You are on page 1of 17

Inleiding tot het historisch onderzoek

Hoofdstuk 1: het universum van de historicus

1) Populaire geschiedenis

Voorbeelden
- Historische roman
- Ridderverhalen
- Bioscoopfilm (verleden visueel te verbeelden met decors, kostuums en speciale effecten)
- Tv-series
- Games
- Re-enactment (Historia Mundi, The society for creative anachronism)
- Living history

Kenmerken

- Praktijk van niet-historici


- Breed publiek
- Vorm van vermaak/sensatie
- Escapisme

2) Publieksgeschiedenis
Tussen populaire en academische geschiedenis: streeft een historische waarheid na maar
communiceert in vormen van populaire geschiedenis.
 Informatie en educatie van een breed publiek: eenvoudig verhaal

Voorbeelden

- Historische musea
- Historische documentaires
- Publiekshistorische boeken (beperkt kritische apparaat: niet beschouwd als
wetenschappelijke literatuur)
- Historische websites
 Publiekshistorici willen geschiedenis op een wetenschappelijk verantwoorde manier naar
de brede samenleving vertalen
 Vertaling van inzichten
 Inzet van historische kennis

1
3) Academische geschiedschrijving

Kenmerken
- Kritisch apparaat
= verantwoording van bronnen en literatuur: bestaat uit voetnoten, eindnoten en een
bibliografie
- Peerreview
= beoordeling door gelijken
 Peerreview vooraf:
 De redactie (= een groep vakgenoten die regelmatig bijeenkomt om
aangeboden manuscripten te beoordelen)
 Blind review (=auteur niet te weten komt welke referent zijn/haar
manuscript heeft beoordeeld)
 Double blind review (= de referent weet eveneens niet wie de auteur is
van wie hij/zij het manuscript beoordeeld)
 Pierreview achteraf
 Recensie
- Reputatie publicatiekanaal
 (mogelijke) specialisatie
 A1 tijdschriften (= vooraanstaande tijdschriften: strenge peerreview,
internationale reikwijdte, lange staat van dienst, …)
Voorbeeld: American Historical Review, Annales, Past&Present, …
 Academische uitgeverijen verbonden aan een universiteit
Voorbeeld: Cambridge University Press, Oxford University Press, …
 Commerciële uitgeverijen (hanteren hoge wetenschappelijke standaarden)
Voorbeeld: Brill, Ashgate, …
- Affiliatie en reputatie auteur
 Verbonden aan een universiteit of andere wetenschappelijke instelling
 Reputatie versterkt door publicatie/prijzen

Genres

- Monografie
= boek met doorgaans één auteur
 Synthese
 Uitgebreid kritisch apparaat
 Welomschreven casus + bijdrage aan bredere debatten
- Synthese
 Breder opzet
 Vele kleinere bronnenstudies
 Biedt een state of the art van een thema (= hoe ver staat het historisch
onderzoek over dit thema en wat zijn de belangrijkste inzichten)
 Beperkt notenapparaat, uitgebreide bibliografie
Voorbeeld: The Oxford Handbook of Cities in World History

2
- Verzamelbundel
= Historici discussiëren over een gemeenschappelijk onderwerp: leidt regelmatig tot de
publicatie van een verzamelbundel
 Hoofstukbijdrage: kleine bronnenstudies
 Ruime voetnoten, soms een bibliografie
 De editors zijn verantwoordelijk voor de uitwerking en schrijven de inleiding en
conclusie
- Artikel
= bijdrage in een wetenschappelijk historisch tijdschrift van een of meerdere auteurs
 Beknopte bronnenstudie
 Welomschreven casus
 Breder methodologisch vraagstuk
 Afgebakende probleemstelling
 Gaat in dialoog met de bestaande literatuur
 Bijdrage tot een breder historisch debat
 Voetnoten
- Reviewartikel
= een overzicht van de recente literatuur over een bepaald thema (soort
wetenschappelijk artikel)
 Informeert over lopende debatten en de belangrijkste hypotheses
 Voetnoten vermelden alle belangrijke studies over het thema
- Recensie
= korte besprekingen van recent verschenen boeken
 Verschijnen in tijdschriften
 Gaan een soort polemiek aan met de auteur
- Lemma
= gezaghebbende tekst over een onderwerp
 Kennis over een onderwerp wordt beknopt aan de lezer gepresenteerd, gevolgd
door een beredeneerde bibliografie
Voorbeeld: Lexikon des Mittelalters & International Encyclopaedia fort he Middle
Ages (encyclopedie)
Nationaal Biografisch Woordenboek (nationaal biografisch woordenboek)

