G E B R U I K S A A N W I J Z I N G

Bestnr.: 65 01 55

Weerstation "WS 555"

Impressum
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door
fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV.
Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan.
Omwille
Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.
van het
milieu
100% © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV
recycling- Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo
papier Internet: www.conrad.nl E-mail: helpdesk@conrad.nl
Belangrijk! Beslist lezen! b) Bediening
Binnentemperatuur- aanduiding kiezen
19
19
Buitentemperatuur- aanduiding kiezen 20
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product.
Buitensensor kiezen 20
Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikne-
Regenhoeveelheidsensor- aanduidingperiode kiezen 20
ming en het gebruik. Lees deze handleiding zorgvuldig door! Bij
Totale regenhoeveelheid wissen 20
schades, die ontstaan door het niet in acht nemen van deze hand-
MIN/MAX- waarden tonen 20
leiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor
Tijd/ datum voor aparte extreme waarde tonen 21
schades en letsel die daarvan het gevolg zijn.
MIN/MAX- waarden wissen 21
c) Overige functies 22
Bewaar daarom deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Maanfase- aanduiding 22
Weer- Willie 22
Inhoudsopgave Pagina Weersvoorspelling 23
1. Gebruik waarvoor het weerstation bedoeld is 4 Windsymbolen (windzak) 23
2. Omvang levering 5 Directe regenaanduiding 23
3. Verklaring van de symbolen 5 Comfort- indicator 24
4. Kenmerken en functies 6 10. Vervangen van batterijen 24
a) Basisstation 6 a) Basisstation 24
b) Combi- sensor 8 b) Combi- sensor, buitensensoren 24
5. Veiligheidsrichtlijnen 8 11. Verhelpen van storingen 25
6. Aanwijzingen betreffende de batterijen en het milieu 9 12. Bereik 26
7. Voorbereidingen voor het gebruik, ingebruikneming 10 13. Onderhoud en schoonmaken 27
a) Ingebruikneming van de combi- sensor 10 a) Algemeen 27
b) Ingebruikneming van overige sensoren 11 b) Schoonmaken van het basisstation 28
c) Ingebruikneming van het basisstation 12 c) Schoonmaken van de buitensensoren resp.
8. Aanduidingen op het display 13 van de combi-sensor 28
9. Configuratie en bediening 14 d) IJken van de regensensor 30
a) Basisinstellingen, configuratie 14 14. Gebruik 32
Configuratie- mode oproepen 15 a) Algemeen 32
Datum en tijd instellen 15 b) Basisstation 32
Breedtegraad en lengtegraad invoeren 16 c) Combi- sensor 33
Tijdzone instellen 17 15. Verklaring van de gebruikte begrippen 33
IJkwaarde voor regensensor invoeren 17 16. Verwijdering 35
Eenheid voor meting regenhoeveelheid invoeren 18 a) Algemeen 35
Verloopaanduiding toewijzen 18 b) Verwijdering batterij/ accu 35
Eenheid voor windsnelheid kiezen 19 17. Technische specificaties 36
Beëindigen van de configuratie- mode 19 18. Positietabel (lengte-/ breedtegraden) 37
19. Conformiteitsverklaring (DOC) 38
2 3
Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
Dit product is EMV-getest en voldoet aan de eisen van de geldende
Europese en nationale richtlijnen. De CE-conformiteit is bewezen; de betref-
fende documenten bevinden zich bij de fabrikant.
Om deze toestand zo te houden en gebruik zonder gevaar veilig te stellen,
dient u zich als gebruiker te houden aan deze gebruiksaanwijzing!
Lees eerst deze gebruiksaanwijzing volledig en zorgvuldig door voordat u
weerstation WS 565 in gebruik neemt.
U dient zich beslist te houden aan de aanwijzingen betreffende de veiligheid
en het gebruik.
Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk:
Nederland: Tel. 053 – 428 54 80
ma. t/m do. 8:30 - 20:00 uur
vr. 8:30 - 18:00 uur
e-mail: helpdesk@conrad.nl
1. Gebruik waarvoor het weerstation bedoeld is
Het weerstation WS 555 is een hoogwaardig universeel weer-meetsysteem,
dat een groot aantal weergegevens en extra informatie kan verwerken en
zowel de actuele waarden als weersvoorspellingen kan weergeven.
Alle relevante data worden gelijktijdig op het display weergegeven, indien
gewenst kunnen nog meer data opgeroepen worden door het indrukken van
de desbetreffende toetsen.
Iets speciaals is de figuur "Weer-Willie". Hij toont door zijn kleding het actuele
temperatuurbereik van de buitentemperatuur, door haar en sjaal de actuele
windsnelheid en met zijn paraplu voorspelde en beginnende resp. actuele
neerslag.
4 5
De weersvoorspellingen van het basisstation dienen alleen als oriënterende
waarden gezien te worden. De fabrikant neemt geen verantwoording voor
incorrecte aanduidingen, meetwaarden of weersvoorspellingen en de gevolgen
die deze zouden kunnen hebben.
Het product is bedoeld voor privé- gebruik, het is noch voor medische doel-
einden, noch voor informatie van de publieke opinie geschikt.
De componenten van dit product zijn geen speelgoed. Stel alle componen-
ten zo op, dat ze door kinderen niet bereikt kunnen worden.
Het apparaat werkt op batterijen. Alle externe sensoren brengen hun data via
een zender op de 868 MHz- band (bereik tot 100 m in het open veld, zie hfst.
12 over naar het basisstation.
Een ander gebruik dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging
van dit product, bovendien bestaan er dan nog andere gevaren.
Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig en opmerkzaam door,
er staan vele belangrijke informaties in over opstelling, gebruik en
bediening.
2. Omvang levering
Weerstation WS 555
Kunststof voet voor weerstation
Combi- sensor
Metalen stangen/ aardpin voor combi- sensor
Bedieningshandleiding
3. Verklaring van de symbolen
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in
deze handleiding, waar u beslist op moet letten.
U vindt het "hand"- symbool, als er bijzondere tips en aanwijzingen
voor de bediening gegeven worden.
4. Kenmerken en functies
a) Basisstation
Weergave van de binnentemperatuur en luchtvochtigheid
• Temperatuur- aanduiding in °C
• Omschakelbaar naar aanduiding van het dauwpunt binnen
• Opslag van de minimale/ maximale temperatuur met tijd en datum dat
deze voorkomt
• Opslag van de minimale/ maximale vochtigheid met tijd en datum dat
deze voorkomt
• Comfortzone- indicator
• Grafische verloopaanduiding voor de afgelopen 24 uur
Weergave van één van max. 9 buitensensoren (temperatuur en
luchtvochtigheid)
• Weergave van de data van de combi- sensor of van 8 buitensensoren
voor temperatuur/ luchtvochtigheid (ASH555)
• Naar keuze weergave van temperatuur, dauwpunt of windchill- temperatuur
• Opslag van de minimum- en maximumtemperatuur met tijd/ datum dat
deze voorkomt
• Opslag van de minimum- en maximumluchtvochtigheid met tijd/ datum
dat deze voorkomt
• Grafische verloopaanduiding voor de afgelopen 24 uur
Weergave van de windsnelheid
• Eenheden die gekozen kunnen worden: km/h, m/s, mph
• Opslag van de maximale windsnelheid met tijd/ datum dat deze voorkomt
• Extra grafische aanduiding (windzak) voor lichte, matige en harde wind
Weergave van de gevallen regenhoeveelheid in mm of l/m2 voor:
• Totale hoeveelheid die gevallen is sinds de laatste wissing, het afgelopen
uur, de afgelopen 24 uur
• Opslag van de maximale hoeveelheid per uur en per dag
• Extra aanduiding voor beginnende regen (regen-direct- aanduiding)
Aanduiding van het luchtdrukverloop/ luchtdruk- tendensaanduiding
• Grafische aanduiding van het verloop in de afgelopen 24 uur
6 7
• Opslag van de minimum- en maximum luchtdruk met tijd/ datum dat
deze voorkomt
• Aanduiding van de luchtdruktendens in 5 verschillende trappen: sterk
