You are on page 1of 7

TMA 13, juni 1994, 7de jaargang nr. I.

INHOUD
Prijs los nummer fl. 13,95 / bfr. 260.

TMA is een onafhankelijk tijdschrift dat


aandacht besteedt aan het actuele archeo­
logische onderzoek' in de Mediterrane
wereld, in het bijzonder verricht vanuit Redactioneel 2
Nederland en België. Het overnemen van
artikelen is toegestaan mits met bronver­
melding. Bijdragen van lezers zijn wel­
kom en kunnen al dan niet verkort door
Traditie, wedijver en macht 4
de redactie worden gepubliceerd. Crematie en de opkomst van de aristocratie
Deze uitgave kwam tot stand met steun in de Ijzertijd in Veji
van de Stichting ter Ondersteuning van Tsjeard R. Hoekstra
Oudheidkundig Onderzoek.

abonnementen
TMA verschijnt twee keer per jaar. Op­ Dood, ornament en het individu
gave kan schriftelijk of door storting van
in Geometrisch Athene 13
fl. 27,- op girorekening 5859344, of bfr.
Marianne Maaskant-Kleibrink en
480 op bankrekening 172.1305816.76
Rabobank België. Christina G. Williamson
Studenten betalen fl. 24,50 of bfr. 440
(onder vermelding van studienummer).
De abonnementen lopen van I januari tot
Huturnen: imitaties of symbolen? 24
31 december en worden automatisch ver­
Ruud Olde Dubbelink
lengd, tenzij een maand van tevoren
schriftelijk is opgezegd.

redactie en administratieadres
Het beeld van de antieke zelfdoding 30
Tijdschrift voor Mediterrane Archeologie
Postbus 7030, 9701 JA Groningen
Anton J.L. van Hoof!
050-635183 (dinsdagochtend)
050-635961 (andere werkdagen)
E-mail: T.R.Hoekstra@let.rug.nl.
Speelgoed uit kindergraven 38
redactie De dood als bron voor het leven
Rita Aalders, Erik Akkerman, Peter At­ Annemarieke Willemsen
tema, Jelle Bouma, Tsjeard Hoekstra,
Colette Kruyshaar, Caroline Tulp,
Froukje Veenman, Marja Vink
Mortaliteit en mentaliteit 44
contactpersonen:
Enkele opmerkingen over een archeologie
Nathalie de Haan en Jennes de Mol
(KU Nijmegen), Frank Vermeule (RU
van de dood
Gent), Ilse Schoep (KU Leuven), Mari­
Jan Jaap Hekman
anne Vandervondelen (VU Brussel),
James Hupkens (UVA)

Omslag: Rita Aalders Boekrecensies 52


Lay-out en zetwerk: redactie
Zetwerk omslag en druk: Context Sys­
tems, Groningen
Oproep 59
ISSN 0922-3312

© 1994 TMAlSOOO

Summaries 60
H UTU RN E N : I M ITATI ES O F SYM BOLEN?
Ruud Olde Dubbelink
De auteur is medewerker bij de vakgroep Archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen.

Inleiding de inhumatie- en crematiegraven met elkaar te ver­


gelijken. Bekijkt men de graflegging vanuit dit oog­
In Latium, de streek direct zuidelijk van Rome, punt, dan is de crematie zèlf een speciaal procédé en
werden gedurende de Vroege IJzertijd, in de l Ode en njet zozeer de behuizing van de dode. Er komen im­
9de v.Chr., in een select aantal graven crematieres­ mers in Rome graven voor, waarbij de gecremeerde
ten bijgezet in hutvorrnige urnen. Veel archeologen resten in e'en hutum in een fossa gezet zijn (graf U)
menen dat deze hutumen replica's zijn van de hutten of waarbij de afsluiting van de fossa een dakvorrnig
waarin men woonde. In dit artikel zal worden aange­ korbeel is met sluitsteen (graf V),
toond dat hutumen zijn voorzien van allerlei funerai­
re en symbolische motieven en onderdelen, die niet
voorkomen in de traditionele huttenbouw. Een meer Ontwikkeling van de huturn in Latium
genuanceerde interpretatie van hutumen is mogelijk
wanneer men de hutumen bekijkt vanuit het concept De huturn is ontwikkeld vanuit de inheemse pot­
dat zij dienen als containers voor crematieresten en tenbakkerstraditie. De vroegste urnen zijn grote
als zodanig een dodenhuis symboliseren en niet het potten, meestal voorraadpotten. Uit de Protovilla­
huis van de overledene. Een huturn benadrukt de nova-traditie zijn urnen bekend met een schaal als
sociale status van de overledene, markeert de grafin­ deksel. Deze deksels zijn vaak met incisie versierd.
houd en is onderdeel van de dodenceremonie, waarin Een aantal van de oudste crematiegraven in de Al­
de dodenmaaItijd, het bezit en het aanbieden van baanse Heuvels en Rome toont dit gebruik (Monteli­
voedsel belangrij k zijn. De huturn vertegenwoordigt us 1 895- 1 910 I1, pI. 1 32, 2 1 3).
dan ook veeleer een bepaald bouwtype voor cultus­ De eerste stap in de ontwikkeling van hutumen is de
doeleinden, dan een woon hut. introductie van een deksel in de vorm van een dak.