Hoofdstuk 2: Het doel van de historicus

Het onderwerp

1: Onderwerp duidelijk afbakenen

- Thema
- Bepaalde tijdsperiode
- Bepaald gebied

Bronnenonderzoek moet scherp afgebakend zijn

Probleemstelling

= de vragen die expliciet worden gesteld aan het begin van het onderzoek en die aan het eind
moeten beantwoord zijn

3
Probleemstelling en debat

= knoopt aan bij een actueel historisch debat: in dialoog gaan met andere historici

Vraagstukken waarin een historische verklaring wordt gezocht voor algemene menselijke
gedragingen en brede maatschappelijke veranderingen

 Concretisering van een breder historisch vraagstuk

Probleemstelling en de wetenschappelijke tekst

= de probleemstelling is je leidraad en het uiteindelijke product van dat onderzoek: de


wetenschappelijke tekst

 Expliciet structureren
 Titel
 Inleiding
 Omschrijft het onderwerp
 Formuleert de probleemstelling
 Aansluiting bij actuele debatten
 Introduceert centrale stelling
 Conclusie
 Antwoorden op de probleemstelling
 Suggesties voor verder onderzoek

Hoofdstuk 3: Een web van verwijzingen

Historische tijdschriften

- (review)artikels
- Recensies
- Discussiedossiers
- Bibliografieën

 te vinden in gespecialiseerde bibliotheken:

- Archieven van musea


- Nationale bibliotheek
- Universiteitsbibliotheken

België: Wettelijk Depot (afdeling van de koninklijke bibliotheek van België)

Hoofddoel: Verzamelen, bibliografisch ontsluiten en bewaren van gedrukte culturele erfgoed van een
land voor de toekomstige generaties (sinds 1 januari 1966)

 Alle publicaties verschenen op het grondgebied België en alle publicatie gepubliceerd in


het buitenland door Belgische auteurs
 Van elke niet-periodieke (2) en elke periodieke (1) publicatie neergelegd worden bij de
koninklijke bibliotheek

Grote digitalisering, niet altijd open access 

Soms embargo’s van één, twee, drie en soms zelfs vijf jaar: zo’n embargo schuift telkens op met het
verschijnen van nieuwe jaargangen AKA moving wall

4
Algemene vaktijdschriften:

o Past & Present (UK)


o Annales. Histoire, Sciences Sociales (F)
o American Historical Review (US)
o The Historical Journal (UK)
o Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis – Revue Belge de Philologie et
d’Histoire (B)
o Tijdschrift voor Geschiedenis (NL)
o English Historical Review (UK)
o Revue historique (F)

Vaktijdschriften gespecialiseerd in een bepaalde periode

a. Klassieke Oudheid
o Greek, Roman and Byzantine Studies
o Journal of Hellenic Studies
o Journal of Roman Studies
b. Middeleeuwen
o Journal of Medieval History
o Early Medieval Europe
o Speculum: A Journal of Medieval Studies
o The Medieval Low Countries: An Annual Review
c. Vroegmoderne Tijd
o Sixteenth Century Journal
o Eighteenth-Century Studies
o Journal of Early Modern History
o Renaissance Quarterly
d. Moderne en Hedendaagse Tijd
o Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis
o Journal of Contemporary History
o Contemporary European History
o The Journal of Modern History

