Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting WMO
Samenvatting WMO
De WMO wet gaat over maatschappelijke ondersteuning van mensen met een beperking binnen
het gemeentelijk domein.
Naast deze wet komt de Wet Langdurige Zorg, ter vervanging van de AWBZ.
Voor mensen, kinderen en volwassenen, met en zonder beademing, zijn naast deze wetten nog
twee andere wetten belangrijk. De Jeugdwet (jeugdzorg gaat naar de gemeente) en de
Zorgverzekering Wet.
Dit stukje gaat alleen over de WMO met waar nodig de relatie naar de twee andere wetten.
De steun van de gemeente kan dus bestaan uit algemene voorzieningen of uit maatwerk.
In artikel 1 zijn de voorzieningen en het maatwerk gedefinieerd.
Voorzieningen zijn algemeen toegankelijke zaken (denk aan arbeid en de participatiewet,
bibliotheek, wellicht ook de MEE-organisatie). Voor algemene voorzieningen is geen indicatie
vereist.
1
Een maatwerkvoorziening is een op de behoefte van de persoon, zijn persoonskenmerken en
mogelijkheden afgestemd geheel van diensten en hulpmiddelen.
A) ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling
ter ontlasting van een mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen,
woningaanpassingen en andere maatregelen.
B) ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer,
alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen.
C) ten behoeve van beschermd wonen en opvang
Algemeen geldend voor chronische beademing waar je ook verblijft: De beademing valt
onder de Zorgverzekeringswet. Evenals Medisch Specialistische behandeling.
De regering stelt dat de wens van een cliënt om thuis te willen blijven zo lang mogelijk
ondersteund dient te worden door de gemeente. In bepaalde gevallen zal echter de veiligheid
van de cliënt leiden tot de noodzaak een LZ toegang aan te vragen. Hoewel er staat dat de
cliënt uiteindelijk beslist om al dan niet een indicatie bij het CIZ aan te vragen staat in de WLZ
expliciet dat de gemeente de bevoegdheid heeft maatwerk te weigeren en niet verplicht kan
worden een compensatie-pakket te bieden als de cliënt een LZ indicatie heeft of had kunnen
verkrijgen. Dus zo vrij is de beslissing van een cliënt nu ook weer niet.
2
De maatwerkvoorziening moet passend zijn om de beoogde doelstelling (zelfredzaamheid of
participatie zo lang mogelijk in eigen leefomgeving ) te bereiken.
Ditzelfde geldt voor een beslissing tot beschermd wonen of opvang.
De beslissing kan door een bezwaar en beroepsprocedure worden getoetst.
3
De mantelzorger
Inzet van mantelzorg en vrijwilligers wordt onmisbaar geacht in zowel de WMO als de Jeugdwet.
Ouders worden geacht aan kinderen gebruikelijke zorg te verlenen.
Huisgenoten, dus kinderen en partners en andere inwonenden worden geacht mantelzorg te
kunnen geven.
Uitgangspunt is wat redelijkerwijs kan worden gevraagd. De belastbaarheid van mantelzorgers
is een belangrijk onderdeel van het eerder genoemd gemeentelijk onderzoek.
Met name is de gemeente verplicht extra aandacht te geven aan jeugdige mantelzorgers.
Jeugdigen die mantelzorg verrichten moeten voldoende tijd hebben voor vrije tijd, sport, contact
met leeftijdsgenoten, school en werk.
Als buren en andere relaties zorg kunnen verlenen wordt dat wel meegewogen, maar buren en
andere relaties kunnen daartoe niet worden verplicht.
Wel kan de gemeente vragen of en zo ja wie nog hulp verricht (als voorbeeld wordt genoemd
dat als een buurvrouw die regelmatig boodschappen doet dat belangrijk is om te weten).
In de wet is in 4.1.1. tweede lid geregeld dat de gemeente bevoegd is persoonsgegevens van de
mantelzorger te verwerken om vast te stellen welke hulp deze biedt of kan bieden. Dit wordt
gemotiveerd met het oog op de belastbaarheid.
Ook mag de gemeente vragen welke sociale en familie- relaties er zijn en de cliënt verzoeken de
gemeente in staat te stellen met deze mensen contact op te nemen.
Om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen is de gemeente ook verantwoordelijk voor
de respijtzorg (als voorbeeld wordt genoemd de cliënt een dag in een instelling te laten
verblijven om de mantelzorgers even rust te gunnen)
4
Het PGB wordt niet als bedrag uitbetaald aan de cliënt maar is een trekkingsrecht via de SVB.
Woningaanpassing.
De eigenaar van de woning is verplicht de woningaanpassing toe te staan. (Conform artikel 16
woningwet eventueel verplicht de aanpassing zelf te doen)
Voor iedereen die zorg nodig heeft, met uitzondering van jongeren onder de 18 jaar, is de
woningaanpassing een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De gemeente kan hiervoor een
vergoeding geven of een voorziening treffen (met eigen bijdrage).
Verplichtingen cliënt.
De cliënt moet alle relevante informatie verstrekken aan de gemeente die van invloed kunnen
zijn op het maatwerkpakket of het PGB. Dit is relevant voor de beoordeling van de noodzakelijke
zorg en ook een antimisbruikbepaling.
Vervolg
In het overgangsrecht in de WLZ is geregeld hoe het verder gaat met mensen die nu AWBZ
zorg ontvangen en in de toekomst in soortgelijke gevallen geen recht op de WLZ kunnen doen
gelden. Het komt er grofweg op neer dat wie al in een instelling verblijft er tot zijn dood mag
blijven. Wie nog niet in een instelling verblijft zal na afloop van de AWBZ indicatie worden
geherindiceerd. Alsdan bestaat er voor sommige groepen nog een keuzemoment; toch binnen
een instelling of toch liever WMO.
(NB Er wordt uitgegaan van een situatie waarin er plaats genoeg is voor adequate zorg binnen
voldoende instellingen).
Er volgt nog een samenvatting van de Wet Langdurige Zorg, waarbij ook wordt ingegaan op de
Fokuswoningen en de Intensieve Kindzorg.