Funeraire gewoonten in Latium

De overgang van de Bronstijd naar de IJzertijd


wordt in Latium gekenmerkt door een overgang van
inhumatie naar crematie. Beide bijzettingsgewoonten
bestaan een tijdlang naast elkaar. In de vroegste
crematiegraven gebruikte men voor de crematie-as
een urn met als deksel een omgekeerde schaal of
deksel met knop. I
Als urn kunnen dienen een biconische pot, een am­
foor (zie de grafvelden van Osteria dell' Osa, Rome,
Villa Cavalletti), een grote beker (Rome) en een
voorraad- of kookpot (Osteria dell' Osa, Villa Caval­
letti, Rome) ? De vroegste urnen hebben een schaal
als deksel; latere urnen krijgen als afsluiting een
dakvorrnig deksel. Kijkt men naar de contemporaine
inhumatiegraven, dan blijkt dat een groot deel van
de graven te Rome een pseudo-gewelfconstructie
heeft (graven U, B, P, CC, HH, Il, PP, KK). Ook bij
de vroegste 7de eeuwse kamergraven in Etrurië vindt
men deze constructie (Cerveteri, graven 8 1 , 75, 1 76;
zie Prayon 1 975, 17 e.v.). Zowel het gecremeerde
als het geïnhumeerde lichaam wordt dus in het graf Fig, I Inhoud van een tombe te San Lorenzo Vecchio, Al-
door een dakconstructie beschut. In dit opzicht zijn baanse Heuvels, Bijna ronde hutum met afneembaar dakdeksel.

24
Urnen met deksels in de vorm van een dak zij n en de archeologische context van zowel de Kretenzi­
bekend uit Boschetto, Villa Cavalletti, Castel Gan­ sche modellen als de Italische huturnen blijkt echter
dolfo, Rome, Pratica di Mare en als losse vondst. 3 dat een connectie onmogelijk is (Mersereau 1 991 , 2).
Een tweede stap is te volgen bij de huturn uit graf 1 Ook een connectie met de Noordeuropese hutumen
'
te San Lorenzo Vecchio (fig. 1 ). De urn is een ronde die ontstaan zijn in de 7de eeuw v.Chr. is niet aan­
container met een los dakdeksel. In de wanden van nemelijk.
de urn zijn ramen en deuren geïnciseerd. Het con­
cept van 'pot met deksel' is hier nog aanwezig, maar
het is sterk verzwakt door de vorm zoveel mogelijk Architectonische analyse
te laten lijken op een hut.
Een derde stap vormt een biconische urn uit Castel De hutum is een ascontainer in de vorm van een
Gandolfo, waar het concept van een urn met los hut: een driedimensionaal, niet utilitair voorwerp. In
deksel verlaten is (fig. 2). Hier zit het dakdeksel vast deze zin heeft een huturn een funeraire symbool­
aan de urn. Een rechthoekige opening in de potwand functie. Daarnaast is de huturn een model dat ge­
imiteert een deur. Men wilde een hut nabootsen, maakt is met de bedoeling architectuur weer te ge­
waarbij het dak en de ingang benadrukt zijn in de ven of architectonische ruimte in miniatuur voor te
vaasvorm. Een andere huturn uit Castel Gandolfo stellen. De vraag is dan ook of de huturn elementen
heeft een dak in de vorm van een ton-gewelf, waar­ bezit, die in de IJzertijd ook in de huttenbouw voor­
bij het dak vloeiend overgaat in de wand. Ook hier komen, of dat de hutum een gestandaardiseerd fune­
zijn dak en ingang benadrukt. De ingang is gepro­ rair symbool is.
nonceerd, alsof er een portiek voor zit (Gierow In Latium zijn uiteenlopende hutplattegronden uit de
1 964, fig. 208. 1 ). IJzertijd opgegraven. Deze laten zich reconstrueren
tot hutten met een strodak en gevlochten wanden
//�
/À,
�� � aangestreken met leem. Veel hutten bevatten een

