You are on page 1of 110

masterplan

SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN


VAN O.-L.-V.-WAVER
De Zusters Ursulinen van O.-L.-V.-Waver | versie 1.5 | oktober 2014
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

COLOFON

opdrachtgever
Congregatie van de Zusters Ursulinen van Onze-Lieve-Vrouw-Waver
Bosstraat 9
be 2861 O.L.Vrouw-Waver
t +32 15 761383

betrokken vzw’s
vzw Instituut van de Ursulinen van Onze-Lieve-Vrouw-Waver - de congregatie
vzw Onderwijsinrichting van de Ursulinen te Onze-Lieve-Vrouw-Waver - het Sint-Ursula Instituut
vzw Wintertuin
vzw Borgerstein voor het Woonzorgcentrum Huize Sinte-Angela

projectgroep
zuster Lutgardus Nouwkens (algemeen overste)
zuster Ermelindus Braeckmans (algemeen econome)
Piet Vandermeersch (raadsman congregatie)
Marc Van Hove (projectleider) (OMGEVING)
Peter Swyngedauw (OMGEVING)
Tom De Cubber (OMGEVING)
Tristan Verleyen (OMGEVING)
Sarah Boschman (OMGEVING)

OMGEVING - 14036
2
OMGEVING OKTOBER 2014

1. INLEIDING.................................................................................................................04
1.1. Situering
1.2 Beoogde finaliteit
1.3 Belangrijke uitgangspunten

2. HISTORIEK................................................................................................................08
2.1. Het begin van een continue bezorgdheid rond onderwijs
2.2 Evolutie naar internationaal befaamde onderwijsinstelling met uitstraling
2.3 Een ruimtelijk morfologische proces van groeien en evolueren

3. RUIMTELIJKE EN PROGRAMMATORISCHE ANALYSE...................................18


3.1. Bestaande bebouwde structuur
3.2. Bestaande landschappelijke structuur
3.3. Mobiliteit en toegankelijkheid
3.4. Erfgoed
3.5. Bestaande functionele structuur
3.6. Programmatorische analyse

4. BELEIDSMATIGE EN PLANNINGSCONTEXT.......................................................54
4.1. Ruimtelijke beleidsplannen
4.2. Verordenende plannen
4.3. Sectorale waarderingen en beleidsopties
4.4. Andere plannen en studies

5. CONCEPTEN.............................................................................................................60

6. ONTWERPEND ONDERZOEK...............................................................................66

6.1. Methodiek
6.2. Afbakening van deelgebieden
6.3. Ruimtelijk onderzoek per deelgebied
6.4. Gebruikersscenario’s

7. ONTWIKKELINGSPLAN...........................................................................................94

7.1. Strategie
7.2. Bindend ruimtelijke kader
7.3. De deelgebieden
7.4. Fasering
7.5. Aanzet tot ontwikkelingsplan

8. ERFPACHTSTUDIE................................................................................................100

8.1. Overzicht
8.2. Bijlagen

3
01
INLEIDING
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

1. Inleiding

1.1. Situering
Dit document heeft betrekking op de klooster-, scholen- en zorgsite
Ursulinen, gelegen aan de Bosstraat in het centrum van Onze-Lieve-
Vrouw-Waver. Het is een site in de sfeer van educatie en zorg waar
op dit moment vier VZW’s actief zijn en die als geheel eigendom is
van en beheerd wordt door de Zusters Ursulinen. De diverse vzw’s
staan in voor het beheer van het Sint-Ursula Instituut, het woonzorg-
centrum Huize Sint- Angela, de Wintertuin en de rest van de site.

1.2. Beoogde finaliteit


De Zusters Ursulinen wensen de toekomst van de site en de cul-
tuurhistorisch waardevolle delen (zowel exterieur als interieur) te
vrijwaren. Verschillende delen van het complex vragen in de directe
en nabije toekomst om een herbestemming. Toekomstige functies
moeten samengaan met de huidige werking (klooster, educatie en
zorg) en passen binnen de historische context.
Het doel van de opdracht is het uitwerken van een gedragen visie,
ruimtelijke concepten en een gewenste ruimtelijke structuur voor het
studiegebied en het ruimer kader van het plangebied. Die elementen
vinden hun vertaling in een masterplan met inrichtingsschetsen voor
het geheel en/of delen van het studiegebied. Masterplan en inrich-
tingsschetsen zijn bedoeld om te worden voorgedragen als kern van
de voorstudie voor een door de bevoegde overheid op te maken
gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat het toekomstig juridisch
kader voor de gewenste ontwikkeling zal vormen. Hiertoe worden zij
stapsgewijze ingebracht in een planvormings- en besluitvormings-
proces dienaangaande. Het gedragen karakter van het masterplan
doelt zowel op de betrokken partners van de opdrachtgever op de
site, als de bevoegde overheden zoals het gemeentebestuur, ruim-
telijke ordening en erfgoed.
Deze opdracht mikt op twee eindproducten: een masterplan voor (in-
tern) verder gebruik door de opdrachtgever en een voorstudie voor
een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat de ontwikkelingen die
dat masterplan voorziet, toelaat en begeleidt.
Tegelijkertijd moet de nieuwe bestemming haalbaar zijn, zowel in
realisatie als in werking, en passen binnen de vereisten en behoef-
ten van de markt. Vanuit deze beschouwingen worden voor de re-
alisatie van de herbestemming de mogelijkheden onderzocht voor
een publiek-private samenwerking (PPS). De opdracht heeft tot doel
om de Zuster Ursulinen te begeleiden en te adviseren bij de herbe-
stemming en wordt verdere ondersteuning verleend bij de uitwerking
van het dossier naar een Private Publieke Samenwerking (PPS-
constructie) toe.

6
OMGEVING OKTOBER 2014

1.3. Belangrijke uitgangspunten


De opdracht kadert in het zoeken van de opdrachtgever naar een
nieuwe toekomstvisie voor de verdere ontwikkeling van de site. OM-
GEVING interpreteert dit als een zoektocht naar een aanpak en een
inhoud om te komen tot een kwaliteitsvolle campus met de nodige
uitstraling en respect voor het historisch waardevolle.

Voor OMGEVING houdt een kwaliteitsvolle site Ursulinen momen-


teel - vooruitlopend op het verder te voeren onderzoek en overleg
- alvast volgende elementen in :

-- respect voor het historisch kader en gebouwen met een hoge


beeldkwaliteitwaarde in een groen en landschappelijk sterk
kader, met respect voor de natuurlijke waarden
-- het realiseren van nieuwe dragende structuur die de campus
zowel ruimtelijk als functioneel organiseert en stuurt
-- een heldere, leesbare, aangename en veilige ontsluiting voor de
trage weggebruiker
-- een kwalitatieve en heldere ontsluiting voor openbaar vervoer
-- een korte, leesbare en landschappelijk geïntegreerde
infrastructuur voor gemotoriseerd verkeer
-- een goede inbedding van de site in het dorpsweefsel, met
passende relaties tot de omliggende buurten en de directe
omgeving
-- een goede organisatie van de verschillende functies met een
optimaal mede- en samen gebruik van ruimtes en gebouwen
-- een campus met in hoofdzaak educatieve en zorgfuncties, maar
zo mogelijk ook aangevuld met andere functies zoals wonen
-- een functionele integratie van de twee eigendommen aan de
overzijde van de Bosstraat (en gelegen langs beide zijden van
de Erfstraat)

7
02
HISTORIEK
OMGEVING OKTOBER 2014

2. historiek

2.1. Het begin van een continue bezorgd-


heid rond onderwijs
Het Sint-Ursula-instituut ontstond in 1841 dankzij het initia-
tief van pastoor Joannes Baptista Verheyden (1778-1854)
die zich inspande om degelijk onderwijs te voorzien voor
meisjes. Met de hulp van zijn collega Joannes Cornelius
Martinus Lambertz (1785-1869) van Tildonk en de zusters
Ursulinen die in zijn parochie een klooster hadden, kon men
rond Pasen 1841 van start gaan met een klooster en een
aanpalende meisjesschool in de Bosstraat. De nieuwe stich-
ting kreeg de naam Gethsemani mee. In 1861 breidde de
school uit met een bewaarschool en op 12 mei 1862 vond de
eerste steenlegging plaats van een nieuwe kapel.
Op 12 november 1863 ging de normaalschool van start. In
oktober 1867 waren er in heel het instituut reeds 180 leerlin-
gen ingeschreven.
Tijdens de eerste schoolstrijd van 1879 (2de wet op het La-
ger Onderwijs) tot in 1884 (3de organieke wet op het lager
onderwijs, “wet Jacobs”) zag de school af van staatserken-
ning uit verzet tegen de centraliserende en laïciserende be-
trachtingen van het liberale ministerie P. Van Humbeeck.

2.2. Evolutie naar internationaal befaamde


onderwijsinstelling met uitstraling
Reeds in de 19de eeuw kreeg het Instituut van de Ursulinen
een internationale uitstraling. Rond de eeuwwisseling was
bijna een kwart van de leerlingen van buitenlandse origine.
Door het steeds groeiende aanzien, ontstond geleidelijk een
machtige school- en kloostercomplex. Het internationaal
aanzien van de school kreeg doorheen de jaren ook een ar-
chitecturale expressie, een synthese tussen uiteenlopende
stijlen als neoclassicisme, neogotiek, neoromaans, empire-
stijl en art nouveau.

11
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

12
OMGEVING OKTOBER 2014

2.3. Een ruimtelijk morfologische proces


van groeien en evolueren

1840
Met de komst van de zuster naar Wavre-Notre-Dame in
1840 werd gestart met de bouw van een vrij bescheiden
rechthoekig gebouw. Dit eerste volume omvatte in die tijd
het kloosterhuis en een kleine school van 4 lokalen. Deze
eerste realisatie is op heden niet meer aanwezig, maar zou
zich gesitueerd hebben op de plaats waar de huidige bin-
nentuin langsheen de Bosstraat is gesitueerd.

1850 -1870
Algauw werd het eerste gebouw te klein en ontstond de nood
aan uitbreiding. Om aan deze ruimtenood te voldoen, breide
de kloostergemeenschap in de jaren ’50 van de negentiende
eeuw uit tot een U-vormig complex. Deze bevatte de zoge-
noemde noord- en zuidvleugel met daartussen een kapel.
De nieuwe bebouwde structuur omsloot door zijn vorm-
geving een centrale speelplaats. Naast de drie gebouwde
grenzen, werd deze centrale buitenruimte tevens gevormd
door een tuinmuur die een afscheiding vormde naar de bos-
straat toe.

1870-1890
Door het steeds groeiende succes van de school, ontstond
simultaan de noodzaak aan extra ruimte en faciliteiten. Ook
de kloostergemeenschap kende een steeds groter succes
waardoor ook meer plaats voor religieuzen gewenst was.
Vanuit deze expansie kwam er in deze periode een uitbrei-
ding van de normaalschool aan de bosstraat en realiseerde
men een nieuwe zuidvleugel. Ook het park werd verfraaid
met enkele sculpturen zoals de Lourdesgrot, de kerststal,
het Nazarethhuisje, de muziekkiosk, de overdekte hal en
een Calvarie.

1890-1900
De opmerkelijkste aanvullingen van deze periode zijn de uit-
breiding van de kapel met 2 zijbeuken op verdiepingshoogte
en een nieuwe muziekgalerij met pianokamertjes.

1900-1910
Deze periode is een belangrijke periode geweest in de ste-
denbouwkundige en architecturale ontwikkeling van de site.
Er werden namelijk 2 belangrijke bouwwerken gepland op
de site.
In 1900 bouwde het instituut een wintertuin in art nouveau
stijl. Deze imposante constructie moest een hoogwaardige

13
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

14
OMGEVING OKTOBER 2014

ontvangstruimte bieden voor de bezoekers van de inwonen-


de meisjes. De architect is tot op vandaag onbekend. De
keuze voor de progressieve art nouveau in een katholiek
onderwijsinstituut is verrassend, maar illustreert de moderne
onderwijsopvattingen van de school die de gegoede burgerij
wou aantrekken. Ook als vroege uiting van buitenstedelijke
art nouveau is het monument uniek. De koepel in glas-in-
lood vormt een drieluik: ochtend (halfroosvenster), dag (ton-
gewelf) en avond (tweede halfroosvenster).
In 1907 werden plannen opgemaakt voor de bouw van de
neogotische kerk, die in het begin van het volgende decen-
nium zou worden uitgevoerd.

WO I
Tijdens de eerste wereldoorlog loopt het gebouw heel wat
schade op. De oorlogsschade brengt enerzijds grote ver-
woestingen in het bestaande patrimonium maar doet ook
ingrijpende wijzigingen binnen de morfologische structuur
ontstaan. De heropbouw wordt namelijk aangewend om de
bestaande pianogalerij te verplaatsen en de wintertuin te
draaien. Het Sint-Michielsgebouw wordt daarentegen op de
zelfde plaats volledig heropgebouwd.

Het Interbellum
Na het verwerken van de oorlogstijd zette de school in deze
periode haar groeicurve van voor de oorlog verder en dacht
niet enkel aan heropbouw maar ook opnieuw aan uitbrei-
ding. Het gebouwenbestand werd in deze periode dan ook
opnieuw aangevuld. Een nieuw gebouw in Cottagestijl, de
zogenaamde ‘villa’, werd toegevoegd aan de campus en
bood een onderkomen aan de normaalschool voor land-
bouwhuishoudkundig onderwijs. Naast aanvullingen zorg-
den bepaalde nieuwe volumes ook voor belangrijke steden-
bouwkundige veranderingen. Het Sint-Ignatiusgebouw werd
door zijn positie een belangrijk volume in het straatbeeld van
de Bosstraat.

WOII
Ook de tweede wereldoorlog brengt veel schade toe aan het
patrimonium. Zo wordt het Sint-Michielsgebouw wederom
vernield en ook de normaalschool en het Heilig Hartgebouw
ondervinden grote schade.

