Professional Documents
Culture Documents
Om Siboost Smart Helix V Ve Excel 2535457 Ed03 1508 NL
Om Siboost Smart Helix V Ve Excel 2535457 Ed03 1508 NL
Fig. 1b:
Fig. 1c:
Fig. 2a:
Fig. 2b:
Fig. 3:
Fig. 4:
Fig. 5:
Fig. 6a:
Fig. 6b:
Fig. 6c:
Fig. 7:
Fig. 1a:
Fig. 8:
Fig. 9:
Fig. 10:
Fig. 11a:
Fig. 11b:
Fig. 12:
Fig. 13a:
Fig. 13b:
Fig. 14:
Nederlands
9 Membraandrukvaten 10 Doorstromingsarmatuur
72 WILO SE 08/2015
Nederlands
11 Manometer
16 Leegmaken/ontluchting 25 Membraandrukvat aan de perszijde
17 Afsluitkraan
22 Drukschakelaar 26 Aansluitingen verbruikers na de drukverho-
gingsinstallatie
23 Steekverbinder
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 73
Nederlands
A Snelafsluitingen openen
B Compensator met lengtebegrenzers B Bekledingskappen openklappen
(toebehoren)
C Bekledingskappen verwijderen
C Bevestiging van de leiding na drukverhogings-
installatie, bijv. met buisklem (niet inbegrepen)
A Bekledingskappen aanzetten
(geleideneuzen bevestigen)
B Bekledingskappen neerklappen
Fig. 10 Montagevoorbeeld: Flexibele
aansluitleidingen en bodembevestiging
C Snelafsluitingen sluiten
A Trillingsdemper (in daarvoor bestemde
schroefdraaddelen schroeven en met tegen-
moer vastzetten)
Fig. 12 Transportaanwijzingen
13 Hijsdeel voor optillen met bevestigingsmidde-
len
B Flexibele aansluitleiding (toebehoren)
36 Transportpallet (voorbeeld)
37 Transportinrichting - (voorbeeld - heftruck)
BW Buighoek
RB Buigradius
38 Transportbevestiging (schroeven)
C Bevestiging van de leiding na drukverhogings-
installatie, bijv. met buisklem (niet inbegrepen)
39 Opvoerinrichting (voorbeeld - lastdwarsbalk)
40 Omslagbeveiliging (voorbeeld)
D Draadkap (toebehoren)
E Bodembevestiging, geïsoleerd van
contactgeluid (niet inbegrepen)
74 WILO SE 08/2015
Nederlands
43 Revisieopening
44 Overloop
Op voldoende afvloeiing letten. Sifon of klep
tegen het binnendringen van insecten aan-
brengen. Geen directe aansluiting op de riool
(vrije afvoer conform EN1717
45 Leegmaken
46 Afname (aansluiting voor drukverhogings-
installatie)
49 Niveau-indicatie
Aderkleuren
BN BRUIN
BU BLAUW
BK ZWART
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 75
Nederlands
1 Algemeen ..............................................................................................................................................77
2 Veiligheid ..............................................................................................................................................77
2.1 Aanduiding van aanwijzingen in de bedieningsvoorschriften ........................................................................ 77
2.2 Personeelskwalificatie ........................................................................................................................................77
2.3 Gevaren bij de niet-naleving van de veiligheidsaanwijzingen .......................................................................77
2.4 Veilig werken .......................................................................................................................................................77
2.5 Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker ...................................................................................................... 77
2.6 Veiligheidsvoorschriften voor montage- en onderhoudswerkzaamheden ..................................................78
2.7 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van reserveonderdelen ...............................................................78
2.8 Ongeoorloofde gebruikswijzen .......................................................................................................................... 78
7 Opstelling/installatie ...........................................................................................................................86
7.1 Plaats van opstelling ........................................................................................................................................... 86
7.2 Montage ................................................................................................................................................................ 86
7.2.1 Fundament/ondergrond...................................................................................................................................... 86
7.2.2 Hydraulische aansluiting en leidingen ...............................................................................................................86
7.2.3 Hygiëne (TrinkwV 2001) ..................................................................................................................................... 87
7.2.4 Droogloopbeveiliging (toebehoren) .................................................................................................................. 87
7.2.5 Membraandrukvat (toebehoren) ........................................................................................................................ 87
7.2.6 Veiligheidsventiel (toebehoren) ........................................................................................................................ 88
7.2.7 Drukloze breektank (toebehoren) .....................................................................................................................88
7.2.8 Compensatoren (toebehoren) ............................................................................................................................88
7.2.9 Flexibele aansluitleidingen (toebehoren) .........................................................................................................89
7.2.10Drukregelaar (toebehoren) ................................................................................................................................ 89
7.3 Elektrische aansluiting ........................................................................................................................................89
9 Onderhoud ...........................................................................................................................................91
10 Storingen, oorzaken en oplossingen .................................................................................................92
11 Reserveonderdelen .............................................................................................................................95
