Noem 5 kenmerken van een democratie?

1. Vrijheid van cultuur,

2. Vrijheid van media,
3. Vrijheid van meningsuiting,
4. Stemrecht,
5. Vrijheid van politieke keuze.

Wat is een dictatuur?

1. Dat iemand alle keuzes maakt in een land.

Wat weet jij van de grondwet?

1. Daar staan alle belangrijke en eerste wetten in

2. Test resultaten:

Ontdek met welke politieke partij je het meest verwant bent via. Maak een screenshot van de uitslag.
5. Wat is een regeerakkoord? Een regeerakkoord of coalitieakkoord is in Nederland een
overeenkomst tussen de fracties van twee of meer politieke partijen in het parlement die een
coalitieregering vormen.

6. Wat is een campagne? Actie voeren om aandacht te brengen voor een partij

7. Bekijk de korte introductie over politiek. ok

8. Welke partijen zijn links? Zet bij elke partij hoe je dat weet.

9. Wat zijn de idealen van links?

10. Welke partijen zijn rechts? Zet bij elke partij hoe je dat weet?

11. Wat zijn de idealen van rechts? Liberale dingen zoals gelijkenis?

12. Doe de test om te kijken of jij, politiek gezien, links of rechts bent (of er tussenin). Maak een
screenshot van de uitslag. Geeft aan wat je ervan vindt.
https://tweedekamer2017.stemwijzer.nl/#intro

13. Vertel in je eigen woorden waarom partijen niet alle beloofde plannen kunnen uitvoeren? Omdat
niet iedereen geld heeft daarvoor. :D

14. Bedenk wat de regering kan doen als er minder geld binnenkomt dan verwacht. Verhoogde
taxatie.

15. Wat is een coalitie? Een groep van politici die samen werkt.

16. Kies een partij (noem deze); lees het verkiezingsprogramma: wat valt jou op? PVV. Zij willen graag
dat Nederland nationalistisch word.

17. Kies in groepjes van 2, 3 of 4 personen een politieke partij uit. De partijkeuze voor deze opdracht
hoeft niets te zeggen over jouw eigen politieke voorkeur. Je houdt een presentatie over genoemde
politieke partij. Verwerk de volgende punten:

• Welke partij heb je gekozen en wat zijn de belangrijkste kenmerken?

• Wanneer is de partij opgericht + een korte geschiedenis?
• Wie is de lijsttrekker en benoem een paar overige leden?
• Benoem minstens 3 belangrijke partijpunten en vertel erbij wat deze voor jou kunnen
betekenen?

18. Deze week zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten + Waterschap. Wat houden deze
verkiezingen in en wie zijn hierbij betrokken? Wie de provincies leidt.

19. Om de 4 jaar zijn er de 2e Kamerverkiezingen. Wat houden deze verkiezingen in en wie zijn hierbij
betrokken? Politici van partijen.

20. Welke invloed heb je bij deze verkiezingen en wat kun je allemaal doen om invloed te hebben.
Maak hiervan een mindmap/woordweb. ?

21. Als je iets mag veranderen binnen jouw gemeente, wat zou je dan willen veranderen. Noem 3
voorbeelden, noteer wat deze inhouden en waarom je dit zou willen veranderen. Betere
woongelegenheden, reductie in asiel centrum’s en een zwaardere taxatie op soft drugs.

22. Wat is jongerenparticipatie? Dat jongeren mee doen.

23. Een aantal van jullie hebben weleens gestemd. Binnenkort ga jij wellicht ook (weer) stemmen. Op
welke 4 niveaus zijn er verkiezingen? Voor wat wordt er dan gestemd? Wie ons land leidt

24. Kun je zelf lid worden van een politieke partij en wellicht zelf gekozen worden in b.v. de
gemeenteraad? Ja

25. Noem organisaties die actievoeren en/of de publiciteit opzoeken om de regering wakker te
schudden. PVDA?

26. Geef de namen van de mensen van de gemeente waar je tijdens de excursie mee te maken hebt
gehad en omschrijf hun functie met bijbehorende taken binnen de gemeente.

Mart van Lagen – Raadslid CDA

Rolf Jongedijk – Raadsgriffier- Secretaire Burgemeester

27. Welke stellingen zijn er besproken tijdens het debat? We konden met 700 miljoen ons eigen
stappen plan en miljoenen nota maken. Wij hebben toen onder andere over infrastructuur en
onderwijs gepraat.

28. Beschrijf uitvoerig jouw mening m.b.t. de stellingen. Onderwijs is belangrijk omdat met dat geld
excursies, beter onderwijs en opvang voor studenten die last hebben van psychische problemen. En
infrastructuur omdat zonder infrastructuur er geen water stroomt, elektriciteit etc.

29. Omschrijf hoe een voorstel van de wethouder tot stand komt. Door de tweede kamer

30. Wie beslist er of een voorstel wel of niet doorgaat. De 2e en 1e kamer

31. Evalueer de excursie. Hierbij geef je in ieder geval aan wat je geleerd hebt van het
stadhuisbezoek en wat je goed en minder goed vond binnen de excursie Veel, dat er ook veel en
langdradig over dingen gedebateerd word

32. Sla de krant open, kijk naar actualiteitenprogramma’s op tv, bekijk nieuws- en opiniesites op
internet en let ook vooral goed op de dingen die om je heen gebeuren. Wat gebeurt er in de praktijk?
De praktijk is in dit geval jouw leefwereld: jouw buurt, jouw stad, jouw land. Verzamel in twee- of
drietallen minimaal 3 politieke/maatschappelijke problemen die actueel zijn. Zorg, Onderwijs,
Infrastructuur.

33. Raakt dit probleem jouw leven en op welke wijze? En wat is jouw mening hierover? Beschrijf dit
individueel. In jouw verslag staat dan dus ook de beleving van jouw groepsgenoten. Nee, niet echt

34. Wie nemen deze beslissingen, door welke van de besluitvormingsorganen wordt dit gedaan? De
regering.

35. Hoe kun je invloed uitoefenen op de besluitvorming rond dit probleem? Gebruik je de formele of
informele weg. Formele weg, door middel van een politici worden zelf dingen veranderen.

36. Bespreek dit met je twee- of drietal en maak hiervan een media-uiting