��.��
;:::� duidelijke ingang en een plek waar gekookt kon

'��;1� ...
_ ._ -�
worden (Maaskant-Kleibrink 1 987, 1992) . Een groot

\�\
aantal hutten heeft een dakdragende constructie van
'"ij) / � palen. Uit paalgatpatronen zijn drie typen hutten te
\�� --" , .� .»
c:: '- I.: ;
reconstrueren. Er zijn kleine ronde hutten met palen­
' ,---�/ I kransen zonder een centrale nokpaal, waarbij een
i \
spitsdakconstructie hoort; grote ovale hutten met

��'
palenkransen zonder centrale nokpalen, waarbij een
schilddakconstructie hoort en tenslotte vierkante
hutten met vier centrale nokpalen, waarbij een zadel­
dak hoort. Tevens zijn er hutten bekend waarbij
Fig. 2 Biconische urn met vast dakdeksel en grote rechthoe­ paalgaten ontbreken en waarbij het dak direct op de
kige deuropening. Castel Gandolfo Montecucco, opgravingen grond steunt (Hellström 1 975, 67-72, pI. 1 4).
1 8 1 6- 1 8 1 7 (uit: Bartoioni, Buranelli, D' Atri en De S anctis 1987, In de architectuur van hutten is dus een vrij grote
cat. 1 67). diversiteit op te merken. De hutum daarentegen is
sterk gestandaardiseerd. De drie verschillende platte­
De laatste stap is dat men een vierkante hut gaat gronden, rond, ovaal en rechthoekig, komen welis­
nabootsen. Een voorbeeld is de urn uit graf 1 28 te waar voor, maar de uitvoering van wanden en daken
Osteria dell' Osa, waar het concept van 'pot met is uniform. De wanden imiteren steeds de constructie
deksel' nog steeds aanwezig is (Bietti-Sestieri 1 979, van palen met een vlechtwerk van twijgen. Het dak­
pI. XXVILB ) . Het dakdeksel i s voorzien van twee deksel imiteert steeds een schilddak.4 Het schilddak
knoppen om het dak op te tillen. Hier is een afneem­ wordt· dus zowel op ronde, ovale als op rechthoekige
baar dak voor het plaatsen van de crematie-as eigen­ huturnen geplaatst.
lijk overbodig, want de voorzijde en zelfs de zijwand Alle dakdeksels, zowel van urnen in de vorm van
van de urn zijn voorzien van deuropeningen. een hut als van die in de vorm van een pot, zijn
Hiermee is de ontwikkeling van de huturn voltooid. gedecoreerd met een uniforme plastische decoratie
De ontwikkelingsgang van voorraadpot naar huturn van balken die elkaar boven de nok kruisen. Deze
geeft aan dat de ontwikkeling een autonoom Latiale dakbalken zijn soms aan het uiteinde uitgewerkt in
is. In het verleden hebben archeologen de Latiale de vorm van vogel- of stierprotomen (Müller-Karpe
huturn gerelateerd aan Kretenzische cylindrische 1 959, 89-9 1 , noot 51). Het feit dat deze dakbalken
hutmodellen vanwege de vormgelijkheid (o.a. Mül­ zijn uitgewerkt, doet vermoeden dat zij een decora­
ler-Karpe 1 959). Uit onderzoek naar de chronologie tieve functie hadden en niet zozeer een constructieve

