You are on page 1of 82

Navigatiesysteem Instructieboekje

De informatie in deze publicatie was correct ten tijde van het ter perse gaan. In het belang van de continue
productontwikkeling behouden we ons het recht voor om specificaties, ontwerp en uitrusting op ieder
moment zonder aankondiging of verplichting te wijzigen. Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en
door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal
vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten.
© Ford Motor Company 2012

Alle rechten voorbehouden.


Onderdeelnummer: CG3548nl 04/2012 20120305180247
Inhoudsopgave

Introductie navigatie Routeweergaven ............................................22


Algemene informatie.......................................3
Rijveiligheid ........................................................3 Bediening telefoon via
navigatiescherm - Auto's
Beveiliging navigatiesysteem met: CD-navigatiesysteem

Algemene informatie....................................24
Beveiligingscode...............................................5
Telefooninstellingen .....................................24
Beveiligingscode vergeten.............................5
Telefoon gebruiken .......................................24
Beveiligingscode invoeren.............................5
Incorrecte beveiligingscode .........................5
Introductie navigatie - Auto's
met: Aanraakscherm
Introductie navigatie - Auto's
met: CD-navigatiesysteem Introductie navigatie .....................................27

Introductie navigatie ......................................6


Overzicht navigatie-unit -
Auto's met: Aanraak-
scherm
Overzicht navigatie-unit -
Auto's met: CD-navigatie- Overzicht navigatie-eenheid.....................30
systeem Drukscherm gebruiken .................................31
Overzicht navigatie-eenheid........................8 Navigatiedata laden......................................32
Navigatiedata laden........................................9
Systeeminstellingen - Auto's
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
met: CD-navigatiesysteem Systeeminstellingen .....................................33

Systeeminstellingen .....................................10 Bediening van het


audiosysteem - Auto's met:
Bediening van het Aanraakscherm
audiosysteem - Auto's met: Werking radio .................................................40
CD-navigatiesysteem Bediening van de CD-speler.......................41
Werking radio ...................................................17
Bediening van de CD-speler.......................18 Navigatiesysteem - Auto's
met: Aanraakscherm
Navigatiesysteem - Auto's Bedieningselementen navigatiesysteem
..........................................................................44
met: CD-navigatiesysteem
Menustructuur ...............................................46
Bedieningselementen navigatiesysteem Menu route-opties ........................................47
..........................................................................20 Bestemming invoeren ..................................47
Menustructuur .................................................21 Routeweergaven ............................................47
Menu route-opties ........................................22

1
Inhoudsopgave

Bediening telefoon via


navigatiescherm - Auto's
met: Aanraakscherm
Algemene informatie.....................................51
Telefooninstellingen ......................................51
Telefoon gebruiken ........................................51

Bediening spraaksturing via


navigatiescherm - Auto's
met: Aanraakscherm
Werking..............................................................54
Spraaksturing gebruiken ............................54
Commando’s audio-unit .............................57
Commando’s telefoon ................................60
Commando’s navigatiesysteem ..............62
Commando’s klimaatregeling ..................67

Bediening klimaatregeling via


navigatiescherm - Auto's
met: Aanraakscherm
Automatische klimaatregeling ................69

Traffic Message Channel


(verkeersberichtenkanaal)

Werking...............................................................72
TMC gebruiken ................................................72

Kaartupdates
Kaartupdates ..................................................73

2
Introductie navigatie

ALGEMENE INFORMATIE LET OP


Reinig de unit niet met oplosmiddelen
Druk op de betreffende toets op het front of spuitbussen. Gebruik alleen een
in om toegang te krijgen tot de vochtige doek.
systeemfuncties. Hierdoor komt u in de
geselecteerde modus. Steek geen vreemde voorwerpen in
de unit of sleuf voor de mediakaart.
Een uur modus Breng niet meer dan één CD tegelijk
aan.
Om de accu niet te ontladen, kan het
systeem in een één uur modus worden Gebruik uitsluitend 12 cm of 8 cm CD's
bediend. Druk bij afgezet contact op de met geschikte adapter.
ON/OFF toets om het systeem in te
schakelen. Na een uur schakelt het Probeer niet de unit te openen.
systeem automatisch uit. Raadpleeg uw dealer wanneer de unit
defect is.
Opmerkingen m.b.t. het systeem Incorrect gebruik van andere in deze
handleiding beschreven instellingen
WAARSCHUWINGEN en aansluitingen kan tot beschadiging
Het glas van het LCD scherm kan leiden van de unit.
breken wanneer het met een hard
Zet het contact niet aan en start de
voorwerp in aanraking komt. Raak
motor niet terwijl de software wordt
de vloeibare kristallen niet aan wanneer
bijgwerkt.
het glas mocht breken. Reinig de huid
onmiddellijk met water en zeep wanneer
deze met de kristallen in aanraking is Gebruik het systeem wanneer de
gekomen. contactsleutel in de accessoirestand staat
of de motor draait. Wanneer het systeem
De unit is een hoogwaardig regelmatig bij stilstaande motor wordt
laserproduct dat gebruikmaakt van gebruikt moet erop worden gelet dat de
een zichtbare laserstraal. Wanneer accu niet leeg raakt.
hiermee onjuist wordt omgegaan kan deze
gevaarlijke straling veroorzaken. Probeer
niet via openingen in de unit te kijken. RIJVEILIGHEID

LET OP WAARSCHUWINGEN
Oefen geen overmatige kracht op het Het systeem levert informatie
glas uit. waarmee u veilig en snel uw
bestemming kunt bereiken.
CD’s met een onregelmatige vorm en
CD’s met krasbescherming of Om veiligheidsredenen mag de
zelfklevende etiketten mogen niet bestuurder het systeem alleen bij
worden gebruikt. Garantieclaims, waarbij stilstaande wagen programmeren.
dit type CD in een audio-installatie wordt Het systeem biedt geen hulp met
aangetroffen die voor reparatie wordt betrekking tot stopborden,
aangeboden, worden niet geaccepteerd. verkeerslichten of
wegwerkzaamheden en biedt evenmin
andere belangrijke veiligheidsinformatie.

3
Introductie navigatie

WAARSCHUWINGEN
Gebruik het systeem niet voordat u
zich vertrouwd hebt gemaakt met de
bediening ervan.
Bekijk de systeemdisplay alleen
wanneer de rijomstandigheden dit
toelaten.

Veiligheidsinformatie
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen
en volg deze op. Wanneer u dit nalaat
wordt de kans op een aanrijding en
lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor
Company is niet aansprakelijk voor schade
die voortvloeit uit het niet opvolgen van
deze richtlijnen.
Wanneer de route-instructies nauwkeurig
moeten worden bekeken, zet de wagen
dan op een veilig moment aan de kant en
parkeer deze.
Gebruik het navigatiesysteem niet om
hulpdiensten te lokaliseren.
Maak altijd gebruik van de nieuwste
navigatie-informatie voor een zo efficiënt
en veilig mogelijk gebruik van het systeem.
Uw dealer is gaarne bereid u hierbij
behulpzaam te zijn.

4
Beveiliging navigatiesysteem

BEVEILIGINGSCODE INCORRECTE
BEVEILIGINGSCODE
Het systeem is voorzien van een unieke
Keycode die moet worden ingevoerd
LET OP
voordat het systeem kan worden
ingeschakeld. Deze code wordt gewoonlijk Controleer voordat u de Keycode
tijdens de afleveringsinspectie door de bevestigt, of deze correct is. Het
dealer ingevoerd. herhaald invoeren van onjuiste codes
kan een permanente blokkering van de unit
Wanneer de accu werd losgekoppeld of
tot gevolg hebben.
de speler uit de auto werd verwijderd, moet
eerst de Keycode worden ingevoerd
voordat de speler weer kan worden U kunt maximaal drie onjuiste Keycodes
ingeschakeld. invoeren voordat het systeem gedurende
een uur wordt geblokkeerd.
BEVEILIGINGSCODE
VERGETEN
Wanneer u de Keycode bent vergeten,
neem dan contact op met uw dealer en
geef hem de gegevens van uw installatie
en een legitimatiebewijs. Uw dealer vraagt
dan de juiste code voor u op.

BEVEILIGINGSCODE
INVOEREN
Wanneer CODE - - - -, CODE 0000, SAFE
of ENTER KEYCODE op het display
verschijnt wanneer u de unit inschakelt,
moet u de Keycode aan de hand van de
instructies op het scherm invoeren.
Voer de juiste code met behulp van de
nummertoetsen in. Druk op de toets onder
OK om de invoer te bevestigen.

5
Introductie navigatie - Auto's met: CD-navigatiesysteem

INTRODUCTIE NAVIGATIE Druk op de SELECT knop om een selectie


te activeren.
Het systeem beschikt over een groot
aantal functies die makkelijk en intuïtief Alfanumeriek toetsenbord
zijn te gebruiken. Routebegeleiding wordt Wanneer een adres moet worden
weergegeven op het scherm. Het opgegeven, verschijnt een toetsenbord en
beeldscherm geeft alle informatie voor het wordt u uitgenodigd een postcode,
bedienen van het systeem door plaatsnaam of straat in te voeren. Draai
gebruikmaking van menu's, tekstpagina’s de SELECT knop naar de letter of het
en displays. Schermselecties worden nummer dat u wenst. Druk op de SELECT
gemaakt door de SELECT knop te draaien knop om de selectie te activeren. Het
en te drukken op de gewenste toets van systeem beperkt uw invoer doordat alleen
de unit. letters kunnen worden ingevoerd, waarmee
een geldig adres kan worden gevormd. Zo
Basiswerking mogelijk voorspelt het systeem
Draai de SELECT knop om te navigeren automatisch uw invoer zodat het niet altijd
door de verschillende keuzelijsten. nodig is alle gegevens in te voeren.