stijgend, stijgend, gelijkblijvend, vallend, sterk vallend
Symboolaanduiding van de weersvoorspelling
• Symbool voor: regenachtig, bewolkt, helder, zonnig
Aanduiding van tijd en datum
• Geïntegreerd kwarts- uurwerk
Aanduiding van zonsop- en ondergang
• Gebaseerd op de individueel in te voeren data voor uw standplaats; er is
een berekening mogelijk in het bereik tussen –60 tot +60 °N.
Maanfase- aanduiding
• Aanduiding van de actuele maanfase: nieuwe maan, wassende maan,
volle maan, afnemende maan
Weeraanduiding "Weer- Willie"
In navolging van het bijna vergeten weerhuisje, waar bij slecht weer een
figuurtje met paraplu naar buiten komt en bij goed weer eerder lichte kleding
aangekondigd wordt, beschikt de WS555 over "Weer- Willie".
Het gedrag van deze figuur richt zich naar verschillende weersfactoren,
zodat u in één oogopslag ziet hoe mogelijke kleding bij een verblijf in de
buitenlucht er uit zou kunnen zien.
Daarbij worden niet alleen de actuele meetwaarden voor buitentemperatuur,
luchtvochtigheid, wind en regen geëvalueerd. De weersvoorspelling speelt
hierin namelijk ook een belangrijke rol. Zo zijn er, afhankelijk van de weers-
omstandigheden, vele verschillende weergaven en kledingtoestanden van
"Weer- Willie" mogelijk.
De figuur "Weer- Willie" geeft in één oogopslag meerdere
weersfactoren aan:
• De kledingtoestand van "Weer- Willie" richt zich naar de gemeten buiten
temperatuur op de combi- sensor.
• Bij windsnelheden boven 10 km/h (matige wind) waaien de haren van
 "Weer-Willie". Als de temperatuur gelijktijdig lager dan 15 °C, waait ook
de nu gedragen sjaal in de wind.
• Als de weersvoorspelling regen aangeeft, neemt Weer- Willie zijn (gesloten)
paraplu mee.
• Als het begint te regenen, dan draagt Weer- Willie een open paraplu.
b) Combi- sensor
• Functie-overdracht van:
- Regenhoeveelheid
- Directe herkenning van regen
- Windsnelheid
- Temperatuur
- Luchtvochtigheid
5. Veiligheidsrichtlijnen
Bij schades, die veroorzaakt worden door het niet in acht
nemen van deze bedieningshandleiding, vervalt het recht op
garantie.
Bij persoonlijk letsel en/of schade, die door verkeerd gebruik
of het niet in acht nemen van deze veiligheidsrichtlijnen veroor
zaakt worden, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke vervalt
elk recht op garantie!
Zeer geachte klant, de volgende veiligheidsrichtlijnen en aanwijzingen
betreffende gevaren zijn niet alleen bedoeld ter bescherming van
uw gezondheid, maar ook als bescherming voor het apparaat. Lees
daarom de volgende punten aandachtig door:
Gebruik dit product niet in ziekenhuizen of medische instituten. Hoewel de
buitensensor slechts relatief zwakke signalen uitzendt, kunnen die daar
leiden tot functiestoringen van levensbehoudende systemen. Ditzelfde geldt
mogelijkerwijze ook in andere bereiken.
8 9
Het weerstation is alleen geschikt voor droge binnenruimtes. Stel het niet
bloot aan direct zonlicht, sterke hitte, koude, vochtigheid of natheid.
De regen-/ windmeter is daarentegen bij correct gebruik geschikt voor
onbeschermd gebruik buiten.
Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen
en/ of veranderen van het product niet toegestaan.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos rondslingeren. Plastic folie/
-zakken, piepschuim e.d. zouden voor kinderen en huisdieren gevaarlijk
speelgoed kunnen zijn.
Ga voorzichtig met het product om. Door stoten, slagen of vallen – zelfs van
geringe hoogte – wordt het beschadigd.
6. Aanwijzingen betreffende de batterijen en
het milieu
• Accu’s/ batterijen horen niet in kinderhanden.
• Let bij het inleggen van accu’s/ batterijen op de juiste poling.
• Laat batterijen en accu’s niet achteloos rondslingeren, er bestaat het
gevaar dat deze door kinderen of huisdieren ingeslikt worden. Ga in een
dergelijk geval onmiddellijk naar een arts.
• Uitgelopen of beschadigde batterijen/ accu’s kunnen bij aanraking met
de huid brandwonden veroorzaken. Gebruik in dat geval geschikte
veiligheidshandschoenen.
• Let er op dat batterijen/ accu’s niet kortgesloten of in het vuur gegooid
worden. Er bestaat ontploffingsgevaar!
• Maak batterijen/ accu’s nooit open!
• Normale batterijen mogen niet opgeladen worden. Er bestaat gevaar voor
explosies!
• Als het weerstation langere tijd niet gebruikt wordt, haal dan de ingelegde
batterijen/ accu’s er uit, om schade door uitlopende batterijen/ accu’s te
voorkomen.
7. Voorbereidingen voor het gebruik, De plaatsing, b.v. in de tuin, dient, zoals hiervoor al eerder gezegd is, pas na
een uitgevoerde functietest te gebeuren.
ingebruikneming
Een gunstige plek voor de combi- sensor te vinden kan moeilijk worden,
Let op het volgende: want de combi- sensor moet indien mogelijk in de schaduw staan, om de
Neem eerst alle beschikbare buitensensoren in gebruik temperatuurwaarden correct te meten. Anderzijds moet ook aan de functie
(batterijen er in leggen), pas daarna het basisstation zelf. van wind- en regensensor gedacht worden.
Als u een andere volgorde aanhoudt, kan het gebeuren dat
het basisstation de aanwezige buitensensoren niet herkent! De nabijheid van gebouwen, bomen e.d. kan de meetwaarden van wind- en
regensensor vervalsen.
Het verdient beslist aanbeveling het basisstation met alle buitensensoren
(voor zover u naast de meegeleverde combi- sensor nog andere buitensoren Als u een plaats gevonden heeft, steekt u de aardpen diep in de grond, om
aangeschaft heeft) eerst binnenshuis uit te proberen, voor u de buitensenso- een vaste stand van de combi- sensor te garanderen.
ren in de openlucht monteert. De afstand tussen basisstation en buitensen-
soren dient echter minimaal 2 m te bedragen, om interferentie te voorkomen. Denk bij de keuze van de opstelplek aan de veiligheid voor
U bespaart door deze eerste functietest het omslachtige en tijdrovende zoe- kinderen, huisdieren of voertuigen enz.
ken naar fouten achteraf.
Door het omvallen van de combi- sensor bestaat gevaar voor
a) Ingebruikneming van de combi- sensor
verwondingen resp. gevaar voor beschadigingen aan
voertuigen of voorwerpen.
• Open de behuizing van de sensor. Draai eerst het
onderste deel van de behuizing zoals hiernaast
Het onderste stuk van de aardpen kan ook m.b.v. een hamer
aangegeven een stukje in de richting van de pijl
in de grond geslagen worden. Daartoe dient u echter beslist
(1) en trek daarna de behuizing voorzichtig naar
een geschikt blok te gebruiken, opdat het bovenste uiteinde
beneden (2).
van de buis niet beschadigd wordt (geen montage van de andere
buizen meer mogelijk). Verlies van garantie!
• Leg daarna drie batterijen (AA, penlite) met de
Let er op, dat op de plek waar u de aardpen in de grond wilt
juiste poling in het batterijvak, zie afbeelding
slaan, geen Leidingen gelegd zijn (b.v. slangen voor een
rechtsonder.
bewateringssysteem e.d.).
• Het gebruik van accu’s is mogelijk, daarbij b) Ingebruikneming van overige sensoren
worden echter door de lagere spanning/
capaciteit zowel het bereik als de werkingsduur Als u een of meerdere extra temperatuur-/ vochtigheidssensoren van het
minder! type "ASH555" wilt gebruiken, legt u nu de batterijen met de juiste poling in
de sensor(en). Er kunnen maximaal 8 van deze sensoren aangesloten worden.
• Sluit de behuizing van de sensor; schuif de
behuizing naar boven en vergrendel deze weer.
• Zet de voet in elkaar.
onder
10 11
c) Ingebruikneming van het basisstation 8. Aanduidingen op het display
• Open het batterijvak aan de achterkant van het basisstation (eventueell
eerst de voet verwijderen!).

