You are on page 1of 7

Mr. T.

Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

Bordewijk – Karakter (1938)

Waarom lees je dit boek?


Je leest Karakter als eerste boek uit Part 4 van het Dutch A programme (Part 4: Literature –
critical study). Dat betekent dat je het moet gebruiken voor je individual oral commentary
(volgend schooljaar). Ook kun je het gebruiken voor je written task (informatie hierover volgt
later). Op kortere termijn moet je het gebruiken voor je Paper 2 examen (essay) dat je in
december moet schrijven.

Nieuwe Zakelijkheid
Bordewijk wordt als schrijver meestal ingedeeld bij de stroming van de Nieuwe Zakelijkheid, een
stroming binnen de architectuur, beeldende kunst en literatuur. Kort gezegd kenmerkt de
Nieuwe Zakelijkheid zich door de emotieloze weergave van alledaagse onderwerpen en de
voorkeur voor eenvoud en functionaliteit. Maar niet iedereen vindt dat Bordewijk thuis hoort bij
de Nieuwe Zakelijkheid (zie artikel BORDEWIJK).

‘Gewapend beton-stijl’
Door een recensent werd Bordewijks manier van schrijven getypeerd als de ‘Gewapend beton-
stijl’. Dit is echter vooral zo in zijn eerdere werk, zoals bijvoorbeeld in het verhaal Bint (zie
hieronder). In Karakter is deze ‘Gewapend beton-stijl’ al meer losgelaten, hoewel je er nog wel
sporen van aantreft. Het verhaal Bint vertelt hoe een nieuwe leraar op een school geleidelijk het
vertrouwen van zijn leerlingen weet te winnen. Deze school wordt op uiterst autoritaire wijze
geleid door Directeur Bint. Hij wil de leerlingen niet zozeer onderrichten als wel opvoeden tot
‘maatschappelijke reuzen’ die het land weer groot zullen maken. Om zich heen ziet hij alleen
maar neergang en verval, er is geen gezag meer, geen orde. De nieuwe leraar De Bree, een in
zichzelf gekeerd man, beziet het genadeloze bewind op school eerst afstandelijk, maar wordt
later een fervent aanhanger van Bint. Het boekje veroorzaakte in 1934 enige opschudding,
vooral in linkse kring. Men verweet Bordewijk een fascistische indoctrinatie op scholen te
bepleiten. (naar: Dautzenberg, p. 214)

1
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

Opdrachten

1. Lees het fragment uit Bint (zie hieronder). Let vooral op de stijl van Bordewijk en
schrijf hier een kort commentaartje over (200 – 250 woorden). Ga kort in op de
inhoud, maar richt je vooral op de vraag in hoeverre er sprake is van een stijl die
typisch is voor de Nieuwe Zakelijkheid en die zogenaamde ‘Gewapend beton-
stijl’. Kijk eventueel ook naar: https://www.youtube.com/watch?v=37k7Yxr_HtM

2. Zoek op het internet informatie over de Nieuwe Zakelijkheid en schrijf een kort
stukje over de kenmerken van deze stroming (150 – 200 woorden). Richt je niet
alleen, maar wel voornamelijk, op de literaire tak van de Nieuwe Zakelijkheid.
Denk aan je bronvermelding!

3. Kijk naar de foto’s op de pagina’s hierna.


a. De eerste foto is van de Van Nelle fabriek in Rotterdam. Het is een
voorbeeld van de stijl waarin men wilde bouwen in de Nieuwe Zakelijkheid.
Zoek informatie op over dit architectonische hoogtepunt en schrijf een stukje
over de filosofie en de stijlkenmerken (150 – 200 woorden).
b. Ter informatie: De tweede foto is een wijnglas, het zogenaamde
Gildeglas. Het is een ontwerp uit 1930 van A.D. Copier, helemaal in de stijl
van de Nieuwe Zakelijkheid. Het is een vormgevingsklassieker en wordt nu
al ruim 70 jaar geproduceerd. Het ontwerp wordt gekenmerkt door een
tijdloze schoonheid en functionaliteit. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
gebruikt het Gilde-servies bij alle officiële diners van de diplomatieke
diensten in het buitenland.

4. Lees het bijgevoegde artikel ‘BORDEWIJK’ ter informatie.

Lever opdracht 1, 2, 3a in via Managebac. Je wordt hierop beoordeeld.