76 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften
1 Algemeen WAARSCHUWING!
De gebruiker kan (zware) verwondingen oplo-
Betreffende dit document pen. ”Waarschuwing” betekent dat (ernstig)
De taal van de originele inbouw- en bedienings- persoonlijk letsel waarschijnlijk is wanneer de
voorschriften is Duits. Alle andere talen in deze aanwijzing niet wordt opgevolgd.
inbouw- en bedieningsvoorschriften zijn een ver- VOORZICHTIG!
taling van de originele inbouw- en bedienings- Er bestaat gevaar voor beschadiging van de
voorschriften. pomp/installatie. ”Voorzichtig” verwijst naar
De inbouw- en bedieningsvoorschriften maken mogelijke productschade door het niet naleven
deel uit van het product. Zij dienen altijd in de van de aanwijzing.
buurt van het product aanwezig te zijn. Het nale- AANWIJZING:
ven van deze instructies is dan ook een vereiste Er bestaat gevaar voor beschadiging van het pro-
voor een juist gebruik en de juiste bediening van duct/de installatie. ”Voorzichtig” verwijst naar
het product. mogelijke productschade door het niet naleven
De inbouw- en bedieningsvoorschriften zijn in van de aanwijzing.
overeenstemming met de uitvoering van het Aanwijzingen die direct op het product zijn aange-
apparaat en alle van kracht zijnde veiligheidstech- bracht zoals bijv.
nische voorschriften en normen op het ogenblik • pijl voor de draairichting
van het ter perse gaan. • markering voor aansluitingen
EG-verklaring van overeenstemming: • typeplaatje
Een kopie van de EG-verklaring van overeenstem- • waarschuwingssticker
ming maakt deel uit van deze inbouw- en bedie- moeten absoluut in acht worden genomen en in
ningsvoorschriften. perfect leesbare toestand worden gehouden.
Deze verklaring wordt ongeldig in geval van een
technische wijziging van de daarin genoemde 2.2 Personeelskwalificatie
bouwtypes, die niet met ons is overlegd, alsook in Het personeel voor de montage, bediening en het
geval van veronachtzaming van de verklaringen in onderhoud moet over de juiste kwalificatie voor
de inbouw- en bedieningsvoorschriften over vei- deze werkzaamheden beschikken. De verant-
ligheid van het product/personeel. woordelijkheidsgebieden, bevoegdheden en
bewaking van het personeel moeten door de
gebruiker gewaarborgd worden. Als het personeel
2 Veiligheid niet over de vereiste kennis beschikt, dient het
Deze inbouw- en bedieningsvoorschriften bevat- geschoold en geïnstrueerd te worden. Indien
ten belangrijke aanwijzingen die bij de montage, nodig, kan dit in opdracht van de gebruiker door
het bedrijf en het onderhoud in acht genomen de fabrikant van het product worden uitgevoerd.
dienen te worden. Daarom dienen deze inbouw-
en bedieningsvoorschriften altijd vóór de mon- 2.3 Gevaren bij de niet-naleving van de
tage en inbedrijfname door de monteur en het veiligheidsaanwijzingen
verantwoordelijke vakpersoneel/de verantwoor- Het personeel voor de montage, bediening en het
delijke gebruiker te worden gelezen. onderhoud moet over de juiste kwalificatie voor
Niet alleen de algemene veiligheidsaanwijzingen deze werkzaamheden beschikken. De verant-
in de paragraaf ”Veiligheid” moeten in acht wor- woordelijkheidsgebieden, bevoegdheden en
den genomen, maar ook de specifieke veiligheids- bewaking van het personeel moeten door de
aanwijzingen onder de volgende punten die met gebruiker gewaarborgd worden. Als het personeel
een gevarensymbool aangeduid worden. niet over de vereiste kennis beschikt, dient het
geschoold en geïnstrueerd te worden. Indien
2.1 Aanduiding van aanwijzingen in de nodig, kan dit in opdracht van de gebruiker door
bedieningsvoorschriften de fabrikant van het product worden uitgevoerd.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 77
Nederlands
78 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 79
Nederlands
80 WILO SE 08/2015
Nederlands
DN 125/ DN 125
(..2 Helix V/VE/EXCEL 52..)