Druk op de SELECT knop om een selectie Wanneer u de letters invoert, verschijnt het
te activeren. resultaat op de bovenste regel. Selecteer
OK wanneer de gewenste gegevens zijn
Druk op een willekeurig moment op de ESC ingevoerd om de selectie te activeren.
toets om naar het eerder weergegeven Wanneer alleen een gedeelte van de naam
scherm terug te keren. gemarkeerd wordt weergegeven, dan kunt
N.B.: Dit is een praktische toets wanneer u u OK selecteren om de voorgestelde naam
maar één stap terug moet. te accepteren of kunt u LIJST selecteren
voor een keuzelijst met alle beschikbare
1. Plaats de SD-navigatiekaart in de invoeren die overeenkomen. Draai de
opening voor de SD-kaart. De SELECT knop naar de benodigde
waarschuwing wordt weergegeven. ingevoerde gegevens. Selecteer OK om de
Lees de waarschuwing en selecteer OK selectie te activeren.
om het systeem te gebruiken.
N.B.: Wanneer er meer dan één ingang
2. Druk op de SELECT knop. Het scherm bestaat met exact dezelfde naam, dan
voor het invoeren van het reisdoel verschijnt een keuzelijst met diverse opties.
verschijnt in de display.
3. Druk op de gewenste knop en voer de Voorbeeld van een route invoeren
reisdoelgegevens in. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 10). Dit is een eenvoudig voorbeeld waarin
wordt uitgelegd hoe u gebruik moet maken
Keuzelijsten van de basisfuncties om een route in te
voeren. Raadpleeg het betreffende
Op diverse schermen wordt een lijst met hoofdstuk in deze handleiding voor
beschikbare opties weergegeven. Selecteer informatie over andere functies van het
de gewenste optie; als deze niet op het systeem.
scherm wordt weergegeven, draai dan de
SELECT knop om de rest van de keuzelijst Volg alstublieft stap voor stap de
te bekijken. procedure om u vertrouwd te maken met
het systeem.

6
Introductie navigatie - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Hoofdscherm navigatie
Druk op de NAV toets naast het touch
screen om het navigatiesysteem te
selecteren. De waarschuwing wordt
weergegeven. Lees de waarschuwing en
selecteer OK om het systeem te gebruiken.

Scherm voor het invoeren van de


bestemming
Selecteer Doelen om het reisdoel in te
voeren waar u naar wilt navigeren.
Er wordt een lijst met verschillende opties
weergegeven. Selecteer Reisdoel
invoeren. Begin vanaf de bovenzijde. Kies
het land, gevolgd door de postcode als
deze beschikbaar is of de naam van de
plaats en de straat. Voer met het
alfanumerieke toetsenbord en de keuzelijst
uw adresgegevens in.
Selecteer nadat voldoende informatie is
ingevoerd Start om verder te gaan.
N.B.: Wanneer u bijvoorbeeld slechts naar
het centrum van een stad wilt navigeren,
hoeven niet de volledige adresgegevens te
worden ingevoerd. Selecteer Start wanneer
de gegevens beschikbaar zijn.
De route wordt vervolgens berekend en het
scherm keert terug naar het
hoofdnavigatiescherm met instructies hoe
u moet rijden. Volg de audiovisuele
aanwijzingen om uw reisdoel te bereiken.

7
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: CD-navigatiesysteem

OVERZICHT NAVIGATIE-EENHEID

A B C
T

S D
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
R E
Q F
P V G
O U
H

N I

M L K J
E97652

A CD-uitwerptoets
B Kanaal/keycode selecteren / telefoonnummer invoeren
C Informatie
D Kaart weergeven
E Home menu selecteren
F Traffic/TMC menu selecteren. Zie TMC gebruiken (bladzijde 72).
G Geluidsinstellingen. Zie Werking radio (bladzijde 17).
H Escape toets (programma verlaten)
I Draaiknop navigeren/selecteren
J Display
K Opwaarts zoeken
L Neerwaarts zoeken

8
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: CD-navigatiesysteem

M SD-kaart uitwerptoets. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 10).


N Aan/uit en volumeknop. Zie Bediening van het audiosysteem (bladzijde 17).
O Instellingenmenu selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 10).
P Telefoonmenu selecteren
Q Radiobron selecteren. Zie Werking radio (bladzijde 17).
R CD/CD-MP3/CD wisselaar/ AUX bron selecteren. Zie Bediening van het
audiosysteem (bladzijde 17).
S Hoofdscherm navigatie. Zie Navigatiesysteem (bladzijde 20).
T SD-kaart sleuf. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 10).
U Opties selecteren
V CD sleuf. Zie Bediening van de CD-speler (bladzijde 18).

NAVIGATIEDATA LADEN
1. Plaats de SD-navigatiekaart in de
opening.
2. Druk op de NAV toets. De
waarschuwing verkeersveiligheid wordt
weergegeven in de display.
3. Draai de SELECT knop om een optie te
selecteren.
4. Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
N.B.: De navigatie-CD kan eveneens worden
gebruikt voor navigatiegegevens. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 10).
Raadpleeg uw dealer voor nieuwe uitgaven
van kaarten en het opwaarderen van het
systeem.

9
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op de SET toets om het scherm met


instellingen weer te geven. De volgende
De meest belangrijke instellingen van uw schema's geven een overzicht van de
navigatiesysteem zijn via de SET toets menustructuur van het scherm met
bereikbaar. In de volgende rubriek worden instellingen:
de diverse opties en het gebruik ervan
beschreven.

10
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Kaart
Oriëntatie Noord / Rijrichting / Auto
Kaartweergave Positie
Reisdoel
Rijadvies Uit / Altijd / Tijdelijk
Rijbaanadvies Aan/Uit
Volgende POI's Aan/Uit
Kaartinhoud Keuzelijst
Navigatie
Databron navigatie CD / SD
Tijd Resttijd / Aankomst
Rijadvies Uit / Altijd / Tijdelijk
Navigatiedemo Uit / Eenmaal / Continu
Snelheidsprofiel instellen
Positie handmatig invoeren
Handm. kalibreren starten
Radio
Nieuws Aan/Uit
Alternatieve frequentie Aan/Uit
Regionaal Aan/Uit
Radiotekst Aan/Uit
SD-kaart
SD-kaart deactiveren
Navi-cd kopiëren naar SD
SD formatteren
Tijd/datum
Klok instellen
Datum instellen
Tijdopmaak 12H / 24H
Datumopmaak
Met GPS Aan/Uit
Zomertijd
Tijdzone
A
E97773

11
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Display
Displaymodus Dag / Nacht / Auto
Weergave Kleur 1 / Kleur 2
Helderheid
Volumes
Gesproken berichten navi Aan/Uit
Navigatie-audio-mix
Autom. volumeaanpassing
Taal
Keuzelijst
Fabrieksinstellingen
Radio-inst. terugzetten
Nav/kaart-inst. terugzetten
Reisdoelgeheugen wissen
Systeem-inst. terugzetten
Display uit

E97774

Draai de SELECT knop en navigeer naar de Het volgende schema geeft een overzicht
van de menustructuur van het scherm met
gewenste functie in de eerste kolom van
de menulijst. Druk op de SELECT knop om instellingen:
de functie te activeren. Een beschrijving van de diverse functie en
Draai de SELECT knop en navigeer naar de beschikbare opties worden hier gegeven:
gewenste functie in de tweede kolom van Kaart
de menulijst. Druk op de SELECT knop om
de verschillende functies en opties te Oriëntatie
activeren.
Hiermee wordt de manier waarop de kaart
Druk op een willekeurig moment op de ESC wordt weergegeven veranderd.
toets om naar de vorige functie terug te
keren.

12
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

• Selecteer NOORD om de kaart altijd Kaartinhoud


met het noorden aan de bovenzijde van
het scherm weer te geven. Met deze functie kunnen diverse
categorieën informatie op het kaartscherm
• Selecteer RIJRICHTING om de kaart worden weergegeven. Door door deze
altijd met de rijrichting naar de opties te scrollen kunt u deze categorieën
bovenzijde van het scherm weer te selecteren en deselecteren.
geven. Het scherm draait wanneer uw
auto van richting verandert. N.B.: Er kunnen diverse categorieën worden
geselecteerd.
• Selecteer AUTO om een combinatie
van de twee bovenstaande opties te Navigatie
kiezen. Bij kleinere schalen gebruikt het
systeem het RIJRICHTING scherm en Databron navigatie
voor grotere schalen het NOORD
scherm. Selecteer CD of SD-kaart als de databron
navigatie.
Kaartweergave
Tijd
• Selecteer POSITIE om de kaart weer
te geven met de huidige locatie van de Deze functie de manier waarop de reistijd
auto in het midden. wordt weergegeven.
• Selecteer REISDOEL om een kaart • Selecteer RESTTIJD om de resterende
weer te geven met het ingevoerde tijd tot het bereiken van het reisdoel
bestemmingsadres in het midden. weer te geven.
• Selecteer AANKOMST om de
Rijadviezen berekende aankomsttijd weer te geven.
Deze functie maakt gebruik van een
grafische pijl op de kaart die de volgende Rijadviezen
afslag of rijrichting aangeeft. Deze functie maakt gebruik van een
• Selecteer UIT om deze functie uit te grafische pijl op alle toepassingsschermen
schakelen. (CD, radio enz.) die de volgende afslag of
rijrichting aangeeft.
• Selecteer ALTIJD om deze functie
constant in te schakelen. De pijl wordt • Selecteer UIT om deze functie uit te
continu weergegeven, ook wanneer schakelen.
niet van richting moet worden • Selecteer ALTIJD om deze functie
veranderd of geen afslag nadert. constant in te schakelen. De pijl wordt
• Selecteer TIJDELIJK om de functie in continu weergegeven, ook wanneer
te schakelen. De pijl wordt tijdens deze niet van richting moet worden
functie alleen weergegeven wanneer veranderd of geen afslag nadert.
van richting moet worden • Selecteer TIJDELIJK om de functie in
veranderd/een afslag nadert. te schakelen. De pijl wordt tijdens deze
functie alleen weergegeven wanneer
Rijbaanadvies van richting moet worden
Deze functie maakt gebruik van een veranderd/een afslag nadert.
grafische pijl op de kaart die de te
gebruiken rijbaan weergeeft.

