit een onderwijskundig oogpunt alswel als
onderwerp is van het onderwijs zullen twee- een studie naar het effect van twee relevante
de-taalleerders nauwelijks vloeiend gebruik componenten van het luisterproces.
kunnen maken van de taal. Laat staan dat ze
ooit voor een moedertaalspreker van die taal
kunnen doorgaan.
Voor luistervaardigheid kunnen we zeg- De studie
gen dat er binnen het onderwijs met name
gewerkt wordt aan het begrijpen van de bood- De onderzoeksvraag die het uitgangspunt
schap, eerder dan aan het woordelijk verstaan van de studie vormde, werd als volgt gefor-
van de gesproken uiting. Dat deze wijze van muleerd: wat is het relatieve effect van twee
focussen op het begrijpen niet optimaal is, trainingsmethodes om de luistervaardigheid
blijkt uit de resultaten van het Staatsexamen van tweede-taalverwervers te verbeteren:
NT2 (Kerkhoff 1997). Deze resultaten laten a. een methode die gericht is op verstaan
zien dat er een verschil is tussen de slagings- (lagere-ordeprocessen),
percentages van de verschillende vaardighe- b. een methode die gericht is op begrijpen
den die getoetst worden. Studenten slagen (hogere-ordeprocessen)?
er vaak niet in een voldoende te halen op
het luisteronderdeel van het examen terwijl O p z et van de studie
ze wel een voldoende scoren op de overige Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden
onderdelen. werd een trainingsstudie opgezet waarin twee
Een luistertraining waarbinnen zowel de experimentele groepen aan een luistertrai-
klassieke begrijpmethode als de methode ning onderworpen werden. De zogenaamde
gericht op het verstaan van de boodschap herkenningsgroep kreeg een training gericht
aan bod komen zou het beste resultaat kun- op het automatiseren van lagere-ordepro-
nen geven. Bij een training waarin lagere- cessen zoals het herkennen van woorden in
ordeprocessen (gericht op verstaan) en verbonden spraak. De andere experimentele
hogere-ordeprocessen (gericht op begrijpen) groep, de begrijpgroep, volgde een training die
gecombineerd zouden worden, zou echter voornamelijk bestond uit traditionele luister-
moeilijk achterhaald kunnen worden welk oefeningen waarbij geluisterd werd naar een
onderdeel - de training van welke processen tekst waarover tekstbegripvragen (meerkeu-
- het meest positieve effect heeft op de luis- zevragen) opgelost moesten worden. Naast
tervaardigheid. In het beschreven onderzoek de experimentele groepen was er ook een con-
werd daarom onderzocht wat het relatieve trolegroep. De studenten van deze groep namen
effect is op de algemene luistervaardigheid deel aan de toetssessies die rondom de trai-
van de klassieke luistertraining enerzijds en ning werden georganiseerd, maar zij onder-
van een training die gericht is op lagere-orde- gingen geen luistertraining. Het opnemen
processen als woordherkenning anderzijds. van een controlegroep bestaande uit mensen
Wanneer we de processen in een training van een zelfde proefpersonenpopulatie maakt
strikt scheiden, is het mogelijk van elk van het mogelijk een onderscheid te maken tus-
beide een onafhankelijk effect op algemene sen echte trainingseffecten en effecten die
luistervaardigheid vast te stellen. Deze studie toe te schrijven zijn aan overige zaken. Voor
moet echter niet zozeer beschouwd worden de training was er een toetssessie om het
als een vergelijkende studie van twee metho- beginniveau van de studenten te bepalen. Na
des om luistervaardigheid te verbeteren van- de training werden de studenten opnieuw