(..3 Helix V/VE/EXCEL 36..)
(..4 Helix V/VE/EXCEL 22..)
DN 150/ DN 150
(..3 Helix V/VE/EXCEL 52..)
(..4 Helix V/VE/EXCEL 36..)
DN 200/ DN 200
(..4 Helix V/VE/EXCEL 52..)
(Wijzigingen voorbehouden / vergelijk ook met het bijgevoegde opstel-
schema)
Toegestane omgevingstemperatuur 5 °C tot 40 °C
Toegelaten media Zuiver water zonder zinkstoffen
Toegelaten temperatuur medium 3 °C tot 50 °C
Max. toegestane werkdruk aan de perszijde 16 bar (zie typeplaatje)
Max. toegestane toevoerdruk indirecte aansluiting (echter max. 6 bar)
Andere gegevens...
Membraandrukvat 8L
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 81
Nederlands
6 Beschrijving van product en toebehoren aan de perszijde een terugslagklep (8) gemon-
teerd. Op de druk-verzamelleiding is een afsluit-
6.1 Algemene beschrijving bare montageset met druksensor (12) en
De Wilo-drukverhogingsinstallatie van het type manometer (11) gemonteerd (zie ook fig. 2a en
SiBoost-Smart wordt als compacte installatie met 2b).
geïntegreerde regeling stekkerklaar geleverd. Bij installaties met pompen van de serie HELIX V en
Deze bestaat uit 2 tot 4 normaalzuigende meer- HELIX VE is een membraandrukvat van 8 liter (9)
traps verticale hogedrukpompen, die volledig met met een afsluitbare doorstroomarmatuur (10)
leidingen met elkaar verbonden zijn en op een (voor de doorstroming conform DIN 4807-deel 5)
gemeenschappelijk basisframe gemonteerd zijn. (zie ook fig. 3) op de druk-verzamelleiding (5)
Alleen de aansluitingen voor de toevoer- en pers- gemonteerd. Bij een installatie met pompen van
leiding en de elektrische netaansluiting moeten de serie Helix EXCEL wordt een montageset met
nog tot stand gebracht worden. Eventueel apart een membraandrukvat van 8 liter (zie fig. 5) mee-
besteld en meegeleverd toebehoren moet nog geleverd.
gemonteerd worden. Aan de toevoer-verzamelleiding kan optioneel
De drukverhogingsinstallatie met normaalzui- een montageset voor
gende pompen kan zowel indirect (fig. 8 - droogloopbeveiliging (WMS) (14) gemonteerd zijn
systeemscheiding door drukloze breektanks) als resp. achteraf gemonteerd worden (zie fig. 6a
direct (fig. 7 - aansluiting zonder systeemschei- en 6b).
ding) op het watervoorzieningsnet worden aan- Het regelsysteem (2) is op het basisframe
gesloten. Gedetailleerde aanwijzingen over de gemonteerd en stekkerklaar bedraad met de elek-
gebruikte bouwwijze van de pomp vindt u in de trische componenten van de installatie. Bij instal-
meegeleverde inbouw- en bedieningsvoorschrif- laties met een groter vermogen is het
ten voor de pomp. regelsysteem in een afzonderlijke staande kast
Bij het gebruik voor drinkwater- en/of bluswater- (BM) ondergebracht en die elektrische compo-
voorziening dienen de relevante, geldende wette- nenten zijn met overeenkomstige aansluitkabels
lijke bepalingen en normen in acht genomen te voorbedraad. De eindbedrading moet bij een
worden. De installatie dient conform de rele- afzonderlijke staande kast door de klant worden
vante bepalingen (in Duitsland conform gerealiseerd (zie hierover paragraaf 7.3 en de bij
DIN 1988 (DVGW)) zodanig gebruikt en onder- het regelsysteem gevoegde documentatie).