13
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Navigatiedemo Radio
Met deze functie kunt u alle startposities Nieuws
instellen en zo nodig een demonstratie van
routebegeleiding beginnen. Wanneer u Deze functie onderbreekt normale
deze functie activeert wordt uw GPS radio-uitzendingen voor nieuwsberichten
positie genegeerd en uw auto hoeft niet in van radiostations op de FM band op
beweging te zijn om een route te beginnen. dezelfde wijze als bij verkeersberichten.
Het nieuwsbericht onderbreekt de
• Selecteer UIT om deze functie te geluidsweergave met hetzelfde
deactiveren. Het systeem werkt dan voorgeprogrammeerde volume als bij
normaal met gebruikmaking van de verkeersberichten. U kunt deze functie in-
GPS sensor en geeft de werkelijke en uitschakelen.
positie van de auto weer.
• Selecteer EENMAAL om eenmaal een Alternatieve frequentie (AF)
gesimuleerde routebegeleiding te laten
Veel programma's die op de FM band
plaatsvinden.
worden uitgezonden hebben een
• Selecteer CONTINU voor een programma-identificatie (PI) code, die
doorlopende demonstratiemodus. De door de audio-installatie kan worden
gesimuleerde route wordt telkens herkend. Als bij uw radio AF is ingeschakeld
herhaald doordat wanneer het reisdoel en rijdt vanuit het ene ontvangstgebied
is bereikt naar het startpunt wordt naar een ander, zoekt deze functie naar
teruggekeerd. een krachtiger radiosignaal stemt daarop
Selecteer om een gesimuleerde positie van af wanneer het wordt gevonden. De
de auto in te voeren de toets voor het installatie evalueert continu de
handmatig invoeren van de positie. Nu kan signaalsterkte en, indien een beter signaal
een adres op de gebruikelijke wijze worden beschikbaar komt, schakelt de installatie
ingevoerd. over naar dat alternatief. De
geluidsweergave wordt onderbroken terwijl
Handmatig kalibreren starten het toestel de lijst met alternatieve
frequenties controleert en, zo nodig, de
Om de nauwkeurigheid waarmee de positie golfband eenmaal afzoekt naar een
wordt aangegeven te behouden kan het alternatieve frequentie. Wanneer een
nodig zijn het navigatiesysteem periodiek radiostation wordt gevonden wordt de
te kalibreren. Druk op de select knop om weergave van het geluid hervat; wanneer
het navigatiesysteem opnieuw te er geen radiostation wordt gevonden,
kalibreren. Volg de instructies op het stemt het systeemautomatisch af op de
scherm op. oorspronkelijke frequentie.

14
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Regionaal Via deze functie kan de SD-kaart worden


verwijderd.
De regionale modus regelt het gedrag van
AF door tussen regionale netwerken van Navi-CD kopiëren naar SD
een hoofdzender te schakelen. Een zender
kan over een groot netwerk beschikken dat Via deze functie kan de informatie op de
in een groot gedeelte van het land te navi-CD worden gekopieerd naar de
ontvangen is. Op verschillende tijden van SD-kaart. De navi-CD kan vervolgens
de dag kan dit grote netwerk worden worden verwijderd, zodat de CD-speler
onderverdeeld in een aantal kleinere volledig kan worden gebruikt.
regionale netwerken, die bijvoorbeeld in
grotere plaatsen of steden zijn gevestigd. SD formatteren
Wanneer het netwerk niet in regionale Via deze functie kan de SD-kaart worden
zenders wordt opgesplitst, zendt het geformatteerd.
complete netwerk hetzelfde programma
uit. Tijd/datum
Regionale modus AAN: Dit voorkomt het Gebruik deze om hetzij handmatig of via
willekeurig schakelen naar andere het GPS signaal de tijd en datum in te
regionale netwerken, die niet hetzelfde stellen wanneer u zich op een hiervoor
programma uitzenden. geschikte plaats bevindt.
Regionale modus UIT: Hiermee kan een
groter gebied worden ontvangen wanneer Scherm handmatige instelling
naburige regionale netwerken hetzelfde Draai de SELECT knop om de
programma uitzenden, maar kan leiden tot uren/minuten en de datum vooruit te
willekeurig overschakelen wanneer dit niet stellen. Draai de SELECT knop om iedere
het geval is. instelling te bevestigen. U kunt ook de
Radiotekst weergave van de klok veranderen van een
12 uurs cyclus in een 24 uurs cyclus, ook de
Via deze functie wordt extra weergave van de datum kan worden
tekstinformatie (RDS tekst) weergegeven gewijzigd.
op de kaart wanneer de informatie wordt
uitgezonden door de geselecteerde GPS instelling
radiozender. Draai de SELECT knop en navigeer naar
MET GPS. Druk op de SELECT knop om
SD-kaart de klok en de datum automatisch in te
SD-kaart deactiveren stellen. De tijd en de datum worden
bijgewerkt ingeval van een geschikte
LET OP ontvangst. U kunt de weergave van de tijd
De SD-kaart moet worden en datum zoals eerder is beschreven
gedeactiveerd met behulp van de veranderen.
functie SD-kaart deactiveren in de
SET toets van het SD-kaart submenu.
Gebeurt dit niet, dan kan de op de SD-kaart
opgeslagen data corrupt raken.
Zorg dat de SD-kaart niet gedeeltelijk
in de sleuf voor de SD-kaart steekt.

15
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Display Automatische volumeregeling (AVC)

Display modus De functie automatische volumeregeling


(AVC) regelt het volume van de audiobron
Het scherm kan voor het rijden bij dag of afhankelijk van de rijsnelheid van de auto.
nacht worden ingesteld, of een Draai de SELECT knop om de schuifbalk
automatische keuze tussen deze twee, te bewegen en de gevoeligheid af te
afhankelijk van het inschakelen van de stellen. Druk op de SELECT knop om de
koplampen. voorkeur te activeren.
Beeld N.B.: Beweeg de schuifbalk geheel naar
links om de AVC uit te schakelen.
Gebruik deze functie om tussen
verschillende kleurinstellingen voor het Talen
display en de menu's te kiezen.
Selecteer uit de lijst de taal die u op uw
Helderheid display wenst te zien.
Draai de SELECT knop om de schuifbalk N.B.: Selecteer de betreffende Engelse taal
te bewegen en de helderheid af te stellen. om van metrische eenheden naar Engelse
Druk op de SELECT knop om de voorkeur eenheden over te schakelen.
te activeren.
Fabrieksinstellingen
Volumes
LET OP
Gesproken berichten navi Na het indrukken van de reset toetsen
Met deze toets kunnen de gesproken gaan uw persoonlijke instellingen
berichten tijdens het navigeren worden in- verloren.
of uitgeschakeld.
Gebruik deze functies om de
N.B.: Het verdient aanbeveling deze
fabrieksinstellingen weer in te stellen.
ingeschakeld te laten om te voorkomen dat
u uw ogen van de weg moet nemen om naar Display uit
het navigatiedisplay te kijken.
Druk op een willekeurige toets om de
Navigatie-/audio-mix display uit te schakelen.
Draai de SELECT knop om de schuifbalk Druk op de SET toets om de display
te bewegen en het volume tussen de opnieuw aan te zetten.
gesproken begeleiding van het
navigatiesysteem en de audiobron in te
stellen. Druk op de SELECT knop om de
voorkeur te activeren.
De gesproken begeleiding onderbreekt de
normale audioweergave niet, maar het
wordt ermee gemengd als 'voice over'.