• Leg vier batterijen (AA, penlite) met de juiste poling in het batterijvak.
Gebruik bij voorkeur alkaline batterijen.

Het gebruik van accu’s is mogelijk, daarbij worden echter door de

lagere spanning/ capaciteit zowel het bereik als de werkingsduur
minder!

• Sluit het batterijvak weer.

• Na het inleggen van de batterijen worden gedurende korte tijd alle
segmenten van het LC- display getoond.
Daarna activeert het basisstation gedurende 45 minuten de
synchronisatiemode. In deze tijd worden na elkaar alle ontvangen
zendergestuurde sensoren getoond.
1. Actuele binnentemperatuur
Als alle door u ingezette sensoren ontvangen zijn, dan kunt u de
2. Actuele luchtvochtigheid binnen
synchronisatiemode door het indrukken van een willekeurige toets
3. Comfortzone- indicator (om aangenaam/ onaangenaam klimaat aan te
beëindigen.
geven)
4. Aanduiding voor regen
• Na de synchronisatie vindt de normale weergave van alle weergegevens
5. Regenhoeveelheid (in de afbeelding boven aanduiding van de regen-
plaats. Alleen zonsopgang en zonsondergang worden nog niet aangegeven,
hoeveelheid in de afgelopen 24 uur)
net zo min als de maanfase, omdat daartoe tijd en kalender ingesteld
6. Luchtdruk- tendensaanduiding
moeten worden.
7. Grafische verloopaanduiding (historie) afhankelijk van gekozen eenheid
(afbeelding boven: luchtdruk)
• Het basisstation kan aan de muur gehangen worden (aan de achterkant
8. Tijdstip zonsopgang (sunrise) en zonsondergang (sunset)
bevindt zich daartoe een opening) of door middel van een voet op een
9. Tijd- en datum- aanduiding
horizontaal vlak opgesteld worden.
10. Geanimeerd symbool "Weer- Willie"
11. Huidige windsnelheid
• Als u de voet wilt gebruiken, hang dan eerst de korte haakjes van de voet
12. Symbool voor windsterkte
in de houders aan de achterkant van het basisstation. Daarna klapt u de
13. Sensornummer (bij keuze van de combi- sensor vindt hier geen aanduiding
voet naar voren, tot de lange haakjes in der nokken aan de onderkant van
plaats)
het basisstation klikken.
14. Actuele luchtvochtigheid van de gekozen buitensensor
15. Actuele temperatuur van de gekozen sensor
16. Symbool voor de maanfase
17. Symbolen voor de weersvoorspelling (zonnig, helder, bewolkt, regen-
12 achtig) 13
9. Configuratie en bediening Na iedere instelling kunt u de configuratiemode door het indrukken
van "EXIT" verlaten of met de toets "NEXT" naar de volgende
Na het installeren van de buitensensoren en de aansluitende ingebruikneming instelling gaan.
van het basisstation (u dient deze volgorde beslist aan te houden) moeten nu
de door de sensoren verzonden data op het display van het basisstation De configuratie vindt plaats in onderstaande volgorde:
verschijnen. Jaar ➜ maand ➜ dag ➜ minuten ➜ uren ➜ breedtegraad (LA = latitude = NB)
➜ lengtegraad (longitude = LO = OL) ➜ tijdzone (ti) ➜ ijking regensensor ➜
a) Basisinstellingen, configuratie eenheid regenhoeveelheid ➜ toewijzing van de verloopaanduiding ➜ een-
heid wind
De volgende instellingen zijn voor het gebruik nog noodzakelijk:
• Jaar, maand, dag, uur, minuut Daarna start de instel- volgorde weer van voren af aan.
• Breedte-/ lengtegraad van uw standplaats
• Tijdzone Configuratiemode oproepen

Pas hierna worden de maanfase en de tijd voor zonsopgang en > 2 seconden Druk ca, 2 seconden op de toets "IN". Bij het loslate
zonsondergang, alsmede datum en tijd weergegeven. van de toets ziet u de desbetreffende aanduiding

Extra instelmogelijkheden:
• Regensensor- ijking indien gewenst mogelijk (dit is echter al door de
fabrikant gedaan en hoeft door u normaalgesproken niet meer opnieuw
gedaan te worden!) Jaar Stel met de toetsen "+" en "-" het actuele
• Eenheid van de regenhoeveelheid jaar in. Druk op de toets "NEXT"
• Toewijzing van de verloopaanduiding (luchtdruk, binnen- of buitentemperatuur) Maand Stel met de toetsen "+" en "-" de maand in.
• Eenheid van windsterkte Druk op de toets "NEXT"
Dag Stel met de toetsen "+" en "-" de dag in.
In de configuratiemode hebben de toetsen de volgende functies: Druk op de toets "NEXT"
Opdruk Functie Beschrijving
Minuten Stel met de toetsen "+" en "-" de minuten in.
IN (niet gebruikt)
Druk op de toets "NEXT"
SENSOR EXIT Verlaten van de configuratiemode)
MIN/MAX + Waarde verhogen Uren Stel met de toetsen "+" en "-" de uren in.
RAIN - Waarde verlagen Druk op de toets "NEXT"; aansluitend kan
OUT NEXT Naar de volgende instelling de breedtegraad ingevoerd worden
(op het display verschijnt "LA" = latitude).
U vindt de betekenis van de toetsen ook op de achterkant van het basisstation.