houden te worden dat de bedrijfsveiligheid van Deze inbouw- en bedieningsvoorschriften geven
de watervoorziening altijd gegarandeerd is. slechts een algemene beschrijving van de gehele
Bovendien mogen noch de openbare watervoor- installatie.
ziening noch andere verbruiksinstallaties nade- Installaties met pompen van de serie Helix EXCEL
lig beïnvloed worden. Voor de aansluiting en het (behalve pompen van de serie 52)zijn bovendien
type aansluiting op openbare waternetten dienen uitgerust met een bekleding (fig. 1c, 15a en 15b)
de betreffende bepalingen of normen (zie para- van de armaturen en verzamelleidingen.
graaf 1.1) in acht te worden genomen; deze wor- Hogedrukpompen (1):
den mogelijk aangevuld door voorschriften van de Afhankelijk van de toepassing en de vereiste ver-
watervoorzieningsbedrijven of van de verant- mogensparameters worden er verschillende soor-
woordelijke brandveiligheidsautoriteiten. Boven- ten meertraps hogedrukpompen in de
dien moeten plaatselijke bijzonderheden (bijv. een drukverhogingsinstallatie ingebouwd. Het aantal
te hoge resp. sterk schommelende voordruk, die kan variëren van 2 tot 4 pompen. Er worden pom-
evt. het inbouwen van een drukregelaar vereist) in pen met geïntegreerde frequentie-omvormer
acht genomen worden. (Helix VE of Helix EXCEL ) of zonder geïntegreerde
frequentie-omvormer (Helix V ) gebruikt. De
6.2 Componenten van de drukverhogingsinstallatie meegeleverde inbouw- en bedieningsvoorschrif-
De volledige installatie bestaat uit verschillende ten geven informatie over de pompen.
hoofdcomponenten. Voor de onderdelen/compo- Regelsysteem (2):
nenten die belangrijk zijn voor de bediening, zijn Voor de aansturing en regeling van de SiBoost-
bij de levering aparte inbouw- en bedieningsvoor- Smart drukverhogingsinstallatie dient het regel-
schriften inbegrepen (zie ook het meegeleverde systeem van de serie SC. Afhankelijk van het
opstellingsschema). bouwtype en de vermogensparameters van de
pompen kunnen de grootte en de componenten
Mechanische en hydraulische installatiecompo- van dit regelsysteem variëren. De meegeleverde
nenten (fig. 1a, 1b en 1c) : inbouw- en bedieningsvoorschriften en het bijbe-
De compacte installatie is gemonteerd op een horende schakelschema geven informatie over
basisframe met trillingsdempers (3). Ze bestaat uit het regelsysteem dat in deze drukverhogingsin-
een groep van 2 tot 4 hogedrukpompen (1), die stallatie is ingebouwd.
door middel van een toevoer- (4) en druk-
verzamelleiding (5) tot één systeem zijn samen-
gevat. Op elke pomp zijn één afsluitarmatuur aan
de toevoerzijde (6) en een aan de perszijde (7), en
82 WILO SE 08/2015
Nederlands
Montageset membraandrukvat (afb. 3 en afb.5): inhoud ca. 8 liter) heeft een soort bufferfunctie
• Membraandrukvat (9) met afsluitbare voor de druksensor en voorkomt dat de regeling
doorstromingsarmatuur (10) gaat schommelen bij het in- en uitschakelen van
Montageset druksensor (fig. 2a en 2b): de installatie. Deze zorgt echter ook voor een
• Manometer (11) geringe aftapping van het water (bijv. bij kleine
• Druksensor (12a) lekkage) uit de beschikbare voorraad zonder de
• Elektrische aansluiting, druksensor (12b) basislastpomp in te schakelen. Daardoor wordt de
• Leegmaken / ontluchting (16) schakelfrequentie van de pompen verlaagd en is
• Afsluitkraan (17) de bedrijfstoestand van de drukverhogingsinstal-
latie stabiel.
6.3 Werking van de drukverhogingsinstallatie VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging!
Seriematig zijn drukverhogingsinstallaties van De pomp mag niet drooglopen om de mechani-
Wilo van de serie SiBoost-Smart met normaalzui- sche afdichting resp. het glijlager te bescher-
gende meertraps hogedrukpompen met of zonder men. Droogloop kan lekkage van de pomp
geïntegreerde frequentie-omvormer uitgerust. veroorzaken!