16
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

WERKING RADIO Afstemmen


Zoeken
Volume en aan/uit knop
Druk op de SEEK up of SEEK down knop
Druk op de VOL knop om de unit in- of uit
om automatisch af te stemmen. Op het
te schakelen.
eerst volgende radiostation wordt
Draai de VOL knop om het volume in te afgestemd.
stellen.
Handmatig afstemmen
Functies van de radio
Selecteer TUNE voor het scherm voor
Druk op de RADIO knop voor toegang tot handmatig afstemmen. Draai de SELECT
de instellingen. knop. Druk op de SELECT knop om de
selectie te activeren.
Draai de SELECT knop om door de functies
te scrollen. Scanfunctie
Druk op de knop onder de benodigde
Selecteer SCAN om alle beschikbare
functie om de functie te activeren.
radiostations te bekijken. De radio laat
Druk op een willekeurig moment op de ESC ieder station 10 seconden horen voordat
toets om naar de vorige functie terug te het op het volgende beschikbare station
keren. afstemt. Druk op de knop onder SCAN
wanneer u een geschikt station hoort en
Een golfband selecteren de functie moet worden uitgeschakeld.
Selecteer BAND om de keuzelijst te N.B.: De scanfunctie is niet voor de FM AST
bekijken. Draai de SELECT knop om door golfband beschikbaar.
de lijst te scrollen. Druk op de SELECT knop
om de selectie te activeren. Geheugen met voorkeuzestations
N.B.: Beschikbare golfbanden zijn FM1, FM2, Alle zenders behalve FM AST
FM3, FM AST, MW en LW. Voor iedere
golfband kunnen 10 voorkeuzestations Voor iedere golfband kunnen 10
worden opgeslagen. voorkeuzestations worden opgeslagen.
Om een station op te slaan stemt u op het
N.B.: U kunt door de beschikbare gewenste station af en drukt u toets 1 tot
golfbanden scrollen door de RADIO knop 0 in en houdt u deze ingedrukt. Druk op
in te drukken en los te laten. toets 1 tot 0 om een opgeslagen
Beschikbare zender selecteren voorkeuzestation op te roepen, of
Draai de SELECT knop om de FM-stations
Selecteer FM-LIJST om de keuzelijst te te bekijken. Druk op de SELECT knop om
bekijken. Draai de SELECT knop om door de selectie te activeren.
de lijst te scrollen. Druk op de SELECT knop
om de selectie te activeren. FM AST stations
Selecteer OPSLAAN of houd de RADIO
knop lang ingedrukt. De unit zoekt
automatische de sterkste stations in het
gebied en slaat deze op.

17
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

Geavanceerde radio-instellingen N.B.: Door herhaaldelijk op de CD/AUX


toets te drukken wordt gewisseld tussen de
Zie Systeeminstellingen (bladzijde 10). AUX ingangsmodus, de CD modus en de CD
wisselaar (indien van toepassing).
Geluidsinstellingen
Druk op de SOUND knop voor toegang tot Een CD afspelen
de instellingen. Wanneer een CD in de speler wordt
Draai de SELECT knop om de aangebracht, start het afspelen
functie-instelling af te stellen. Druk op de automatisch en wordt het CD scherm
SELECT knop om de instelling te activeren. weergegeven. Wanneer een andere
audiobron is gebruik is en er is al een CD
De BALANCE toets wordt gebruikt om de aangebracht, dan wordt het afspelen van
geluidsverdeling tussen de linker en rechter de CD hervat wanneer op de CD/AUX toets
luidsprekers te verdelen. wordt gedrukt.
De FADE toets wordt gebruik om de
geluidsverdeling voor- en achterin de auto Muzieknummers zoeken
te regelen.
Druk om een volgend nummer af te spelen
Met de TREBLE en BASS toetsen worden op de SEEK up toets.
respectievelijk de hoge en lage frequenties
Druk op de SEEK down toets om naar het
geregeld. Deze instellingen kunnen voor
begin van een muzieknummer te gaan.
iedere geluidsbron worden ingesteld.
Druk opnieuw op de toets om een eerder
Met de LOUDNESS toets wordt het lagere nummer af te spelen.
frequentiebereik bij laag volume versterkt
om een voller geluid te verkrijgen. Versneld vooruit/achteruit
De COMPRESSIE functie kan worden in- Druk op de SEEK up en SEEK down
of uitgeschakeld. Wanneer deze functie is toetsen om voor- of achterwaarts te gaan
geactiveerd, wordt zacht opgenomen op een nummer dat wordt afgespeeld.
muziek luider weergegeven en hard
opgenomen muziek minder luid Shuffle
weergegeven, om het herhaaldelijk
veranderen van het volume te beperken. Deze functie speelt muzieknummers in een
willekeurige volgorde af.
Druk op de SHUFFLE toets om deze
BEDIENING VAN DE CD- functie in of uit te schakelen. De toets blijft
SPELER opgelicht zolang deze functie is
geactiveerd.
N.B.: Voor informatie over klankinstellingen
Zie Werking radio (bladzijde 17). N.B.: De functie is geactiveerd voor de
gehele CD of voor een map in geval van een
Druk op de CD/AUX toets. CD met MP3 audiobestanden. Door
Wanneer een CD in het toestel zit, begint herhaald op de toets te drukken wordt
deze te spelen, anders verschijnt een tussen deze verschillende modi gewisseld.
waarschuwing dat de CD sleuf leeg is.
Herhalen
Deze functie speelt onafgebroken
muzieknummers af.

18
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

Druk op de HERHAAL toets om deze De huidige directory wordt het eerst


functie in of uit te schakelen. De toets blijft weergegeven, samen met andere mappen
opgelicht zolang deze functie is en bestanden in deze omgeving. Wanneer
geactiveerd. vanuit hier een muzieknummer wordt
N.B.: De functie is geactiveerd voor het geselecteerd, wordt het afspelen gestart.
muzieknummer of voor een map in geval Wanneer u naar een map wilt zoeken,
van een CD met MP3 audiobestanden. Door selecteer dan de toets die correspondeert
herhaald op de toets te drukken wordt met deze map. De inhoud van de map
tussen deze verschillende modi gewisseld. wordt weergegeven, met muzieknummers
of andere submappen. Druk op de ESC
Scannen toets om een stap terug te gaan.
N.B.: Door mappen een naam te geven als
Deze functie laat een korte introductie van namen van albums help u bij het
elk muzieknummer horen voordat het doorbladeren van een MP3 CD.
volgende nummer wordt gestart. Schakel
de functie uit zodra het gewenste CD's met de CD-wisselaar afspelen
muzieknummer is bereikt.
Druk op de SCAN toets om deze functie Wanneer een CD-wisselaar op het
in of uit te schakelen. De toets blijft navigatiesysteem is aangesloten, druk dan
opgelicht zolang deze functie is op de CD/AUX toets tot het scherm van
geactiveerd. de CD-wisselaar wordt weergegeven.
Hierdoor wordt de CD-wisselaar als huidige
N.B.: Het symbool in de toets geeft aan of audiobron geselecteerd.
de functie is geactiveerd voor de gehele CD
of voor een map in geval van een CD met Gevulde CD sleuven van de CD-wisselaar
MP3 audiobestanden. Door herhaald op de worden op dit scherm weergegeven. Druk
toets te drukken wordt tussen deze op de CD toets voor toegang tot de CD's.
verschillende modi gewisseld. Draai de SELECT knop naar de gewenste
selectie. Druk op de SELECT knop om een
MP3 CD afspelen selectie te activeren.
De toetsen voor het afspelen van een CD
Met de ingebouwde CD speler kunnen ook via de CD-wisselaar zijn dezelfde als voor
CD-ROM's met MP3 bestanden worden een CD in de geïntegreerde CD-speler.
afgespeeld.
De ondersteunde formats zijn: Auxiliary ingang
• MPEG1, Audio layer 3 (ISO/IEC 11172-3) Wanneer uw wagen is uitgerust met een
• MPEG2, Audio layer 3 (ISO/IEC AUX aansluiting, dan kan door AUX te
13818-3.2) selecteren een externe audiobron via het
systeem worden weergegeven.
• Scansnelheden van 8, 11.025, 12, 16,
22.05, 24, 32, 44.1, 48 kHz Druk tweemaal op de CD/AUX toets om
• De toelaatbare transmissiesnelheid de AUX ingangsmodus te selecteren. Het
bedraagt 8kbit/s tot 320 kbit/s. volume en de andere instellingen worden
op dezelfde wijze bediend als voor de
Draai de SELECT knop om door bestanden andere audiobronnen.
en mappen van een MP3 CD te scrollen.
Druk op de SELECT knop om een selectie
te activeren.

19
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem

BEDIENINGSELEMENTEN Bijzondere reisdoelen


NAVIGATIESYSTEEM Met dit deel van het menu kunt u navigeren
met bijzondere reisdoelen (Bijz.
Druk op de NAV toets om het reisdoelen). Dit zijn in categorieën
hoofdnavigatiescherm binnen te gaan. ondergebrachte locaties zoals restaurants,
Wanneer een adres als reisdoel is stations, enz.
ingevoerd, verschijnt deze naast het N.B.: Sommige categorieën zijn
vlagsymbool. Uw huidige locatie wordt onderverdeeld in subcategorieën met een
weergegeven naast het pinsymbool. nadere omschrijving. Bijvoorbeeld de
U kunt op verschillende manieren het categorie TANKSTATION is een
reisdoel invoeren door te drukken op de subcategorie van AUTOMOBIEL. Wanneer
knoppen onderaan het scherm of door de u een onderdeel niet kunt vinden, kan dit in
SELECT knop te draaien om door lijsten te een andere categorie zijn ondergebracht.
scrollen en daarna op de SELECT knop te Omgeving positie
drukken om een selectie te activeren.
Hiermee kunt u in de omgeving van uw
Reisdoelen huidige positie zoeken.
Selecteer Doelen voor toegang tot het Selecteer deze toets en een lijst met
menu met reisdoelen. categorieën verschijnt. Selecteer het type
plaats dat u zoekt en er verschijnt een lijst
Reisdoel invoeren met opties die zich het dichtst in de
omgeving van uw huidige locatie bevinden.
Selecteer Reisdoel invoeren voor Selecteer uw keuze uit de lijst en navigeer
toegang tot het menu reisdoel invoeren. naar deze bestemming.
Voor informatie over handeling Zie
Introductie navigatie (bladzijde 6). Omgeving reisdoel
Laatste doelen Selecteer deze toets en een lijst met
categorieën verschijnt. Selecteer het type
Hiermee kunt u snel toegang krijgen tot plaats dat u zoekt (bijv. een restaurant) en
eerdere reisdoelen die in het systeem zijn er verschijnt een lijst met restaurants die
ingevoerd. Selecteer het gewenste reisdoel zich het dichtst in de omgeving van uw
uit de lijst. reisdoel bevinden. Selecteer uw keuze uit
Alfabetisch reisdoelgeheugen en de lijst en navigeer naar deze bestemming.
handmatig gesorteerd Stad
reisdoelgeheugen
Hiermee kunt u naar een categorie zoeken
Via deze functies kan toegang worden door eerst een stad in te voeren.
verkregen tot een gedetailleerd aantal
geavanceerde gebruiksfuncties. U kunt een Voer de gewenste stad in en kies
persoonlijk adresboek aanleggen en vervolgens een categorie. Een lijst met de
bijvoorbeeld aan adressen en reisdoelen dichtstbijzijnde locaties wordt
een door u gedefinieerde naam geven. weergegeven. Selecteer uw keuze uit de
lijst en navigeer naar deze bestemming.