Thematische vaktijdschriften

o Journal of Urban History


o The Journal of Economic History
o Journal of Social History
o Continuity and Change
o Revue d’histoire ecclésiastique
o Journal of the History of Sexuality

Vaktijdschriften gespecialiseerd in een bepaalde regio

o Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden – Low Countries


Historical Review
o Revue du Nord
o Handelingen van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent

5
Historische bibliografieën

= om bestaande wetenschappelijke publicaties op het spoor te komen en op de hoogte te blijven van


nieuwe publicaties.

Bibliografie = overzicht van allerlei publicaties, of een loutere lijst of opsomming van titels

Vakbibliografieën = Overzicht beperkt tot een bepaalde tak van de wetenschap

 Thematisch
 Chronologisch
 Geografisch

Geannoteerde/kritische bibliografie = uitgebreid met verdere informatie of kritische waarderingen

- Gedrukte bibliografieën
 Retrospectieve bibliografieën
= vermelden alle werken die verschenen zijn vanaf een bepaald gekozen moment
tot op een ander gekozen datum
 Lopende bibliografieën
= verschijnen periodisch en vermelden telkens de werken die verschenen zijn
tussen de voorlaatste en de jongste aflevering
 Actuele lopende bibliografieën
= verschijnen op regelmatige basis
 Periodieke lopende bibliografieën
= verschijnen op onregelmatige tijdstippen

Hoofdstuk 4: de verantwoorde historicus

Deontologie van de historicus/a

= beroepsethiek (ongeschreven regels)

o Respect voor de bronnen:


 Geen bronnen uitvinden/verzwijgen
 citeren en parafraseren
 volledig verwijzing naar de bronnen
o Dialoog met de gemeenschap van historici:
 erkennen schatplichtigheid aan anderen (nodige krediet geven)
 erkennen fundamentele rol van het historisch debat
 volledig mogelijke verwijzing naar de literatuur

persoonlijke overtuiging mag niet in de weg staan van wetenschappelijke eerlijkheid

6
!!! PLAGIAAT !!!

= het werk van anderen als je eigen werk voorstellen

o overnemen van zinnen zonder aanhalingstekens en/of verwijzing


o Letterlijk vertalen van zinnen zonder aanhalingstekens en/of verwijzingen
o Parafraseren zonder verwijzingen
o Overnemen van concepten, ideeën, gegevens, ed zonder verwijzing
o Overnemen van een bronverwijzing uit de literatuur in plaats van te verwijzen naar de studie
in kwestie

Bij het citeren van bronnen of literatuur

o Korte citaten: dubbele aanhalingstekens


o Langere citaten: bloktekst in kleiner lettertype
o Citaten lettelijk overnemen (schrijffouten, hoofdletters, ed) --> signaleren spelfout [sic]
o Citaat gevolgd door een verwijzing in de voetnoot

Kritisch apparaat

voetnoten

o verklarende (of explicatieve) noten: lichten een detail in de tekst toe (niet essentiele
randinformatie) Algemeen gekende zaken worden NIET opgenomen in de voetnoten
o Verwijzende voetnoten: referenties naar bronnen en literatuur
 Bronverwijzingen: de bron (bewaarplaats, bestand/collectie, nummer van het
archiefstuk of het manuscript) en de exacte vindplaats IN de bron
(paginanummer/folionummer)
 Litaratuurverwijzingen: volledige refenrentie naar een artikel, boek, hoofdstuk in
een boek én juiste paginanummer (kolomnummer)

OOK bij internetbronnen een zo volledig mogelijke verwijzing!!

o Verkorte voetnoor: tweede verwijzing


 Literatuurverwijzing: auteur + verkorte titel + juiste paginanummer(s)

Wanneer plaats je voetnoten?