31
Levende Talen Tijdschrift Jaargang 4, nummer 3, 2003

aan een toetssessie onderworpen om op die Proefpersonen


manier te kijken of er een trainingseffect was De tweede-taalverwervers die aan de studie
opgetreden. Samengevat zag de studieopzet deelnamen waren studenten van de Vrije
er uit zoals weergegeven in Schema 1. De Universiteit Amsterdam, de Universiteit van
gebruikte toetsen en oefeningen worden ver- Amsterdam of van de Universiteit Leiden.
der in het artikel besproken. Op het moment van de studie varieerde de
Tijdens de toetssessies werden verschil- verblijfsduur in Nederland van de deelne-
lende toetsen afgenomen onder meer om mers van vijf maanden tot vijf jaar en de
het niveau van de woordenschat en gram- moedertalen van de proefpersonen was zeer
maticakennis van de studenten te bepalen divers: van Duits tot Farsi en van Zweeds tot
(zie Poelmans (2003) voor een overzicht en Vietnamees.
beschrijving van de gebruikte toetsen). De De studenten deden mee in klasverband,
belangrijkste toetsen waren echter die welke dit wil zeggen dat de training en de toetsen
gericht waren op het luisterproces zelf (de werden afgenomen tijdens de lesuren van
toets begrijpend luisteren) en zijn compo- de cursus Nederlands die de studenten volg-
nenten: auditieve woordherkenning (lexicale den. Hierdoor hadden wij geen invloed op
decisietoets) en het verwerken van gespro- de samenstelling van de groepen en op de
ken zinnen (zinsverificatietoets). Omdat deze groepsgrootte. Er werd natuurlijk wel zorg
toetsen testen wat er getraind werd, was de gedragen voor het feit dat de groepen verge-
verwachting dat in de resultaten op deze toet- lijkbaar waren op het moment van sessie 1 wat
sen een trainingseffect het meest duidelijk het kennisniveau van het Nederlands betreft,
zou zijn. een niveau dat omschreven kan worden als half

Toetssessie 1, o.a.: Training: Toetssessie 2, o.a.:

•toets begrijpend luisteren of focus op begrip d.m.v. •toets begrijpend luisteren


•zinsverificatietoets •definitie-oefening • zinsverificatietoets
•lexicale decisietoets •stellingoefening •lexicale decisietoets
•samenvattingsoefening
•meerkeuzevragen

of focus op herkenning d.m.v.


•woordkeuzeoefening
•invuloefening
•tel- en schrijfoefening
•klankherkenningsoefening
•luister- en schrijfoefening
•teloefening

3n uur in 1 week 7 uur verspreid over 4 weken 2n uur in 1 wee

Schema 1: Overzicht onderzoeks- en trainingsopzet

32
Petra Poelmans Luisteren in een tweede taal: het effect van twee mogelijke trainingsmethodes

gevorderd. 2. Vlees kan je het best bij de kapper kopen.