20
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Waypoints Tochtenlijst
Door Waypoints te selecteren, krijgt u Via deze functie kunt u een aantal
toegang tot een lijst met verpersoonlijkte verschillende reisdoelen invoeren en tevens
locaties. Dit kunnen van de weg afgelegen de volgorde selecteren waarin u de
locaties zijn of bijvoorbeeld gebieden die reisdoelen wilt bezoeken. Het systeem
niet op de kaart staan en geen deel berekent automatisch de door u gekozen
uitmaken van het netwerk van wegen dat rit en geeft deze weer.
in de database is opgenomen. Waypoints
kunnen op een actuele plaats worden
opgeslagen door op de toets MENUSTRUCTUUR
TOEVOEGEN te drukken. Zodra
waypoints zijn opgeslagen kunnen deze Het volgende schema biedt een overzicht
worden opgevraagd en gebruikt als van het hoofdnavigatiemenu en de
programmeerbare reisdoelen. submenu's:

Reisdoel invoeren
Land
Stad / PC
Straat
District
Laatste reisdoelen
Keuzelijst
Alfabetisch reisdoelgeheugen
Keuzelijst
Handmatig gesort. reisdoelgeheugen
Keuzelijst
Special destinations
In omgeving positie Keuzelijst
Omgeving reisdoel Keuzelijst
In de stad
Waypoints

Tochtenlijst

E97777

21
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem

MENU ROUTE-OPTIES Verdere opties vanaf het


hoofdscherm
U kunt een aantal opties invoeren die de
START en STOP kan worden geselecteerd
geplande route veranderen. Door op de
om een actieve route te hervatten of te
OPTIES toets op het navigatiescherm te
annuleren.
drukken, kunnen de volgende preferenties
worden ingesteld: Druk onderweg op ROUTE om een lijst met
de route en afstanden weer te geven.
Dynamische routegeleiding
Deze functie kan worden in- en ROUTEWEERGAVEN
uitgeschakeld. Wanneer deze functie is
ingeschakeld en het toestel ontvangt een Kaart weergeven
geldig traffic message channel (TMC)
signaal, wordt de route automatisch Druk op de MAP toets naast het touch
herzien en wordt rekening gehouden met screen om een kaart weer te geven.
verkeersongevallen en files. Op dit scherm wordt de huidige locatie van
N.B.: Deze functie kan vertraging en uw wagen in het midden door middel van
oponthoud tijdens het rijden voorkomen. een pijl binnen een cirkel aangeduid. De pijl
wijst in de rijrichting.
Route Om te wisselen tussen een volledig
Selecteer de manier waarop een route kaartscherm of een detailkaartscherm,
moet worden berekend. drukt u op de knop DETAILS naast het
display.
De optie Kortste geeft prioriteit aan een
minimum afstand tot het reisdoel. U kunt de weergave van de kaart wijzigen
door de instellingen voor zoom en richting
De optie Snelste geeft prioriteit aan de aan te passen. Gebruik de
route die u in de kortste tijd naar uw draaiknop/selecteer de schaalverdeling
reisdoel leidt. om de kaartweergave te wijzigen en in of
Persoonl. biedt de gebruiker de uit te zoomen.
mogelijkheid een mix van deze twee opties N.B.: De instellingen van de schaalverdeling
te kiezen. Ga naar het menu-item van de kaart kunnen tussen 50 m en 100 km
Persoonlijke route om de gewenste mix liggen.
in te stellen. Beweeg de schuif zodat de
gewenste mix wordt verkregen. Selecteer Instell. om de
oriëntatie-instellingen van de kaart te
Soort wegen dat moet worden wijzigen. Zie Systeeminstellingen
vermeden of opgenomen (bladzijde 10).
Het scherm draait wanneer uw auto van
Kies uit de lijst het soort wegen dat moet
rijrichting verandert.
worden vermeden of opgenomen in de
route door de functie in of uit te schakelen. Selecteer Opties om de instellingen van
de routemogelijkheden te wijzigen.
Druk op de knop Mute voor onderbreking
van de aanwijzingen via de gesproken tekst
van het navigatiesysteem.

22
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem

Door nogmaals op de knop Mute te


drukken worden de aanwijzingen via de
gesproken tekst van het navigatiesysteem
hervat.

Kruispuntzoom
Deze functie zorgt ervoor dat automatisch
op de kaartweergave wordt ingezoomd bij
een afslag of het maken van ingewikkelde
manoeuvres. Kort hierna wordt de normale
weergave hervat.
Selecteer AUTO om de kruisingszoom te
activeren.

Navigatiedisplay
Wanneer met een navigatieroute is
begonnen, is het standaard scherm het
hoofdnavigatiescherm.
Zodra u via een geactiveerde route rijdt,
worden via het scherm en d.m.v. gesproken
tekst aanwijzingen gegeven. Naar welke
audiobron u ook wilt luisteren, primair
wordt iedere afslag en de informatie over
de afstand op het scherm weergegeven in
de vorm van een grafische inzet. U hoeft
het toestel niet op het
hoofdnavigatiesysteem te laten staan
wanneer u langs een route navigeert. Zo
nodig is wat meer gedetailleerde
informatie over de route beschikbaar via
het hoofdnavigatiescherm.
WAARSCHUWING
Vertrouw tijdens het navigeren niet
op de aanwijzingen op het scherm.
Luister altijd naar de navigatiestem
en houd uw aandacht bij de weg voor u.

Het navigatie-inzetscherm geeft de


afstand tot de volgende bocht en de te
volgen rijrichting weer wanneer u een
willekeurige audiobron selecteert (mits de
routebegeleiding is gestart).

23
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

ALGEMENE INFORMATIE 4. Druk op de SELECT knop om een


selectie te activeren.
Raadpleeg het instructieboekje voor 5. Draai de SELECT knop en scroll naar
algemene informatie over het instellen van de gewenste telefoon.
de telefoon. 6. Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
TELEFOONINSTELLINGEN
TELEFOON GEBRUIKEN
Telefoonboekcategorieën
Afhankelijk van uw telefoonboekadres Hierna worden de telefoonfuncties van het
kunnen verschillende categorieën op het navigatiesysteem beschreven.
navigatiesysteem worden weergegeven. Er moet een actieve en aangesloten
De categorieën worden weergegeven door telefoon aanwezig zijn.
een symbool naast het contact in de lijst Zelfs wanneer uw telefoon op het
N.B.: Adressen kunnen zonder categorie navigatiesysteem is aangesloten, kan de
worden weergegeven (zonder symbool). telefoon op de gebruikelijke wijze worden
gebruikt.
Een andere Bluetooth telefoon N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten
aanmelden door op een toets van een willekeurige
audiobron te drukken (bijvoorbeeld
In het systeem opgeslagen telefoons zijn
CD/AUX, RADIO).
toegankelijk in het hoofdtelefoonscherm.
1. Druk op de PHONE toets. Telefoonmenu
2. Selecteer Instell.. Druk op de TELEFOON toets om toegang
3. Draai de SELECT knop en scroll naar te krijgen tot het hoofdtelefoonscherm:
Actieve telefoon kiezen.