Deze worden via de toevoer-verzamelleiding Als toebehoren worden voor de directe aansluiting
voorzien van water. op het openbare waternet verschillende monta-
Bij speciale uitvoeringen met zelfaanzuigende gesets als droogloopbeveiliging (WMS) (14)
pompen of in het algemeen tijdens zuigbedrijf uit (fig. 6a en 6b) met geïntegreerde
lager gelegen tanks dient voor elke pomp een drukschakelaar (22) aangeboden. Deze drukscha-
aparte, vacuüm- en drukvaste aanzuigleiding met kelaar bewaakt de aanwezige voordruk en geeft
voetventiel geïnstalleerd te worden. Deze aan- bij te lage druk een schakelsignaal door aan het
zuigleiding dient continu stijgend van de tank naar regelsysteem.
de installatie te verlopen. Aan de toevoer-verzamelleiding is hiervoor serie-
De pompen verhogen de druk en pompen het matig een montageplaats aanwezig.
water via de druk-verzamelleiding naar de ver- Bij de indirecte aansluiting (systeemscheiding
bruiker. Hiervoor wordt deze in-/uitgeschakeld door drukloze breektank) dient in de toevoertank
resp. geregeld op basis van het drukniveau. De een niveauafhankelijke signaalgever als droog-
druksensor meet continu de actuele drukwaarde loopbeveiliging aangebracht te worden. Bij
en zet deze om in een stroomsignaal dat naar het gebruik van een Wilo-breektank (zoals in fig. 13a)
regelsysteem gestuurd wordt. is een vlotterschakelaar reeds in de leveringsom-
Door het regelsysteem worden, afhankelijk van de vang inbegrepen (zie fig. 13b).
behoefte en het regelingstype, de pompen in-, Voor ter plaatse beschikbare reservoirs biedt het
bij- of uitgeschakeld. Bij het gebruik van pompen Wilo-programma verschillende signaalgevers om
met geïntegreerde frequentie-omvormer wordt achteraf in te bouwen (bijv. vlotterschakelaar
het toerental van een of meerdere pompen gewij- WA65 of droogloopelektroden met niveaurelais).
zigd, tot de ingestelde regelingsparameters zijn WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid!
bereikt. (een gedetailleerde beschrijving van het Bij tapwaterinstallaties dienen materialen
regelingstype en het regelingsproces vindt u in gebruikt te worden die de waterkwaliteit niet
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het nadelig beïnvloeden!
regelsysteem).
Het totale debiet van de installatie is verdeeld over
meerdere pompen. Het grote voordeel hiervan is
dat het installatievermogen aan de daadwerkelijke
behoefte wordt aangepast en de pompen telkens
in het meest optimale vermogensbereik worden
gebruikt. Door dit ontwerp bereikt men een hoog
rendement en een spaarzaam energieverbruik van
de installatie.
De pomp die het eerst aanloopt noemt men de
basislastpomp. Alle andere pompen die vereist zijn
om het bedrijfspunt van de installatie te bereiken
noemt men pieklastpomp(en). Bij dimensionering
van de installatie voor drinkwatervoorziening
conform DIN 1988 moet een pomp als reserve-
pomp worden gepland, d.w.z. bij maximale afname
is er steeds nog één pomp buiten bedrijf resp.
beschikbaar. Voor een gelijkmatig gebruik van alle
pompen voert de regeling een voortdurende
pompwisseling uit, d.w.z. de volgorde van inscha-
keling en de toewijzing van de functies basislast-
,/pieklast- of reservepomp wisselen regelmatig.