Vanaf 1945
Vanaf dit moment wordt er vooral aan inbreiding gedaan.
Door het groeiende aantal externen kunnen vroegere slaap-
zalen omgevormd worden tot klaslokalen. Ook de technie-
ken in de gebouwen worden gemoderniseerd. In 1978 wordt
op het terrein een rusthuis voor oudere en minder mobiele
zusters gebouwd, dat de naam Huize Sinte-Angela mee-
krijgt.

15
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

1840 1870 1890

1900 1910

16
OMGEVING OKTOBER 2014

1918 1930

1945 1978

17
03
RUIMTELIJKE EN PRO-
GRAMMATORISCHE
ANALYSE
01

07

01
14

10

09

08

04
04
02
05
02

03
15
03
06

11
13
12
05
OMGEVING OKTOBER 2014

3. RUIMTELIJKE EN PROGRAMMA-
TORISCHE ANALYSE
Onze-Lieve-Vrouw Waver

Onze-Lieve-Vrouw Waver is een landelijke deelkern van Sint-Katelijne-Waver.


De radiale wegen die van uit het centrum vertrekken, zorgen voor een stervormig
patroon. Het dorpscentrum wordt doorsneden door de as Dijk - Dorp - Molen-
straat, een lokale verbinding van Mechelen naar Putte.
De kerk Onze-Lieve-Vrouwe staat op de kruising van de verschillende wegen en
is zeer beeldbepalend voor het centrum. De overige bebouwing bestaat hoofd-
zakelijk uit eengezinswoningen en de kleinhandel- en horecazaken eigen aan
een eerder kleine dorpskern.
De skyline van Onze-Lieve-Vrouw-Waver wordt heel sterk gedomineerd door de
verschillende torens. Een groot aandeel daarvan bevindt zich op de site ‘Ursu-
linen’.
In het centrum dringt het open gebied ver door. Een groot deel van de inwoners
ziet uit op de open ruimte. Twee hoeken van het stervormig patroon zijn opge-
vuld: in het noordwesten door de school van de Ursulinen en in het zuidoosten
door een sociale wijk.
Ook in de zuidwestelijke hoek neemt de bebouwing toe. In het uiterste zuiden ligt
een K.M.O.-zone. Het centrum van Onze-Lieve-Vrouw-Waver ligt langs de weg
Mechelbaan-Dijk-Molenstraat richting Putte.

verwijzing naar foto’s


xx volgende pagina

01 Bosstraat

02 Molenstraat

03 Leemstraat

04 Vinkenhofstraat

05 Dijk

1 situering plangebied

21
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

01 02 03

07 08 09 10

22
OMGEVING OKTOBER 2014

04 05 06

11 12 13 14 15

23
14 13 12 11 10 09 08 07 06 05

15
13 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 04 03 02 01
OMGEVING OKTOBER 2014

3.1. Bestaande bebouwde structuur


De site”Ursulinen” bestaat uit een complex van monumen-
tale klooster- en schoolgebouwen gegroepeerd rondom drie
rechthoekige binnenplaatsen en onderling verbonden door
01
gangen en overdekte galerijen op een uitgestrekt domein
met park, tuin, velden en bos.
Het geheel heeft “een Engelse school” aandoende uitschijn.
Het complex is volledig opgetrokken in baksteen, de ver-
schillende vleugels van twee tot vier bouwlagen hebben een
overwegende neogotische inslag, gekarakteriseerd door
vertikaliserende lisenen, bekronende kantelen en markante
torens (cf. “Torekenswaver”). 02
De hogere, natuurstenen neogotische kerk staat loodrecht
op de Bosstraat aan de noordzijde, de unieke wintertuin in
art-nouveau-stijl is parallel met de straat ingeplant aan de
zuidzijde van het complex tussen “beschermende” vleugels.
De interieurs zijn grotendeels gaaf en zijn gekenmerkt door
diverse stijlen: neogotiek, neo-empire, neoclassicisme, art
nouveau en art deco met onder meer monumentale gangen
zoals de zogenaamde “empire”, piano-”, “kerk-” en “bloe-
mengang”, trappen, refters en spreekkamers.
De Wintertuin was oorspronkelijk loodrecht op de Bosstraat
opgericht tussen de pianogalerij (1898-1899) en het spreek-
kamergebouw, als visitekaartje van de internationaal geori-
ënteerde en vooruitstrevende kostschool. De rechthoekige
ontvangstruimte in art nouveau is opgevat als harmonieus
geheel van lijnen, licht en kleur met aan drie zijden omlopen-
de zijgalerijen. Het skelet bestaat uit gietijzeren kolommen 03
en muurconsoles onderling verbonden door stalen spanten
onder een dubbele, tonvormige overkoepeling.
De op de tweede bouwlaag gelegen kerkruimte is intern toe-
04
gankelijk via de zogenaamde kerkgang met muurschilderin-
gen. De kerk wordt gekenmerkt door een monumentaal inte-
rieur met neogotisch meubilair, onder meer het opengewerkt
Sint-Ursula-altaar en de natuurstenen spiltrap met borstwe-
ring bekroond met een beeld van Zuster Ignace Claes. On-
der kerk is er de zogenaamde “crypte”: een souterrain met
zware arduinen zuilen met knopkapitelen en enkele muur-
schilderingen.
(gebaseerd op http://inventaris.vioe.be/dibe/relict/86231)
In het zuiden van de site is “De Villa” en “De Boerderij” gele-
gen. Het betreft een gebouw bestaande uit drie bouwlagen
en een zadeldak.
Het woonzorgcentrum Borgerstein in het westen (Huize Sin-
05
te-Angela) bestaat uit drie gelijkwaardige vleugels van elk
twee bouwlagen. Het gebouw is recentelijk gerenoveerd en
de technische installaties werden vernieuwd.

25
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

06 07 08

11 12 13 14 15

26
OMGEVING OKTOBER 2014

09 10

16 17

27
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

Vanuit morfologisch en historisch perspectief is het complex


op bijna organische wijze gegroeid. Doorheen de tijd zijn
gebouwenvleugels toegevoegd of verbouwd. Deze vleugels
hebben elk een specifieke benaming gekregen die verwijst
naar een heilige.
Het centrale punt is de Sint-Elisabethvleugel waaraan de
andere vleugels takken. Kenmerkend voor deze vleugel is
de centrale patioruimte die daglicht toelaat tot op het gelijk-
vloers. De totale bruto vloeroppervlakte van dit deel inclusief
de interne circulatie bedraagt 9.055m².
De meest zuidelijke vleugel Sint-Cecilia heeft een totale
bruto vloeroppervlakte van 2.600m² inclusief interne circu-
latie. Kenmerkend voor deze vleugel is de Sint-Ceciliazaal
die een dubbele hoogte heeft.
Tussen Sint-Cecilia en Sint-Elisabeth ligt een vleugel die de
Congozaal bevat. Deze vleugel heeft geen specifieke bena-
ming van een heilige. De totale bruto vloeroppervlakte inclu-
sief interne circulatie bedraagt hier 3.880m².

11 01 02 03 04 05

06 07 08 12 09 10

28
OMGEVING OKTOBER 2014

Aan de Bosstraat bevindt zich ten zuiden de Sint-Ignatius-


vleugel die de meeste waardevolle historische elementen op
de site bevat. De Wintertuin is hiervan het meest treffende
voorbeeld. Alle bouwlagen samengeteld bedraagt de bruto
vloeroppervlakte inclusief interne circulatie 4.315m².
Vanaf de Sint-Elisabethvleugel begint ten noordoosten de
vleugel van de oude Normaalschool. Deze takt op het uit-
einde aan op de Kerk en crypte. De opgetelde bruto vloerop-
pervlakte van dit deel bedraagt 6.280m².
De Kerk en bijhorende crypte vormen het noordelijke sluit-
stuk van het complex. De Kerk heeft een bruto vloeropper-
vlakte van circa 1.300m² net zoals de crypte die er onder ligt.
De laatste vleugel die door middel van de noordelijke pas-
sage aansluit op Sint-Elisabeth is de Sint-Michielsvleugel,
de meest recente toevoeging aan het architecturale geheel.
Hier is de totale bruto vloeroppervlakte van het vier bouwla-
gen tellende gebouw 3.295m².
Ten zuiden van het projectgebied liggen de Villa en Boerde-
rij. Deze twee gebouwen hebben een eigen architectuurtaal
en vormen één geheel. De totale bruto vloeroppervlakte van
deze gebouwen bedraagt 3.545m² inclusief interne circula-
01 Sint-Angela
tie.

02 Sint-Michiel Huize Sinte-Angela is in 1978 gebouwd en bestaat uit twee


stervormige bouwlagen. De bruto vloeroppervlakte van dit
03 Kerk en crypte gebouw is 3.790m². Deze vleugel functioneert volledig onaf-
hankelijk van de overige bebouwing.
04 oude Normaalschool Buiten de kloostermuur liggen nog twee woonhuizen in ei-
gendom van de congregatie. Alles samen is hier circa 725m²
05 Sint-Elisabeth bruto vloeroppervlakte voorhanden inclusief de interne cir-
culatie.
06 De Boerderij De totale bestaande bebouwde structuur heeft samengevat
een capaciteit van 40.085m² bruto vloeroppervlakte. Hiervan
07 De Villa bedraagt de interne circulatie circa 8.535m², wat overeen-
stemt met 21% van de totale bruto vloeroppervlakte.
08 Sint-Cecilia
Een laatste, zeer kenmerkend onderdeel van de site zijn
de diverse torens die sterk het zicht bepalen. Het ritme van
09 Wintertuin
deze torenrij draagt bij tot het karakter die de site heden uit-
straalt en moet in ieder geval worden gerespecteerd.
10 Sint-Ignatius

11 Picknickhal

12 Congozaal

zichtsbepalende toren

1 1 digitale maquette: bouwvolumes

29
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

19

18 20 21

30
OMGEVING OKTOBER 2014

23

22 24 25

31
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

1 een beeldbepalende boscluster


1 2 2 historische botanische parkkamers
3 verstrooide solitaire bomen
3 4 4 over de gehele campus verspreide sportfaciliteiten
5 een historische moestuin met intensief hedendaags gebruik
5 6
6 sterk versteende en hoofdzakelijk in open lucht georganiseerde speelruimtes

32
OMGEVING OKTOBER 2014

3.2. Bestaande landschappelijke structuur

beeldbepalende boscluster
Het westelijk deel van de site is sterk vergroend door een
boscluster, bestaand uit een gemengd bomenbestand. In
het bos is een grote, onderkelderde, rechthoekige “boshal”
te vinden met opengewerkte, tweedelige bedaking en Lour-
desgrot.

historische botanische parkkamers


Een tweetal historische botanische parkkamers zijn terug
te vinden op de site. Ze zijn aangeplant met typische park-
bomen en hebben daardoor vooral een landschappelijke
waarde. Het park is aangelegd volgens de typische engelse
landschapsstijl.
De verscheidenheid van de beplanting van het park werd
onder meer bepaald door didactische overwegingen. Ver-
der treffen we er twee vijvers aan, de typische kronkelende
paadjes, eendenhuisjes en hertenbeelden. Daarnaast zijn er
een aantal bruggen en, verpreid over het terrein, prieeltjes
en zitbanken van imitatiehout uit eind 19de eeuw.

verstrooide solitaire bomen


Verspreid over de site treffen we een aantal solitaire hoog-
stammige bomen aan en een waardevolle kastanjedreef
tussen het bos en de centrale as.

verspreide sportfaciliteiten
We treffen verspreid over de site een aantal sportfaciliteiten
aan, de verharde sportveldjes vlak bij de villa, de multifunc-
tionele sportvelden in het uiterste westen van de site en het
voetbalveld aan de parking, te bereiken via de Bosstraat.
Even buiten de campus is de sporthal gelegen waar de
school een deel van haar sportlessen laat doorgaan.

historische moestuin
De historische moestuin met serre is centraal in het gebied
gelegen.

versteende speelruimtes
De bestaande speelplaatsen liggen ingesloten tussen de
bebouwing. Ze vormen de noodzakelijke plint voor de be-
bouwing met hoogteaccenten. Ze zijn in gebruik als speel-
plaats voor de leerlingen.

