Professional Documents
Culture Documents
De rekeningen
A. De balansrekeningen
c. Voorbeeld:
7
2. Actief- en passiefrekeningen
3. Boekingsregels
Samengevat:
8
OPMERKING: De belangrijkste verschilpunten tussen “balans” en “rekening”.
BALANS REKENING
Statisch: beeld van de toestand van de Dynamisch: wordt gebruikt bij de boeking
onderneming op een bepaald ogenblik van elk document
9
B. De kosten- en opbrengstenrekeningen
1. Inleiding
2. Boekingsregels
Het boeken van een kost, houdt een vermindering van de winst in (kapitaal). Indien
we dit op de rekening kapitaal zouden noteren, zouden we deze rekening debiteren
(passiefrekening die daalt). Vandaar dat een kostenrekening die vermeerdert of
ontstaat, wordt gedebiteerd. (Een kostenrekening die daalt, wordt gecrediteerd)
Het boeken van een opbrengst, houdt een vermeerdering van de winst in (kapitaal).
Indien we dit op de rekening kapitaal zouden noteren, zouden we deze rekening
crediteren (passiefrekening die stijgt). Vandaar dat een opbrengstenrekening die
vermeerdert of ontstaat, wordt gecrediteerd. (Een opbrengstenrekening die daalt,
wordt gedebiteerd)
Samengevat:
10
C. Minimumindeling van het algemeen rekeningenstelsel (MAR)
Klasse 6: Kosten.
Klasse 7: Opbrengsten.
Klasse 2 Klasse 1
Oprichtingskosten, vaste activa, Eigen vermogen, voorzieningen voor risico’s
vorderingen op meer dan 1 jaar en kosten, schulden op meer dan 1 jaar
Klasse 3
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Klasse 4 Klasse 4
Vorderingen op ten hoogste 1 jaar Schulden op ten hoogste 1 jaar
Klasse 5
Geldbeleggingen en liquide middelen
11
D. Intra-boekhoudkundige verwerking van het resultaat van het boekjaar
Opgave:
Op 1 januari 2005 is de beginvoorraad van de handelszaak Bates als volgt: 20.000 EUR.
In de loop van 2005 wordt voor 45.000 EUR handelsgoederen aangekocht en wordt voor
60.000 EUR handelsgoederen verkocht. De eindvoorraad in 2005 bedraagt: 20.000 EUR.
Gevraagd:
1. Bereken het bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen).
2. Veronderstel dat de eindvoorraad 30.000 EUR bedraagt. Bereken het
bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen).
3. Veronderstel dat de eindvoorraad 10.000 EUR bedraagt. Bereken het
bedrijfsresultaat intra-boekhoudkundig (op T-rekeningen).
Oplossing:
1.
Kosten Opbrengsten
Kosten Opbrengsten
12
Uitleg bij de verrichtingen
Indien de voorraad daalt, betekent dit dat er tijdens het jaar meer werd verkocht
dan aangekocht. De rekening “Handelsgoederen” wordt dus gecrediteerd
(actiefrekening die daalt). De daling of wijziging van de voorraad wordt genoteerd op
de rekening “Voorraadwijzigingen Hg”. Deze rekening wordt gedebiteerd (kost die
stijgt, klasse 6). Het dalen van de voorraad is immers een kost voor de onderneming.
Het dalen van de voorraad betekent dat een deel van de beginvoorraad werd
verkocht. Dat deel staat reeds genoteerd bij “Verkopen Hg” als een opbrengst en
tegen verkoopprijs. De aankoopkostprijs van dat deel moeten we dus nog noteren en
dat doen we met de kostenrekening “Voorraadwijzigingen Hg”.
Indien de voorraad toeneemt, betekent dit dat er tijdens het jaar minder werd
verkocht dan aangekocht. De rekening “Handelsgoederen” wordt dus gedebiteerd
(actiefrekening die stijgt), en de rekening “Voorraadwijzigingen Hg” wordt
gecrediteerd. In dit geval is de rekening “Voorraadwijzigingen Hg” een
kostenrekening met een min-teken (omdat deze rekening omgekeerd werkt als een
gewone kostenrekening: bij ontstaan wordt deze rekening gecrediteerd!). Het
toenemen van de voorraad kunnen we dus bekijken als een minderkost voor de
onderneming. Opgelet: rekening “Voorraadwijzigingen Hg” is GEEN
opbrengstenrekening, wel kostenrekening met min-teken!
13