Luister t o e t s e n Net als bij de toets begrijpend luisteren
Zoals gezegd waren de toetsen die (een com- werd ook bij deze toets een deel van de items
ponent van) de luistervaardigheid testen de uit de eerste toetssessie herhaald in de tweede
belangrijkste toetsen die tijdens de studie toetssessie.
werden afgenomen. De toets begrijpend luisteren De laatste toets die rechtstreeks met luister-
bestaat uit fragmenten van het Voorbeeldexamen vaardigheid te maken heeft was de auditieve
NT2 (1999) uitgegeven door de Staatsexamen- lexicale decisietoets. Bij deze, eveneens compu-
commissie. Een dergelijke toets bestaat uit tergestuurde toets, krijgen de proefpersonen
luisterteksten waarover meerkeuzevragen niet een volledige zin maar slechts een enkel
gesteld worden. Een deel van de fragmenten item te horen. Van dit item moeten ze, weer
gebruikt in de eerste toetssessie werd her- door middel van een groene en rode knop,
haald in de tweede toetssessie, waarin echter aangeven of het een bestaand woord van het
ook een nieuw deel werd toegevoegd. Op Nederlands betreft of niet. Hoort men bij-
het moment van de toetsafname maakten de voorbeeld hemel dan moet men zo snel moge-
gebruikte fragmenten geen deel uit van de lijk op de groene knop drukken, hoort men
lesstof van de studenten. We konden er dus echter kloemigel, wat een verzonnen woord
vanuit gaan dat de proefpersonen niet eerder is, dan moet men zo snel mogelijk de rode
met deze fragmenten gewerkt hadden. knop indrukken. Ook hier was er overlap
Een toets die een subcomponent van de tussen de toets van de eerste sessie en die
luistervaardigheid onderzoekt, het verwerken van de tweede. De tijd die proefpersonen
van grotere spraakeenheden zoals zinnen, nodig hebben om tot een antwoord te komen,
is de zinsverificatietoets. Bij deze computerge- geeft zowel bij de lexicale decisietoets als bij
stuurde toets horen de proefpersonen een zin de zinsverificatietoets een indicatie over de
die weliswaar grammaticaal altijd klopt, maar procesvaardigheid van de proefpersonen bij
wat de betekenis betreft niet altijd correct is. het verwerken van respectievelijk individuele
De zinnen zijn gevormd binnen het kader van woorden en volledige zinnen.
algemene kennis, er is dus geen specifieke
kennis vereist om correct te kunnen antwoor- Tr a i ning
den. De proefpersonen wordt gevraagd om zo Zoals gezegd werden in het beschreven
snel mogelijk zonder fouten te maken aan te onderzoek twee trainingsmethodes gebruikt:
geven of een zin waar of niet waar is. Dit doen een training die gericht was op het begrijpen
ze door op een groene knop te drukken als van de boodschap voor de begrijpgroep en
ze denken dat de zin waar is, en op een rode een methode die gericht was op het verstaan
knop als ze denken dat de gehoorde zin niet (herkennen) van de woorden van een bood-
waar is. In (1) wordt een voorbeeld gegeven schap voor de herkenningsgroep. De meeste
van een correcte zin waarbij dus op de groene oefeningen voor beide methodes werden
knop gedrukt moet worden, voorbeeld (2) gemaakt aan de hand van het materiaal van
bevat een incorrecte zin gegeven waarbij op het Staatsexamen NT2. niveaus I en II. Het
de rode knop gedrukt moet worden. feit dat voor beide experimentele groepen het
staatsexamen-materiaal werd gebruikt bete-
1. De maand oktober komt na de maand sep- kent dat ze met hetzelfde soort luisterma-
tember. teriaal geconfronteerd werden. De aard van

33
Levende Talen Tijdschrift Jaargang 4, nummer 3, 2003

de input die de proefpersonen kregen was niet waar was.


dus hetzelfde, de hoeveelheid input was dat • samenvattingsoefening. Het gehoorde frag-
echter niet. ment werd op drie verschillende manie-
Beide groepen kregen een training van ren samengevat, er werd gevraagd de juiste
zeven uur verspreid over vier weken. Bij de samenvatting aan te geven.
begrijpgroep werden vier van de zeven trai- • meerkeuzevragen. Over het gehoorde fragment
ningssessies in groepsverband afgenomen, werd een vraag gesteld, waarop de proefper-
bij de herkenningsgroep was dit maar bij één sonen uit de aangeboden antwoorden het
sessie het geval, de overige werden individu- juiste antwoord moesten aangeven.
eel afgenomen. Bij een individuele sessie ont-
vingen de proefpersonen een cassettebandje Ook de oefeningen van de herkenningsgroep
en een boekje met oefeningen horende bij werden gecontroleerd op hun doelstelling. Er
de fragmenten die op het bandje stonden. werd nagegaan of het daadwerkelijk zo was
De proefpersonen kregen bij deze sessies dat de oefening enkel correct gemaakt kon
te horen dat ze gedurende een uur met het worden indien alle woorden van de uiting
uitgedeelde materiaal aan de slag moesten. correct verstaan (herkend) werden. Het ging
Er werd toegestaan dat de fragmenten meer- hierbij om de volgende oefeningen:
dere malen werden beluisterd en achter in • woordkeuzeoefening. De proefpersonen hoor-
het oefeningenboekje stonden de antwoor- den een uiting en zagen een transcriptie
den. Op die manier konden de studenten hiervan. De transcriptie was echter aan-
zelf de gemaakte oefeningen corrigeren en gevuld met een gerelateerd woord dat qua
eventueel het betreffende fragment nogmaals klankbeeld of semantiek aan een van de
beluisteren om zo de fout te herstellen. Dit gesproken woorden gerelateerd was. Er
is meteen de oorzaak voor het feit dat niet werd gevraagd het juiste woord aan te geven.
elke proefpersoon dezelfde hoeveelheid en Ze hoorden bijvoorbeeld: En dat deden ze met
dezelfde diversiteit onderging wat de input hun handen. Ze zagen: En dat deden ze met hun
betreft. Tijdens een groepssessie werd de hele handen/tanden.
groep aan dezelfde oefeningen onderworpen • invuloefening. De proefpersonen hoorden
waarna deze, wederom groepsgewijs, bespro- een fragment en zagen hiervan een tran-
ken werden. scriptie. Deze transcriptie was echter niet
Zoals eerder besproken bestond de trai- compleet, de ontbrekende woorden moes-
ning voor de begrijpgroep uit begripsoefe- ten worden ingevuld.
ningen. Er werd zorgvuldig gecontroleerd of • tel-en-schrijfoefening. De proefpersonen hoor-
de oefeningen trainden wat de bedoeling was: den een zin, er werd gevraagd een bepaald
het begrijpen van de boodschap. Enkele types woord uit die zin op te schrijven, bijvoor-
van oefeningen voor de begrijpgroep zijn: beeld het vijfde woord.
• definitie-oefening. Bij deze oefening kregen • klankherkenningsoefening. Deze oefeningen
de proefpersonen een fragment te horen. In waren gericht op het leren herkennen van
het antwoordenboekje zagen ze drie moge- de Nederlandse klinkers en tweeklanken.
lijke definities over een item dat in het frag- • luister-en-schrijfoefening. De proefpersonen
ment besproken werd. Er werd gevraagd de hoorden een fragment en zagen een trans-
juiste definitie te geven. criptie hiervan. Er werd gevraagd de fouten
• stellingoefening. Over het gehoorde fragment in de transcriptie op te sporen.
zagen de proefpersonen een stelling waar- • teloefening. De proefpersonen hoorden een
van ze moesten aangeven of deze waar of zin en moesten opschrijven uit hoeveel

