You are on page 1of 4

UNIVERSIDAD INDUSTRIAL DE SANTANDER

FACULTAD DE CIENCIAS HUMANAS


NEDERLANDS I

1. Match
Hoe heet je? Waar woon je?
Ik heb en broer. Ana
Ik ben 16 jaar oud. Nee, Ik heb geen broers of zussen.
Waar werk jij? Hoe oud ben je?
Ik woon in Amsterdam Hoeveel broers heb je?
Heb je broers of zussen? Ik werk bij Starbucks

2. Vul in.

3. Maak vragen
3. Luister. Vul in.

De cursus begint

Docent: Goedemorgen allemaal. Welkom in de cursus ______________________. Ik ________ Karen


Dijkstra en ik ben ___________ docent. Jullie ___________ twee docenten, de andere docent is Paul de
Vries. Hij geeft twee dagen _______ en ik ___________. We __________ met kennismaken.

Wie ben jij? ___________ is jouw naam?

Sussie: Ik _________ Sussie. Mijn ____________ is Sussie.

Docent: Dag Sussie, Sussie is je voornaam. En wat is je ___________________?

Sussie : Mijn achternaam is Wool

Docent: Uit welk land _________ je?

Sussie: Ik kom _________ ________________.

Docent: De ___________ van Sussie. Wie __________ jij? Hoe _____________ jij?

Ning: Ik heet Ning.

Docent : Dag Ning. En waar kom je _____________?

Ning : Ik kom ___________ _____________.

Docent: Waar woon je?


Ning: Ik woon nu in Utrecht

Docent: Wat is je adres?

Ning: Mijn adres is Hoofdstraat _____

Docent: Op welk nummer , ______?

Ning: Nee, op 22. En mijn post code is ____________ , in Utrecht. En u mevrouw, woont u ook in
Utrecht.

Docent: Zeg maar jij hoor. Ja, Ik woon hier al __________ jaar. Ok, we _____________ verder met de les.
_________ iedereen het boek en de CD. We __________ met tekst 1 op bladzijde _______. We luisteren
naar de tekst. We stop even, het is pauze. ____________ _____________

4. Maak en dialoog. Kies een van de situaties.

Situatie A: Je ga naar en café om iets te drinken. Je moet je vrouw aan een vriend vorstellen.

Situatie B: Je ga naar de bioscoop. Je moet je vriendin vorstellen aan je andere vrienden.

Situatie C: Je begin met een nieuwe baan , je moet over jezelf aan je collega vertellen.

5. Luister naar de liedje. Lees na. Onderstreep de woorden dat je niet ken.

Frisse morgen in Parijs


Gewoon m'n business
Ik zie de meest mooie Française, op d'r bung hoge hakken en ik,
Weet niet wat ik zeggen moet
Ik zeg: Bonjour, mon amour
Mademoiselle, tu est très belle
En eh, en zij zegt:
Je suis néerlandaise
Oh
Je parle en tu peux français
En ik zei
Praat Nederlands met me
Even Nederlands met me
Mijn gevoel zegt mij
Dat wij vanavond samen kijken
Naar de Champs-Élyséés
En naar de Notre-Dame en aan de Seine
En daarna samen op la Tour Eiffel
Mmmm
Mmm
Ah
En ik voelde dat het goed zat
Ik zag haar zo verlegen lachen
Kan niet geloven dat het echt was
Zij de mijne zijn
Ze leek een mix van Doutzen, Edsilia en Anouk
Oh oh oh
Er gebeurde iets met mij, toen zij zei
Je suis néerlandaise
Oh
Je parle en tu peux français
En ik zei
Praat Nederlands…

You might also like