Let svp op het volgende:

Als u bij de aparte instellingen de toetsen "+" of "-" langer indrukt,
worden de waarden sneller veranderd.

14 15
 Breedtegraad en lengtegraad invoeren
De invoer van de standplaats van het weerstation
is nodig voor de berekening van de tijden van
zonsopgang en zonsondergang.
De breedtegraad kan in een bereik van –60,0° tot
+60,0 ° ingevoerd worden.
Af fabriek is de positie van Berlijn geprogrammeerd.
U kunt uw positie op verschillende manieren
bepalen:
• In hoofdstuk 18 vindt u een tabel met de
coördinaten van talrijke Duitse steden.
Kies een plaats in uw omgeving en voer de
coördinaten daarvan in.
• Als u over een GPS- navigatieapparaat
beschikt, b.v. in de auto of een mobiel apparaat,
dan kunt u de positieaanduiding daarvan
overnemen en heeft u daarmee uw exacte
positie.
• U kunt de exacte coördinaten ook van Internet
halen. Er zijn talrijke pagina’s die zich met
navigatie bezighouden.
Let er op dat de aanduidingen voor zonsop- en
ondergang strikt genomen worden slechts aan
of
zee of voor een volledig vlak landschap correct
zouden zijn. Bergen, hoge bossen e.d. veranderen
deze waarden voor uw standplaats.
Ook voor de ideale positie kunnen de aanduidingen
een paar minuten afwijken, omdat voor de berekening
een benaderingsformule gebruikt wordt.
Breedte-
graad Stel met de toetsen "+" en "-" de breedtegraad in.
Voorbeeld: 52,5°, invoer: 525. Druk op de toets
"NEXT". Aansluitend kan de lengtegraad ingevoerd
lengte-
worden. Op het display wordt dit aangegeven
graad
met "LO".
16
Stel met de toetsen "+" en "-" de lengtegraad in.
Voorbeeld: 13,4°, invoer: 134
Druk op de toets "NEXT"; stel nu de tijdzone in.
Op het display wordt "ti"getoond.
Tijdzone instellen
De aanduiding van de tijdzone is nodig voor de
berekening van de tijden voor zonsop- en
ondergang.
Voer het verschil met GMT ("Greenwich Mean
Time") in.
Voor Nederland gelden de volgende waarden:
Zomertijd: + 2
Wintertijd: + 1
Tijdzone
Voer met de toetsen "+" en "-" de voor uw tijd-
zone actuele waarde in.
Voor een correcte werking van het weerstation
zijn op deze plek alle noodzakelijke instellingen
uitgevoerd. De overige instellingen zijn voor
normaal gebruik niet noodzakelijk.
Configuratie
beëindigen Druk op de toets "EXIT", om de configuratie-
mode te beëindigen en terug te keren naar het
Uitgebreide normale gebruik. Aansluitend bevindt het weer-
instellingen station zich in de normale werking.
Druk op de toets "EXIT" om uitgebreide instellingen
uit te voeren en om bij de ijking van de
regensensor te komen.
IJkwaarde voor regensensor invoeren
Het meetsysteem voor regenhoeveelheden
bezit reeds af fabriek een grote Precisie, zodat
het ijken normaal gesproken niet nodig is. Druk
gewoon op "NEXT" om de fabrieksinstelling
over te nemen.
17
 In het andere geval moet de ijkwaarde
eerst in de normale mode bepaald
worden, zie daarvoor hfst. 13. D).
Voer met de toetsen "+" en "-" de vooraf
berekende waarde in.
Druk op de toets "NEXT" om de eenheid voor
IJkwaarde de regenmeting in te stellen.
eenheid Eenheid voor regenhoeveelheidmeting
voor bepalen
regen-
meting De aanduiding van de eenheid voor de regenhoeveelheid
geschiedt in het regenveld "RAIN" ; er kan tussen
l/m2 of mm gekozen worden.
hoeveelheid Kies met de toetsen "+" en "-" de
gewenste eenheid.
Druk op de toets "NEXT". Aansluitend kan de ver
loopaanduiding toegewezen worden.
Verloopaanduiding toewijzen
De grafische verloopaanduiding kan toegewezen
worden aan de volgende weergavesoorten:
- Luchtdruk
- Binnentemperatuur
- Buitentemperatuur
Als de verloopaanduiding toegewezen wordt aan
een van de temperatuuraanduidingen, dan
verschijnt in het desbetreffende veld bovendien
het symbool Abbildung.
Weergave in het displayveld:
P = luchtdruk
18
O = buitentemperatuur
I = binnentemperatuur
Verloop Kies met de toetsen "+" en "-" de gewenste
toewijzen
toe- wijzing. Druk op de toetsaanduiding "NEXT",
aansluitend kan de eenheid voor de
windsnelheidmeting ingevoerd worden.
Eenheid voor windsnelheid kiezen
De volgende eenheden kunnen gekozen worden;
km/h = kilometer per uur
eenheid m/s = meter per seconde
voor mph = mijlen per uur (miles per hour)
wind- De aanduiding geschiedt in het veld "WIND"
snelheid voor wind-Kies met de toetsen "+" en "-" de
gewenste eenheid, waarmee de windsnelheid
aangegeven moet worden.
• Als u nu op de toets "NEXT" drukt,
verschijnt het jaar weer. De invoervolgorde
begint weer van voren af aan. U zou nu de
invoeren b.v. kunnen controleren resp. veranderen.
Beëindigen van de configuratiemode
Druk op de toets "EXIT" om de invoer te beëindigen.
Dit kan op elke willekeurige positie gebeuren,
b.v. na het instellen van de tijd enz.
b) Bediening
Binnentemperatuur- aanduiding kiezen
Bij normaal gebruik worden in het displayveld "INDOOR" de binnentemperatuur
en de luchtvochtigheid weergegeven.
Door herhaaldelijk op de toets "IN" te drukken kunt u schakelen tussen:
• Binnentemperatuur
• Bijbehorende dauwpunt- waarde
19
Buitentemperatuur- aanduiding kiezen
Bij normaal gebruik worden in het displayveld "OUTDOOR" de buitentemperatuur
en de luchtvochtigheid buiten van de gekozen buitensensor weergegeven.
Door herhaaldelijk op de toets "OUT" te drukken kunt u schakelen tussen:
• Buitentemperatuur
• Bijbehorende dauwpunt- waarde
• Gevoelstemperatuur (windchill)
Buitensensor kiezen
In het displayveld "Sensor" wordt de op dat moment gekozen buitensensor
met het bijbehorende sensornummer getoond. Alleen actieve (in de synchro-
nisatiefase ontvangen) sensoren worden getoond.
Om de buitensensoren resp. de combi- sensor te kiezen drukt u zo vaak op
de toets "SENSOR" tot het gewenste sensornummer verschijnt.
• bij de buitensensoren 1 – 8 wordt het desbetreffende sensornummer (1 – 8)
getoond
• Bij de combi- sensor wordt geen nummer getoond, ook de aanduiding
"SENSOR" (naast de buitenluchtvochtigheid) verdwijnt.
Aanduidingperiode regenhoeveelheid kiezen
Door herhaaldelijk op de toets "RAIN" te drukken kunt u schakelen tussen:
• Aanduiding voor het afgelopen uur
• Aanduiding voor de afgelopen 24 uur
• Aanduiding van de totale hoeveelheid sinds de regenhoeveelheid de
laaste keer gewist werd resp. na het inleggen van de batterijen
Totale regenhoeveelheid wissen
Druk ca. 2 sec op de toets "RAIN". Na het loslaten van de toets is de totale
regenhoeveelheid gewist.
MIN/MAX- waarden tonen
Voor de meetwaarden van binnen-/ buitentemperatuur en luchtvochtigheid
binnen/ buiten worden de bereikte minimum- en maximumwaarden sinds de
laatste keer dat deze data gewist zijn opgeslagen.
Voor windsnelheid- en regenhoeveelheidmeting worden alleen de MAX-
waarden opgeslagen.
20
Bij alle waarden worden tevens tijdstip en datum van het optreden
van deze extreme waarden opgeslagen.
Als u op de toets "MIN/MAX" drukt, schakelt u tussen de aanduiding van de
minimumwaarden, de maximumwaarden en de normale aanduiding. Voor het
oproepen van de opgeslagen data handelt u als volgt:
• Minimumwaarden oproepen
Druk op de toets "MIN/MAX". Op het display verschijnt in het midden
"MIN".
In de desbetreffende velden worden nu de minimumwaarden
getoond. Voor wind en regen vindt geen aanduiding plaats
(de minimumwaarde zou namelijk altijd "0" zijn).
• Maximumwaarden oproepen
Druk nogmaals de toets "MIN/MAX"uitgaand van de normale aanduiding
moet u de toets dus twee keer indrukken). Op het display verschijnt in
het midden "MAX".
• In de desbetreffende velden worden nu de maximumwaarden getoond.
• Terugkeer naar de normale weergave
Door opnieuw op de toets "MIN/MAX" te drukken keert u weer terug naar
de normale weergave. De aanduiding "MAX" op het display verdwijnt.
Tijd/ datum van de aparte extreme waarden laten zien
Indien gewenst kunt u voor elke aparte extreme waarde de daarbij horende
tijd resp. de datum waarop de extreme waarde voorkwam laten zien op het
display.
Handel daarvoor als volgt:
• Kies eerst de aanduiding van de minimumwaarden (toets "MIN/MAX"
eenmaal indrukken, aanduiding " MIN" op het display) of de maximum
waarden (toets "MIN/MAX" twee keer indrukken, aanduiding "MAX" op
het display).
• Door meerdere keren op de toets "SENSOR" te drukken kan nu de
gewenste waarde getoond worden.
21
Volgorde van de weergave:
Binnentemperatuur ➜ luchtvochtigheid binnen ➜ buitentemperatuur ➜
luchtvochtigheid buiten ➜ regenhoeveelheid (alleen max. waarde, niet bij
"TOTAAL") ➜ windsnelheid (alleen max. waarde).
Er wordt steeds slechts één veld met de extreme waarde getoond;
onder in de tijdsaanduiding verschijnen het tijdstip en de datum van
het optreden van de extreme waarde.
• De volgende druk op de toets "SENSOR" leidt weer terug naar de totaa
aanduiding van alle maximumwaarden (MIN of afhankelijk van of u aan
het begin de minimum- of maximumwaarden gekozen heeft).
• Buitentemperatuur (alleen combi- sensor)
Via de buitentemperatuur van de combi- sensor wordt de kleding van
Willie veranderd.
• Regen
Als de weersvoorspelling- functie "Regen" bepaald heeft, wordt er een
gesloten paraplu getoond. Als de combi- sensor regen vaststelt, gaat de
paraplu open.
• Windsnelheid
Bij windsnelheden boven de 20 km/u (matige wind) waaien de haren van
Weer- Willie. Als de temperatuur gelijktijdig lager is dan 15 °C, dan waait
bovendien de sjaal in de wind.