33
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

34
OMGEVING OKTOBER 2014

26

35
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

3 1 toegankelijkheid autoverkeer op ruimere schaal


1
2 voornaamste fietsbewegingen
4 3 versnipperde parkeerfaciliteiten
4 veelheid aan toegangen
2 5
5 bestaande aanbod fietsparkeerplaatsen

36
OMGEVING OKTOBER 2014

3.3. Mobiliteit en toegankelijkheid

toegankelijkheid ruimere schaal


Onze-Lieve-Vrouw-Waver is centraal gelegen in de driehoek
gevormd door Mechelen, Lier en Heist-op-den-Berg. Het ra-
diale wegenpatroon dat uitkomt op Dorp (vanuit het noorden
de Bosstraat, vanuit het zuiden Dijk, vanuit het noordoos-
ten de Molenstraat en de Leemstraat vanuit het zuidoosten)
zorgt voor een optimale bereikbaarheid van het centrum..
Het geeft ook aan welke de ‘actieradius’ is van de school en
van waaruit de grootste verkeersstromen komen. Uit tellin-
gen is gebleken dat vooral tijdens de ochtend- als de avond-
spits de maximum capaciteit van de wegen in de onmiddel-
lijk omgeving van het centrum wordt bereikt.

sterk versnipperde parkeerfaciliteiten


De huidige parkeerfaciliteiten liggen verspreid op de site en
de onmiddellijke omgeving ervan. De grootste zijn gelegen
aan de Bosstraat vlak voor de Wintertuin en aan de achter-
kant van de school (Wavervelden) en tellen 60 parkeerplaat-
sen. Op de site zelf zijn er slechts minimale parkeervoorzie-
ningen aanwezig, voor de site Borgerstein betreft het een
25-tal parkeerplaatsen, een viertal parkeerplaatsen liggen
vlak achter het Sint-Michielsgebouw.

veelheid aan toegangen maakt het onoverzichtelijk


De grootte van de site en de verschillende gebruikers ervan
vereisen een aantal duidelijke toegangen. De huidige toe-
gangen zijn vooral gesitueerd langs de Bosstraat.

voornaamste fietsbewegingen vanuit het zuiden


Veel studenten bereiken de campus per fiets. Voor de lagere
graad is de hoofdtoegang gelegen langs de Bosstraat, de
hogere graden bereiken de campus via Wavervelden. De
Bosstraat is aangeduid als functionele fietsroute, met aan
beide zijden van de rijweg vrijliggende fietspaden.

bestaande aanbod fietsparkeerplaatsen


Het bestaande aanbod fietsparkeerplaatsen is gekoppeld
aan de hoofdtoegangen voor fietsers

37
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

1 beeldbepalend als landmark


1 2 2 biologisch en ecologisch waardevol bosje
3 levende monumenten
3 4 4 cultuurhistorisch waardevolle gevelpartijen
5 cultuurhistorisch waardevolle erfafsluitingen
5 6
6 cultuurhistorisch waardevolle parkornamenten

38
OMGEVING OKTOBER 2014

3.4. Erfgoed

beeldbepalend als landmark binnen het omliggende


landschap
De site is beeldbepalend in de skyline van Onze-Lieve-Vrouw-
Waver door een aantal hoogteaccenten in de gebouwen. De
torens en de gebouwen zijn de getuigen van een rijke geschie-
denis.

biologisch en ecologisch waardevol bosje


Het bestaande bosje met de daarin aanwezige parkornamen-
ten zijn onderdeel van het grotere geheel. Op bepaalde mo-
menten doorheen de geschiedenis zijn de ornamenten er ge-
komen, het betreffen veelal geschenken waardoor ze allemaal
wel hun betekenis hebben.

levende monumenten
De verspreide bomen(rijen) op de site zijn eveneens stille ge-
tuige van de rijke geschiedenis. Ze begeleiden het trage we-
gennetwerk dat de site doorsnijdt.

cultuurhistorisch waardevolle gevelpartijen


De gevels zijn zeer waardevol en geven de site de uitstraling
die er eigen aan is.

cultuurhistorisch waardevolle erfafsluitingen


De site is volledig ommuurd. De muur is in goede staat en is
vanuit historisch oogpunt zeer waardevol. De ommuurde site
krijgt daardoor een soort beslotenheid.

cultuurhistorisch waardevolle parkornamenten


Een gietijzeren calvarie en rond paviljoentje aan westzijde, een
serre en berghok ten noordwesten Ten noordoosten van de
omheiningsmuur treffen we een openluchtkerststal aan, zoge-
naamd Bethlehem en Nazareth-huisje met art nouveau glas,
uitgevoerd in rotswerk door de gebroeders Tondeleir uit Ant-
werpen (cf. inscriptie).

39
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

H 18

+3

17

+2

16

15 13 F
G 12 14

11

+1

10

09

B
X
08 07 A
06 04
Z
03 05

Y 02

01
40 +0
OMGEVING OKTOBER 2014

waardevolle interieurgehelen
Een categorisering van alle waardevolle interieurelementen behoeft een aparte
studie. De kaart met aanduiding van de meest waardevolle interieurs dient nog
worden aangevuld met de bevindingen die de overheidsdienst Onroerend Erf-
goed nog zal opmaken.
De meest markante historische delen bevinden zich in de Sint-Ignatiusvleugel.
Dit gebouw is steeds het administratieve en representatieve hart van de site ge-
weest.
Een interessant geheel zijn de gestapelde Kerk en crypte. Bij eventuele toeken-
ning van een andere functie, wordt best gestreefd naar een gebruik die deze
ruimtes niet van elkaar scheidt om juist het historische karakter van deze plekken
te bewaren.

kenmerkende circulatiepunten
Het opzet van het complex bestond uit een eenvoudige opdeling, waarbij het ge-
lijkvloerse niveau voornamelijk werd gebruikt voor gemeenschappelijke functies.
De hoofdcirculatie situeerde zich hoofdzakelijk op de eerste verdieping. Fysieke
getuigen hiervan zijn de imposante noordelijke en zuidelijke overdekte gaande-
rijen die de verschillenden vleugels met elkaar verbinden. Het was in principe
mogelijk om het volledige complex intern te doorkruisen.

historisch meubilair
In de diverse gebouwen zijn nog historisch waardevolle meubels terug te vinden
die verwijzen naar de grote educatieve geschiedenis die de site heeft. Voorbeel-
den hiervan zijn een habijtwasser, de Zweedse keukens in de Villa en een bad-
kelder onder Sint-Elisabeth..

01 Sint-Ceciliazaal 10 Crypte A Empiregang

02 Congozaal 11 Pianogallerij B Eretrap

03 Wintertuin 12 museum C kruisgewelven

04 Sint-Ursulazaal 13 Oratorium D zuidelijke gaanderij

05 Zomergallerij 14 kantoren E noordelijke gaanderij

06 Alpenzaal 15 bibliotheek F Sint-Ursulapassage

07 Feestrefter 16 Kerk G ‘Diksmuide’ passage

08 La Fontainerefter 17 kantoren H Engelse passage

09 Parketzaal 18 chambrettes

1
X Habijtwasser

1
Y Zweedse keukens
1
1 aanduiding van de meest waardevolle interieurge-
1 helen, circulatiepunten en meubilair per verdieping Z badkelder 41
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

12 C 13

H F 16 10

42
OMGEVING OKTOBER 2014

03 E

15 B

43
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

+3

+2

+1

44 +0
OMGEVING OKTOBER 2014

3.5. Bestaande functionele structuur


Momenteel zijn vier gebruikers actief in het projectgebied.
De site is als geheel eigendom van en wordt beheerd door
de Congregatie van de Zusters Ursulinen die ook gebruik
maakt van het Sint-Michielsgebouw. Drie vzw’s staan in voor
het beheer van het Sint-Ursula Instituut, het woonzorgcen-
trum Huize Sinte Angela en de Wintertuin. Alle gebruikers
hebben zich ruimtes toegeëigend, gebaseerd op de admi-
nistratieve verdeling van de site. Deze functionele indeling
wordt in dit hoofdstuk verder toegelicht.

Sint-Ursula-Instituut
De school bestaat in feite uit drie fysiek gesplitste delen.
Rondom de Sint-Elisabethvleugel bevindt zich het eerste
deel die de hoofdtoegangen bevat langs de Bosstraat. Het
tweede deel bestaat uit de Sint-Ceciliavleugel en aanslui-
tend de vleugel die de Congozaal bevat. Deze bebouwing is
meer gericht naar de zuidelijke toegang voor zwakke weg-
gebruikers. Een laatste deel betreft de Villa en Boerderij die
ruimtelijk meer geïsoleerd staan.
De groepsruimtes en zalen zijn voornamelijk gesitueerd op
het gelijkvloerse niveau. De leslokalen zijn verspreid op alle
verdiepingen van het complex. De personeels- of kantoor-
ruimtes bevinden zich hoofdzakelijk op de eerste verdieping
aan de zijde van de Bosstraat en rondom de patioruimte in
Sint-Elisabeth. Het totale schoolgebeuren beslaat een bruto
vloeroppervlakte van 25.360m². Hiervan is 5.520m² interne
leslokaal
historisch gegroeide circulatieruimte, wat overeenstemt met
22% van de totale bebouwing.
groepsruimte of zaal
De meeste berg-, leegstaande of ongebruikte ruimtes bevin-
eetzaal den zich in de Boerderij en de bovenste verdiepingen van
de Villa en de Sint-Elisabethvleugel. Al deze ruimtes samen
sanitaire voorzieningen hebben, inclusief interne circulatie, een geschatte bruto
vloeroppervlakte van 2.885m² of circa 11% van 25.360m².
Deze optelling bevat ook de pianogalerij en andere waarde-
keuken
volle delen die niet kunnen worden gebruikt door hun grote
erfgoedwaarde.
personeels- of kantoorruimte
Belangrijk is de circulatie op de eerste verdieping die de
berg-, leegstaande of ongebruikte twee grootste delen van het instituut met elkaar verbindt.
ruimte Vooral de zuidelijke gaanderij speelt hierbij een grote rol.
circulatie Vele trappen en liften liggen steeds aan de koppen van de
hoofdvleugels.

trappen en liften Het volledige complex is onderkelderd. Deze ruimtes dienen


nog nader te worden bekeken of ze kunnen worden inge-
zet als onderdeel van het schoolgebeuren. Delen ervan zijn
reeds gerenoveerd en hebben een nieuwe bestemming ge-
1
kregen als ondergrondse fietsenstalling.
1
1 Sint-Ursula-instituut: bestaande
1
functionele indeling per verdie-
1 ping: 25.360m² totale bvo
45
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

+3

+2

+1

46 +0
OMGEVING OKTOBER 2014

vzw Wintertuin
Deze vzw beheert de Sint-Ignatiusvleugel en de Kerk en
crypte. Op deze plekken zijn de meest waardevolle histori-
sche onderdelen van de site verzameld. In totaal bedraagt
de bruto vloeroppervlakte circa 6.915m². Hiervan is 19% cir-
culatieruimte wat overeenstemt met een bruto vloeropper-
vlakte van 1.345m².
Voorlopig worden de bovenste twee verdiepingen van de
Sint-Ignatiusvleugel niet volledig benut. Dit komt neer op cir-
ca 1.530m² bruto vloeroppervlakte inclusief interne circulatie
of 22% van de totale vloeroppervlakte.
De cryptezaal onder de Kerk wordt op dit ogenblik gebruikt
als opslagplaats door het CRKC.
Opvallend is dat de vzw geen enkele rechtstreekse toegang
heeft tot hedendaagse sanitaire voorzieningen.

groepsruimte of zaal

personeels- of kantoorruimte

berg-, leegstaande of ongebruikte


ruimte

circulatie

trappen en liften

1
1
1
1 vzw Wintertuin: bestaande functionele indeling per
1 verdieping: 6.915m² totale bvo
47
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

+3

+2

+1

48 +0
OMGEVING OKTOBER 2014

vzw Borgerstein
Het Sint-Angela gebouw heeft een totale bruto vloeropper-
vlakte van 3.790m². Hierin zit 830m² interne circulatieruimte
wat overeenstemt met circa 22% van de totale vloeropper-
vlakte. In principe zijn alle ruimtes optimaal benut.
De huidige capaciteit van het woonzorgcentrum bestaat uit
65 woongelegenheden. Er is een vrij grote keuken beschik-
baar die een hogere capaciteit heeft dan wat voor de huidige
bezetting vereist is.
De zuidelijke vleugel bevat een gebedsruimte die ook door
de congregatie van de Zusters Ursulinen wordt gebruikt.

verblijf inclusief sanitaire voorzienin-


gen
keuken

groepsruimte of zaal

personeels- of kantoorruimte

berg-, leegstaande of ongebruikte


ruimte

circulatie

trappen en liften

1
1
1
1 vzw Borgerstein: bestaande functionele indeling per
1 verdieping: 3.790m² totale bvo
49
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

+3

+2

+1

50 +0
OMGEVING OKTOBER 2014

Congregatie van de Zusters Ursulinen


De leefgemeenschap van de Zusters Ursulinen is gevestigd
in de Sint-Michielsvleugel. Alle groepsruimtes bevinden zich
op het gelijkvloerse niveau. De verblijfsruimtes zitten ver-
spreid over de drie bovenste verdiepingen. De vier bouwla-
gen samen hebben een bruto vloeroppervlakte van 3.295m².
De interne circulatie hierin bedraagt 640m² of circa 19%.
De bovenste verdieping is gedeeltelijk onbenut en staat dus
voor de helft leeg. Dit is circa 1/5 van de totale bruto vloerop-
pervlakte.
De woonhuizen langs de Bosstraat hebben ook enkele on-
benutte ruimtes. Een functionelere toebedeling dringt zich
dan ook op.

leslokaal

eetzaal

sanitaire voorzieningen

verblijf

keuken

groepsruimte of zaal

personeels- of kantoorruimte

berg-, leegstaande of ongebruikte


ruimte

circulatie

trappen en liften

1
1
1
1 Congregatie van de Zusters Ursulinen: bestaande functionele
1 indeling per verdieping: 4.020m² totale bvo
51
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

3.6. programmatorische analyse


Door middel van individuele gesprekken zijn volgende wensen
en behoeftes van de vier gebruikers op de site in kaart ge-
bracht.