o Citaten en parafrases van literatuur en bronnen (onmiddelijk na het citaat of de parafrase,


aan het einde van de zin)
o Cijfermateriaal en/of andere data (einde van de zin of einde alinea)
 !!! tabel/grafiek: de bron- of literatuurverwijzing meteen onder de tabel of
grafiek te plaatsen
o verwijzen naar de opvatting/werk van een auteur zonder hem direct te citeren/parafraseren
(voetnoot einde van de zin of einde alinea) voetnoot begin van het hoofdstuk volstaat niet

Waar plaats je voetnoten?

o Elke zin één voetnoot, elk alinea één voetnoot


o voetnootteken na een punt
o Meerdere voetnoten vervang je door één voetnootteken en in de voetnoot zelf geef je
verschillende literatuur- of bronverwijzingen na elkaar (gescheiden door een puntkomma)

7
!! Elk hoofdstuk kijgt een nieuwe nummering

!! Voetnoten in een kleiner lettertype

Bibliografie

= systematisch geordende lijst van alle gebruikte bronnen en literatuur (enkel bronnen en literatuur
die verwerkt zijn in de studie en dus minstens eenmaal voorkomen in de voetnoten)

1. overzicht van gebruikte afkortingen


2. overzicht van onuitgegeven bronnen (A)
3. overzicht van uitgegeven bronnen (A)
4. overzicht van gedrukte bronnen (A)
5. overzicht van de literatuur

(A) = alfabetisch ordenen (op prefix: De Wever, Bruno)

Afkortingen

art. cit. = articulo citato (in het laatstgenoemde artikel van dezelfde auteur)

[in onbruik door de verkorte voetnoot]

cfr. = conferatur (zie)

cfr. infra = conferatur infra (zie verder in dit werk)

cfr. supra = conferatur supra (zie hoger in dit werk)

ed./eds. = editor/editors

et al. = et alii (en anderen)

ibid. = ibidem (op dezelfde plaats, in hetzelfde werk als laatst vermeld)

[in onbruik door de verkorte voetnoot]

id. = idem (van dezelfde auteur)

[in onbruik door de verkorte voetnoot]

i.c. = in casu (met name)

loc. cit. = loco citato (in het laatst vermelde werk, op dezelfde pagina)

[in onbruik door de verkorte voetnoot]

n.g. = niet genummerd

op. cit. = opere citato (in het laatst vermelde werk van dezelfde auteur)

[in onbruik door de verkorte voetnoot]

s.d. = sine dato (zonder datering, zonder jaar van uitgave)

s.l. = sine loco (zonder plaats; plaats van uitgave niet vermeld)

8
s.l.n.d. = sine loco nec dato (zonder vermelding van plaats noch vermelding van jaar)

s.n. = sine nomine (zonder vermelding van de naam van de uitgeverij)

s.p. = sine pagina (zonder paginavermelding)

[bij voorkeur te vervangen door n.g.]

vert. = vertaler

vol./vols.= volume/volumes

Bibliografische databanken

Historical abstract: geschiedenis van 1450 tot heden; met uitzondering van Verenigde Staten en
Canada, kan worden geconsulteerd met UGent.

Année Philologique: databank voor de Grieks-Latijnse oudheid.

GNOMON Bibliographische Datenbank: Bevat gegevens met betrekking tot de Klassieke Oudheid.

Bibliographie de Civilisations Médiévale: databank over alle aspecten van de middeleeuwen.

International Medieval Bibliography: databank over alle aspecten van de middeleeuwen.

Bibliographie de l’histoire de Belgique – Bibliografie van de geschiedenis van België: lopende


bibliografie van de geschiedenis van België die jaarlijks verschijnt in het BTFG.

Digitale bibliografie Nederlandse geschiedenis: algemene toegangspoort tot de geschiedenis van


Nederland (inclusief Zuidelijke Nederlanden tot eind 16e eeuw).