MIN/MAX- waarden wissen Weersvoorspelling

Druk eenmaal op de toets "MIN/MAX" om de minimumwaarden aan te De symbolen van de weersvoorspelling helemaal boven op het display geven
geven, resp. twee keer voor de maximumwaarden. de volgende prognoses:
Wolken met regen ➜ regenachtig
Voor het wissen van de weergegeven data (of minimumwaarden of Wolken ➜ bewolkt
maximumwaarden) drukt u meer dan 2 seconden op de toets "RAIN". Wolken met zon ➜ helder
Daarna zijn de waarden gewist. Zon ➜ zonnig

Windsymbool- aanduiding (windzak)

c) Overige functies Het windzaksymbool in het veld "WIND" laat in één keer zien of de wind licht,
matig of hard is:
Maanfase- aanduiding
De aanduiding van de maanfasen vindt plaats met de volgende symbolen: windzak hangt naar beneden ➜ lichte wind (< 10 km/h)
windzak half omhoog) ➜ matige wind (10…20 km/u)
windzak staat horizontaal ➜ harde wind (> 20 km/h)

Regen- direct weergave

De combi- sensor bepaalt niet alleen de regenhoeveelheid, maar bepaalt
Volle maan afnemend nieuwe maan wassend tevens de actuele toestand (droog/ nat) van een speciale sensor. Daardoor
kan al een druppel als "beginnende regen" aan het basisstation gemeld worden.
De maanfase- aanduiding verschijnt pas, als tijd en datum ingevoerd zijn.
Op het LC- display van het basisstation verschijnt in het veld "RAIN" een
Weer- Willie symbolische regendruppel. Bovendien doet Wille zijn paraplu open.
Weer- Willie laat als animatie- figuur gelijktijdig meerdere weerfactoren zien:

22 23
Comfort- indicator
De comfort- indicator geeft het kamerklimaat (verhouding van luchtvochtigheid
tot temperatuur) weer. Een waardetabel voor de weergavebereiken vindt u in
hfst. 15.
De comfort- indicator toont drie verschillende "Smiles": ☺
10. Vervangen van de batterijen
Afhankelijk van welke batterijen of accu’s u gebruikt, is het vervang-
ingsinterval heel verschillend. Hoogwaardige alkaline- batterijen
werken het langste, accu’s of goedkope zink- kool- batterijen vragen
vaker om vervanging.
a) Basisstation
Als op het display het symbool "batterij leeg" verschijnt, dient u de
batterijen te vervangen door nieuwe.
• Vervang steeds de complete set batterijen.
• Gebruik geen volle en halfvolle batterijen door elkaar.
• Gebruik steeds vier batterijen van hetzelfde type en fabrikaat
• Gebruik geen batterijen en accu’s door elkaar.
• Zoals al eerder gezegd, is gebruik van accu’s mogelijk, de gebruiksduur
ervan is echter aanzienlijk korter dan van batterijen.
• Handel voor het vervangen van de batterijen zoals beschreven in hfst. 7.c.
Let op: Na het vervangen van de batterijen zijn alle in het
basisstation opgeslagen data/ waarden (b.v. tijd, datum)
gewist en moeten weer opnieuw ingevoerd worden.
b) Combi- sensor, buitensensoren
Als de aanduiding van de desbetreffende sensor langer dan 24 uur uitblijft,
dienen de batterijen vervangen te worden door nieuwe, zoals beschreven in
hfst. 7. a) en b).
24
Controleer, of misschien niet een storing in de zendoverdracht de
oorzaak is van het uitblijven van de data-overdracht. Ook in dat
geval verschijnt er geen aanduiding op het display van het basisstation.
Een oorzaak zou b.v. kunnen zijn een metalen voorwerp in het
zendtraject (b.v. een geparkeerde auto).
11. Verhelpen van storingen
Let op alle veiligheidsrichtlijnen in deze handleiding!
Probleem Mogelijke oplossing
Geen ontvangst • De afstand tussen basisstation en buitensensoren is te groot
Kies een andere opstelplek voor de buitensensoren.
• Voorwerpen resp. afschermende materialen verhinderen de
ontvangst.
• De batterijen van de buitensensoren zijn zwak of leeg.
Leg om dit uit te proberen nieuwe batterijen in de buitensensoren.
• Een andere zender op dezelfde of naburige frequentie
stoort het zendsignaal van de buitensensoren.
Dit kunnen b.v. hoofdtelefoons, luidsprekers of andere
apparaten zijn.
Dergelijke producten worden meestal niet permanent
gebruikt.
De ontvangst kan b.v. de volgende dag perfect zijn, wat het
zoeken naar de oorzaak bemoeilijkt.
Indien mogelijk stelt u op de andere apparaten een andere
frequentie in, wat het ontvangstprobleem met het
weerstation kan verhelpen.
Storing van andere • De buitensensoren zenden elke 3 minuten gedurende 0.1 s
apparaten door (100 ms) hun gegevens naar het basisstation. In deze
de buitensensoren korte tijd zijn storingen op andere apparaten mogelijk.
Zo kan b.v. bij een hoofdtelefoon elke 3 minuten een
zeer kort storend signaal hoorbaar zijn.
Problemen bij de • Bij het inleggen van de batterijen in de buitensensoren
synchronisatie en het basisstation (exact deze volgorde aanhouden!)
25
 bevinden deze apparaten zich in de synchronisatiemode.
Hier wordt elke vier seconden een datatelegram verzonden,
hetgeen de herkenning en aanmelding van de buiten
sensoren aan het basisstation versnelt.
Om een nieuwe synchronisatie af te dwingen, haalt u de
batterijen uit het basisstation en de buitensensoren.
Wacht daarna minstens 60 seconden, voor u de batterijen
weer in de buitensensoren en als laatste in het basis-
station legt (deze volgorde beslist aanhouden – eerst de
batterijen in alle aanwezige buitensensoren leggen, daarna
pas in het basisstation).
Daarbij gaan echter alle waarden/ data, die in het basisstation
opgeslagen zijn, verloren (b.v. minimum- en maximumwaarden,
maar ook datum, tijd enz.).
• Voor u de buitensensoren b.v. in uw tuin plaatst, dient u
een functietest uit te voeren, zoals beschreven in het
begin van hfst. 7.
12. Reikwijdte
De reikwijdte van de overdracht van de zendsignalen naar het basisstation
bedraagt onder optimale omstandigheden tot 100 m. Dit wordt ook vaak
aangeduid als "vrije veld" bereik.
• Deze ideale opstelling (b.v. basisstation en buitensensor op een gladde,
vlakke weide zonder bomen, huizen enz.) wordt echter in de praktijk nooit
aangetroffen.
Normaalgesproken wordt het basisstation in huis opgesteld, de combi- sensor
in de tuin en andere buitensensoren b.v. in bijgebouwen, b.v. een volière of
garage.
Het bereik kan aanzienlijk beperkt worden door:
• Muren, plafonds van gewapend beton
• Gelaagd geïsoleerd glas
26
• Voertuigen
• Bomen, struiken, aarde, rotsen
• Nabijheid van metalen en geleidende voorwerpen (b.v. radiatoren)
• Nabijheid van een menselijk lichaam
• Breedbandstoringen, b.v. in woongebieden (DECT- telefoons, mobieltjes,
draadloze hoofdtelefoons en luidsprekers, andere zendergestuurde
weerstations, babyfoons e.d.)
• Nabijheid van elektrische motoren, trafo’s, netvoedingen, computers
• Nabijheid van slecht afgeschermde of open gebruikte computers of
andere elektrische apparaten
Omdat de plaatselijke omstandigheden op elke opstelplek anders
zijn, kan een bepaald bereik niet gegarandeerd worden.
Als het basisstation geen data van de combi- sensor of eventueel
extra aanwezige buitensensoren ontvangt (ondanks nieuwe batterijen),
verklein dan de afstand tussen basisstation en buitensensoren,
plaats de sensoren ergens anders.
Houdt u aan de hoofdstukken 7 en 11 van deze handleiding.
13. Onderhoud en schoonmaken
a) Algemeen
Controleer regelmatig de technische veiligheid van dit product, b.v. beschadiging
van de behuizing.
Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer moge-
lijk is, dient u het apparaat buiten werking te stellen en te beschermen tegen
het per ongeluk in werking stellen door derden. Verwijder de batterijen.
U kunt aannemen dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, als:
• Het apparaat zichtbaar beschadigd is
• Het apparaat niet meer functioneert
• Na langdurige opslag onder ongunstige omstandigheden
• Na ruw transport
27
Voor u het apparaat schoonmaakt of er onderhoud aan pleegt, dient
u beslist te letten op onderstaande veiligheidsrichtlijnen:
Verwijder de batterijen voor u het apparaat schoonmaakt, onderhoud
pleegt of reparaties uitvoert.
Er bevinden zich geen onderdelen in het apparaat die onderhoud
nodig hebben. De behuizing mag niet geopend worden.
Een reparatie mag alleen gebeuren door een vakman, die van de
daaraan verbonden gevaren resp. de desbetreffende voorschriften
op de hoogte is.
b) Schoonmaken van het basisstation
Stof kan makkelijk met een stofzuiger en een schoon zacht penseel verwijderd
worden. Houd de opening van de stofzuiger in de buurt van het basisstation
(niet aanraken, krassen mogelijk!) en verwijder het stof met een penseel. Het
opdwarrelende stof wordt door de stofzuiger opgezogen.
Voor het schoonmaken van de buitenkant kunt u een schone, zachte, niet
pluizende doek gebruiken.
Voor sterke vervuiling kunt u de doek enigszins vochtig maken met lauwwarm
water.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen,
omdat daardoor de behuizing aangetast wordt en zelfs het functioneren
beïnvloed kan worden.
c) Schoonmaken van de buitensensoren resp. van
de combi- sensor
Als de buitensensoren lang in de openlucht hebben gestaan, kan zich op het
kunststof oppervlak vuil verzamelen. Dit kan met een zachte doek, die met
water bevochtigd wordt, snel verwijderd worden.
Spuit de buitensensoren in geen geval met b.v. een tuinslang
schoon, omdat ze alleen tegen regen van boven beschermd zijn en
net tegen stralen water van opzij en van onderen.
28
Af en toe dient u de regenhoeveelheidsensor te controleren.
Afhankelijk van de plek waar de regensensor staat kunnen bladeren, met de
wind meegedragen vuiltjes, zand, kleine takjes e.d. in de opvangtrechter van
de regenhoeveelheidsensor terechtkomen.
In de telwip kan zich ook zand verzamelen, dat naarmate de hoeveelheid
groter is het meetresultaat kan vervalsen.
Daarom minstens 1 x per jaar de regenhoeveelheidsensor schoonmaken.
Handel daarbij als volgt:
• Maak het onderste gedeelte van de regenhoeveelheidsensor open, draai
daartoe het onderste gedeelte ca. 1 cm naar links, tot u het aan de metalen
buis naar onderen kunt laten glijden.
• Verwijder de bovenste opvangtrechter, door hem eerst een klein stukje
naar rechts te draaien; daarna tilt u hem er naar boven af.
• De regenval- sensor (het kunststofgedeelte met de beide messingstiften
en de kabel) kan er nu uitgehaald worden.