Sint-Ursula-Instituut
De aankomende hervormingsplannen van het onderwijs bete-
kenen in de toekomst een groter ruimtegebruik. De Sint-Ignati-
us vleugel is functioneel zeer interessant gelegen voor eventu-
ele uitbreiding en administratieve lokalen.
OV4 type 3 onderwijs vereist kleinere klaslokalen en een af-
sluitbaar terrein. De villa is daarvoor uitermate geschikt.
De huidige evolutie (eenouder gezinnen, samengestelde ge-
zinnen,...) doet de vraag naar internaten stijgen. De school
wenst in de toekomst aan deze vraag tegemoet te kunnen ko-
men. Het Sint-Michielsgebouw is daarvoor ideaal gelegen.
De faciliteiten voor het sportgebeuren op de school zijn pro-
blematisch (de school is afhankelijk van externe sporthallen,
er is een gebrek aan kleedruimtes,...). De speelplaats van de
eerste graad beschikt niet over voldoende overdekte ruimte/
speelplaats.
Er is nu geen echte onthaalzone voor bezoekers. De kantoren
van de directie kunnen eventueel ondergebracht worden in de
vleugel boven de Wintertuin. Op vandaag is er een tekort aan
zitplaatsen in de cafetaria’s.
De school beschikt over geen enkele eigen parkeerplaats.
De tuin wordt door de studenten van de hoogste graad gebruikt
van 1 april tot 1 november.
De kerk wordt enkel voor proclamaties gebruikt. Het bos wordt
enkel gebruikt in de lessen biologie van de eerste graad.

vzw wintertuin
Voor een optimale werking van de vzw Wintertuin is er gemis
aan een structurele bron van inkomsten voor het beheer van
het patrimonium.
Een masterplan moet opgesteld worden met toekomstvisie en
duidelijk in kaart brengen van de ontwikkelingsmogelijkheden:
culturele evenementen, erfgoedwerking en –tentoonstellingen,
ontmoetings-, vergader- en congrescentrum, (cultuur)toeris-
tische initiatieven en permanent medegebruik (bv. kantoor-
ruimte), cryptezaal als culturele infrastructuur voor gemeente,
gebrek aan parkeermogelijkheden, koppelen pianogalerij aan
toekomstig conservatorium?
Een Europees masterplan wordt op initiatief van de vzw Win-
tertuin opgemaakt in samenwerking met Kempens Landschap
en The Churches Conservation Trust.
Een beschermingsaanvraag voor het landschappelijke patri-
monium (+ muur) is lopende.
52
OMGEVING OKTOBER 2014

vzw Wintertuin wenst het aandeel alternatieve themawandelin-


gen uit te breiden.
aandachtspunten: in de onderkeldering van de gebouwen is
veel onbenutte ruimte, toekomstig ontwerp van de binnen-
koeren moet de historische patronen respecteren, hekwerk
rondom Sint-Angela vermindert de doorwaadbaarheid van het
domein, enz…
Een eventuele PPS-constructie moet zeker het historische pa-
trimonium in ere houden en ruimte laten voor het gebruik van
de gebouwen door de gemeenschap.
Er kan sprake zijn van een eventuele overname van beheer
van het patrimonium door nieuwe partijen: stichting Erfgoed
Vlaanderen, Kempisch Landschap of Koning Boudewijnstich-
ting

vzw borgerstein
De evolutie naar een volwaardig RVT is wenselijk en nodig.
Het verruimen van het aanbod is een optie, maar niet door het
implementeren van gelijkaardige faciliteiten maar door het aan-
vullen met nieuwere vormen van zorgwonen zoals aanleunwo-
ningen, kleinschalige groepswoningen, enz.
Men wenst de aanwezige faciliteiten zoals de keuken, zorgze-
kerheid zusters, enz. beter te benutten.
Het is een zoektocht naar win-win situaties met andere part-
ners op de site.
De vraag bestaat om een verdere uitbouw en versterking van
de moestuin in functie van ouderen, dit betekent ook het toe-
gankelijk maken van een serre met een rolstoel.
Het behoud van de huidige parkeercapaciteit is noodzakelijk.
De vzw staat open voor dubbel gebruik van parkeerfaciliteit als
huidige capaciteit ter beschikking blijft en hun terrein afsluit-
baar blijft.

congregatie zusters ursulinen


De Zusters zijn bereid hun eigendommen over te dragen aan
een derde die de site in haar geheel beheert en de continuï-
teit ervan behartigt, zolang dat in overeenstemming is met de
historische en ethische principes en in de mate dat de verdere
ontwikkeling van de site de autonome werking en de eigenheid
van de kloostergemeenschap van de Zusters niet doorkruist
of in het gedrang brengt, d.w.z. geen horeca of hotel functies
(zelfs een cultureel centrum kan mogelijk een conflict geven).
Het moet één site blijven met respect voor de verschillende
entiteiten op de site (wintertuin, school, zorgcentrum, Zusters)
De woonfunctie voor de Zusters impliceert dat ze een eigen
plek behouden binnen of aangrenzend aan de site, liefst in het
huidige Sint-Michielsgebouw.

53
04
BELEIDSMATIGE EN
PLANNINGSCONTEXT
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

4. Beleidsmatige en plan-
ningscontext

4.1. Ruimtelijke beleidsplannen

4.1.1. Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen (RSV) doet vanzelf-


sprekend geen specifieke uitspraken over de Site Zusters Ur-
sulinen. Een reeks van opties uit het RSV zijn evenwel ook op
dit gebied van toepassing: de algemene keuze voor duurzame
ruimtelijke ontwikkeling, de versterking en bundeling van activi-
teiten in de stedelijke gebieden.
Volgens het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk struc-
tuurplan Vlaanderen behoren delen van Sint-Katelijne-Waver
tot het regionaalstedelijk gebied Mechelen. Tevens maakt de
gemeente deel uit van de Vlaamse ruit.
In Sint-Katelijne-Waver vormen de verschillende beekvalleien
samen met de bosresten belangrijke elementen van de natuur-
lijke structuur. De Nete is een riviervallei van Vlaams belang.
In het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen maakt Sint-Katelijne-
Waver deel uit van een belangrijk agrarisch gebied gelegen tus-
sen Mechelen, Heist-op-den-Berg en Lier. De nadruk ligt er op de
glastuinbouw.

In Sint-Katelijne-Waver zijn enkel resten te vinden van een groter


bos. Kleine bosresten vormen er eilanden in een versnipperd land-
schap.

4.1.2. Ruimtelijk structuurplan Antwerpen

In het structuurplan, goedgekeurd op 10 juli 2001, is de be-


staande ruimtelijke structuur van de provincie voorgesteld sa-
men met het richtinggevend deel en de bindende bepalingen.
De volgende vijf basisdoelen zijn richtinggevend voor de ge-
wenste ruimtelijke structuur van de provincie.
• opnieuw aansluiten bij de natuurlijke structuur;
• omgaan met fragmentatie en verstedelijking;
• handhaven van een sterke en geconcentreerde ruimtelijk-
economische structuur en ondersteuning van gemeenten in
het buitengebied;
• differentiëren van de bereikbaarheid;
• fundamenteel verhogen van stedelijke en openruimte kwali-
teiten door ontwerp en inrichting

56
OMGEVING OKTOBER 2014

4.1.3. Ruimtelijk structuurplan Sint-Katelijne-Waver

Van de verschillende woonkernen heeft Onze-Lieve-Vrouw-


Waver het meest zijn landelijkheid weten te bewaren. De
landbouw is hier nog sterk aanwezig en de open ruimte
dringt op vele plaatsen door tot in het hart van het dorp. De
onderwijsfunctie neemt een belangrijke plaats in binnen het
centrum. Zo domineert het Ursulinenklooster zowel functio-
neel als visueel het dorpsbeeld. De bebouwingsdruk is hier
iets minder groot dan in de overige gebieden omwille van de
meer excentrische ligging ten opzichte van Mechelen.
Het centrum van Onze-Lieve-Vrouw-Waver ligt langs de
weg Mechelbaan-Dijk-Molenstraat richting Putte. Deze weg
verwerkt veel verkeer. Langs beide zijden van het centrum
zijn ‘poorten’ aangelegd om de snelheid te matigen. De Bos-
straat en Leemstraat verwerken minder verkeer. De ligging
van de school Sint-Ursula langs de Bosstraat zorgt echter
voor een verhoogde verkeersdruk tijdens de ochtend- en
avondspits met conflicten wat betreft het gebruik van de
openbare ruimte tussen alle types verkeersdeelnemers.

57
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

Visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in


Onze Lieve Vrouw Waver
Linten zijn in Onze-Lieve-Vrouw-Waver een veel voorko-
mend fenomeen. Het concept om het open karakter van
de gemeente te behouden vraagt hier de nodige aandacht.
De verschillende woonkernen van de gemeente moeten elk
op een eigen manier kunnen ontwikkelen. Voor Onze-Lieve-
Vrouw-Waver betekent dit dat bestaande nog open percelen
kunnen worden opgevuld mits inachtneming van wat eerder
over linten is gezegd. Het aantal woningen kan nog beperkt
toenemen door het aanbrengen van nieuwe radiale ‘linten’
die het wonen dicht bij de kern mogelijk maken maar ook
toelaten dat het groen blijft doordringen.
De beperkte groei van deze kern kan worden gerealiseerd
in overeenstemming met het landelijk karakter. De open
ruimte kan tot in de kern doordringen. Groenvolumes om-
ringen de kern en markeren open ruimten en de beekvallei.
Rond de kern wordt een landelijk buitengebied gerealiseerd
waardoor de open ruimte tot aan de dorpskern kan blijven
doordringen.

4.2. Verordenende plannen

4.2.1. Gewestplan

Het gewestplan Mechelen (nr 15) is van toepassing op de


Site Ursulinen.
De site is grotendeels gelegen in woongebied. Het gebied
ten westen van de villa tot aan de Kerkhoflei is gelegen in
parkgebied.

4.3. Sectorale waarderingen en beleidsop-


ties

4.3.1. Biologische waardering en natuurbescher-


mingen

De biologische waarderingskaart selecteert geen gebieden


binnen de site als biologisch zeer waardevol. Het bosgebied
in het westen van de site is biologisch minder waardevol.
De Site Zusters Ursulinen maakt geen deel uit van een Vo-
gelrichtlijngebied, noch van een gebied binnen het Vlaams
Ecologisch Netwerk (VEN) en is ook niet gelegen in de buf-
ferzone of directe omgeving van een dergelijk gebied.

58
OMGEVING OKTOBER 2014

4.4. Andere plannen en studies

4.4.1. Verkeersstudie

Grontmij heeft in opdracht van de gemeente Sint-Katelijne-


Waver een studie gedaan waarin de verkeerssituatie in de
kern van Onze-Lieve-Vrouw in kaart is gebracht. De be-
langrijkste conclusie is dat behalve rond de piekmomenten
‘s morgens en ‘s avonds, er nauwelijks verkeersproblemen
zijn. De verkeersleefbaarheid rond deze pieken is wel een
probleem en is slechts op te lossen door het veilig inrich-
ten van de schoolomgeving en het nemen van flankerende
maatregelen. Voor het oplossen van de parkeerpiek wordt
voorgesteld de langparkeerders te verplaatsen naar rand-
parkings.
De ruimte voor de auto is overgedimensioneerd in relatie
tot de ruimte voor fiets en voetgangers. De voetpaden zijn
op bepaalde plaatsen zeer smal en de gebruikte materialen
dragen bij tot een straatbeeld van mindere kwaliteit.
Volgend profiel wordt voorgesteld:
• voetpad en instapstrook voor de bussen aan de zijde van
het secundair: 1,75m
• gecombineerde bus- en fietsstrook in beton: 2,5 m
• rijweg in asfalt: 4,75 m
• gecombineerd fiets- en voetpad aan de zijde van de kleu-
terschool: 2,5 m

59
05
CONCEPTEN
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

streven naar een coherente samenhangende cam-


pus
De site Ursulinen is een historisch gegroeide campus. Die
01 campus-gedachte moet worden versterkt. Bij toekomstige
ontwikkelingen dient steeds de integrale campus en de in-
terne samenhang te worden beschouwd.

een hiërarchisch netwerk voor langzaam verkeer


02
Doorheen de campus zorgt een netwerk voor langzaam ver-
keer voor een vlotte bereikbaarheid van alle programma’s.
Het netwerk is hiërarchisch in opbouw en geeft aan wat de
hoofdbewegingen door de campus zijn, geënt op de toegan-
gen.

03 een centrale parkstructuur met plaats voor rust, sport


en natuur
De bestaande groenstructuur (landschapspark, bosje en
groentetuin) vormen het groene hart van de campus. Een ge-
paste opdeling geeft duidelijk aan waar sport, spel of eerder
rust aan de orde zijn.

62
OMGEVING OKTOBER 2014

5. Concepten een heldere selectieve toegankelijkheid


De splitsing van zwakke en sterke weggebruikers zal de ver-
keersveiligheid enkel ten goede komen. Een duidelijke toe-
04 gankelijkheid bevordert tevens de doorwaardbaarheid van de
site en maakt dat het beheer van het domein op een conse-
quente wijze kan plaatsvinden.

een te versterken en uit te bouwen zorgcentrum met


05 respect voor de historisch waardevolle site
De bestaande zorgcluster in het westen van de campus wordt
uitgebouwd rondom het bestaande gebouw volgens de be-
staande noden en met respect voor de historische context.

het behoud en visueel beleefbaar maken van het his-


06 torisch patrimonium en hun blikvangers
Het historisch patrimonium, met een aantal blikvangers in de
skyline van Onze-Lieve-Vrouw-Waver, is een belangrijk uit-
gangspunt.

63
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

inbrengen van een nieuwe structurerende groen-


structuur met een knipoog naar het verleden
Een nieuwe structurerende groenstructuur als toekomstige
07 drager situeert zich centraal in de campus. Deze structuur
verdeelt de campus in een aantal kamers waarbinnen een
verschillend programma kan worden ondergebracht.

een samenhangende cluster van onderwijs en edu-


08 catie
He accent van de onderwijscluster is gesitueerd in het oosten
van de site waar vandaag eveneens het merendeel van de
onderwijsactiviteiten plaatsvindt. Door een compacte organi-
satie verloopt het onderwijsgebeuren zeer efficiënt.

het creëren van aantrekkelijke ontvangstruimtes


09 Het gezicht van de site is gericht naar de Bosstraat. Een aan-
tal (ver)groen(d)e ontvangstruimtes zijn identiteitsdragers
naar de omgeving en zijn de voorbode van het achterliggende
groene karakter.

64
OMGEVING OKTOBER 2014

een centraal en gestructureerd parkeerbeleid met


een gescheiden aanbod voor kort en lang parkeren
Het parkeeraanbod wordt gebundeld aan de Bosstraat. Lang-
10 parkeren is gesitueerd in het noorden van de campus terwijl
het kortparkeren (kiss ‘n ride) gebeurt op de plaats van de
bestaande parking.

een gemengde overgangszone waarin onderwijs en


11 zorg elkaar ontmoeten en versterken
Deze centrale zone bundelt infrastructuur en programma en
fungeert als overgangszone tussen onderwijs en zorg.

het aanwezige cultuurhistorisch waardevol patrimo-


nium beschermen, vitaal houden en inpassen in een
12 vernieuwde structuur
Een grote uitdaging voor dit masterplan is het afstemmen van
het toekomstige gebruik met het cultuurhistorisch waardevol
patrimonium.