Instellingen
Alle gesprekken weigeren Aan/Uit
Bluetooth Aan/Uit
Actieve telefoon kiezen Keuzelijst
Kies tel. om af te melden Keuzelijst
Kies actieve BT-telefoon Keuzelijst
Kies BT-tel. om af te melden Keuzelijst

E97785

24
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

Bellen Een gesprek beëindigen

Een nummer kiezen Gesprekken kunnen worden beëindigd door


op de toets Gesprek beëindigen of door
U kunt toegang tot uw telefoonboek krijgen op één van de toetsen van de
met hetzij de telefoon in de telefoonhouder audiobronnen te drukken.
of via Bluetooth. De huidige actieve
telefoon verschijnt op het Laatst gekozen nummer opnieuw
hoofdtelefoonscherm. bellen
1. Druk op de TELEFOON toets. 1. Druk op de TELEFOON toets.
2. Voer met het toetsenpaneel het 2. Selecteer Lijst.
gewenste telefoonnummer in.
3. Druk op NUMMER HERHALEN om
3. Selecteer Kiezen. door te gaan.
N.B.: Wanneer u bij het kiezen van een
telefoonnummer een onjuist cijfer intoetst, Een inkomend gesprek ontvangen
selecteer dan Wissen om het laatste cijfer
Een inkomend gesprek beantwoorden
te wissen. Wanneer Wissenlang wordt
ingedrukt, wordt de complete serie cijfers Inkomende gesprekken kunnen worden
gewist. beantwoord door hetzij:
Houd de 0 ingedrukt om een + in te toetsen. • op de TELEFOON toets te drukken
Een nummer uit het telefoonboek • op de MODE toets op de
kiezen afstandsbediening te drukken
• Aannemen te selecteren.
U kunt ook contacten uit uw telefoonboek
kiezen, zonder het nummer via het Een inkomend gesprek weigeren
toetsenbord in te voeren.
Inkomende gesprekken kunnen worden
1. Druk op de TELEFOON toets. geweigerd door hetzij:
2. Selecteer Lijst. • op de CD/AUX toets te drukken
3. Selecteer Telefoonboek. • op de RADIO toets te drukken
4. Voer de eerste letter van de naam van • Weigeren te selecteren.
het contact in met behulp van het
toetsenbord. N.B.: U kunt geen inkomend gesprek met
behulp van de afstandsbediening weigeren.
5. Druk op de SELECT knop.
6. Er verschijnt een lijst met namen uit het Een tweede inkomend gesprek
telefoonboek beginnend met de beantwoorden
geselecteerde letter.
N.B.: De functie tweede inkomend gesprek
7. Draai de SELECT knop om door deze op uw telefoon moet zijn geactiveerd.
namen te scrollen en het gewenste
contact te selecteren. Wanneer er tijdens een gesprek een
inkomend gesprek binnenkomt, klinkt er
8. Een gedetailleerd scherm met de een 'piep' en kunt u het actieve gesprek in
gegevens en het nummer van het de wachtstand plaatsen en het tweede
contact verschijnt. Druk op NUMMER inkomende gesprek beantwoorden.
KIEZEN om door te gaan.

25
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem

Een tweede inkomend gesprek 1. Druk op de TELEFOON toets.


beantwoorden 2. Selecteer Instell..
Tweede inkomende gesprekken kunnen 3. Kies tel. om af te melden.
worden beantwoord door hetzij:
4. Draai de SELECT knop en selecteer de
• op de TELEFOON toets te drukken telefoon uit de lijst die moet worden
• op de MODE toets op de afgemeld.
afstandsbediening te drukken 5. Druk op de SELECT knop om een
• Aannemen te selecteren. selectie te activeren.
N.B.: Hierdoor wordt het actieve gesprek Alle inkomende gesprekken
beëindigd. weigeren
Een tweede inkomend gesprek U kunt de telefoon via het
weigeren navigatiesysteem zo instellen, dat
automatisch alle inkomende gesprekken
Tweede inkomende gesprekken kunnen worden geweigerd.
worden geweigerd door hetzij:
1. Druk op de TELEFOON toets.
• op de CD/AUX toets te drukken
2. Selecteer Instell..
• op de RADIO toets te drukken
3. Selecteer Alle gesprekken weigeren.
• Weigeren te selecteren.
4. Druk op de SELECT knop om een
Van actieve telefoon veranderen selectie te activeren.
N.B.: Voordat telefoons kunnen worden Alle inkomende gesprekken worden
geactiveerd moeten ze bij het systeem beantwoord door voicemail of een andere
worden aangemeld. instelling van uw telefoon. Deze functie is
actief wanneer deze toets op het
1. Druk op de TELEFOON toets. telefoonscherm oplicht.
2. Selecteer Instell..
3. Actieve telefoon kiezen.
4. Draai de SELECT knop en selecteer de
nieuwe telefoon uit de lijst die moet
worden aangemeld.
5. Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
N.B.: Nadat een Bluetooth telefoon bij het
systeem is aangemeld, wordt deze de
actieve telefoon.

Een aangemelde telefoon


ontkoppelen
Een actieve telefoon kan op elk gewenst
moment uit het systeem worden gewist,
behalve wanneer met deze telefoon een
gesprek wordt gevoerd.

26
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm

INTRODUCTIE NAVIGATIE Op diverse schermen wordt een lijst met


beschikbare opties weergegeven. Druk op
Het systeem beschikt over een groot de gewenste optie, of wanneer deze niet
aantal functies die makkelijk en intuïtief op het scherm wordt weergegeven, scroll
zijn te gebruiken. De begeleiding kan door dan met de op/neer pijltjestoetsen aan de
een stem plaatsvinden en wordt ook op rechterzijde van het display naar de keuze.
het beeldscherm weergegeven. Het Druk op de terugtoets om naar het vorige
beeldscherm geeft alle informatie voor het scherm terug te keren.
bedienen van het systeem door
gebruikmaking van menu's, tekstpagina's N.B.: U kunt de op/neer-pijltjestoetsen
en displays. Schermselecties worden ingedrukt houden voor continu scrollen of
gemaakt door de gewenste toets op het de scrollbalk gebruiken voor snel scrollen
scherm aan te raken. indien nodig.
Enkele opties in de lijst hebben tekst die niet
Basisbediening via het geheel op de toets past. In een dergelijk
beeldscherm geval wordt een afzonderlijke toets naast
de hoofdtoets weergegeven. Deze toetsen
Er zijn enkele algemene basismethodes
zijn voorzien van drie punten en wanneer
voor het invoeren van gegevens en het
erop wordt gedrukt verschijnt meer
maken van selecties. Deze worden in het
informatie.
kort hieronder beschreven.
Alfanumeriek toetsenbord
Keuzelijsten

A B C D

E88722

Wanneer een adres moet worden


opgegeven, verschijnt een toetsenbord en
wordt u uitgenodigd een postcode,
E plaatsnaam of straat in te voeren. Voer
E88721
door op de letters en cijfers te drukken het
adres in. Het systeem beperkt uw invoer
A Achteruit-/ terugtoets doordat alleen letters kunnen worden
B Toetsen keuzelijsten ingevoerd, waarmee een geldig adres kan
worden gevormd. Zo mogelijk voorspelt
C Meer informatie het systeem automatisch uw invoer zodat
D Pijltjestoetsen om te scrollen. het niet altijd nodig is alle gegevens in te
voeren.
E Scrollbalk.

27
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm

Wanneer u de letters invoert, verschijnt het


resultaat op de bovenste regel. Druk op OK
wanneer de gewenste gegevens zijn
ingevoerd. Wanneer een deel van de naam
verschijnt, kunt u op LIJST drukken; er
verschijnt een lijst met alle
corresponderende gegevens die zijn
opgeslagen. Selecteer het gewenste adres
uit de lijst.
Wanneer er meer dan één ingang bestaat E89800

met exact dezelfde naam, dan verschijnt


een keuzelijst met diverse opties. Scherm voor het invoeren van de
bestemming
N.B.: U kunt ook op de toets KAART
drukken om alle opties, die op een kaart Raak de reisdoelinvoertoets aan om het
kunnen worden getoond, weer te geven. reisdoel in te voeren.
Kies de juiste optie.

Naar het vorige scherm terugkeren


Druk op de terugtoets om naar het vorige
scherm terug te keren. Dit is een praktische
toets wanneer u maar één stap terug moet.
De terugtoets verschijnt op vele
verschillende schermen en bevindt zich
altijd aan de linkerzijde van het scherm.
E89799
Voorbeeld van een route invoeren
Het reisdoelinvoerscherm wordt nu
Dit is een eenvoudig voorbeeld waarin weergegeven. Begin met de bovenste
wordt uitgelegd hoe u gebruik moet maken toets. Kies het land, gevolgd door de
van de basisfuncties om een route in te postcode als deze beschikbaar is of de
voeren. Raadpleeg het betreffende naam van de plaats en de straat. Voer met
hoofdstuk in deze handleiding voor het alfanumerieke toetsenbord en de
informatie over andere functies van het keuzelijst uw adresgegevens in.
systeem. Raak nadat voldoende informatie is
Volg alstublieft stap voor stap de ingevoerd de ROUTE BEREKENEN toets
procedure om u vertrouwd te maken met aan om verder te gaan.
het systeem. N.B.: Wanneer u bijvoorbeeld slechts naar
het centrum van een stad wilt navigeren,
Hoofdscherm navigatie
hoeven niet de volledige adresgegevens te
Druk op de toets NAV naast het touch worden ingevoerd. Raak de ROUTE
screen om de navigatiemodus te BEREKENEN toets eenmaal aan zodra deze
selecteren. De waarschuwing wordt zichtbaar wordt.
weergegeven. Lees de waarschuwing en
druk op OK om het systeem te gebruiken.

28
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm

Er worden nu drie alternatieve routes


berekend en als opties op het scherm
weergegeven. Voor elke route wordt
bijbehorende informatie verstrekt, zoals
afstand en geschatte tijd tot bereiken
bestemming. Druk op de betreffende
routeknop voor de gewenste route-optie.
N.B.: U kunt de ongewenste routes
deselecteren zodat slechts één route wordt
berekend.
Het scherm schakelt nu over op de
kaartweergave en de instructies voor de
voortzetting beginnen. Volg de
audiovisuele aanwijzingen om uw reisdoel
te bereiken.