Het gemonteerde membraandrukvat (totale
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 83
Nederlands
2 pompen 59 60 61 61 61 65 66 71 72 72
Lpa in [dB(A)]
3 pompen 61 62 63 63 63 66 68 73 74 74
4 pompen 62 63 64 64 64 68 69 74 75 75
2 pompen 73 74 74 75 77 78 83
LWA=94dB(A)
Lpa in [dB(A)]
3 pompen 75 76 76 77 79 80 85
LWA=91dB(A) LWA=96dB(A)
4 pompen 76 77 77 78 80 81 86
LWA=91dB(A) LWA=92dB(A) LWA=97dB(A)
In het volgende overzicht is rekening gehouden tot een maximaal motorvermogen van 22 kW met
met pompen van de standaardseries MVIE Helix VE frequentie-omvormer:
2 pompen 69 71 73 73 73 74 74
Lpa in [dB(A)]
3 pompen 71 73 75 75 75 76 76
4 pompen 72 74 76 76 76 77 77
84 WILO SE 08/2015
Nederlands
LWA=92dB(A) LWA=92dB(A)
2 pompen 75 75 81 81 84 84
LWA=92dB(A) LWA=92dB(A) LWA=95dB(A) LWA=95dB(A)
Lpa in [dB(A)]
3 pompen 77 77 83 83 86 86
LWA=94dB(A) LWA=94dB(A) LWA=97dB(A) LWA=97dB(A)
4 pompen 78 78 84 84 87 87
LWA=95dB(A) LWA=95dB(A) LWA=98dB(A) LWA=98dB(A)
In het volgende overzicht is rekening gehouden tot een maximaal motorvermogen van 7,5 kW met
met pompen van de standaardseries MVIE Helix VE frequentie-omvormer:
2 pompen 73 73 74 74 75 75 75
Lpa in [dB(A)]
3 pompen 75 75 76 76 77 77 77
4 pompen 76 76 77 77 78 78 78
Het daadwerkelijke nominale vermogen van de voorschriften van de pompen resp. in de catalo-
geleverde pompen is te vinden op het typeplaatje gusgegevens over de pompen. Met de geluids-
aan de motor. waarde van een enkelpomp van het geleverde
Voor hier niet vermelde motorvermogens en/of type kan het totale geluidsniveau van de volledige
andere pompenseries vindt u de geluidswaarden installatie ook naar schatting worden berekend
van enkelpompen in de inbouw- en bedienings- met de volgende werkwijze.
Berekening
Enkelpomp .... dB(A)
WAARSCHUWING! Gevaar voor de gezondheid! tijdens het bedrijf in de buurt van de pomp
Bij geluidsniveaus van meer dan 80 dB(A) moe- bevinden verplicht een geschikte gehoorsbe-
ten bedieningspersoneel en personen die zich scherming dragen!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 85
Nederlands
7 Opstelling/installatie worden.
7.2.1 Fundament/ondergrond
Door het bouwtype van de drukverhogingsinstal-
latie kan deze op een vlak gebetonneerde bodem
opgesteld worden. Door de lagering van het basis-
frame op in hoogte verstelbare trillingsdempers is
de installatie geïsoleerd tegen het geluid van het
installatielichaam.
AANWIJZING!
Het is mogelijk dat de trillingsdempers om trans-
porttechnische redenen niet gemonteerd zijn bij
de levering. Vóór het opstellen van de drukverho-
gingsinstallatie ervoor zorgen dat alle trillings-
dempers gemonteerd en met behulp van de
draadmoer zijn vastgezet (zie ook fig. 9).
Let op:
Als op de plaats van opstelling voor extra bodem-
bevestiging gezorgd wordt, dienen er geschikte
maatregelen voor de geluidsisolatie getroffen te
86 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 87
Nederlands
7.2.6 Veiligheidsventiel (toebehoren) gen dient door middel van geschikte maatregelen
Aan de perszijde dient een goedgekeurd veilig- voorkomen te worden. PE-tanks uit het Wilo-
heidsventiel geïnstalleerd te worden, indien de assortiment zijn uitsluitend gemaakt voor het
som van de maximaal mogelijke voordruk en de opnemen van zuiver water. De maximale tempe-
maximale opvoerdruk van de drukverhogings- ratuur van het water mag niet meer zijn dan 50 °C!
installatie groter kan zijn dan de toelaatbare Voorzichtig! Gevaar voor materiële schade!
bedrijfsoverdruk van een geïnstalleerde installa- De tanks zijn statisch uitgevoerd voor de nomi-
tiecomponent. Het veiligheidsventiel moet zoda- nale inhoud. Wijzigingen achteraf kunnen tot
nig uitgevoerd zijn dat bij het 1,1-voudige van de een beperkte statica, ontoelaatbare vervormin-
toelaatbare bedrijfsoverdruk het daarbij optre- gen of zelfs onherstelbare beschadiging van de
dende debiet van de drukverhogingsinstallatie tank leiden!