De hel

Op het podium was een tafel en een stoel. De tafel was haarfijn geplaatst aan de
rand. De Bree verzette haar tot veilige stand, voelde tersluiks aan de stoel, ging
zitten naast de tafel, greep daarvan achteloos een blad papier met namen.
Dit moest een kelder geweest zijn. Er was één wand met vier hoge kleine ramen.
Zij waren van gewapend matglas, ijzerstaven nog ervoor. Daarlangs gleden de
onderkanten van mensen buiten, daarlangs stootte hortend de wind. Het licht was
aan, rood, somber.
De klas zat stil in afwachting. Zij liep omhoog naar den overmuur, met sterke
stijging. De Bree zat laag en onvoordelig. Allen keken hem aan. De meesten keken op
hem neer. Het oog van een enkele dwaalde even naar de ramen met de wind. De
Bree onderscheidde nog niet veel. Er waren wel vreselijke gezichten. Er was één
vrouw.

2
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

De Bree deed zijn ogen van het papier gaan. Hij keek tegen de klas. Hij grijnsde,
zonder lach, zijn mond stond vol sterke bruine tanden. Hij wachtte wel een minuut.
Hij liet de deur open. Toen ging hij lezen.
- Whimpysinger - de Moraatz - Neutebeum - Nittikson - Surdie Finnis - te Wigchel -
Kiekertak - Taas Daamde ...
Wat een namen, dacht hij. Het antwoord: Ja, present, kwam aarzelend.
- Peert - Punselie - Bolmikolke - Klotterbooke ...
Hij hield den plattegrond der klas ver van zich af, of hij het anders niet lezen kon. Hij
spelde de namen opzettelijk langzaam en moeilijk. Het moeilijk antwoorden bleef.
Hij legde de plattegrond naast zich neer. Hij grijnsde breder nog, zonder lach. Hij
stond op, zette den stoel áchter de tafel, en nam weer plaats. Hij keek zwijgend
tegen de klas aan, in afwachting.
Hij zei:
- Dat jullie door elkaar zit en verkeerde namen opgeeft beschouw ik niet als een
kinderachtigheid. Net zo min als wat jullie daarnet hebt uitgehaald met deze tafel.
Hij legde zijn armen erop, en wipte even op zijn stoel vooruit, volkomen thuis. De
klas wachtte stil af.
- Jullie bent te groot voor iets kinderachtigs. Daarom, ik beschouw dit als
vijandschap, twee stellige blijken van vijandschap. Jullie wilt oorlog. Het zal oorlog
tussen ons zijn, zonder ophouden, het gehele schooljaar door.. Hij wachtte even en
keek keurend rond. Hij moest er nu ineens doorheen. Hij vertrouwde op zijn kracht en
wenkte:
- Kom jij hier.
Zijn woord had indruk gemaakt. Een gorilla zwaaide sloom op hem toe.
- Geef je hand ... Nee, die is te vuil ... je linker. Ze gaven elkaar de linkerhand.
- Knijp.
De Bree zelf kneep onmiddellijk hard. De jongen kneep onmiddellijk terug uit alle
macht. Hij was heel sterk, maar hij was een jongen. Ze knepen zwijgend en zonder
beweging, de jongen staande, de man gezeten.
De Bree's niet groot, atletisch lijf bezat een macht van kracht. De ander werd bleek in
zijn donkere gezicht, zijn voorhoofd ging glinsteren, maar hij bewoog zich niet en hij
gaf geen geluid. De Bree bleef lachloos grijnzen, verachtelijk.
Dapper jog, dacht hij.
Zijn kracht was nog niet verbruikt. Hij schroefde aan. De jongen deed het ene
been tegen het ander. Zijn buik trok in. De klas zag het en bleef stil. Toen liet hij los.
De hand viel geel neer, het monster zwaaide terug in de bank.
- Deze handdruk, zei De Bree, is onze oorlogsverklaring, niet tussen hem en mij,
maar tussen mij en de klas. Ik zit voortaan hier, áchter de tafel, mijn vesting. Storm
nu maar aan, ik weet wie de sterkste is.
De klas zweeg.
- Mijn voorganger is hier weggepest. Jullie denkt natuurlijk dat je mij dat ook
kunt leveren: een nieuwe leraar, een tijdelijke nogal. Je vergist je, het zal niet lukken.
Ik zou jullie gemakkelijk stuk voor stuk kunnen fijnknijpen. Niet uit kwaadheid, God
nee, maar omdat ik dat nu es zou willen. Verduiveld jammer alleen maar, dat het niet
mag ...