65
06
ONTWERPEND ON-
DERZOEK
OMGEVING OKTOBER 2014

6. Ontwerpend onderzoek

6.1. Methodiek
De vooropgestelde concepten in het vorige hoofdstuk zijn de basis waarop het
ontwerpend onderzoek naar mogelijke (her)ontwikkelingen op de site zal gebeu-
ren. Dit onderzoek bestaat uit drie onderdelen.

afbakening van deelgebieden


Eerst worden ruimtelijke deelgebieden onderscheiden aan de hand van richting-
gevend structuren, duidelijke begrenzingen en ruimtelijk samenhangende gehe-
len. Deze indeling brengt de mogelijkheid met zich mee om een gedetailleerder
onderzoek te doen per deelgebied. De afbakening dient tevens als basis voor het
ontwikkelingsplan in het volgende hoofdstuk waarin voorwaarden zullen worden
opgemaakt waaraan nieuwe ontwikkelingen zullen moeten voldoen om tot een
kwalitatieve stedenbouwkundige invulling te komen gebaseerd op dit Masterplan.

ruimtelijk onderzoek per deelgebied


De ruimtelijke toetsing per deelgebied gebeurt in het tweede deel van het on-
derzoek. De bedoeling is uiteindelijk de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied te
onderkennen en te gebruiken om kwalitatieve voorstellen te genereren. Verschil-
lende opties worden voorgesteld en vergeleken.

gebruikersscenario’s
Een laatste stap in het ontwerpend onderzoek is het in kaart brengen van de
gebruikers van de site. Uit de programmatorische analyse van de gebruikers
komt een grote vraag naar bijkomende ruimte naar voren. Om alle behoeftes en
wensen in te vullen en een plaats te geven op de site zal onderzoek nodig zijn
naar de optimalisatie of herinvulling van het bestaande patrimonium en naar de
invulling van toekomstige bebouwing. Op basis van de inzichten verkregen in het
tweede onderdeel van het ontwerpend onderzoek, worden drie scenario’s voor de
volledige site geconcretiseerd en geëvalueerd aan de hand van vooropgestelde
criteria. Om de scenario’s op evenwaardige wijze te kunnen beoordelen wordt
per gebruiker een programma voorgesteld die in alle scenario’s wordt toegepast.

1
1 bestaande bebouwing en toevoeging van nieuwe richtinggevende
groenstructuren 69
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

6.2. Afbakening van deelgebieden


Overeenkomstig de methodiek worden eerst deelgebieden afgebakend met een
bijzonder ruimtelijke kenmerken, begrenzingen en gehelen. De twee oostelijk ge-
legen woonhuizen in eigendom van de congregatie worden niet meegenomen
in dit onderzoek, aangezien deze kleinschalig zijn en vanuit stedenbouwkundig
oogpunt deel uitmaken van het woonlint langsheen de Bosstraat. De deelgebie-
den die worden bepaald in dit onderdeel van het onderzoek betreffen juist zones
met een eigen ruimtelijk karakter die een duidelijk onafhankelijk geheel vormen.

6.2.1. Deelgebied 1

Het eerste deelgebied bevat het historisch zeer waardevolle patrimonium die een
duidelijke architecturaal geheel vormt. De educatieve beschermde landschaps-
tuin ten zuiden is duidelijk verbonden met deze bebouwing.
In zone 1bis staat het Sint-Michielsgebouw dat een buitenbeentje is in de archi-
tecturale verschijningsvorm van de bebouwing. Verschillende stijlen zijn aan deze
vleugel toegevoegd en de werkelijke historische erfgoedwaarde kan in vraag wor-
den gesteld.

6.2.2. Deelgebied 2

In deelgebied 2 ligt het stervormige woonzorgcentrum Huize Sinte-Angela en de


ruimte errond afgebakend door de kloostermuur en de groenassen.
Onderdeel zone 2bis bevindt zich tussen de kloostermuur en de oude route die
de Picknickhal met de verdwenen kiosk verbindt.

70
OMGEVING OKTOBER 2014

6.2.3. Deelgebied 3

Deelgebied 3 wordt gekenmerkt door de Villa en de Boerderij die samen een


apart architecturaal geheel vormen. De richtinggevende groenstructuren bake-
nen dit gebied af en geven een duidelijke begrenzing aan.
Zone 3bis komt tot stand op de plek waar de noordelijke kop van de Villa nog
deels overheen de groenstructuur komt.

6.2.4. Deelgebied 4

Deelgebied 4 is een feitelijke ‘restruimte’ van het Sint-Ceciliagebouw. Het is een


onderdeel van de onderwijszone vastgesteld in het voorgaande hoofdstuk Con-
cepten. Momenteel staat er een sanitair blok met bijhorende luifel en fietsenstal-
lingen. Dit gebied vormt een belangrijke toegangszone tot het schoolgebeuren.
Het wordt volledig begrensd door deelgebied 1 en de richtinggevende groen-
structuren.

6.2.5. Deelgebied 5

Deelgebied 5 is deels omringd door de dominante gevelrij van de beschermde


bebouwing van deelgebied 1. Het maakt deel uit van onderwijszone vastgesteld
in het voorgaande hoofdstuk Concepten. Deze huidige vrije ruimte fungeert nu
als parkeergebied en is deels gemeentelijke eigendom.
Belangrijke aandachtspunten voor dit gebied is het vrijwaren van de kenmer-
kende zichtassen naar het patrimonium en de creatie van een volwaardige ont-
vangstruimte.

6.2.6. Deelgebied 6

Het zesde en laatste deelgebied maakt deel uit van de woonzorg zone en wordt
sterk gedefinieerd door de centrale parkstructuur.
In zone 6bis staat het biologisch en ecologisch waardevol bosje met de gebeds-
grot en de Picknickhal.
Zone 6tris maakt feitelijk deel uit van de parkzone en wordt begrensd door de
organisch gegroeide Kastanjedreef.

1 1 indeling van de site in deelgebieden

71
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

?11

+3

?10

?9

?8

+2

?6
?7
?
?5

+1

?# missing links

circulatie

trappen en liften ?3

?4
1
1 ?2
1 ?1
1 bestaande (aaneengesloten) interne
1 2
circulatie per verdieping
2 schema van verdieping 1 met een
72 optimaal intern circulatiecircuit +0
OMGEVING OKTOBER 2014

6.3. Ruimtelijk onderzoek per deelgebied


In dit onderdeel van het ontwerpen onderzoek worden per
deelgebied de ruimtelijke potenties verder onderzocht. Hierbij
zal steeds worden gestreefd naar een invulling die de ruimte-
lijke draagkracht van de plek niet overstijgt. Er wordt per deel-
gebied in drie strategische stappen gewerkt.
Een eerste stap betreft het optimaliseren van het bestaande
waardvolle historische patrimonium. Naar duurzaam ruimte-
gebruik krijgen bestaande onbenutte ruimtes best eerst een
nieuwe kwalitatieve invulling vooraleer wordt overgegaan naar
de tweede strategische stap waar in de bestaande bouwenve-
loppe wordt gezocht naar een nieuwe ontwikkeling. Hierdoor
blijft het architecturale historische gegroeide geheel het best
bewaard. De derde en laatste stap is de meest radicale waarin
nieuwbouw op een andere positie en met een andere bouwen-
veloppe wordt onderzocht.

6.3.1. Deelgebied 1

In deelgebied 1 zal voornamelijk de eerste strategische stap


worden toegepast aangezien dit gebied de meest waardevolle
onderdelen van de site bevat. Het maakt volledig deel uit van
de onderwijscluster en wordt deels gebruikt door de congrega-
tie van de Zusters Usrulinen en de vzw Wintertuin.

bestaande patrimonium optimaliseren


Essentieel voor de bebouwing op deelgebied 1 is het histori-
sche circulatiepatroon op de eerste verdieping. Deze rijgt alle
vleugels als het ware aan elkaar. Een mogelijke optimalisatie
van het patrimonium hangt in sterke mate af van het versterken
van deze circulatie en het wegwerken van de missing links in
het systeem. Zo zijn er de missing links nummer 6 en 7 waar-
door een rechtstreekse verbinding tussen Sint-Ignatius en Sint-
Cecilia tot op heden niet mogelijk is. De missing link nummer 5
bevindt zich in de Pianogalerij waardoor de Sint-Ceciliavleugel
enkel te bereiken is door een verdieping te stijgen.
Indien al deze probleempunten kunnen worden weggewerkt,
kan een circulatiesysteem tot stand komen dat een grote ruim-
telijke flexibiliteit toelaat voor de diverse gebruiker. De kop-

73
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

pen van het circulatiesysteem krijgen de mogelijkheid om


toebedeeld te worden aan gebruikers die volledig onaf-
hankelijk kunnen functioneren ten opzichte van het Sint-
Ursula-Instituut, de grootste gebruiker van het historische
patrimonium. Nieuwe gebruikers kunnen dus ook een plek
vinden in deelgebied 1 indien ze kunnen aantakken op het
bestaande circulatiesysteem. Uitbreidingen zijn tevens
mogelijk zolang deze aansluiten op de verticale circula-
tiepunten.
De Kerk en onderliggende crypte liggen op een zeer stra-
tegische plek in de site. Het gebouw maakt deel uit van de
gemengde overgangszone en kan een grote representa-
tieve rol vervullen langsheen de Bosstraat.

bestaande situatie vanuit zuiden

nieuwbouw in bestaande bouwenveloppe


Het Sint-Michielsgebouw staat eveneens op een strate-
gische plek. De ruimtelijke kwaliteiten van het gebouw
kunnen echter sterk in vraag worden gesteld, waardoor
nieuwbouw wel te verantwoorden is in deelgebied 1bis.
De grootste historische eigenschap is echter de inplanting
die past in het organisch gegroeide bebouwingspatroon.
In deze strategische stap wordt onderzocht wat de moge-
lijkheden zijn van een nieuwbouwproject die dezelfde bou-
wenveloppe als het huidige Sint-Michielsgebouw heeft.
De minimale variant telt drie tot vier bouwlagen en heeft
een gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 3.460m². Dit
is circa 200m² meer dan de bestaande Sint-Michielsvleu-
minimale variant gel en tevens kan dit in een lager bouwvolume tot stand
komen.
De maximale variant telt drie tot vier bouwlagen en heeft
een gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 4.025m².
Hier is het bouwvolume breder dan de vorige variant, maar
de bouwhoogte is wel dezelfde.

maximale variant

74
OMGEVING OKTOBER 2014

bestaande situatie vanuit westen

nieuwbouw op andere plek


De meest radicale strategische stap is een nieuwbouwpro-
ject op een nieuwe plek die eerder nooit bebouwd is ge-
weest.
Een eerste voorstel omvat de inplanting van een sporthal
die aansluit op de zuidelijke kop van Sint-Michiels. De hal
heeft een bruto vloeroppervlakte van 1.000m² en een leng-
te van 40m, een breedte van 25m en een hoogte van 8m.
Deze toevoeging hoort thuis in de lijn van het historisch ge-
groeide bebouwingspatroon doordat verder wordt gebouwd
met aantakking op het circulatiesysteem van verdieping 1.
Er wordt tevens een nieuwe groene ‘tuinkamer’ gecreëerd
die als voorplein van de Kerk kan fungeren.
toevoeging sportinfrastructuur Het tweede voorstel omvat de volledige afbraak van het Sint-
Michiels gebouw en de inplanting van een nieuwbouwpro-
ject die ook voorgaande ruimtelijke eigenschappen bevat.
Dit projectvoorstel telt maximaal vier bouwlagen en heeft
een totale bruto vloeroppervlakte van 7.257m². Het achter-
ste deel is verheven boven de grond en kan dienen als over-
dekte buitenruimte, waardoor het zicht op de Kerk vanuit het
zuiden deels wordt bewaard. Hier is het zeer belangrijk dat
de nieuwe bebouwing een zeer doordachte architectuurtaal
moet hanteren om onderdeel te kunnen vormen met het be-
staande waardevolle patrimonium.

maximale nieuwbouw

75
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

bestaande situatie vanuit noorden suprapositie van een derde bouwlaag

aanbreien vrijstaande objecten

verheven boven parking

76
OMGEVING OKTOBER 2014

6.3.2. Deelgebied 2

Deelgebied 2 is ruimtelijk begrensd door de richtinggevende


groenstructuren, de Kastanjedreef en de kloostermuur. Het
maakt integraal deel uit van de zone (zorg)wonen.
Aangezien het huidige Sint-Angela geen voorbeeld is van goe-
de stedenbouwkundige inplanting en er geen enkele ruimtelijke
relatie wordt gelegd met de omliggende gebouwen zal de stra-
tegische stap ‘nieuwbouw in bestaande bouwenveloppe’ niet
van toepassing zijn in dit deelgebied. In zone 2bis is aangera-
den om geen bebouwing te voorzien om de oude route vanuit
de Picknickhal terug tot recht te laten komen.

bestaande patrimonium optimaliseren


De Sint-Angela vleugel is recentelijk opnieuw ingericht, dus
een grotere optimalisatie is op korte termijn niet van toepas-
sing. Een externe optimalisatie kan wel gebeuren door de toe-
voeging van een extra bouwlaag aangesloten op de bestaande
verticale circulatiepunten. Zo wordt een extra bruto vloeropper-
vlakte van 2.190m² gegenereerd.

nieuwbouw op andere posities


In de optie ‘aanbreien’ worden 3 uitbreidingen voorzien op de
koppen van de vleugels van het Sint-Angela gebouw. Deze
nieuwe delen sluiten aan op de bestaande verticale circula-
tiepunten. De nieuwe gevels liggen in dezelfde lijn als de
hoofdstructuren die deelgebied 2 begrenzen. De toevoegin-
gen maken hierdoor deel uit van het algemene concept van
de ‘kloosterkamers’ die overal op de site terug zijn te vinden.
De ruimtelijke afbakening tegenover de Sint-Michielsvleugel
creëert een nieuw voorplein tegenover de hoofdingang van de
Kerk. Dit voorstel bestaat uit maximaal drie bouwlagen en heeft
een totale bruto vloeroppervlakte van 4.280m².
Om een duidelijker onderscheid te maken tussen het RVT-
gebeuren in Sint-Angela en toekomstige andere zorgfuncties
wordt in de variant ‘vrijstaande objecten’ geopteerd voor een
duidelijke ruimtelijke scheiding tussen de bouwvolumes. Het
grote voordeel van deze configuratie is dat de zichten vanuit
de bestaande kamers behouden kunnen blijven en dat er nog
steeds een gevoel van open ruimte kan bestaan in op deelge-
bied 2. De nieuwe bebouwing ligt ‘verstrooid’ over het gebied
en kan zo optimaal worden georiënteerd. Deze optie bestaat
uit maximaal drie bouwlagen en heeft een totale bruto vloerop-
pervlakte van 4.925m².
De optie ‘verheven boven parking’ gaat uit van een optimaal
ruimtegebruik door de nieuwe zorgfuncties te stapelen boven-
op de nieuwe parkeerzone vooraan het Sint-Angela gebouw.
Dit geeft de mogelijkheid om een nieuwe en representatieve
voorzijde aan het (zorg)woon gebeuren te geven. De totale
bruto vloeroppervlakte van dit voorstel bedraagt 2.400m² en
telt 2 bouwlagen die circa 4m boven het maaiveld zijn verhe-
ven.
77
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

+2

bestaande situatie vanuit noorden

?
?