29
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm

OVERZICHT NAVIGATIE-EENHEID

A B

Y C
X D
W E
V F
U G
T H

S I

R J

Q K

P O N M L
E88272

A Uitwerptoets CD en sleuf
B Touch screen display
C Kaartscherm
D Informatie navigatiepositie/ laatste gesproken navigatie-aanwijzing herhalen
E Home menu selecteren
F Geluidsinstellingen en instellingen equalizer selecteren. Zie Bediening van
het audiosysteem (bladzijde 40).
G Neerwaarts zoeken
H Opwaarts zoeken

30
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm

I Ventilatieregeling hoofdniveau
J Ventilatieregeling voorruit
K Klimaatregeling/ temperatuurregeling rechterzijde
L Ventilatieregeling beenruimte
M Menu klimaatregeling
N Aan, uit en volumeregeling. Zie Bediening van het audiosysteem (bladzijde
40).
O Luchtrecirculatie
P Aanjagertoerental verlagen
Q Klimaatregeling/ temperatuurregeling linkerzijde
R Voorruit maximaal ontdooien
S Aanjagertoerental verhogen
T Menu selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
U Telefoonmenu selecteren
V Traffic- of TMC-menu selecteren. Zie Traffic Message Channel
(verkeersberichtenkanaal) (bladzijde 72).
W Radio en golfband selecteren. Zie Bediening van het audiosysteem (bladzijde
40).
X CD, CD-MP3, CD-wisselaar en AUX-bron selecteren. Zie Bediening van het
audiosysteem (bladzijde 40).
Y Hoofdscherm navigatie. Zie Navigatiesysteem (bladzijde 44).

N.B.: Normaal gesproken zijn de toetsen


opgelicht en blijven deze op het display
DRUKSCHERM GEBRUIKEN zichtbaar. Wanneer de optie onder de toets
niet beschikbaar is, licht de toets niet op. In
Uw navigatiesysteem is uitgerust met een een dergelijk geval kunt u de toets niet
bijzonder gevoelig touch screen van hoge selecteren en het aanraken ervan heeft geen
kwaliteit. Raak wanneer dit wordt gevraagd effect.
de toetsen op het scherm aan. Deze
toetsen kunnen uit tekst of een icoon in N.B.: Scroll bars kunnen niet worden
een kader bestaan. Wanneer de toets verplaatst of geselecteerd. Gebruik zo nodig
wordt aangeraakt lijkt deze te bewegen de pijltjestoetsen om de balk te bewegen.
om aan te duiden dat hij correct is Voor een ononderbroken beweging kunt u
ingedrukt. een pijltjestoets indrukken en ingedrukt
houden.
N.B.: In sommige gevallen verandert de
kleur nadat de toets correct is ingedrukt. Dit
is normaal om aan te geven dat de functie
is geactiveerd.

31
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm

NAVIGATIEDATA LADEN
Onder normale omstandigheden hoeven
de navigatiedata niet te worden
geactiveerd. Dit is een handeling die
uitsluitend voor de dealer/ werkplaats is
voorbehouden.
Raadpleeg uw dealer voor nieuwe uitgaven
van kaarten en het opwaarderen van het
systeem.

32
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

SYSTEEMINSTELLINGEN Druk op de MENU toets om het scherm


met instellingen weer te geven. Het
De meest belangrijke instellingen van uw volgende schema geeft een overzicht van
navigatiesysteem zijn via de MENU toets de menustructuur van het scherm met
bereikbaar. In de volgende rubriek worden instellingen:
de diverse opties en het gebruik ervan
beschreven.

33
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

Kaart
Beeld 2D / 3D
Oriëntatie Auto / Noord / Rijricht.
Rijstrook Aan/Uit
Nav-pijlen Uit / Temp. / Altijd
Kaartweergave Positie
Reisdoel
Overzicht
Kaartinhoud Keuzelijst
Navigatie
Tijd Rest / Aank.
Snelheidsprofiel instellen
Nav-pijlen Uit / Temp. / Altijd
Nav-demo Uit / Eenmaal / Continu
Handmatig kalibreren starten
Positie handmatig invoeren
Radio
Nieuws Aan/Uit
Alternatieve freq. Aan/Uit
Regionaal Aan/Uit
Service Linking Auto / Off
Display uit

Tijd/datum
Handmatige scherminstelling Met GPS
Display
Displaymodus Dag / Nacht / Auto
Weergave Kleur 1 / Kleur 2
Helderheid
Kalibreren TouchScreen
Volumes
Gespr. berichten navi Aan/Uit
Nav Mix
A AVC
E88792

34
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

Taal
Keuzelijst
Spraakbediening
Taal Keuzelijst
Fabrieksinstellingen
Radio-instellingen terugzetten
CD/AUX-instellingen terugzetten
Nav-/kaartinstellingen terugzetten
Reisdoelgeheugen wissen
Systeeminstellingen terugzetten

E88793

Raak de gewenste toets aan zoals is Oriëntatie


weergegeven in de eerste kolom van de
Hiermee wordt de manier waarop de kaart
menu-hiërarchie. Een beschrijving van de
diverse functie en beschikbare opties wordt weergegeven veranderd.
worden hier gegeven: • Selecteer NOORD om de kaart altijd
met het noorden aan de bovenzijde van
Map toets het scherm weer te geven.
Hiermee kunt u de weergave van de kaart • Selecteer RIJRICHT. om de kaart altijd
aanpassen. met de rijrichting naar de bovenzijde
van het scherm weer te geven. Het
Beeld scherm draait wanneer uw auto van
richting verandert.
De beeld optie verandert de weergave van
• Selecteer AUTO om een combinatie
de kaart van 2D in 3D.
van de twee bovenstaande opties te
• Kies 2D voor kaartweergave (die komt kiezen. Voor een kleinere
het meest overeen met een schaalverdeling van de kaart gebruikt
papierenkaart). het systeem de weergave RIJRICHT. en
• Selecteer 3D voor een gesimuleerde voor een grotere schaalverdeling van
vooruitgerichte weergave. de kaart wordt overgeschakeld op de
weergave NOORD.
N.B.: U kunt deze functies ook selecteren
met behulp van een sneltoets op het
kaartscherm. Zie Routeweergaven
(bladzijde 47).

35
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

N.B.: Sommige kaartinstellingen worden Kaartweergave


alleen getoond in de weergave RIJRICHT. of
NOORD en kunnen niet worden gewijzigd. • Selecteer POSITIE om de kaart weer
te geven met de huidige locatie van de
N.B.: In de 3D-stand is alleen de auto in het midden.
kaartweergave RIJRICHT. mogelijk.
• Selecteer REISDOEL om een kaart
Rijstrook weer te geven met het ingevoerde
bestemmingsadres in het midden.
Selecteer deze functie om het • Selecteer OVERZICHT om de kaart met
informatievenster voor de aanbevolen de complete route en automatisch
rijstrook in te schakelen. Zie ingestelde schaal weer te geven.
Routeweergaven (bladzijde 47).
Kaartinhoud
Navigatiepijlen
Met deze functie kunnen diverse
Deze functie maakt gebruik van een categorieën informatie op het kaartscherm
grafische pijl op de kaart die de volgende worden weergegeven. Door door deze
afslag of rijrichting aangeeft. Zie opties te scrollen kunt u deze categorieën
Routeweergaven (bladzijde 47). selecteren en deselecteren.
• Selecteer UIT om deze functie uit te
N.B.: Er kunnen diverse categorieën worden
schakelen.
geselecteerd.
• Selecteer TEMP. om de functie in te
schakelen. De grafische pijl wordt Navigatietoets
tijdens deze functie alleen
weergegeven wanneer van richting Tijd
moet worden veranderd/een afslag
Deze functie de manier waarop de reistijd
nadert.
in de navigatiemodus wordt weergegeven.
• Selecteer ALTIJD om deze functie
• Selecteer RESTTIJD om de resterende
constant in te schakelen. De pijl wordt
tijd tot het bereiken van het reisdoel
continu weergegeven, ook wanneer
weer te geven.
niet van richting moet worden
veranderd of geen afslag nadert. • Selecteer AANK. om de berekende
aankomsttijd weer te geven.
Weergave van snelheidsbeperking
Snelheidsprofiel instellen
• Selecteer AAN om de juiste
snelheidslimiet in de kaartweergave te Met deze functie kunt u de veronderstelde
tonen. gemiddelde snelheden voor de gegeven
categorieën wegen instellen. Hiermee kunt
• Selecteer UIT om deze functie uit te
u het systeem aan uw eigen rijstijl
schakelen.
aanpassen. De berekende reistijden
worden daardoor realistischer.