Bron:
http://www.dbnl.org/tekst/_gem001193401_01/_gem001193401_01_0101.php
3
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

4
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

De Van Nelle Fabriek, Rotterdam

Het Gildeglas

5
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

BORDEWIJK, Ferdinand (1884 - 1965)

Bordewijk, Ferdinand, advocaat en schrijver (Amsterdam 10-10- 1884 - 's-Gravenhage 28-4- 1965 ). Zoon
van Hendrik Ferdinand Bordewijk, directeur van een spaarbank, en Johanna Wilhelmina Apolonia van
Bijlevelt. Gehuwd op 1-8-1914 met Johanna Suzanna Hendrina Roepman, componiste. Uit dit huwelijk
werden een zoon en een dochter geboren.

Bordewijk volgde aanvankelijk lager onderwijs in Amsterdam en sinds 1894 in Den Haag, waarheen het
gezin verhuisd was; daar doorliep hij ook het gymnasium aan het Hoge Westeinde. In 1905 ging hij rechten
studeren in Leiden alwaar hij in 1912 promoveerde. In 1913 volgden de beëdiging als advocaat en de
aanvaarding van een junior-positie op een advocatenkantoor op de Boompjes 11 te Rotterdam. In
hetzelfde jaar werd hij juridisch adviseur van de gemeente Schiedam en van 1918 tot 1920 was hij tevens
leraar handelsrecht aan de Handelsschool te Rotterdam. Vanaf 1919 tot aan zijn dood is Bordewijk
zelfstandig advocaat in Schiedam geweest. Op enkele maanden te Leiden na, nadat zijn huis bij het
bombardement op het Bezuidenhoutkwartier van Den Haag in het voorjaar van 1945 verwoest was, heeft
hij altijd in Den Haag of Scheveningen gewoond. Na de oorlog was hij voorzitter van het zuiveringscollege,
de ereraad voor letterkundigen.

Van Bordewijks privé-leven is weinig bekend. Hij zag zichzelf als iemand die van beroep advocaat was en in
zijn vrije tijd boeken schreef. Met schrijvers-tijdgenoten heeft hij sporadisch contact gehad en zij die hem
gekend hebben, bestempelden hem als zeer formeel. Op zijn jongere collega in de letterkunde W.F.
Hermans maakte hij de indruk hautain te zijn. In ieder geval was hij gesloten en afstandelijk en had hij
niets van een artiest. Niet dan na de gespreksstof streng afgebakend te hebben, liet hij zich, een hoogst
enkele maal, interviewen, waarbij hij beslist-afwerend reageerde op vragen over zijn privé-leven en over
zichzelf sprak als over 'de schrijver Bordewijk'. Volgens zijn dochter kwamen in huiselijke kring
levensbeschouwelijke zaken nooit ter tafel. Hij had de stijl van een patriciër, een intellectueel, was een
haast preuts man, wars van vulgariteiten. Simon Vestdijk merkte op dat Bordewijk dan wel de eerste
Nederlander geweest mag zijn die een bordeel tot plaats van handeling voor een roman koos (Rood paleis,
1936), maar dat er geen onvertogen woord of situatie in voorkomt.

Mensen uit zijn advocatenpraktijk zei hij nooit gebruikt te hebben in zijn romans, en situaties slechts
onherkenbaar omgevormd; anderzijds zijn huizen en gebouwen waarin deze randstadschrijver gewoond
en gewerkt heeft, herkenbaar. Voor het schoolgebouw waarin Bint (1934) speelt, heeft de Handelsschool,
en voor het advocatenkantoor in Karakter (1938) heeft de Boompjes 11, beide te Rotterdam, model
gestaan. Het feit dat hij compositieschema's voor zijn romans maakte, omdat men romans behoort te
schrijven, zoals men een gebouw zet of een schip timmert, is typerend voor zijn werkwijze en voor zijn
persoon. Hij was ook van mening dat een schrijver voor zijn romans geen gemakkelijke oplossingen mag
aandragen: 'die moet de lezer zelf vinden, fantaseren. In deze richting moet het publiek worden
opgevoed.'