+1

?
?

+0
? missing links

circulatie

trappen en liften

1
1
1 bestaande (aaneengesloten) circulatie per verdieping
1 2 2 schema met aanduiding van de missing links tussen verticale circulatiepunten

78
OMGEVING OKTOBER 2014

6.3.3. Deelgebied 3

Dit gebied wordt momenteel gebruikt door het Sint-Ursula-In-


stituut en wordt gekenmerkt door de Villa en de Boerderij die
samen een apart architecturaal geheel vormen. Een ruimtelijke
begrenzing door de richtinggevende groenstructuren is logisch
en heeft als gevolg dat de inplanting van nieuwe bebouwing
ruimtelijk niet gewenst is. Een volwaardige nieuwbouw zou te
dicht bij het bestaande erfgoed staan en belangrijke zichtassen
vanop de hoofddreven beperken. Aangezien tevens het patri-
monium gelegen in deelgebied 3 beschermd is, zullen de stra-
tegische stappen ‘nieuwbouw in bestaande bouwenveloppe’ en
‘nieuwbouw op andere posities’ hier niet van toepassing zijn.

bestaande patrimonium optimaliseren


De bestaande bebouwing bevat grotendeels onderbenutte
bergruimtes en leegstaande lokalen. Vooral de lokalen op de
noordelijke kop van de Villa kennen de grootste bezetting.
Deze bebouwing telt nochtans potentieel de grootste bruto-
vloeroppervlakte die direct kan worden ingevuld, mits aanpas-
singen van de lokalen aan de huidige bouwtechnische eisen en
brandpreventienormen.
Hierbij speelt de bestaande circulatie een cruciale rol. Nieuwe
verbindingen tussen de verticale stijgpunten kunnen bijdragen
tot een flexibelere invulling van het gebouw die voorziet in vol-
doende vluchtwegen. Grotere functies kunnen dan ook worden
ondergebracht in het waardevolle patrimonium aangezien door
een coherent circulatiesysteem ook het beheer van een ge-
bouw wordt vereenvoudigd en het overzicht over de gebruikers
verbeterd. De missing links worden hieronder schematisch
weergegeven.
Een doordacht systeem van ontsluiting voor het geheel dat de
Villa en Boerderij vormen zal toelaten om de gebouwen opti-
maal te herbruiken.

?
?
? ?

79
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

6.3.4. Deelgebied 4

Deelgebied 4 is een ‘restruimte’ die wordt gevormd door de


beschermde delen van deelgebied. Deze ruimte speelt een be-
langrijke rol als toegangszone voor de zwakke weggebruikers.
Aangezien er geen huidige bebouwing is, zijn de strategische
stappen ‘bestaande patrimonium optimaliseren’ en ‘nieuwbouw
in bestaande bouwenveloppe’ niet van toepassing.

nieuwbouw op andere posities


In deelgebied 4 is enkel randbebouwing langs de perceels-
grens ruimtelijk te verantwoorden om geen confrontatie aan te
gaan met het historische karakter van de Sint-Cecilia vleugel.
In dit voorstel wordt een sporthal toegevoegd naast de toe-
gangspoort tot de site. De hal wordt deels verzonken onder
het maaiveld om de ruimtelijke impact van dit acht meter hoge
gebouw te beperken. De hal heeft een bruto vloeroppervlakte
van 1.000m² en een lengte van 40m op een breedte van 25m.
De gevels van dit nieuwe gebouw kunnen worden ingezet als
signalisatie voor het Sint-Ursula-Instituut en deel uitmaken van
de kloostermuur. De mogelijkheid bestaat om de hal op land-
schappelijke wijze door middel van groene taluds te laten deel
uitmaken van de naastliggende botanische parkkamer.

bestaande situatie vanuit zuidwesten toevoeging van verzonken sportinfrastructuur

80
OMGEVING OKTOBER 2014

6.3.5. Deelgebied 5

Deelgebied 5 is een open ruimte die voornamelijk wordt gedo-


mineerd door de historische gevelpartijen die het gebied als
het ware omsingelt.
Aangezien er geen huidige bebouwing is, zijn de strategische
stappen ‘bestaande patrimonium optimaliseren’ en ‘nieuwbouw
in bestaande bouwvolume’ niet van toepassing.

nieuwbouw op andere posities


Een eerste optie bestaat erin langsheen de perceelgrens lang-
werpige bebouwing te voorzien die deze achterkanten afwerkt
en samen met het historische patrimonium een kader vormt
voor deze plek. De nieuwe bebouwing telt maximaal 3 bouw-
lagen en heeft een totale bruto vloeroppervlakte van 1.440m².
Belangrijke voor een optimale inpassing in de historische con-
text is een zeer kwalitatieve architecturale vormgeving die op
hedendaagse wijze een antwoord kan bieden op het tegen-
overliggende dominante erfgoed. Ook zal verder overleg met
de gemeente noodzakelijk zijn aangezien zij eigenaar zijn van
de helft van deelgebied 5.
Een tweede optie van dit ontwerpend onderzoek is de positi-
onering van een kleinschalige sporthal. Hier heeft de hal een
bruto vloeroppervlakte van 1.000m² en een lengte van 40m,
een breedte van 25m en een hoogte van 8m. Het gebouw staat
op 3m van de perceelsgrens en werkt deels de achterkanten
van het deelgebied af.
Hierbij is een nederige architectuurtaal noodzakelijk om het ge-
bouw te positioneren tegenover de historische gevelpartijen.
Door toevoeging groene gevelpartijen en/of groendaken kan
wordt getracht de ruimtelijke impact van deze ‘black box’ te
reduceren.

81
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

Een derde en laatste variant op deelgebied 5 gaat uit van


een maximalisatie van de randbebouwing door een sport-
hal en bovenliggende bouwlagen te voorzien. In het kader
van duurzaam ruimtegebruik is het stapelen van diverse
functies aangeraden.
In dit voorstel bedraagt de oppervlakte van de sporthal
720m² en heeft ze een hoogte van 7m. De andere delen
van de bebouwing tellen maximaal 4 bouwlagen en heb-
ben een gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van 1.650m².
Een grotere sporthal is in deze optie ruimtelijk moeilijk te
verantwoorden aangezien het geheel al een vrij massieve
indruk nalaat. Er moet dan ook met grote zorg worden ge-
keken naar de architecturale relatie die zo’n multifunctio-
neel gebouw kan aangaan met het omliggende erfgoed.

bestaande situatie vanuit noordoosten toevoeging randafwerking

combinatie randafwerking met kleinere sportinfrastructuur toevoeging sportinfrastructuur

82
OMGEVING OKTOBER 2014

6.3.6. Deelgebied 6

Dit deelgebied wordt voornamelijk gekenmerkt door zijn open


groene ruimte en de waardevolle groenstructuren en parkor-
namenten.
Aangezien er, buiten de waardevolle parkornamenten, geen
functioneel bruikbare bebouwing voorhanden is, zijn de stra-
tegische stappen ‘bestaande patrimonium optimaliseren’ en
‘nieuwbouw in bestaande bouwvolume’ niet van toepassing.

nieuwbouw op andere posities


Ter vervollediging van de woningrij langs Vinkenhofstraat kun-
nen nieuwe ‘parkwoningen’ worden gepland ten zuidwesten
van deelgebied 6. De nieuwe bebouwing is, vanuit morfolo-
gisch oogpunt een verlengstuk van de Villa en Boerderij en
verlengt de L-vorm die de bestaande gebouwen vormen.
Aangezien deze zone op het Gewestplan staat ingekleurd als
parkgebied zal de opmaak van een Ruimtelijk UitvoeringsPlan
noodzakelijk zijn.
In totaal kunnen circa 19 wooneenheden worden voorzien met
elk een bruto vloeroppervlakte van 145m².

bestaande situatie vanuit westen parkwoningen

83
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

6.4. Gebruikersscenario’s

6.4.1. Programma

De ruimtebehoefte van alle gebruikers is in dit hoofdstuk in


kaart gebracht aan de hand van de bevragingen gebeurd
in het onderdeel programmatorische analyse. De gedetail-
leerde oppervlaktetabellen zijn per gebruiker terug te vinden
op de volgende pagina’s.
Dit programma is samengesteld aan de hand van geijkte
berekeningsmethodes toegepast door officiële instanties of
aan de hand van ervaringen uit referentieprojecten. Hetzelf-
de programma zal voor elke scenario worden gebruikt om
een evenwichtige vergelijking mogelijk te maken.
Deze theoretische herindeling ten opzichte van de bestaan-
de situatie heeft de mogelijkheid om nieuwe inzichten te ver-
schaffen en om de huidige gang van zaken te evalueren.
Nieuwe gebruikersmogelijkheden en samenwerkingen kun-
nen op deze wijze tot stand komen

congregatie zusters ursulinen


De Zusters Ursulinen wensen hun woongemeenschap te be-
houden, liefst in de Sint-Michielsvleugel. Ze maken gebruik
van de bestaande gebedsruimte in Huize Sinte-Angela.
Het programma gaat uit van twintig personen die elk een
privaat vertrek hebben. De oppervlaktes zijn grotendeels ge-
baseerd op de indeling van het Sint-Michielsgebouw.

vzw Borgerstein
De huidige bezetting van Sint-Angela bedraagt 65 units.
Voor een uitbreiding met andere soorten zorgfuncties is in
dit masterplan uitgegaan van de helft extra units. Dit bete-
kent echter een verdubbeling van de vloeroppervlakte.

84
OMGEVING OKTOBER 2014

Sint-Ursula-Instituut
Het Instituut heeft de grootste ruimtebehoefte van alle gebrui-
kers. Allereerst is er de nood aan een degelijk uitgeruste sport-
hal. In vergelijking met andere referentieprojecten is hiervoor
toch al een bruto vloeroppervlakte van 1.680 m² nodig.
Een tweede toekomstige functie is een internaat. Er werden
vanuit de school geen exacte aantallen hiervoor meegedeeld.
Om het programma te kunnen opstellen werd uitgegaan van
een capaciteit van 50 personen. Voor de gemeenschappelijke
lokalen kan in principe ook de bestaande infrastructuur van ref-
ters en keukens worden gebruikt.
De laatste gewenste functie is OV4 type 3.onderwijs. Hiervoor
is uitgegaan van een honderdtal leerlingen. Hierbij is ook een
meervoudig ruimtegebruik mogelijk door gebruik te maken van
bestaande faciliteiten in het Sint-Ursula-Instituut.

vzw wintertuin
Deze vzw wenst een volwaardig vergader- en congrescentrum
uit te bouwen die een structurele bron van inkomsten kan vor-
men voor het beheer van het waardevolle patrimonium. Voor
de samenstelling van het programma en bijhorende vloerop-
pervlaktes is uitgegaan van lokalen van verschillende groottes
die de mogelijkheid bieden om verhuurd te worden.

ruimtebehoefte Congregatie: woongemeenschap 1.215m² bvo

ruimtebehoefte Sint-Ursula-Instituut: internaat 2.660m² bvo

ruimtebehoefte Sint-Ursula-Instituut: BUSO 2.165m² bvo

ruimtebehoefte Sint-Ursula-Instituut: sporthal 1.680m² bvo

ruimtebehoefte vzw Borgerstein: uitbreiding zorg 2.925m² bvo

ruimtebehoefte vzw Wintertuin: vergader- en congrescentrum 1.150m² bvo


85
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS URSULINEN


woongemeenschap voor 20 personen
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
leefruimte 120 1 120
eetruimte 60 1 60
keuken 30 1 30
spreekkamer 20 1 20
sanitair 15 1 15
private vertrekken slaapkamer 20 20 400
badkamer 6 20 120
rustruimte 10 20 200
personeel (3 pers.) refter 20 1 20
kleedruimte 10 1 10
sanitair 10 1 10
berging en technieken 50 1 50
circulatie en inkom (15% totale bvo) 160

totaal (m² bvo) 1.215

SINT-URSULA-INSTITUUT
onderwijs OV4 type 3 (BUSO) 100 leerlingen
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
leslokalen 60 10 600
sanitair leerlingen 50 1 50
keuken 75 1 75
refter 150 1 150
time-out ruimte 20 1 20
multifunctionele ruimte 200 1 200
ziekenboeg 20 1 20
leerkrachten (10 pers.) leraarskamer 30 1 30
sanitair 15 1 15
bureau 15 3 45
berging en technieken 100 1 100
circulatie en inkom (20% totale bvo) 260
overdekte speelplaats 600 1 600

totaal (m² bvo) 2.165

vzw BORGERSTEIN
uitbreiding zorg met 35 units
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
ROB - kamer 45 15 675
assistentiewoning 90 10 900
aanleunwoning 135 10 1350
circulatie inbegrepen in bvo