25
functie. B ij sommige van de hutumen en dakdeksels
is duidelijk te zien dat de dakbalken los op het dak
liggen en geen deel uitmaken van de constructie.5
Tevens zijn alle dakdeksels aan de gevelzijde direct
onder de nok ' voorzien van een opening of 'trekgat' .
Deze gevelopening benadrukt de nok van het dak;
een nadruk die niet constructief is, maar decoratief
(zie fig. 3 voor een voorbeeld uit Etrurië). In de
huttenbouw met schilddaken zijn dergelijke trekgaten
moeilijk te realiseren en vermoedelijk niet gebruike­
lijk geweest. Trekgaten en andere gevelopeningen
zijn makkelijker te realiseren bij zadeldaken, maar
zadeldaken zijn niet bekend van hutumen. Samenvat­
tend kan gezegd worden dat zowel de vorm als de
decoratie van de dakdeksels van urnen uitsluitend
voorkomen in een funeraire context. Daarmee vor­
men deze daken een onderdeel van de funeraire
symboliek (vg!. Müller-Karpe 1 959, 89).

Fig. 4 Hutum uit Osteria dell'Osa, graf 1 3 1 . De ingang is


benadrukt door palen. De zij-ingang is voorzien van een portiek.

hangen. Evenals bij de nokbalken hebben sommige


van deze plastische decoraties boven de ingang ook
versieringen aan de uiteinden in de vorm van vogel­
protomen of stierhorens.6
Met een portiek komen we op een element dat ook
bekend is van enkele in Latium opgegraven hutplat­
tegronden: hut III te Le Ferriere en de Germalus-hut
te Rome. Het overgrote deel van de opgegraven
hutten heeft geen portiek. De twee hutten die wel
een portiek hebben, lijken een bijzondere functie te
hebben gehad. In hut III te Le Ferriere werden maal­
tijden bereid die in verband kunnen worden gebracht
met de viering van een cultus (Maaskant-Kleibrink
1 992, 1 23; Olde Dubbelink 1 994, in druk). Ook de
Germalus-hut te Rome werd waarschijnlijk voor cul­
tus-doeleinden gebruikt.
Dat hutten met een portiek een cultus-functie had­
den, kan mogelijk ook afgeleid worden uit de vondst
van een terracotta model uit Le Ferriere. Dit model
Fig. 3 Etruskisch voorbeeld van een hutum met een ' trekgat' is niet afkomstig uit een graf; het is een wijgeschenk
en een dakdecoratie bestaand uit balken met omitomorfe uitein­ uit èen votiefdepot, stipe I. Het model stelt vermoe­
den, Tarquinia, Monterozzi necropool (uit: Bartoioni, Buranelli, delijk een cultusgebouw voor. Het is aan de voorzij­
0' Atri en De Sanctis 1 987, cat. 79). de voorzien van twee zuilen die een portiek lijken te
vormen (Satricum 1 985, 64, cat.nr. 6 1 ). Een verband
Een ander kenmerk van de huturn is de nadruk op tussen portiek en cultus is ook op te merken in de
de ingang. Deze kan bestaan uit de aanduiding van vroege tempelarchitectuur: een portiek is een ken­
een portiek, een plastische decoratie aan weerszijden merk bij uitstek van tempels. De nadruk op de in­
van de ingang (fig. 4 en 5), en een plastisch orna­ gang door middel van een portiek duidt kennelijk
ment op het dak boven de ingang, bestaande uit een zowel bij reële hutten als bij terracotta versies op
dwarsbalk waaronder drie of meer verticale balkjes een cultus-functie.

26
het ontvangen of de opslag van voedsel. De zoge­
noemde Tomba Andreoli in de Albaanse Heuvels
bevatte een hutum met een dubbele zijdeur, die iets
verhoogd is (Gierow 1 964, 3 79, fig. 235 . 1 a; Müller­
Karpe 1 959, fig. 1 5 : 7a, 7b). Boven de centrale deur­
opening zijn bakjes bevestigd waardoor de urn het
karakter krijgt van een kernos, een meervoudige
vaas om voedseloffers te ontvangen. Uit Etrurië zijn
enkele hutumen bekend die op pootjes staan. Dit zou
kunnen verwijzen naar de op palen gebouwde voor­

� raadschuren, waarvan enkele plattegronden zijn op­


gegraven. Mogelijk wijzen hier ook de sokkels op

u
die sommige hutumen hebben.8

Fig. 5 Hutum uit Marino, Albaanse Heuvels. De ingang wordt


hier gemarkeerd door vier palen van een barnboe-achtige rietsoort
(uit: BartoIoni, Buranelli, D' Atri en De Sanctis 1 987, cat. 1 52).