In 1919, 1923 en 1924 zagen drie bundels Fantastische vertellingen het licht. Eigen aan Bordewijk is het 'in
beschrijvingen oproepen van het gruwelijk-hallucinerende door vertekening van het natuurbeeld, of van
expressionistische verwrongenheid door vertekening van het gewone'. Gebiologeerd door het macabere,
weet Bordewijk op onnavolgbare wijze sferen op te roepen. Hij kiest feilloos details, het oog, het gebit, het
haar, de manier van bewegen, die hij vervolgens overbelicht, waardoor mensen monsters kunnen worden,

6
Mr. T. Veken
IB Dutch A Lang/Lit SL Year 12
Bordewijk Karakter Les 1
September 2018

toonbeelden van degeneratie, verval en aftakeling. Zijn gevoel voor architectuur doet hem decors
scheppen waarin de lezer moeiteloos de vervreemdende gebeurtenissen ziet plaatsvinden. Door
Bordewijks eigenaardige belichting en disproportionele aandacht voor details waant men zich in een
surrealistische wereld. Een wereld waarmee Bordewijk zich vertrouwd voelde. Hij bewonderde Carel
Willinks schilderijen en heeft daarover verhalen geschreven.

Hoe nuchter en intellectualistisch Bordewijk als persoon ook geweest moge zijn, in zijn verhalen leeft hij
op gedisciplineerde wijze een ongebreidelde fantasie uit, waarin 'sporen van sadisme', van 'ontzag voor de
wrede en perfecte misdaad, voor de onmenselijke tucht' onmiskenbaar aanwezig zijn.

Kiemen van deze kenmerken zijn er in Fantastische vertellingen, een genre waarvoor hij altijd genegenheid
behouden heeft. Bekendheid kreeg hij pas toen kort na elkaar bij Uitgeverij De Gemeenschap Blokken
(1931), Knorrende beesten (1933) en Bint verschenen. Maatschappelijke verschijnselen van de jaren dertig
zijn daarin tot in het absurde toe doorgedacht en dóórverbeeld. Velen hebben te weinig de fijne humor en
de subtiele aanwijzingen begrepen, waardoor Bordewijk op grond van Blokken een voorliefde voor een
communistische heilstaat, en op grond van Bint nationaal-socialistische sympathieën verweten werden.

Naar aanleiding van dezelfde boeken werd Bordewijk het etiket 'nieuwe zakelijkheid' opgeplakt. Het is
Vestdijk geweest die dit losgeweekt heeft. Hij acht dit aspect, evenals het zg. abstracte en ijskoude in
Bordewijks werk, sterk overschat. Hij acht Bordewijk in wezen een romanticus die met zijn
verbeeldingskracht de alledaagse realiteit omvormt, wiens stijl niet bondig en staccato is omwille van dé
nieuwe zakelijkheid, maar vanwege de evocatieve kracht ervan. Bordewijks subtiele, soms morbide humor
is evenzeer kenmerkend voor de romanticus.

Evenals aanknopingspunten met de surrealistische schilderkunst, zijn er overeenkomsten met de magisch-


realistische literatuur, tenminste wanneer men daaronder verstaat 'een realistische vertelwijze en
beschrijvingstechniek die door middel van een ietwat vervreemdende weergave de suggestie wekt dat zich
in het waargenomene iets onbeschrijfelijks verbergt, een bovennatuurlijke geladenheid die altijd dreigend
is, die te maken heeft met vergankelijkheid en vernietiging' (W. Bronzwaer, 422). Bij deze definitie sluiten
ook Bordewijks thema's aan. Zelf noemt hij 'de mens als paar': beantwoordt de mens op een of andere
manier niet aan zijn complementair zijn, dan is hij gedoemd tot mislukking, vervreemding en lijden.
Bovendien is de mens een uiterst complex wezen, dat, wanneer een bepaald aspect de bovenhand krijgt,
uit zijn evenwicht raakt en uiteindelijk tot monster wordt; 'een ondeugd of een overdrijving van een
deugd, ofschoon niet zonder een zekere indrukwekkendheid, voert uiteindelijk naar de ondergang.' Van de
angst voor de ondergang, voor de chaos, voor de opstand der horden en de vernietigingsdrift van de
massa is Bordewijks werk een onovertroffen evocatie.

Geleidelijk aan is men de specifieke waarde van het werk van deze eenling gaan beseffen. In 1953 werd
hem de P.C. Hooftprijs, in 1957 de Constantijn-Huygensprijs uitgereikt. Den Haag en Schiedam hebben
hem de erepenning van de stad toegekend.

P.E. van der Heijden-Rogier

Uit: http://www.inghist.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/borderwijk

You might also like