86 totaal (m² bvo) 2.925


OMGEVING OKTOBER 2014

SINT-URSULA-INSTITUUT
internaat voor 50 personen
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
leefruimte 300 1 300
eetruimte 150 1 150
keuken 75 1 75
sanitair 35 1 35
private vertrekken slaapkamer 15 50 750
badkamer 6 50 300
rustruimte 8 50 400
personeel (5 personen) refter 30 1 30
kleedruimte 15 1 15
sanitair 15 1 15
slaapkamer 15 5 75
badkamer 6 5 30
rustruimte 8 5 40
berging en technieken 100 1 100
circulatie en inkom (15% totale bvo) 345

totaal (m² bvo) 2.660

SINT-URSULA-INSTITUUT
sporthal
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
zaal (45x25x8m) 1125 1 1125
kleedruimte 30 6 180
sanitair 50 1 50
ziekenboeg 20 1 20
berging en technieken 150 1 150
circulatie en inkom (10% totale bvo) 155

totaal (m² bvo) 1.680

vzw WINTERTUIN
vergader- en congrescentrum
standaard bvo (m²) aantal (st) totaal bvo (m²)
kantoren 20 5 100
vergaderzalen 50 2 100
congresruimte 250 1 250
tentoonstellingsruimte 300 1 300
erfgoeddepot 200 1 200
berging en technieken 50 1 50
circulatie en inkom (15% totale bvo) 150

totaal (m² bvo) 1.150 87


MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

6.4.2. Scenario’s

scenario 1

CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

In dit scenario verhuist de woongemeenschap van de Zuster Ursulinen naar deel-


gebied 5. Hier komt een nieuwbouwproject met een bruto vloeroppervlakte van
1.440m². Dit geeft de gelegenheid aan de Zusters om op een eerder privatere
plek op de campus te verblijven zonder middenin het schoolgebeuren te vertoe-
ven. Tevens kan verblijf worden voorzien met de meest hedendaagse technieken
en accommodatie.
De twee woonhuizen langs de Bosstraat worden in dit voorstel verhuurd op de
private markt. Dit genereert een extra vast inkomen voor de woongemeenschap.
De parkelementen zoals de Picknickhal blijven in het gebruik van de Congregatie,
aangezien enkele plekken belangrijke gebedsplekken zijn.

vzw BORGERSTEIN

De vzw borgerstein kan in dit voorstel het bestaande gebouw uitbreiden met twee
kopgebouwen die aansluiten op de bestaande circulatiesystemen. Een derde los-
staande gebouw is geschikt voor andere soorten van zorgfuncties die niet RVT-
gerelateerd zijn. Alles samen wordt hierdoor een extra bruto vloeroppervlakte
van 3.395m² inclusief interne circulatie gerealiseerd. De hoofdidee achter deze
inplanting is de vorming van extra ‘parkkamers’ door de gebouwen zoals ze in het
verleden meermaals tot stand zijn gekomen.

vergader- en
congrescentrum
uitbreiding zorg

erfgoeddepot

internaat
adminstratie
sport
BUSO

WVO

woongemeenschap

88
OMGEVING OKTOBER 2014

SINT-URSULA-INSTITUUT

De ruimtebehoefte van het Sint-Ursula-Instituut wordt in dit scenario op drie plaat-


sen opgelost. Het programma van het buitengewone onderwijs vindt een plek in
de Villa. Dit gebouw heeft een bruto vloeroppervlakte van 1.930m² wat iets min-
der is dan de ruimtebehoeftestudie gemaakt in vorig hoofdstuk. Het voordeel van
de locatie van de Villa is dat deze bebouwing fysiek gescheiden staat ten opzichte
van de hoofdbebouwing op deelgebied, wat de controle op de leerlingen van het
BUSO vereenvoudigt. Een uitbreiding is mogelijk in de naastgelegen Boerderij.
In dit gebouw kan ook het Volwassenenonderwijs (WVO) worden georganiseerd.
Het Sint-Michielsgebouw kan de internaatsfunctie bevatten. Het gebouw is iets
groter dan de ruimtebehoefte, maar is wel al optimaal ingedeeld voor een ver-
blijfsfunctie en kan autonoom functioneren. Het gelijkvloerse niveau kan eventu-
eel een overdekte speelplaats voor de eerste graad bevatten.
Aansluitend op het Sint-Michielsgebouw wordt een sporthal gepland die de ‘park-
kamer’, reeds vormgegeven door de zorguitbreiding, afwerkt. De bruto vloerop-
pervlakte van dit volume bedraagt 1.000m², dit is minder dan de ruimtebehoefte
vereist, maar extra functies kunnen worden opgenomen op het gelijkvloerse ni-
veau van het Sint-Michielsgebouw.

vzw WINTERTUIN

De bestaande Sint-Ignatiusvleugel wordt niet optimaal benut door de vzw Win-


tertuin. In dit scenario worden verdieping 1 en 2 toebedeeld aan de administratie
van het Sint-Ursula-Instituut. Deze plek geeft aan deze functies een grotere re-
presentatievere waarde dan de huidige positie in het gebouw van de oude Nor-
maalschool. De bovenste verdieping van Sint-Ignatius blijft echter in gebruik van
de vzw Wintertuin en kan worden ingericht als erfgoeddepot.
De ruimtebehoefte naar een volwaardig vergader- en congrescentrum kan wor-
den ingevuld in de Kerk en onderliggende Crypte die dicht bij de toekomstige par-
keerzone gelegen zijn. Deze gebouwen worden ook optimaal toegankelijk door
de groene hoofdas die de campus doorsnijdt. De Kerk kan hierdoor een centrale
en representatieve functie krijgen op de campus.

Congregatie van de Zusters Ursulinen: 2.165m² bvo (exclusief parkelementen) = -46%

vzw Borgerstein: 7.185m² bvo = +89%

Sint-Ursula-Instituut: 30.685m² bvo = +21%

vzw Wintertuin: 4.885m² bvo = -30%

overige bebouwing

1 89
1 scenario 1: ruimtelijke invulling van de gebruikers
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

scenario 2

CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

In dit scenario verhuist de woongemeenschap van de Zuster Ursulinen naar de


Villa in deelgebied 3. Dit gebouw staat centraal op de campus en geeft de Zusters
Ursulinen nog de kans om zichtbaar aanwezig te zijn op het domein. Ook zijn de
diverse gebedsplekken op vrij korte afstand bereikbaar. De reconversie van de
Villa laat toe om de verdiepingen de private vertrekken te voorzien. De gemeen-
schappelijk delen kunnen plaatsvinden op de noordelijke kop van het gebouw.
De totale bruto vloeroppervlakte van 1.930m² is groter dan de behoefte, maar de
reconversie van een bestaand gebouw kan meer ruimte vragen dan voorzien in
een nieuwbouwproject.
De twee woonhuizen langs de Bosstraat worden in dit voorstel verhuurd op de
private markt. Dit genereert een extra vast inkomen voor de woongemeenschap.
De parkelementen zoals de Picknickhal blijven in het gebruik van de Congregatie,
aangezien enkele plekken belangrijke gebedsplekken zijn.

vzw BORGERSTEIN

De vzw borgerstein kan in dit voorstel het bestaande gebouw met een extra
bouwlaag die aansluit op de interne circulatie stijgpunten. Deze tweede verdie-
ping genereert een bruto vloeroppervlakte van 2.190m². Om te voldoen aan de
vooropgestelde ruimtebehoefte kan de Boerderij worden ingeschakeld in de zorg-
functies. Dit gebouw kan andere vormen van zorg herbergen en beslaat circa
1.615m² bvo.

vergader- en
congrescentrum
uitbreiding zorg

WVO
erfgoeddepot

ontvangst bezoeken
adminstratie

BUSO

woongemeenschap

uitbreiding zorg internaat

sport
90
OMGEVING OKTOBER 2014

SINT-URSULA-INSTITUUT

Het programma van het buitengewone onderwijs vindt in dit scenario een plek in
de onderste 2 bouwlagen van het Sint-Michielsgebouw. De twee verdiepingen
samen hebben een bruto vloeroppervlakte van 1.835m². Dit is circa 350m² min-
der dan de ruimtebehoefte. Er kan dan ook worden geopteerd om de Crypte te
gebruiken als overdekte speelplaats voor zowel het BUSO als de eerste graad
van het andere onderwijs. De Sint-Michielsvleugel staat op het uiteinde van deel-
gebied 1 waardoor een fysieke afscheiding ten opzichte van het andere school-
gebeuren mogelijk wordt.
De sporthal wordt halfverzonken in deelgebied 4 gepland. De bruto vloeropper-
vlakte van dit volume bedraagt 1.000m², dit is minder dan de ruimtebehoefte
vereist, maar een groter bouwvolume zou een te massieve impact hebben op het
historisch waardevolle patrimonium van Sint-Cecilia. Daarom is de sporthal ook
4m verzonken onder het maaiveld om het beeld op het architecturale geheel van
het Instituut niet te verstoren.
De internaatsfunctie wordt voorzien in een nieuwbouwproject aan de rand van
deelgebied 5 Het gebouw telt maximaal drie bouwlagen en heeft een bruto vloer-
oppervlakte van 2.540m². Dit komt overeen met de vooropgestelde ruimtebe-
hoefte. Een nieuwbouw internaat heeft als logisch voordeel dat de voorzieningen
beantwoorden aan de hedendaagse normen en brandweervoorschriften.

vzw WINTERTUIN

In dit scenario worden verdieping 1, 2 en 3 van de Sint-Ignatiusvleugel toebedeeld


aan de administratie van het Sint-Ursula-Instituut. Deze plek geeft aan deze func-
ties een grotere representatieve waarde dan de huidige positie in het gebouw van
de oude Normaalschool. Het geplande erfgoeddepot op de derde verdieping van
Sint-Ignatius, circa 765m², krijgt een volwaardige plek op de bovenste verdieping
van het Sit-Michielsgebouw, circa 715m².
De verdieping onder dit erfgoeddepot kan deel uitmaken van het volwaardig
vergader- en congrescentrum die ook deels in de Kerk kan plaatsvinden. Deze
gebouwen liggen centraal in de campus en vanuit het Sint-Michielsgebouw kan
aan de bezoekers een totaalbeeld worden gegeven van de site. Het kan tevens
fungeren als ontvangstgebouw voor geleide bezoeken. De tweede verdieping en
de Kerk hebben samen een bruto vloeroppervlakte van 2.045m².

Congregatie van de Zusters Ursulinen: 2.655m² bvo (exclusief parkelementen) = -34%

vzw Borgerstein: 7.595m² bvo = +100%

Sint-Ursula-Instituut: 31.285m² bvo = +23%

vzw Wintertuin: 4.280m² bvo = -39%

overige bebouwing

1 91
1 scenario 2: ruimtelijke invulling van de gebruikers
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

scenario 3

CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

In dit scenario blijft de woongemeenschap van de Zuster Ursulinen in de onder-


ste twee bouwlagen van het Sint-Michielsgebouw. De bovenste 2 verdiepingen,
waarvan verdieping 3 gedeeltelijk staat, kunnen worden vrijgemaakt voor een
andere functie. De ruimtebehoefte van 1.215m² bvo voor de woongemeenschap
past in de bestaande bebouwing die voor het gelijkvloerse niveau en verdieping
1 samen circa 1.835m² bedraagt
De Kerk wordt terug aan de Congregatie van de Zusters Ursulinen toebedeeld.
Deze kunnen naargelang de vraag de ruimte openstellen voor de andere gebrui-
kers op de campus.
De twee woonhuizen langs de Bosstraat worden in dit voorstel verhuurd op de
private markt. Dit genereert een extra vast inkomen voor de woongemeenschap.
De parkelementen zoals de Picknickhal blijven in het gebruik van de Congregatie,
aangezien enkele plekken belangrijke gebedsplekken zijn.

vzw BORGERSTEIN

De uitbreiding van de zorg gebeurt in dit voorstel op twee plekken. Enerzijds kan
bovenop de geplande parkeerzone een verheven gebouw worden voorzien dat
het ritme van de parkeervakken volgt en dus een nieuwe voorkant kan creëren
naar de Bosstraat toe. Anderzijds kan een alleenstaande uitbreiding worden voor-
zien ten westen van Sint-Angela. Samen bedraagt de bruto vloeroppervlakte van
deze zorguitbreiding circa 3.040m². Het geeft de mogelijkheid om in deze nieuwe
vleugels andere vormen van zorgwonen aan te bieden.

vergader- en

uitbreiding zorg congrescentrum

internaat

internaat

adminstratie

woongemeenschap

BUSO
erfgoeddepot

WVO
sport

92
OMGEVING OKTOBER 2014

SINT-URSULA-INSTITUUT

Het programma van het buitengewone onderwijs vindt in dit scenario een plek in
de Villa. Dit gebouw heeft een bruto vloeroppervlakte van 1.930m² wat iets min-
der is dan de ruimtebehoeftestudie gemaakt in vorig hoofdstuk. Het voordeel van
de locatie van de Villa is dat deze bebouwing fysiek gescheiden staat ten opzichte
van de hoofdbebouwing op deelgebied, wat de controle op de leerlingen van het
BUSO vereenvoudigd. Een uitbreiding is mogelijk in de naastgelegen Boerderij.
In dit gebouw kan ook het Volwassenenonderwijs (WVO) worden georganiseerd.
De internaatsfunctie wordt voorzien in de bovenste 2 bouwlagen van het Sint-Mi-
chielsgebouw. De twee verdiepingen samen hebben een bruto vloeroppervlakte
van 1.460m². De overige 1.200m² kan worden gerealiseerd op de bovenste ver-
dieping van de oude Normaalschool die 1.525m² bedraagt. Deze ingreep ver-
kleint wel het aantal leslokalen. Door de administratie van het instituut op de ver-
diepingen van Sint-Ignatius onder te brengen, kan de vrijgekomen ruimte worden
geoptimaliseerd om nieuwe lokalen te creëren in de onbenutte ruimtes.
De sporthal wordt op deelgebied 5 ingeplant. De bruto vloeroppervlakte van dit
volume bedraagt 1.000m², dit is minder dan de ruimtebehoefte vereist, maar een
groter bouwvolume zou een te massieve impact hebben op het historisch waar-
devolle patrimonium van de omliggende bebouwing. Een kwalitatieve architec-
tuur is hier essentieel.

vzw WINTERTUIN

In dit scenario worden verdieping 1, 2 en 3 van de Sint-Ignatiusvleugel toebe-


deeld aan de administratie van het Sint-Ursula-Instituut. Het geplande erfgoedde-
pot op de derde verdieping van Sint-Ignatius, circa 765m², krijgt een volwaardige
plek deels in de Congozaal en deels in de lokalen ernaast. Hierdoor wordt ook
een fysieke link gemaakt met de pianogalerij die zo eenvoudiger te bezoeken is
tijdens de schooluren.
De Parketzaal kan samen met de nabijgelegen Crypte deel uitmaken van het
gewenste vergader- en congrescentrum. Samen bedraagt de totale bruto vloer-
oppervlakte circa 1.900m². Beide delen zijn centraal gelegen aan de bosstraat en
liggen vlakbij de toekomstige parkeerzone.