Let op de oriëntering, aan de ene kant bevindt zich de verbindingskabel
van de regenvalsensor.
• Verwijder de telwip.
Let op de oriëntering, aan één kant van de telwip bevindt zich een
kleine magneet.
• Maak nu de onderdelen van de regensensor schoon. Denk ook aan het
afvoergat in het onderste gedeelte uit kunststof van de regensensor, dat
u aan de metalen buis naar onderen geschoven heeft.
• Voor het in elkaar zetten zet u eerst de telwip in de houder.
29
 Daarbij moet de magneet van de telwip
zich aan de kant bevinden die naar de kabel wijst
De beide onderste trapezestiften moeten in het
onderste deel van de houder gestoken worden.
Alleen daardoor wordt gegarandeerd, dat de
telwip makkelijk beweegt.
• Steek de regenval- sensor in de houder. Hij houdt ook automatisch de
telwip vast.
Slechts één oriëntering is correct;
de kabel van de regenvalsensor en
de magneet van de telwip moeten zich
aan de zelfde kant bevinden.
De kunststofnok aan de andere kant
moet precies in de houder gestoken zijn,
zie in de cirkel in de afbeelding rechts.
• Zet de opvangtrechter van boven op de sensordrager en laat hem door
naar links te draaien inklikken.
• Schuif het onderste gedeelte van de regenhoeveelheidsensor naar boven
en vergrendel het door naar rechts te draaien tot hij inklikt.
De afvoergaten in het onderste gedeelte van de behuizing moeten
daarbij ook naar buiten toe wijzen, zodat het water niet op de metalen
standaard terechtkomt.
d) IJking van de regensensor
Het meetsysteem van de regenhoeveelheid- sensor is al af fabriek
op hoge precisie afgesteld. Daarom is normaalgesproken een ijking
NIET noodzakelijk.
Het ijken duurt behoorlijk lang (ca. 10 minuten) en moet zeer precies en consciëntieus
gebeuren, omdat anders de precisie veel geringer is dan de reeds aanwezige.
30
Voor het ijken handelt u als volgt:
• Zet eerst een eventueel opgetelde regenhoeveelheid terug op nul.
Druk daartoe in de normale weergavemode gedurende ca. 2 sec op de
toets "RAIN". Na het loslaten van de toets moet de aanduiding van de
totale regenhoeveelheid op nul staan.
• Controleer of de regenhoeveelheidsensor schoon en de telwip droog is.
• Giet heel langzaam (verdeeld over 10 minuten) 100 ml schoon water in
de opvangtrechter van de regenhoeveelheidsensor.
Let op!
Te snel gieten vervalst het meetresultaat! Giet het water zo
langzaam in de trechter, dat er op geen enkel moment water
in de trechter staat.
• De getoonde totale hoeveelheid dient nu 6,5 l/m2 te bedragen.
• Als er een afwijkende waarde getoond wordt, dan kan de zog. wipwaarde
als volgt nieuw berekend worden:
6,5 x actuele wipwaarde
Nieuwe wipwaarde =
Werkelijke waarde (weergave na het vullen met water)
• In het configuratiemenu (zie hfst. 9. a), "ijkwaarde regensensor invoeren")
moet deze nieuwe waarde ingevoerd worden.
Deze waarde wordt steeds in ml/ wipslag aangegeven, de rechts
ernaast staande eenheid is de latere aanduidingseenheid van de
regenhoeveelheid!
De instelling af fabriek is 295 ml/ wipslag (de "actuele wipwaarde"
voor bovenstaande formule).
31
14. Gebruik
Let op alle veiligheidsrichtlijnen van deze handleiding!
a) Algemeen
Het product mag niet geopend of gedemonteerd worden (afgezien van de in
deze handleiding genoemde werkzaamheden, b.v. het vervangen van de bat-
terijen of het schoonmaken van de regenmeter).
Er bevinden zich geen onderdelen in dit product die door u onderhouden
moeten worden. Bovendien vervalt daardoor de toelating (CE).
Al bij het vervallen van geringe hoogte wordt het apparaat beschadigd.
b) Basisstation
Vermijd de volgende ongunstige omgevingscondities bij het gebruik van het
weerstation:
• natheid of te hoge luchtvochtigheid
• extreme koude of hitte
• directe blootstelling aan zonlicht
• stof of brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen
• sterke trillingen
• sterke magneetvelden, zoals in de nabijheid van machines of luidsprekers
Gebruik dit product nooit direct als het van een koude naar een warme ruim-
te gebracht wordt. Het daarbij ontstaande condenswater kan onder omstan-
digheden uw apparaat vernielen.
Wacht, tot het apparaat op kamertemperatuur gekomen is.
Dit kan meerdere uren duren.
De opstelplek dient zodanig gekozen te worden, dat het basisstation stevig
staat en niet kan vallen. Door het grote gewicht bestaat er anders gevaar
voor letsel.
Waardevolle of voor krassen gevoelige oppervlakken van meubilair dienen
32
door middel van geschikte onderleggers beschermd te worden tegen
beschadigingen, voor u het basisstation er opzet.
c) Combi- sensor
De combi- sensor is weliswaar beschermd tegen regen van boven, maar niet
van opzij of van onderen. Vermijd daarom beslist het natsproeien (b.v. door
een tuinslang of een ander bewateringssysteem).
Kies de opstelplek dusdanig, dat kinderen de combi- sensor niet om kunnen
gooien; stel de combi- sensor niet op in de buurt van auto’s, glazen deuren/
ramen of dergelijke!
15. Verklaring van de gebruikte begrippen
Gevoelstemperatuur
Zie "windchill"
Comfort- indicator
De symbolen van de comfort- indicator (drie verschillende "smiles" ) geven ket
kamerklimaat weer, waarbij het weerstation werkt volgens de volgende tabel:
Afhankelijk van de verhouding temperatuur tot luchtvochtigheid zijn er zeer
duidelijk afgepaalde bereiken, die als behaaglijk of onbehaaglijk klimaat
gedefinieerd worden. Zo ervaart men b.v. bij een temperatuur van 25 °C een
luchtvochtigheid < 30% als te droog (b.v. lucht van de verwarming) en een
luchtvochtigheid van > 60% als zwoel.
33
Dauwpunt Windsterktetabel (Beaufort)
Beaufort Windsnelheid Aanduiding
Daarbij gaat het om een temperatuurpunt, dat afhankelijk is van het samen-
0 0 – 0,7 km/u windstil
komen van een bepaalde luchtdruk, een bepaalde temperatuur en een
1 0,7 – 5,4 km/u zwakke wind
bepaalde luchtvochtigheid. Bij dit temperatuurpunt begint de condensatie
2 5,5 – 1,9 km/u lichte bries
van de luchtvochtigheid, de zog. bedauwing, de luchtvochtigheid
3 12,0 – 19,4 km/u zwakke bries
condenseert en slaat neer als vloeistof (mist, damp). Als het dauwpunt voor
4 19,5 – 28,5 km/u matige wind
waterdamp onder 0 °C ligt, dan vindt de condensatie plaats in de vorm van
5 28,6 – 38,7 km/u vrij krachtige wind
sneeuw of rijp.
6 38,8 – 49,8 km/u krachtige wind
7 49,9 – 61,7 km/u harde wind
Weersvoorspelling
8 61,8 – 74,6 km/u stormachtige wind
9 74,7 – 88,9 km/u storm
De weersvoorspelling van het weerstation geschiedt via verschillende weer-
10 89,0 – 102,4 km/u zware storm
symbolen, die berekend worden uit de stijf- of valsnelheid van de luchtdruk
11 102,5 – 117,4 km/u zeer zware storm
(tendens). Deze veranderingssnelheid van de luchtdruk is de beslissende
12 > 117,5 km/u orkaan
grootheid voor de voorspelling van het komende weer, de absolute waarde
speelt hierbij een ondergeschikte rol. In het algemeen kan men zeggen, dat
stijgende luchtdruk beter weer betekent, dalende luchtdruk daarentegen 16. Verwijdering
slechter weer.
a) Algemeen
Windchill (equivalent- temperatuur, gevoelstemperatuur) Verwijder het onbruikbaar geworden apparaat volgens de geldende
wettelijke bepalingen.
De mens ervaart temperaturen onder bepaalde omstandigheden heel anders
dan een thermometer kan aanwijzen. Bij lage buitentemperaturen ervaart b) Verwijdering batterijen / accu’s
men de temperatuur op onbedekte huid veel lager, en nog eerder als er U bent als eindverbruiker wettelijk (Batterijwetgeving) verplicht alle
bovendien wind waait. De "windchill" is als afkoelingsefficiënt gedefinieerd gebruikte batterijen en accu’s weer in te leveren; het is verboden ze met
voor een onbedekte huid met een theoretische oppervlaktetemperatuur van het huisvuil mee te doen!
33 °C en een windsnelheid van > 2.6 m/ sec. Hoe hoger de windsnelheid is Batterijen en accu’s die schadelijke stoffen bevatten zijn voorzien
en hoe lager de daadwerkelijke omgevingstemperatuur, des te merkbaarder van dit symbool, dat wijst op het verbod ze via het huisvuil weg te
is het windchill- effect. De "gevoelstemperatuur" is bij benadering vergelijkbaar doen. De aanduidingen voor de daarvoor verantwoordelijke zware
met de zog. gevoelde temperatuur, die bovendien o.a. ook nog rekening metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood (aanduiding staat
houdt met de inwerking van zonnestralen, de lichtreflectie van de wolken, de op de accu b.v. onder het hiernaast afgebeelde vuilnistonsymbool).
lichtgolflengte enz.
U kunt verbruikte accu’s en batterijen inleveren bij verzamelbakken
in alle winkels waar batterijen verkocht worden, of bij het gemeentelijk
inzamelpunt voor klein chemisch afval.