The European Historical Bibliographies project: Europees initiatief om verschillende nationale


bibliografieën samen te brengen (voorlopig toekomstmuziek).

Index Religiosus: domein van de theologie, religieuze studies en kerkgeschiedenis.

International Bibliography of Art: opvolger van de gedrukte bibliografie BHA; van belang voor het
historisch onderzoek met interdisciplinair karakter.

America: History and Life: niet meer beschikbaar via UGent.

Stijlgids

(zie stijlgids)

9
Hoofdstuk 5: de historicus 2.0

Historici = gemeenschap

o congressen en symposia
o online: www.historici.nl
o bibliografische databanken

Jstor

o Consulteren recensies van boeken


o tijdschriften
o moving wall (3 à 5 jaar)
o fixed wall (toegang geblokkeerd vanaf een bepaalde jaargang)
o Advanced search

Persée

online databank met artikels uit wetenschappelijke tijdschriften, boeken, bijdragen uit
verzamelbundels etc. met betrekking tot de sociale en humane wetenschappen.

Taal: Frans (ondersteund door Franse ministerie van onderwijs + open access)

Google books

digitaliseren van boeken op grote schaal (+- 130 miljoen boeken): Open access!

!! geen vervangmiddel voor het raadplegen van boeken in een fysieke bibliotheek

o !! Filter bubble: algoritme raadt welke informatie een gebruiker wenst te zien op basis van
gegevens --> gebruiker blijft in eigen context (tunnelvisie)

Alternatief: Duckduckgo (zoekopdrachten blijven anoniem)

o ook veel niet-wetenschappelijke literatuur: let op notenapparaat en uitgeverij


o korte inhoud lezen
o zichtbare werken in google books zijn niet onderhevig aan copyright: verouderde (niet up-to-
date) of auteurs die wanhopig opzoek zijn naar een publicatiekanaal
o nooit rechtstreeks van google books citeren (tenzij het volledige boek beschikbaar is)

Google scholar

=internetzoekmachine die de volledige tekst van wetenschappelijke bijdragen doorzoekbaar maakt


(via publicaties die full-text op het web staan) Zowel met als zonder peerreview (publicatiekanaal
controleren)

1. Welke studies hebben gebruik gemaakt van andere studie (geciteerd door): meer recentere
literatuur over hetzelfde onderwerp (+ inschatten waarde van je artikel adhv aantal keer
geciteerd)
2. bijdrage beschikbaar in Full-text: via google scholar de volledige tekst snel raadplegen

geschiedenis: slow science (= nieuwe theorieën niet dadelijk bij het grote publiek doordringen)

10
Academia.edu

= sociale netwerksite voor academici (eigen publicaties downloaden: tegenstand van


wetenschappelijke uitgeverijen als deze publicaties nog onder copyright staan)

Wikipedia

Online encyclopedie: iedereen kan informatie over een bepaald onderwerp toevoegen

!! NIET te citeren als een wetenschappelijke bron (voldoet niet aan de vooropgestelde
wetenschappelijke standaard, niet de meest recente inzichten, gaat oppervlakkig in op debatten

Zotero

= bibliografisch hulpinstrument

o Het opslaan en organiseren van bibliografische gegevens in een persoonlijke bibliotheek


o Delen van bibliografische gegevens met andere zotero gebruikers via een groepsbibliotheek
o Automatisch importeren van voetnoten en bibliografieën in je tekstverwerker

Hoofdstuk 6: zoeken naar bronnen

Bronnentypes en bewaarplaatsen

Geschreven bronnen

 Niet-verhalende bronnen
 Iets vastleggen in rechte (akten, oorkonden, wetteksten,…)
 Sociale praktijk documenteren (notulen, verslagen, rekeningen,…)
 Verhalende bronnen (ficite, traktaten, kranten, kronieken, egodocumenten)
 Verhalen
 Breder te informeren
 Opiniëren
 Mening overbrengen