De grafcontext

Niet iedere gecremeerde dode werd bijgezet in een


huturn. In Osteria dell' Osa werden alleen volwassen
mannen uit twee familie-groepen in een huturn bij­ � �)

gezet (Bietti-Sestieri 1 985, 1 1 1 - 1 44). In Rome zijn


dat alleen rijke, mogelijk verwante, personen: oudere O O �
en volwassen mannen,. een vrouw en een kind. Cre­
matie, in tegenstelling tot inhumatie, en bijzetting in Fig. 6 Inhoud van tombe 126 te Osteria dell'Osa: een hutum

een huturn, was in de Latiale Vroege Uzertijd een met een standaardset van voorraadsvormen in miniatuurformaat (3
reticulaat ollae, alla biansata op voet en alla met naar binnen
ritueel voor een exclusieve groep uit de samenleving.
gebogen rand). De rest van de voorwerpen is additief.
Deze groep onderscheidt zich door bepaalde graf­
voorwerpen van aardewerk en brons. De bronzen
grafvoorwerpen vormen een standaardset in minia­ De aparte status van de doden in huturnen berust op
tuur bestaande uit fibula, scheermes en wapens. het bezit van voedselvoorraden, uitgedrukt door een
Graven met een huturn bevatten tevens een stan­ stand-aardset van symbolische voorraadvormen. Te­
daardset van miniatuur-aardewerk, bestaande uit een vens blijkt dat in Osteria del l ' Osa en Rome de cre­
eenvoudige olla (een bolle voorraadpot), een reticu­ matiegraven met huturnen en voorraadvormen kwali­
laat-olla (met plastisch ruitpatroon), een olla met tatief en kwantitatief rijke graven zijn. Dit uit zich in
naar binnen gebogen rand en een olla biansata (met toegevoegde artefacten, die vaak individueel zijn,
dubbel handvat), met of zonder standaard (fig. 6).7 zoals een bootvorrnige vaas, een schaal op drie poot­
Deze miniatuurset bestaat uitsluitend uit voorraad­ jes, een askos, een veldfles, een zandloper-vaas en
vormen. De graflegging zelf is ook op het voorraad­ soms een amfoor of miniatuurschaaltjes (vgl. fig. 6).
aspect gericht: de urn en de grafgiften werden ge­ Het zijn ook graven met voedseloffers van rund,
plaatst in een dolium: een zeer groot voorraadvat. schaap/geit en hert. In Rome werden eveneens gra­
Huturnen zèlf zijn ook anderszins te relateren aan nen meegegeven.

27
Vormrepertoir en begrafenisritueel van deze groep staan met voorraad, voedsel en mogelijke cultus­
personen rueld verband met voedsel en voorraad. Het handelingen. De ingangspartij van hutumen is wel­
grafritueel maakte dan ook deel uit van een religieus licht overgenomen van hutten waar rituele maaltijden
concept, waarbij het vermogen en de bereidwillig­ werden gehouden. De standaarddecorati e van vooral
heid om voedsel aan te bieden een middel was om het dak is uniek voor hutumen; daarmee lijkt de
prestige te verwerven (Olde Dubbelink 1 992, 94-95). decoratie een funerair symbool. De inhoud van de
graven met een hutum geeft aan dat het doden be­
treft die een speciale status hebben, vermoedelijk
De huturn als funerair symbool binnen verwantengroepen. Het zijn deze doden die
voedseloffers krijgen en controle hebben over voor­
De hutum maakt deel uit van een funeraire traditie. raad en voedsel. De hutum is daarmee een doden­
Het is de plek waar de as van de dode werd bijge­ huis; een funerair symbool dat de status van een
zet. Hutumen zijn, anders dan echte hutten, in be­ heersende lçlasse uitdrukt.
langrijke mate gestandaardiseerd. Een hutum moet
kennelijk een aantal vaste kenmerken bezitten, an­ Noten
ders heeft zij als um geen waarde. De standaardi­
satie bestaat uit een schilddak met uniforme nok- en De vroegste graven in Rome: graven 1 , 2 en 4 bij de Boog
van Augustus; graven R, N, X van de necropool bij de tempel
gevelversiering. De dakdecoraties van de hutumen,
van Antoninus en Faustina (Gjerstad 1 956); Pratica di Mare
die afwijken van de traditionele huttenbouw , kunnen
(CLP 1 976); Boschetto (Gierow 1 964); Villa Cavaletti (Gie­
wijzen op een bijzondere status van het gebouw,
row 1 964); Castel Gandolfo (Gierow 1 964); Marina (Gierow
zoals ook dakdecoraties van acroteria en antefixen 1 964).
op de latere tempels geen constructieve functie heb­ Voor Osteria dell'Osa, zie Bietti Sestieri 1 992; voor Rome,
ben, maar de bijzondere status van het gebouw bena­ zie Gjerstad 1 956; voor Villa Cavalietti, zie Gierow 1964.
drukken. Om de status en functie van hutumen nader Voor Boschetto, zie Pinza 1 905, pI. 1 8 ; voor de graven 1, II
te bepalen is het dan ook niet zozeer relevant om en VII van Villa Cavalletti, zie Gierow 1964, fig. 25. 1 , 41 en
een vergelijking te maken met elders gevonden terra­ 29.3; voor Castel Gandolfo, zie Gierow 1 964, fig. 1 88.3; voor