Congregatie van de Zusters Ursulinen: 3.860m² bvo (exclusief parkelementen) = -4%

vzw Borgerstein: 6.830m² bvo = +80%

Sint-Ursula-Instituut: 29.510m² bvo = +16%

vzw Wintertuin: 4.525m² bvo = -35%

overige bebouwing

1 93
1 scenario 3: ruimtelijke invulling van de gebruikers
07
ONTWIKKELINGS-
PLAN
6

3
2

1
4

5
OMGEVING OKTOBER 2014

7. Ontwikkelingsplan

7.1. Strategie
Alle voorgaande hoofdstukken toonden een onderzoek dat de mogelijkheden
aantoont om de campus van de Zusters Ursulinen uit te bouwen tot een duur-
zame, samenhangende en aantrekkelijke site. Het resultaat van dit onderzoek
is samengebracht in een toekomstbeeld voor de integrale campus. De laatste
opgave van dit masterplan is de voorstelling van een ontwikkelingsplan en bij-
horende strategie. Een plan van aanpak om doorheen een jarenlange en gefa-
seerde uitvoering te evolueren tot een samenhangende en kwalitatieve campus.
Een robuuste strategie opbouwen voor jarenlange ontwikkeling betekent het on-
derscheid maken tussen de essentiële componenten en de eerder suggestieve
componenten van het toekomstbeeld. Bovendien vereist een goed masterplan
ook een suggestie naar fasering. Op welke plek starten het best de ontwikkeling
en welke aspecten kunnen of moeten op langere termijn worden gezien.
Vanuit dit uitgangspunt neemt dit masterplan drie belangrijke elementen op bin-
nen deze strategie:
-- Een bindend kader dat zich vooral toespitst op de niet bebouwde ruimte
-- Het aanduiden van de deelgebieden waarin bebouwing kan opgericht worden
volgens de stedenbouwkundige regels per ontwikkelingsveld
-- Een hypothese van fasering met aanduiding van belangrijke mijlpalen in de
ontwikkeling

7.2. Bindend ruimtelijk kader


Het bindend kader bestaat uit de nieuwe ruimtelijke structuur, de ruimtelijke dra-
gers van de toekomstige campus.

7.3. De deelgebieden
Vervolgens worden per deelgebied stedenbouwkundige spelregels opgesomd
waaraan nieuwe ontwikkelingen moeten voldoen.

7.4. Fasering
Een duidelijke fasering en mijlpalenplan brengen duidelijkheid en een kans om op
lange termijn ontwikkelingen te plannen.

Het ontwikkelingsplan zal tot stand komen na overleg met alle gebruikers van
de site. Hun inbreng na de lezing van de gebruikersscenario’s in hoofdstuk 6 zal
essentieel zijn om tot een gedragen en evenwichtig toekomstplan te komen. Een
aanzet tot ontwikkelingsplan wordt in punt 7.5. behandeld.

1
1 bestaande bebouwing en toevoeging van nieuwe richtinggevende
groenstructuren en deelgebieden 97
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

7.5. Aanzet tot ontwikkelingsplan


Uit de drie gebruikersscenario’s van hoofdstuk 6 kunnen al volgende vaststel-
lingen worden gedistilleerd.

CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

De woongemeenschap blijft best in het Sint-Michielsgebouw om het contact met


de site niet te verliezen en om de centrale rol van de congregatie op het domein te
bestendigen. Het gebouw is in zijn geheel een polyvalente schakel op de site (1)
en kan worden geoptimaliseerd volgens de werkelijke behoefte van de woonge-
meenschap. De vrijgekomen ruimte is dan vrij inzetbaar voor andere gebruikers
zoals het Sint-Ursula-Instituut en vzw Wintertuin.

vzw BORGERSTEIN

De zorgfuncties is geconcentreerd in een zorgcluster rondom het huidige Sint-


Angela (2). Deze clustering draagt bij tot een optimaal beheer en zorgt voor korte
afstanden tussen de private vertrekken en gemeenschapsfuncties zoals de keu-
ken en verzorgingsruimtes. Een duidelijk afgebakende zone zal worden vastge-
steld om de maximale bebouwing te bepalen.

vergader- en
congrescentrum
erfgoeddepot
uitbreiding zorg
5

2 internaat

school-
adminstratie
woon-
1 gemeen-
schap
sport
BUSO

4
3
WVO

98
OMGEVING OKTOBER 2014

SINT-URSULA-INSTITUUT

De schooladministratie kan terug zijn centrale rol in de bebouwing terugkrijgen


door de ruimte van Sint-Ignatius vleugel optimaal te benutten. De Congozaal met
bijhorende vertrekken (3) kan worden gezien als een flexibel deel waarvan zowel
het Sint-Ursula-Instituut als de vzw Wintertuin gebruik kunnen maken.
De cluster Villa-Boerderij (4) is een duidelijk architecturaal geheel die best wordt
ingevuld door gelijkaardige functies. De voorkeur voor de organisatie van bui-
tengewoon onderwijs in deze gebouwen is duidelijk naar voren gekomen in de
gesprekken gevoerd met het Sint-Ursula-Instituut.

vzw WINTERTUIN

De Kerk, Crypte en aangrenzende Parketzaal met bovenliggende ruimtes vormen


een functioneel geheel (5) en kunnen onafhankelijk van de naastliggende bebou-
wing worden gebruikt. Dit geheel bevat een grote verscheidenheid aan ruimtes
en vormt een goede basis voor een vergader- en congrescentrum met daaraan
gekoppeld een mogelijke kantoorfunctie. De toekomstige parkeermogelijkheden
en de centrale positie op het domein versterken deze functionele invulling voor
de vzw Wintertuin.

Congregatie van de Zusters Ursulinen

vzw Borgerstein

Sint-Ursula-Instituut

vzw Wintertuin

overige bebouwing

1 99
1 aanzet tot ontwikkelingsplan
08
ERFPACHTSTUDIE
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN
OMGEVING . 29/10/2014 . opmeting_erfpachtstudie_140821

ST URSULA ONZE-LIEVE-VROUWE WAVER

8. erfpachtstudie
ontwerper OMGEVING cvba
projectnummer 14036
opdrachtgever Zusters Ursulinen
fase 8.1. overzicht
erfpachtonderzoek 29 oktober 2014

gebruiker:
SCHOOL ZUSTERS
verblijfsruimte gang buitenruimte verblijfsruimte gang buitenruimte verbl

KERK kelder
I begane grond
eerste verdieping
tweede verdieping
derde verdieping

ST MICHIELS kelder 31,3


C begane grond 3,2 690,5 200,9
eerste verdieping 137 562 187,3
tweede verdieping 448,9 212,1
derde verdieping 566,2 121,8
vierde verdieping 448,8 31,5

LABO kelder 175 8,6


D begane grond 160,1 21,4
eerste verdieping
tweede verdieping
derde verdieping

DE VILLA kelder 477,1 35,3


E begane grond 490,6 73,6
eerste verdieping 537,5 55
tweede verdieping 545,3 83,6
derde verdieping

DE BOERDERIJ kelder
F begane grond 291,4 107,8
eerste verdieping 342,7 61,9
tweede verdieping
derde verdieping

DE STALLING kelder
G begane grond 173,9 11,4
eerste verdieping 175,7 11,4
tweede verdieping 185,2 13,6
derde verdieping

SCHOOLGEBOUW kelder 1945,5 426,4


ST ELISABETH EN begane grond 2300 845,5
EX-NORMAALSCHOOL eerste verdieping 2220,2 1318,3
tweede verdieping 2197 804,7
derde verdieping 2397,5 669,1

SINT IGNATIUS kelder


H begane grond
eerste verdieping
tweede verdieping
derde verdieping

ZUIDVLEUGEL kelder 27,8


CONGOZAAL, PIANOGALLERIJ begane grond 1206,1 388,9
SINT-CECILE eerste verdieping 889,5 320,6

102
OMGEVING OKTOBER 2014

VZW BORGERSTEIN VZW WINTERTUIN GEMEENTE totaal


uimte verblijfsruimte gang buitenruimte verblijfsruimte gang buitenruimte verblijfsruimte gang buitenruimte

15 15
1127,6 129,7 1257,3
941,6 134 1075,6
227,4 227,4

31,3
894,6
886,3
661
688
480,3

183,6
181,5

512,4
564,2
592,5
628,9

399,2
404,6

185,3
187,1
198,8

21,5 5,4 2398,8


3145,5
3538,5
3001,7
3066,6

209,9 9 218,9
828,2 582,8 53,8 1464,8
632,2 317,7 949,9
336,4 234,5 570,9
446,8 129,5 576,3

27,8
1595
1210,1

103
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

OMGEVING . 29/10/2014 . opmeting_erfpachtstudie_140821

tweede verdieping 1113,5 366


derde verdieping 937,4 267,9

NIEUWBOUW kelder
TOILETGEBOUW begane grond 85,6
eerste verdieping
tweede verdieping
derde verdieping

SINT ANGELA kelder


begane grond
eerste verdieping
tweede verdieping
derde verdieping

VOLUMES BUITEN fietsenstalling 667,3


picknickhal 271,3
bergingen, technische ruimtes 368,8
serres 189,3
grotten/kapellen 114

BUITENRUIMTE binnenhof spreekkamers


parkeerplaats
tussen st Cecile, wintertuin en parkeerplaats 12475,4
tuinen ten zuiden van school 3852,2
binnenplaatsen 4160,5
open gallerijen 628,9
tussen st cecile en fietsenberging 960,9
(sport)terrein naast stalling, boerderij, villa en labo 6796,3 34700,5
tussen labo en de villa 728,7
tussen kerk en school, straatzijde 66,7

totaal 19541,9 6031,2 29669,6 3691,1 753,6 34700,5

104
OMGEVING OKTOBER 2014

1479,5
1205,3

85,6

1278,6 483,8 1762,4


1105,7 431,3 1537

667,3
271,3
69 26,7 464,5
189,3
12,8 126,8

910,4 910,4
2194,3 2194,3
12475,4
3852,2
4160,5
628,9
960,9
700,5 19907,1 1212,1 62616
728,7
66,7

700,5 2453,3 915,1 19907,1 4585,9 1770 2176,3 12,8 2194,3 128402,7

105
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

106
OMGEVING OKTOBER 2014

8.2. Bijlagen
01/06 plan kelder
02/06 plan begane grond
03/06 plan eerste verdieping
04/06 plan tweede verdieping
05/06 plan derde verdieping
06/06 plan vierde verdieping

107
MASTERPLAN SITE VAN DE ZUSTERS URSULINEN

BRONNENLIJST

Hoofdstuk 02: Historiek

- Baeck M., artikel “Gethsemani 1841-1991. Het Instituut der Religieuzen Ursulinen te
Onze-Lieve-Vrouw-Waver.”, Monumenten & Landschappen, Die Keure, Brugge, novem-
ber-december 1991
- Baeck M., “Gethsemani 1841-1991. Historische kroniek van het Instituut der Religieu-
zen Ursulinen te O.-L.-V.-Waver.”, Jozef van Rompaey-Davidsfonds-Genootschap vzw,
O.-L.-V.-Waver, 1991.

Hoofdstuk 03: Ruimtelijke en programmatorische analyse

- verslag bilateraal overleg Sint-Ursula-Instituut, 28 maart 2011

- verslag bilateraal overleg vzw Borgerstein, 07 april 2011

- verslag bilateraal overleg vzw Wintertuin, 08 april 2011

FIGURENLIJST

alle figuren, schema’s en foto’s copyright OMGEVING cvba met uitzondering van:

- p.8-9: archief vzw Wintertuin

- p.10: historische kaart 1865, onbekend

- p.11: historische prentkaarten archief Congregatie

- p.12: historische prentkaarten archief Congregatie

- p.14: historische prentkaarten archief Congregatie

- p.57: Ruimtelijk Structuurplan Sin-Katelijne-Waver, richtinggevend deel

- p.58: Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen, Gent

- p.59: mobiliteitsstudie O.-L.-V.-Waver, Grontmij Belgium nv/sa

108
OMGEVING cvba | Uitbreidingstraat 390 2600 Berchem - Antwerpen | t 03 448 22 72 - f 03 440 13 93 | www.omgeving.be

You might also like