You are on page 1of 3

WOB VERZOEK/TERUGVORDERING

<NAAM IN KLEINE LETTERS>


<ADRES>
<POSTCODE>
<EMAIL>

Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)

Tesselschadestraat 55
Postbus 1794
8901 CB Leeuwarden

<DATUM, PLAATS>

Betreft: Wet Openbaar Bestuur, terugvordering CJIB nummer <XXXX.XXXX.XXXX>

Lectori Salutem,

Ondergetekende dient op grond van de Wet openbaar bestuur art. 3 een verzoek in om alle originele
stukken/beschikkingen/schikkingen te ontvangen die met (bijlage 1) uitspraak WAHV 200.119.209 te maken
hebben.

Naar aanleiding van diezelfde uitspraak WAHV 200.119.209 vordert ondergetekende, de voor
ondergetekende bekende, stukken/beschikkingen/schikkingen met de nummers <CJIB NUMMER
xxxx.xxxx.xxxx.xxxx & CJIB NUMMER xxxx.xxxx.xxxx.xxxx, enz> per direct terug.

De totaal som, van de tot op heden, <DATUM>, bij ondergetekende bekende


stukken/beschikkingen/schikkingen, van € <totaal bedrag van de boetes die je zelf kunt terughalen> kunt u
binnen 14 dagen overmaken op banknummer: <UW IBAN NUMMER VAN UW BANKREKENING> t.n.v.
<BANKNUMMERTENNAAMGESTELDE>.

<<<DIT RESP. WEG HALEN OF AANPASSEN>>><<<Ondergetekende is bereid in der minne te schikken


voor € <SCHIKKINGSBEDRAG>,- om gedane zaken correct af te kunnen sluiten zonder verder
geloofwaardigheidsverlies van gezag van de overheid, en/of de functie van het CJIB. Bij accepteren en
voldoen van het schikkingsbedrag op banknummer: <UW IBAN NUMMER VAN UW BANKREKENING> t.n.v.
<BANKNUMMERTENNAAMGESTELDE> zal ondergetekende betreffende dossiers sluiten tot en met de
dagtekening van dit schrijven.>>><<<DIT RESP. WEG HALEN OF AANPASSEN>>>

Hoogachtend,

<NAAM IN KLEINE LETTERS>


BIJLAGE 1

ECLI:NL:GHARL:2014:1236
Instantie DatumRechtspraak.nl
Gerechtshof
20-02-2014
WAHV
Tussenuitspraak:
Bestuursstrafrecht
Hoger
Vervolg
uitspraak
beroep
200.119.209
na tussenarrest
Arnhem-Leeuwarden
ECLI:NL:GHARL:2013:7354
Datumvan
publicatie
7 oktober 2013
Zaaknummer
Formele
Rechtsgebieden
Bijzondere
Inhoudsindicatie
Vindplaatsen
relaties
kenmerken
(ECLI:NL:GHARL:2013:7354). Artikel 3, tweede lid, WAHV. Bij
registercontrole door de RDW

kan het hof niet vaststellen dat de administratieve sanctie is opgelegd


door een daartoe bevoegde ambtenaar. De RDW vermeldt bij

registercontroles de verbalisantcode 404040. Uit deze code kan niet


worden afgeleid welke opsporingsambtenaar de administratieve

sanctie in het voorliggende geval heeft opgelegd. Volgens de Wet


administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften mogen

ook bij registercontroles alleen daartoe bevoegde ambtenaren een


administratieve sanctie opleggen.
Uitspraak
WAHV 200.119.209
20 februari 2014
CJIB 156258696
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam
van 2 oktober 2012
betreffende
[de betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [plaats],
voor wie als gemachtigde optreedt [de gemachtigde],
wonende te [plaats].
Het tussenarrest
De inhoud van het tussenarrest van 7 oktober 2013 (ECLI:NL:GHARL:2013:7354, gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl ) wordt hier overgenomen en geacht te zijn ingevoegd.
Het verdere procesverloop
Op 13 december 2013 is aanvullende informatie van de advocaat-generaal ingekomen. Dit betreft een
ongedateerd schrijven met bijlagen van [naam], Unitmanager Handhaving, afdeling Registratie en
Informatie bij de RDW te Veendam.
De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld hierop een reactie te geven. Van deze
gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1.
Zoals het hof reeds heeft gesteld in het tussenarrest, zijn ingevolge artikel 3, tweede lid, van de WAHV
de in het eerste lid bedoelde ambtenaren bevoegd tot het opleggen van een administratieve sanctie ter
zake van de door hen of op geautomatiseerde wijze vastgestelde gedragingen aan personen die de
leeftijd van twaalf jaren hebben bereikt.
2.
In het onderhavige geval is een sanctie opgelegd ter zake van een op geautomatiseerde wijze
vastgestelde gedraging, waarbij in het zaakoverzicht de verbalisantcode 404040 is vermeld. In het hoger
beroepschrift heeft de officier van justitie gesteld dat de verbalisantcode 404040 wordt toegepast om
onderscheid te kunnen maken tussen een geautomatiseerd proces en een handeling van een
buitengewoon opsporingsambtenaar van de RDW. Bij het tussenarrest heeft het hof de advocaat-
generaal verzocht de vraag te beantwoorden of in dit geval, alsmede in hiermee vergelijkbare gevallen,
de sanctie is opgelegd door een daartoe bevoegde ambtenaar in de zin van voormelde bepaling.
3.
Naar aanleiding hiervan heeft de advocaat-generaal bovengenoemd schrijven met bijlagen van [naam] in
het geding gebracht.
4.
Het hof heeft op grond van deze informatie evenwel niet kunnen vaststellen dat de onderhavige sanctie
door een bevoegde ambtenaar in de zin van voormeld wetsartikel is opgelegd. Uit het schrijven van
[naam] begrijpt het hof dat uit de verbalisantcode 404040 niet kan worden herleid welke
opsporingsambtenaar in een concreet geval daadwerkelijk de gedraging heeft vastgesteld op basis van
controle van het geautomatiseerde proces en vervolgens ter zake hiervan een administratieve sanctie
heeft opgelegd. [naam] stelt (enkel) dat hij de hoedanigheid van buitengewoon opsporingsambtenaar
bezit en dat hij gekoppeld is aan, en (naar het hof begrijpt op grond van zijn functie als Unitmanager
Handhaving) verantwoordelijk is voor, de zaken met verbalisantcode 404040. Ook nadat van de zijde van
de advocaat-generaal hier expliciet naar is gevraagd, is echter niet de vraag beantwoord welke
opsporingsambtenaar ter zake van de onderhavige gedraging een administratieve sanctie heeft opgelegd.
5.
Het voorgaande leidt er toe dat niet is komen vast te staan dat de sanctie door een daartoe bevoegde
ambtenaar is opgelegd. Dit brengt mee dat de inleidende beschikking, waarbij die sanctie is opgelegd,
niet in stand kan blijven. De kantonrechter heeft de inleidende beschikking dan ook terecht vernietigd, zij
het op andere gronden. Het hof zal die beslissing daarom bevestigen, met verbetering van gronden.
Beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mrs. Beswerda, Van Schuijlenburg en De Witt, in tegenwoordigheid van mr.
Arntz als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.

You might also like