afgetapt wordt (gegevens over de dimensionering Vóór de inbedrijfname van de installatie dient ook
vindt u in de specificatiebladen/karakteristieken de elektrische verbinding (droogloopbeveiliging)
van de drukverhogingsinstallatie). De uitstro- met het regelsysteem van de installatie tot stand
mende waterstroom moet veilig afgevoerd wor- gebracht te worden (gegevens hierover vindt u in
den. Voor de installatie van het veiligheidsventiel de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
dienen de bijbehorende inbouw- en bedienings- regelsysteem).
voorschriften en de geldende bepalingen in acht AANWIJZING!
genomen te worden. De tank dient voor het vullen gereinigd en
gespoeld te worden!
7.2.7 Drukloze breektank (toebehoren) Voorzichtig! Gevaar voor de gezondheid en voor
Voor de indirecte aansluiting van de drukverho- beschadiging!
gingsinstallatie op het openbare waterleidingnet Kunststof tanks zijn niet begaanbaar! Het
moet de installatie samen met een drukloze betreden of belasten van de afdekking kan tot
breektank volgens DIN 1988 worden opgesteld. beschadiging leiden!
Voor de opstelling van de breektank gelden
dezelfde regels als voor de drukverhogingsinstal-
latie (zie 7.1). De bodem van de tank moet met het 7.2.8 Compensatoren (toebehoren)
volledige oppervlak op een stevige ondergrond Voor de spanningsvrije montage van de drukver-
staan. hogingsinstallatie moeten leidingen met compen-
Bij de dimensionering van het draagvermogen van satoren worden aangebracht (fig. 9 - B). De
de ondergrond dient rekening gehouden te wor- compensatoren moeten uitgerust zijn met een
den met de maximale vulhoeveelheid van de geluidsisolerende lengtebegrenzer om optre-
betreffende tank. Bij de opstelling dient op vol- dende reactiekrachten op te vangen. De compen-
doende ruimte voor inspectiewerkzaamheden satoren dienen spanningsvrij in de leidingen
gelet te worden (minstens 600 mm boven de tank gemonteerd te worden. Het niet in één lijn liggen
en 1000 mm aan de aansluitzijden). De volle tank of een verkeerde afstelling van de leidingen mag
mag niet schuin opgesteld worden, omdat een niet met compensatoren gecompenseerd worden.
ongelijkmatige belasting tot onherstelbare Bij de montage dienen de schroeven gelijkmatig
schade kan leiden. kruislings aangehaald te worden. De uiteinden van
De door ons als toebehoren geleverde, drukloze de schroeven mogen niet uit de flens steken. Bij
(d.w.z. onder atmosferische druk staande), geslo- laswerkzaamheden in de buurt van de compensa-
ten PE-tank dient in overeenstemming met de bij toren moeten deze ter bescherming afgedekt
de tank meegeleverde inbouw- en bedienings- worden (vonkenregen, stralingswarmte). De rub-
voorschriften geïnstalleerd te worden. beren onderdelen van compensatoren mogen niet
Over het algemeen geldt de volgende procedure: geverfd worden en dienen tegen olie beschermd
De tank dient vóór de inbedrijfname mechanisch te worden. De compensatoren in de installatie
spanningsvrij aangesloten te worden. Dat bete- moeten altijd toegankelijk zijn voor een controle.
kent dat de aansluiting met behulp van flexibele Zij mogen daarom niet in de isolatie van leidingen
bouwelementen, zoals compensatoren of slan- worden ingebouwd.
gen, moet plaatsvinden. AANWIJZING!
De overloop van de tank dient volgens de gel- Compensatoren zijn onderhevig aan slijtage.
dende voorschriften (in Duitsland DIN 1988/T3) Regelmatige controles op scheurtjes of lucht-
aangesloten te worden. bellen, vrijliggend weefsel of andere gebreken zijn
De overdracht van warmte door de aansluitleidin- noodzakelijk (zie aanbevelingen DIN 1988).
88 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 89
Nederlands
90 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 91
Nederlands
92 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 93
Nederlands
94 WILO SE 08/2015
Nederlands
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-SiBoost Smart (FC) ... Helix V/... Helix VE/... Helix EXCEL 95
Wilo – International (Subsidiaries)