34
Petra Poelmans Luisteren in een tweede taal: het effect van twee mogelijke trainingsmethodes

woorden deze zin bestond. gemiddelde score tijdens sessie 1: F (2,61) = 1.68,
Resultaten p = .19. De vooruitgang die bij de groepen waar-
genomen kan worden zorgt evenmin voor een
Na een selectie van de proefpersonen aan de significant verschil tussen de groepen in ses-
hand van de diverse behaalde scores op de sie 2 zoals een covariantie-analyse (ANCOVA)
kennistoetsen in de eerste toetssessie bleven met de resultaten van sessie 1 als covariaat
er 64 proefpersonen over waarvan de data laat zien: F (2,60) = .39, p = .68. Deze ana-
geanalyseerd werden (zie Poelmans 2003 lyses laten zien dat er geen trainingseffect
voor een beschrijving van de selectiecriteria). wordt waargenomen bij de toets begrijpend
De verdeling van deze proefpersonen over de luisteren.
verschillende groepen was als volgt: begrijp- Voor de zinsverificatietoets en de lexicale
groep 31 proefpersonen, herkenningsgroep decisietoets werd gekeken naar de reactietijd
21 proefpersonen en controlegroep 12 proef- voor de correcte antwoorden, de tijd die men
personen. Tabel 1 geeft de gemiddelde scores nodig had om correct te reageren, en het per-
weer voor de toets begrijpend luisteren. centage correcte antwoorden. De reactietijd
Een variantie-analyse (ANOVA) laat zien werd bepaald in milliseconden (ms). Tabel 2
dat de groepen niet van elkaar verschillen in laat de resultaten zien voor de zinsverificatie-

Groep N Sessie 1 Sessie 2

Gemiddelde score (max =27) Gemiddelde score (max = 27)

Herkenningsgroep 21 17 (4) 19 (5)

Begrijpgroep 31 16 (4) 17 (5)

Controlegroep 12 18 (3) 19 (4)

Tabel 1: Gemiddelde scores op de toets begrijpend luisteren van de drie groepen in beide toetssessies. Tussen haakjes staat
de standaardafwijking.

Groep N Sessie 1 Sessie 2

RT in ms % correct RT in ms % correct

Herkenningsgroep 21 1300 (499) 86 (5) 1257 (416) 92 (7)

Begrijpgroep 31 1249 (430) 85 (6) 1183 (431) 91 (9)

Controlegroep 12 1103 (274) 84 (8) 1146 (295) 83 (17)

Tabel 2: Reactietijden (RT) en percentages correct op de zinsverificatietoets van de drie groepen tijdens beide toetssessies.