Ongeschreven bronnen

 Materiële bronnen (archeologische relicten, kunstvoorwerpen, gebouwen, lanschappen,


foto, film,…)
 Mondelinge bronnen (overleveringen, verhalen, liederen, interviews)

Bewaarplaatsen

 Musea
 Foto- en cinematheken
 Publieke ruimten
 Documentatiecentra
 Bibliotheken (+- verhalende bronnen)
 Archieven (+- niet-verhalende bronnen)

11
Het archiefwezen

Archief =

(a) geheel van documenten ontvangen en opgemaakt door een archiefvormer


(b) instelling/dienst die deze documenten bewaart
(c) ruimte/gebouw waar deze documenten bewaart worden

Bewaarplaatsen

 Nationale overheidsarchieven
 Algemeen rijksarchief en rijksarchief in de provinciën
 CageSoma
 Lokale overheidsarchieven
 Stads en gemeentearchieven
 OCMW archieven
 Private/particuliere archieven
 Culturele en levensbeschouwelijke archieven (= kleurarchieven)
 Bisschoppelijke archieven

Bibliotheekwezen

Bibliotheek =

(a) geordende collectie van boeken, tijdschriften en andere, beschikbaar voor raadpleging en/of
uitlening
(b) organisatie/afdeling die is belast met het opbouwen en in stand houden van dergelijke
collecties en die beschikt over gespecialiseerd personeel om het gebruik ervan mogelijk te
maken
(c) ruimte/gebouw waar dergelijke collecties zich bevinden

Archief = deponeren

Bibliotheek = bewust verzamelen

Bewaarplaatsen

 Koninklijke bibliotheek van België


 Universiteitsbibliotheek Gent
 Erfgoedbibliotheken

Musea, cinematheken, discotheken

Editie en facsimile

Grote projecten met als doel bronnenmateriaal in een moderne druk voor een ruimer publiek ter
beschikking te stellen

Edities (bronnenuitgaven) = moderne uitgaven in druk van archivalia, handschriften of oude drukken
met een kritische inleiding en commentaar

 Koninklijke Commissie voor geschiedenis (verantwoordelijk voor langlopende


editieprojecten)

12
Facsimile’s = zo getrouw mogelijke reproducties van archivalia, handschriften of oude drukken
(informatie over zegels en geschriften)

Digitale ontsluiting van de bron

Digitale repertoria van de bronnen

men streeft ernaar om alle bronnen rond één bepaald thema te verzamelen ≠ inventaris of catalogus
(enkel de collectie van één instelling)

Digitale toegang tot handschriften

Repertoria van handschriften online

 Narrative sources

Digitale facsimile’s van handschriften

 Scriptorium. Medieval and Early Modern Manuscripts online

Digitale toegang tot gedrukte bronnen

Retrospectieve bibliografieën online

 STCN – Short Title Catalogue Netherlands


 STCV – Short Title Catalogus Vlaanderen
 USTC – Universal Short Title Catalogue

Digitale facsimile’s van oude drukken

 Delpher
 Early Dutch Books Online
 EEBO – Early English Books Online
 ECCO – Eighteenth Century Collections Online

Digital Libraries

bieden digitaal tekst, beeld, audio en film aan, of toegangen naar dit materiaal, via één portaalsite
(Voordelen: snelle informatie, een multimediale logica die zich niet beperkt tot geschreven bronnen
en vaak de mogelijkheid om via links en tags nieuwe verbanden te ontdekken)

Digital Libraries met een nationale of regionale logica

 American memory
 Gallica
 Flandrica.be

Digital Libraries met een supranationale logica

 Europeana
 Internet Archive/Archive.org

13
Hoofdstuk 7: de mondelinge historicus

(zie syllabus)

Taalonthaal 1 &2

(zie PPT taalonthaal)

IHO literatuurwijzer

1. Oriënteren
 Consulteer tijdschriften, overzichtswerken, recente studies
 Bekijk voetnoten en bibliografieën
2. Verzamelen van literatuur
 Consulteer bibliografische databanken
 Google Scholar
3. Raadplegen van literatuur
 Consulteer de catalogus van de UB
 SFX en JSTOR

Begrippen IHO

Crowdsourcing: (principe van wikipedia); iedereen kan iets toevoegen aan de pagina.