Hiermee voldoet u aan de wettelijke eisen en levert u uw bijdrage aan de

bescherming van het milieu.
34 35
17. Technische specificaties 18. Positietabel
(lengte- en breedtegraad)
Meetinterval van de buitensensoren : ca. 3 minuten
Meetinterval van de binnensensor : ca. 10 minuten Tabel van posities voor geselecteerde steden in Duitsland:

Zendfrequentie : 868,35 MHz Ort Breitengrad Längengrad

Bereik in het vrije veld : max. 100 m (let op hfst. 12!) Anzeige "LA" Anzeige "LO"
= "Latitude" = "Longitude"

Temperatuurbereik binnen : 0 °C tot + 79,9 °C Aachen 50,8° 6,1°

Resolutie : 0,1 °C Augsburg 48,4° 10,9°
Berlin 52,5° 13,4°
Precisie : ± 0,8 °C Bonn 52,5° 7,1°
Temperatuurbereik buiten : - 29,9 °C tot + 79,9 °C Bremen 53,0° 8,8°
Chemnitz 50,8° 12,9°
Resolutie : 0,1 °C
Dortmund 51,5° 7,5°
Precisie : ± 0,8 °C Dresden 51,1° 13,8°
Meetbereik rel. luchtvochtigheid Duisburg 51,4° 6,8°
Düsseldorf 51,2° 6,8°
(binnen/buiten) : 0% - 99% Erfurt 51,0° 11,0°
Resolutie : 1% Flensburg 54,8° 9,4°
Frankfurt am Main 50,2° 8,7°
Precisie : ± 5% Freiburg im Breisgau 48,0° 7,9°
Regenhoeveelheidaanduiding : 0 tot 999 mm Hamburg 53,6° 10,0°
Hannover 52,2° 9,7°
Evaluatie- interval : afgelopen uur; om xx.30 uur; Jena 50,9° 11,6°
daghoeveelheid: 07.30 uur Karlsruhe 50,9° 8,4°
Kassel 51,3° 9,5°
Resolutie : < 0,3 mm
Kiel 54,3° 10,1°
Windsnelheid : 0 – 200 km/u Köln 50,9° 7,0°
Resolutie : tot 100 km/u: 0,1 km/u; Leer/ Ostfriesland 53,2° 7,4°
Leipzig 51,3° 12,4°
boven 100 km/u: 1 km/u Magdeburg 51,3° 11,6°
Spanningvoorziening: Mainz 50,0° 8,3°
München 50,0° 11,6°
Basisstation : 4 x 1,5 V- batterij, AA, penlite, Nürnberg 49,5° 11,1°
alkaline aanbevolen Oberhausen 49,5° 6,8°
Oldenburg (Oldb.) 53,1° 8,2°
Combi- sensor : 3 x 1,5 V- batterij, AA, penlite, Saarbrücken 49,3° 7,0°
alkaline aanbevolen Schwerin 53,6° 11,4°
Stuttgart 48,8° 9,2°
Afmetingen (b x h x d) basisstation : ca. 160 mm x 220 mm x 35 mm
Wiesbaden 50,1° 8,2°
(zonder voet)

36 37
19. Verklaring van conformiteit («DOC»)

38