cotta modellen, zoals Müller-Karpe deed, of paral­ de graven 1 , 2 en 4 bij de Boog van Augustus in Rome, zie
Gjerstad 1 956, fig. 84, 1 1 1 en 1 1 3 ; voor de graven N, R, S, T
lellen te zoeken in de traditionele huttenbouw , maar
en X van de necropool bij de tempel van Antoninus en
is het belangrijk voorbeelden te zoeken van het ge­
Faustina, zie Gjerstad 1 956, fig. 3 1 , 22, 53, 5 9 en 67; voor de
bruik van additionele elementen in de arcrutectuur
graven I1, V, XXI en XXIV van Pratica di Mare, zie CLP
van hutten, cultusgebouwen, graven en dodenhuizen. 1 976, pI. LXXIV A, B en C; voor de losse vondsten, zie
Uit de etnografie zijn verserulIende voorbeelden Gierow 1 964, fig. 29.3, 22.6, 23. 1 4 en 47.3.
bekend van het gebruik van dodenhuizen. Doden­ Het schilddak komt later ook voor in de Etruskische grafar­
huizen zijn geen exacte kopieën van woonhuizen. In c hitectuur, zie Prayon 1 975, type B I . Dit is het graftype dat
tegenstelling tot de hutten of huizen waarin men hutten nabootst.
woont, kunnen dodenhuizen juist een rijke dakversie­ Zie graf Q te Rome en de latere huturnen in het Villanova­

ring hebben, of wanden gedecoreerd met geometri­ gebied in Toscane en Umbrië, zoals de bronzen urn uit Civita
Castellana en de huturn uit graf 25 van Pogio dell ' Impiccato
sche motieven. De decoratie is dus voorbehouden
(Tarquinia).
aan een funeraire context en kan een funeraire sym­
Voor de nadruk op de ingang als portiek, zie Bartoioni, Bura­
boliek inhouden. B ovendien kunnen dodenhuizen
nelli, D' Atri en De Sanctis 1 987, fig. 1 1 , 23, 30, 36, 62, 63,
voorzien zijn van elementen die werden ontleend aan 64, 66, 67, 70, 73, 76, 8 1 , 82, 84 en 85. Voor de versierin­
specifieke gebouwen, zoals voorraadschuren. Ken­ gen, zie Bartoioni, B uranelli, D' Atri en De Sanctis 1 987, fig.
merkend voor alle etnografische voorbeelden is dat 32, 33, 37, 38, 40, 4 1 en 43.
dodenhuizen alleen gebouwd werden voor personen De gewone olla en de olla biansa/a komen in de graven ook
met een superieure sociale status (Wagner 1 949, in normale proporties voor.
477-485; Faublée 1 946, 69-8 1 , 1 03- 1 05, fig. 52-64; De Etruskische voorbeelden van huturnen op poten zijn de