Kritisch apparaat: Verantwoording van bronnen en literatuur (voetnoten en bibliografie)

Peerreview: Beoordeling door vakgenoten van een wetenschappelijke bijdrage.

Monografie: Boek met doorgaans één auteur.

Synthese: Verschilt van monografie door haar bredere opzet; gebaseerd op veel kleinere
bronnenstudies  bied een “state of the art” van het thema.

Verzamelbundel: Hoofdstukbijdragen over eenzelfde thema bijeengebracht.

Artikel: bijdrage in een wetenschappelijk historisch tijdschrift van een of meerdere auteurs.

Reviewartikel: Een bijzondere vorm van een wetenschappelijk artikel waarbij een overzicht wordt
geboden van de recente literatuur over een bepaald thema.

Recensie: Korte bespreking van een recent verschenen boek.

Lemma: Een gezaghebbende tekst over een onderwerp: alles wat over het onderwerp geweten is
wordt beknopt aan de lezer gepresenteerd.

Verklarende voetnoot: of explicatieve noten lichten een detail in de tekst toe betreffende
randinformatie die niet essentieel zijn voor de probleemstelling.

Verwijzende voetnoot: referenties naar bronnen en literatuur.

JSTOR: Journal Storage; digitale bibliotheek of een online databank met wetenschappelijke literatuur.
Veelal gericht op Angelsaksische wereld. (Interessant voor recensies)

14
Persée: online databank met artikels (in het Frans) uit wetenschappelijke tijdschriften, boeken,
bijdragen etc.

Google scholar: een internetzoekmachine die de volledige tekst van wetenschappelijke bijdragen
doorzoekbaar maakt.

Archiefstukken: documenten die ongeacht hun ouderdom, vorm en drager naar hun aard bestemd
zijn om te berusten onder de instelling of persoon die deze heeft ontvangen of opgemaakt.

Archiefbestand: archiefstukken die zijn samengebracht met een bepaald doel en in onderlinge
samenhang geraadpleegd dienen te worden.

Archiefvormer: persoon die het geheel van archiefbescheiden heeft opgemaakt of ontvangen.

Dynamisch archief: als de archiefvormer nog actief is en de archivalia nog worden gebruikt en
aangevuld  Statisch archief

Archieffonds: gelijksoortige of verwante archiefbestanden in dezelfde archiefbewaarplaats.

Bestemmingsbeginsel: bepaalt dat elk archiefstuk onderdeel dient te zijn van het archief van de
archiefvormer die het heeft voortgebracht of heeft ontvangen.

Structuurbeginsel: legt vast dat de oorspronkelijke structuur en ordening van het archief dient
gerespecteerd te worden.

Inventaris: een systematisch ingedeeld geheel van beschrijvingen van de inhoud van een
archiefbestand.

Bibliothecaris: staat in voor het beheer van de collecties.

Catalogus: geordende lijsten van voorwerpen, documenten etc. in een collectie.

Handschriften of manuscripten: handgeschreven bronnen.

Incunabelen of wiegedrukken: drukken voor 1501, uit de absolute beginfase van de boekdrukkunst.

Facsimile: Zo getrouw mogelijke reproductie van archivalia, handschrift of oude druk.

Narrative sources: databank die een uitputtende en kritisch overzicht beoogd te zijn van de
verhalende bronnen uit de middeleeuwse Nederlanden.