35
Levende Talen Tijdschrift Jaargang 4, nummer 3, 2003

Groep N Sessie 1 Sessie 2

RT in ms % correct RT in ms % correct

Herkenningsgroep 21 950 (248) 74 (21) 801 (132) 77 (12)

Begrijpgroep 31 907 (216) 75 (8) 779 (146) 77 (8)

Controle 12 820 (168) 81 (9) 672 (89) 82 (10)

Tabel 3: Reactietijden (RT) en percentages correct op de lexicale decisietoets van de drie groepen tijdens beide toetssessies.
Tussen haakjes staat de standaardafwijking.

toets, en in Tabel 3 staan de resultaten voor de Samenvattend kunnen we zeggen dat er geen
lexicale decisietoets. verschillen in de prestaties gevonden wer-
Een ANOVA laat zien dat er tijdens sessie 1 den tussen de herkennings- en begrijpgroep
geen verschil is tussen de gemiddelde scores en de resultaten laten geen duidelijk ver-
van de groepen: F (2,61) = .82, p = .45. Een schil zien tussen de effecten die de beide
ANCOVA met de resultaten van sessie 1 als trainingsmethodes hebben op de algemene
covariaat laat zien dat er ook geen verschil luistervaardigheid. Een mogelijke reden is
tussen de groepen gevonden wordt in sessie dat er een te geringe overlap was tussen het
2: reactietijd F (2,60) = .72, p = .49, per- trainings- en toetsmateriaal waardoor een
centage correct F (2,60) = .94, p = .40. Deze trainingseffect niet zichtbaar gemaakt kon
analyse laat zien dat er geen trainingseffect worden. Een andere mogelijke reden is het
gevonden wordt in de reacties op de zinsve- niveau van het gebruikte toets-en trainings-
rificatietoets. materiaal. Het zou kunnen dat wat getraind
Resultaten van ANOVA laten zien dat er in werd reeds in die mate gekend werd dat het
sessie 1 geen verschillen zijn tussen de groepen: geen verbetering meer teweegbracht van de
reactietijd F (2,61) = 1.4, p = .26, percentage luistervaardigheid. Het zou kunnen dat de
correct F (2,61) = 1.9, p = .15. Een ANCOVA training het proces wel enigszins verbeterde
met de resultaten van sessie 1 als covariaat maar niet in voldoende mate om een duidelijk
laat zien dat er ook in sessie 2 geen verschil effect te veroorzaken.
tussen de groepen bestaat: reactietijd F (2,60) Wij kunnen op grond van de gevonden
= 2.5, p = .09, percentage correct F (2,60) = resultaten niet concluderen dat het trainen van
.24, p = .79. Deze analyse laat zien dat er ook lagere-ordeprocessen een positiever resultaat
in de reacties op de lexicale decisietoets geen oplevert dan de hogere-orde begripstraining.
trainingseffect wordt gevonden. Er werd echter ook niet vastgesteld dat de
klassieke manier van trainen (begripstrai-
ning) de betere is. Aan de hand van het uitge-
Conclusie en implicaties voor het onderwijs voerde onderzoek kan het onderwijsveld dus
niet aanbevolen worden om vooral aandacht

36
Petra Poelmans Luisteren in een tweede taal: het effect van twee mogelijke trainingsmethodes

te schenken aan het verstaan van een uiting


enerzijds of aan het begrijpen van de bood-
schap anderzijds. Hierbij moet in het achter-
hoofd gehouden worden dat deze studie niet
werd opgezet om twee kant-en-klare onder-
wijsmethodes met elkaar te vergelijken.

Literatuur
Kerkhoff, A. (1997). Mededelingen uit
de Staatsexamencommissie Nederlands als
tweede taal. Les, 87, 26.
Poelmans, P. (2003). Developing second lan-
guage listening comprehension. Effects of lower-
order skills versus higher-order strategy. Dissertatie
Universiteit van Amsterdam.

37

You might also like