Meuli 1 975, pI. 70). bronzen urn uit CiVita Castellana, een terracotta huturn uit
Cerveteri, een urn uit graf 426 te Monte Abatone en een
Door nader onderzoek naar de ontwikkeling van
huturn uit het Oudheidkundig Museum te Kopenhagen (Bar­
hutumen, de samenstelling van assemblages van
toloni, Beijer en De Sanctis 1 985, pI. 9.3 : 1 , 2; 9.4).
grafgiften rond hutumen en de kenmerken van de
arcrutectuur van hutumen en woonhutten, alsmede
Literatuur
door relaties te leggen met specifieke arcrutectoni­
sche typen, wordt duidelijk dat de Latiale hutumen BartoIoni, G., A.l. Beijer, A. De Sanctis 1 985, Huts in the Cen­
geen rechtstreekse vertaling zijn van woonhutten. De tral Tyrrhenian Area of Italy during !he Protohistoric Age, in: C.
hutum vertegenwoordigt aspecten die in verband Malone en S. Stoddart (eds.), Papers in I/aUan Archaeology IV.

28
The Cambridge Conference, Oxford (BAR international Series Maaskant-Kleibrink, M. 1 992, Selliement Excavations at Borgo
245), 1 75-202. Le Ferriere <Satricl/lIl > //. The Call1paigl/s 1 983, 1 985, 1 987,
BartoIoni, G., F. B uranelli, V. D' Atri en A. De Santis 1 987, Le Groningen.
urne a capanna ril/venWe in Italia, Roma. Mersereau, R. 1 991 , Cretan Cylindrical ModeIs, AJA 97, 1 -49.
Bietti Sestieri, A.-M. 1 985, The iron Age cemetery of Osteria Meuli, K. 1 975, Gesamllleite Schriftel/ Il, Base!.
del l ' Osa, Rome: evidence of social change in Lazio in the 8th Montelius O. 1 895- 1 9 10, La civilisatiol/ primitive en /talie de­
century B .C., in: C. Malone en S. Stoddart (eds.), Papers il/ pI/is l 'il/troductiol/ des méteal/x I-Il, Stockholm.
Italian Archaeolog)' IV / 985. The Cambridge Conferel/ce, Ox­ Müller-Karpe, H. 1 959, Vom AI/fal/g Roms, Heidelberg.
ford (BAR international Series 245), 1 1 1 - 1 44. Ol de Dubbelink, R.A. 1 992, Gifts in crernation tombs and their
Bietti Sestieri, A.-M. 1 986, I dati archeologici di fronte alla religious setting during the Early iron Age, CaeCl/ll/s I, Gronin­
teoria, DialA 4, 249-269. gen, 87-97.
Bietti Sestieri, A.-M. 1 992, La necropoli laziale di Osteria Ol de Dubbelink, R.A. 1 994, Some new evidence from the 8th
del/'Osa, Roma. century huts and hearths at the site of Borgo Le Ferriere <Satri­
CLP, Civiltá del Lazio Primitivo, Rome 1 976. cum>, Caec/lius Il, Groningen (in druk).
'
Faublée, J. 1 946, L 'etllllographie de Madagascar, Paris. Pinza G. 1 905 , Monumenti primitivi di Roma e del Lazio antico,
Gierow, P.G. 1 964, The /ron Age Cultl/re of Latium Il, Excava­ MOl/Ant 1 5 .
tio/IS al/d Fil/ds; I. The Alban Hills, Lund. Prayon, F . 1 975, Frühetruskische Grab- und Hausarchitektl/r
Gierow, P.G. 1 966, The /ron Age Cultl/re of Lathan I, Classi­ (RM, ErgH. 22), Heidelberg.

fication and Anal)'sis, Lund. Randall Mac Iver, D. 1 924, Vil/anoval/s and Earl)' Etrtlscans,
Gjerstad E. 1 956, Earl)' Rome Il, the Tombs, Lund. Oxford.
Hellström, P. 1 975, Lltlzi sI/I Mignone 2, Stockholm. Satricum 1 985, Nieuw licht op eel/ oude stad. Italiaal/se en
Hencken H. 1968, Tarql/inia. Vil/anovans and Earl)' Etruscans, Nederlandse opgravingen in SatricWl1, Leiden.
Cambridge Mass. Wagner, G. 1 949, The Bantu of North Kavinondo, I, Oxford.
Maaskant-Kleibrink, M. 1 987, Selllelllel/t Excavatiol/s at Borgo
Le Ferriere <Satriculll > I. The Call1paigl/s 1979, 1 980, 1 98 1 ,
Groningen.

29

You might also like