Scriptorium. Medieval and Early Modern Manuscripts Online: digital repertorium van Engelse
verzamelhandschriften uit de periode 1450-1720.

Short Title Catalogue Netherlands: bibliografie die de beschrijvingen bevat van alle boeken die in de
periode 1540-1800 zijn verschenen in Nederland en alle boeken die in het Nederlands zijn
uitgegeven.

Short Title Catalogus Vlaanderen: online bibliografie van in Vlaanderen en Brussel gedrukte boeken
uit 16-18e eeuw in het Nederlands en andere talen.

15
Universal Short Title Catalogue: databank van alle boeken die werden gepubliceerd in Europa vanaf
de introductie van de drukpers tot het einde van de 17e eeuw.

Delpher: miljoenen gedigitaliseerde teksten uit Nederlandse teksten, boeken en tijdschriften.

American Memory: “Digital record of American history and creativity” centraal staan de collecties
van de Library of Congress.

Gallica: “Une bibliothèque patrimoniale et encyclopédique. Project van de Bibliothèque nationale de


France. Nadruk op drukwerk.

Flandrica.be : Digitale collectie Vlaamse erfgoed- en universiteitsbibliotheken

Kritisch Apparaat

 Een boek met één auteur


- Eerste voetnoot:
René Vermeir, In staat van Oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648
(Maastricht: Shaker Publishing, 2001), 34.
- Elke voetnoot daarna:
Vermeir, In staat van oorlog, 72-9.
- Bibliografie:
Vermeir, René. In staat van oorlog. Filips IV en de Zuidelijke Nederlanden, 1629-1648.
Maastricht: Shaker Publisher, 2001.
 Boek met twee of drie auteurs
- Eerste voetnoot:
Bruno De Wever, Pieter François en Björn Rzoska, Gestemd verleden : mondelinge
geschiedenis als praktijk (Brussel: Vlaams Centrum voor Volkscultuur, 2003), 23-6.
- Elke voetnoot daarna:
De Wever, François en Rzoska, Gestemd verleden, 34-9.
- Bibliografie:
De Wever, Bruno, Pieter François en Björn Rzoska. Gestemd verleden : mondelinge
geschiedenis als praktijk. Brussel: Vlaams Centrum voor Volkscultuur, 2003.
 Artikel in een gedrukt tijdschrift
- Eerste voetnoot:
Marc Boone, “Cities in late medieval Europe: the promise and curse of modernity,”
Journal of Urban History 39, nr. 2 (2012): 330.
- Elke voetnoot daarna:
Boone, “Cities in late medieval Europe,” 335-37.
- Bibliografie:
Boone, Marc. “Cities in late medieval Europe: the promise and curse of modernity.”
Journal of Urban History 39, nr. 2 (2012): 329-49.
 Een verzamelbundel
- Eerste voetnoot:
Jo Tollebeek en Henk te Velde, eds. Het geheugen van de Lage Landen (Rekkem: Ons
Erfdeel, 2009).
- Elke voetnoot daarna:

16
Tollebeek en te Velde, Het geheugen.
- Bibliografie:
Tollebeek, Jo en Henk te Velde, eds. Het geheugen van de Lage Landen. Rekkem: Ons
Erfdeel, 2009.

 Hoofdstuk in een verzamelbundel:


- Eerste voetnoot:
Marnix Beyen, “Kleur van eenheid en verdeeldheid. Oranje,” in Het geheugen van de
Lage Landen, eds. Jo Tollebeek en Henk te Velde (Rekkem: Ons Erfdeel, 2009), 181-2.
- Elke voetnoot daarna:
Beyen, “Kleur van eenheid,” 184.
- Bibliografie:
Beyen, Marnix. “Kleur van eenheid en verdeekdheid. Oranje.” In Het geheugen van de
Lage Landen, uitgegeven door Jo Tollebeek en Henk te Velde, 181-87. Rekkem: Ons
Erfdeel, 2009.

17

You might also like