You are on page 1of 5

LesSchemaFormulier

Student: Suze Bax


Kempelklas: V1A
Stageschool + plaats: De Ganzebloem
Groep: 1/2
Mentor: Dineke Ferwerda
Vak/onderwerp: Handvaardigheid
Datum: 18-10-2019

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Mijn aandacht eerlijk verdelen, maar wel zo dat ik iedereen kan helpen als dat nodig is. Daarnaast ook de
kinderen die alles zelf kunnen complimenteren dat ze goed bezig zijn.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
Kinderen hebben al knutselopdrachten moeten doen met de prik mat, kleuren en knippen en plakken.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


De kinderen kunnen aan het einde van de les beter vouwen en ze hebben kennis gemaakt met de
moeilijkere vouwen. Daarnaast kunnen de kinderen in groep 1 oefenen met het inkleuren.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Vouwblaadjes
Lijm
Voorbeeldstrook
Scharen
Bladeren, eikels
A4’tjes
Stiften
Kleurplaat
Kleurpotloden
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Kinderen kunnen de opdracht van het vouwen moeilijk vinden, waardoor ze zich bezig gaan houden met
andere kinderen in plaats van met zichzelf.
Ik ga dit proberen op te lossen door mijn uitleg zo duidelijk mogelijk te maken en tegen de kinderen te
zeggen dat als ze het niet snappen ze naar mij moeten komen zodat ik ze kan helpen.
De kinderen met de kleurplaat kunnen hun werk afraffelen. Dit is te verhelpen door als ze hun kleurplaat
komen laten zien te zeggen van is het heir niet wat vindt, of zou je daar niet nog wat kleuren.
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
Ik heb de theorie uit het boek Ontwikkelingspsychologie. Het gaat over de kleine motoriek van kleuters.
Er zullen waarschijnlijk grote verschillen zitten tussen de kleine motoriek van kleuters van dezelfde
leeftijd.
Er zullen zeker verschillen zitten tussen jongens en meisje. Dit komt doordat meisjes vaker en sneller
voor het kleine, priegel werk gaan. Jongens daarentegen zullen dit uiteindelijk ook doen, maar vaak op
een andere manier en later dan de meiden.
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Inleiding Uitleg De kinderen zitten aan tafels. Ik laat 1 kind de scharen pakken, 1 de lijm en 1 de stiften. Ik deel de vouwblaadjes uit.
5 min Als we al de spullen hebben zal ik uitleggen wat we gaan maken doormiddel van de uitlegstrook die ik heb gemaakt,
waarop ik uitleg hoe je een muisje vouwt.
Ik deel aan de kinderen van groep 1 de kleurplaten uit en heb van te voren al bakjes met kleurpotloden op de tafel
gezet.

Kern De knutselopdracht De kinderen zijn bezig met het vouwen van de muis. Als zijn deze af hebben komen ze deze aan mij laten zien. Als ze
15 min dit gedaan hebben krijgen ze een A4’tje waarop ze het muizenhol kunnen maken met bladeren en tekeningen die ze
erbij kunnen maken.
De kinders van groep 1 kleuren hun kleurplaat in en als ze klaar zijn komen ze die aan mij laten zien.

Slot Afsluiting De kinderen komen hun werkjes inleveren op het bureau. Ik controleer of ze allemaal hun naam erop hebben gezet,
5 min is dit niet het geval moeten ze dit nog even doen en mogen ze daarna eens spelletje kiezen uit de kast.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


Ik had een duidelijke uitleg. Sommige kinderen hadden er wat moeite mee, maar die kon ik dan daarna
persoonlijk helpen. Deze opdracht was echt een opdracht voor groep 2. Daarom had ik voor groep 1 een
kleurplaat uitgeprint die ook met het verhaal te maken had. Maar de opdracht voor groep 2 had eigenlijk
wel al mijn aandacht nodig, waardoor groep 1 een beetje op zich zelf was aangewezen. Op een gegeven
moment heb ik wel even geprobeerd om ook bij de kinderen van groep 1 te gaan kijken, maar deze
kinderen hebben dus maar weinig aandacht gehad. Daar zou ik de volgende keer wel beter over
nadenken.

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:


Het lesdoel voor de kinderen is zeker wel gehaald. Ze hebben weer kunnen oefenen met vouwen. Ook
met schuine vouwen en kleinere vouwen. Dus dat is zeker wel gelukt.
De kinderen van groep 1 hebben goed kunnen oefenen met het binnen de lijnen kleuren.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:


De kinderen waren wel betrokken. Als ze het moeilijk vonden, kwamen ze meteen om mijn hulp vragen
zodat ze weer verder konden met der opdracht. Je merkten wel dat de kinderen die knutselen wat
minder leuk vinden op een gegeven moment een beetje gaan afhaken. Vooral als ze het dan even
moeilijk vinden of dan graag iets anders willen gaan doen. Maar alle kinderen hebben een prachtige
werkje gemaakt en ze hangen nu mooi in de klas.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?
Mijn mentor zoals al in de vorige LSF beschreven was er niet, maar een andere leerkracht. Zij was ook
zeer tevreden over deze opdracht. Ze vond het al heel knap dat ik een iets had gedaan voor heel de
klas, dus voor de kinderen van groep 1 en van groep 2. Ze zei ook dat deze opdracht inderdaad veel
aandacht van mij eisten, waardoor groep 1 wat minder kreeg. Dit vond zij verder geen probleem
omdat ze zag dat ik daar wel even tijd voor had gemaakt om toch ook bij de kinderen van groep 1 te
gaan kijken. Zij was er ook nog om zelf wat meer aandacht te leggen bij de kinderen van groep 1.
Daarnaast had mijn stagebegeleider ook wat opgeschreven.
Mooi om te zien hoe je samen de kinderen van groep 2 aan het vouwen bent.
Een en ander verloopt heel natuurlijk. Ik denk dat je ook merkt dat het van belang is om tijd te nemen
om te bepalen waar jouw aandacht en hulp nodig is.
Het is goed om tijd te nemen om met dat doel te observeren. Rekende je het ook tot je taak om groep
1 te begeleiden? Goed dat je ook aandacht voor die groep hebt.

Ik ben het zeker eens met de feedback die ik heb gehad. Ik had te weinig aandacht voor de kinderen
van groep 1. Ik was zeer intensief bezig met de opdracht voor groep 2. Maar tijdens deze opdracht had
ik inderdaad weinig tijd om ook even te observeren hoe deze kinderen het deden, omdat ik telkens
kinderen aan het helpen was. Als ik de volgende keer zo’n opdracht heb ga ik daar beter op letten en
over nadenken.

You might also like