36
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

Navigatiepijlen Radio toets


Deze functie zorgt voor een symbool op de Nieuws
audio- en telefoondisplays, dat primaire
navigatie-informatie toont. Het symbool Deze functie onderbreekt normale
is een pijl, die de volgende afslag of de radio-uitzendingen voor nieuwsberichten
rijrichting aanduidt en de afstand tot die van radiostations op de FM band op
afslag. dezelfde wijze als bij verkeersberichten.
Het nieuwsbericht onderbreekt de
Navigatiedemo geluidsweergave met hetzelfde
voorgeprogrammeerde volume als bij
Met deze functie kunt u alle startposities verkeersberichten. U kunt deze functie in-
instellen en zo nodig een demonstratie van en uitschakelen.
routebegeleiding beginnen. Wanneer u
deze functie activeert wordt uw GPS Alternatieve frequenties
positie genegeerd en uw auto hoeft niet in
beweging te zijn om een route te beginnen. Veel programma's die op de FM band
worden uitgezonden hebben een
• Selecteer UIT om deze functie te
programma-identificatie (PI) code, die
deactiveren. Het systeem werkt dan
door de audio-installatie kan worden
normaal met gebruikmaking van de
herkend. Als bij uw radio AF is ingeschakeld
GPS sensor en geeft de werkelijke
en u rijdt vanuit het ene ontvangstgebied
positie van de auto weer.
naar een ander, zoekt deze functie naar
• Selecteer EENMAAL om eenmaal een een krachtiger radiosignaal en stemt
gesimuleerde routebegeleiding te laten daarop af wanneer het wordt gevonden.
plaatsvinden. De installatie evalueert continu de
• Selecteer CONTINU voor een signaalsterkte en, indien een beter signaal
doorlopende demonstratiemodus. De beschikbaar komt, schakelt de installatie
gesimuleerde route wordt telkens over naar dat alternatief. De
herhaald doordat wanneer het reisdoel geluidsweergave wordt onderbroken terwijl
is bereikt naar het startpunt wordt het toestel de lijst met alternatieve
teruggekeerd. frequenties controleert en, zo nodig, de
golfband eenmaal afzoekt naar een
Selecteer om een gesimuleerde positie van alternatieve frequentie. Wanneer een
de auto in te voeren de toets voor het radiostation wordt gevonden wordt de
handmatig invoeren van de positie. Nu kan weergave van het geluid hervat; wanneer
een adres op de gebruikelijke wijze worden er geen radiostation wordt gevonden,
ingevoerd. stemt het systeemautomatisch af op de
oorspronkelijke frequentie.

37
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

Regionaal Display uit toets


De regionale modus regelt het gedrag van Schakelt het display uit. Druk op een
AF door tussen regionale netwerken van willekeurige toets of ergens op het scherm
een hoofdzender te schakelen. Een zender om het weer in te schakelen.
kan over een groot netwerk beschikken dat
in een groot gedeelte van het land te Knop van tijd en datum
ontvangen is. Op verschillende tijden van
de dag kan dit grote netwerk worden Gebruik deze om hetzij handmatig of via
onderverdeeld in een aantal kleinere het GPS signaal de tijd en datum in te
regionale netwerken, die bijvoorbeeld in stellen wanneer u zich op een hiervoor
grotere plaatsen of steden zijn gevestigd. geschikte plaats bevindt.
Wanneer het netwerk niet in regionale
Handmatig instellen
zenders wordt opgesplitst, zendt het
complete netwerk hetzelfde programma Gebruik de pijlen om de uren, minuten en
uit. datum vooruit te stellen. U kunt ook de
Regionale modus AAN: Dit voorkomt het weergave van de klok veranderen van een
willekeurig schakelen naar andere 12 uurs cyclus in een 24 uurs cyclus, ook de
regionale netwerken die niet hetzelfde weergave van de datum kan worden
programma uitzenden. gewijzigd.
Regionale modus UIT: Hiermee kan een GPS instelling
groter gebied worden ontvangen wanneer
naburige regionale netwerken hetzelfde Om de klok en de datum automatisch in
programma uitzenden; het kan echter wel te stellen druk u op de VIA GPS toets en
leiden tot willekeurig overschakelen de tijd en datum zullen bij een goede
wanneer dit niet het geval is. ontvangst worden ververst. U kunt de
weergave van de tijd en datum zoals eerder
DAB-service linking is beschreven veranderen.
N.B.: De DAB-service linking is standaard U kunt door op de aan of uit toets te
uitgeschakeld. drukken het systeem ook zo instellen, dat
de zomer- en wintertijd automatisch
N.B.: Via service linking zijn kruisreferenties worden ingesteld.
naar andere betreffende frequenties van
hetzelfde radiostation mogelijk, bijvoorbeeld Voer m.b.v. de toets en de keuzelijst uw
FM en andere DAB-ensembles. huidige tijdzone in.
N.B.: Het systeem schakelt automatisch Display toets
naar een ander corresponderend
radiostation indien het huidige radiostation Gebruik deze toets voor de
niet beschikbaar is, bijvoorbeeld tijdens het voorkeurinstellingen van uw display.
verlaten van het dekkingsgebied.
Display modus
DAB service linking in- en uitschakelen. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 33). Het scherm kan voor het rijden bij dag of
nacht worden ingesteld, of een
automatische keuze tussen deze twee,
afhankelijk van het inschakelen van de
koplampen.

38
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm

Beeld N.B.: Beweeg de schuifbalk geheel naar


links om de AVC uit te schakelen.
Gebruik deze functie om tussen
verschillende kleurinstellingen voor het Taal toets
display en de menu's te kiezen.
Selecteer uit de lijst de taal die u op uw
Helderheid display wenst te zien.
Gebruik de pijlen om de helderheid van het N.B.: Selecteer de betreffende Engelse taal
scherm te wijzigen. om van metrische eenheden naar Engelse
eenheden over te schakelen.
Touch screen kalibreren
Spraakbediening toets
Het kan nodig zijn het touch screen
periodiek te kalibreren. Volg de Gebruik deze toets voor het selecteren van
aanwijzingen op het scherm. de taal voor het herkennen van
spraakfuncties.
Volumeknop
LET OP
Gespr. berichten navi Als u de taal van de spraakherkenning
Met deze toets kunnen de gesproken wijzigt, worden alle opgeslagen
berichten tijdens het navigeren worden in- woroden van de gebruiker gewist.
of uitgeschakeld.
N.B.: Het verdient aanbeveling deze Fabrieksinstellingen toets
ingeschakeld te laten om te voorkomen dat
u uw ogen van de weg moet nemen om naar LET OP
het navigatiedisplay te kijken. Na het indrukken van de reset toetsen
gaan uw persoonlijke instellingen
Nav mix verloren.
Beweeg de schuifbalk om het volume
tussen de gesproken begeleiding van het Gebruik deze functies om de
navigatiesysteem en de audiobron in te fabrieksinstellingen weer in te stellen.
stellen. De gesproken begeleiding
onderbreekt de normale audioweergave
niet, maar het wordt ermee gemengd als
'voice over'.
N.B.: Tijdens de gesproken
navigatie-instructies, kan het vooraf
ingestelde spraakvolume worden aangepast
m.b.v. de volumeregelknop.

AVC
Automatische Volume Controle (AVC)
regelt het volume van de audiobron
afhankelijk van de rijsnelheid van de auto.
Beweeg de schuifbalk om de gevoeligheid
in te stellen.

39
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm

WERKING RADIO Compressie


Wanneer deze functie is ingeschakeld,
Volume- en aan/uit-knop wordt zacht opgenomen muziek luider
Druk op de centrale knop om de installatie weergegeven en hard opgenomen muziek
in of uit te schakelen. minder luid weergegeven, om het
herhaaldelijk corrigeren van het volume te
Draai de centrale knop om het volume in beperken. Schakel met behulp van deze
te stellen. menu-instelling deze functie in of uit.
Geluidsinstellingen DSP instellingen
Druk op de SOUND toets naast het scherm Selecteer de muziekcategorie waarnaar u
om toegang te krijgen tot de bij voorkeur luistert. Selecteer bijvoorbeeld
audio-instellingen. KLASSIEK wanneer u naar klassieke
De FADE toets wordt gebruik om de muziek luistert. Het audiosignaal verandert
geluidsverdeling voor- en achterin de auto om de weergave van de specifiek gekozen
te regelen. muziekstijl te verbeteren.

De BALANCE toets wordt gebruikt om de Optimaliseren


geluidsverdeling tussen de linker en rechter
luidsprekers te verdelen. Deze functie houdt rekening met de
verschillen in afstand tot de diverse
Met de TREBLE en BASS toetsen worden luidsprekers in de wagen ten opzichte van
respectievelijk de hoge en lage frequenties de zitplaatsen. Selecteer de zitplaats
geregeld. Deze instellingen kunnen voor waarvoor het audiosignaal moet worden
iedere geluidsbron worden ingesteld. gecorrigeerd.
Met de LOUDNESS toets wordt het lagere Wanneer voor geen zitplaats in het
frequentiebereik bij laag volume versterkt bijzonder het audiosignaal moet worden
om een voller geluid te verkrijgen. geoptimaliseerd, selecteer dan de
N.B.: Sommige volumeregelfuncties (fader) TOTAAL optie.
kunnen niet worden afgesteld tijdens een
actief spraakuitgangssignaal dat door het Een golfband selecteren
systeem wordt verstuurd of tijdens een Druk de RADIO toets in.
telefoongesprek.
Druk op de gewenste golfbandtoets aan
Equalizer instellingen de linkerzijde van het touch screen. Voor
iedere golfband kunnen 5
Raak EQUALIZER aan om toegang tot voorkeuzestations worden opgeslagen.
een volgend menu te krijgen:
N.B.: Houd de RADIO toets ingedrukt om
N.B.: Wanneer u voor een tweede keer op door de beschikbare golfbanden te scrollen.
de SOUND toets drukt, wordt ook tussen
het hoofd klankinstellingen menu en het FM AST is de autostore golfband. Wanneer
equalizer opties menu geschakeld. u van deze optie gebruikmaakt kunnen 5
radiostations met het krachtigste signaal
in uw gebied worden opgezocht en
opgeslagen. Druk op de FM AST toets en
vervolgens op STORE om deze functie te
activeren.

40
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm

N.B.: Voor de autostore functie kunt u ook Druk op FM LIST voor een lijst met alle
de FM AST toets indrukken en ingedrukt beschikbare voorkeuzestations. Selecteer
houden. Houd de RADIO toets ingedrukt om het gewenste station om direct hierop af
dezelfde functie te activeren. te stemmen.

Afstemmen Geavanceerde radio-instellingen


Zoeken Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
Druk op de 'op/neer' zoektoetsen naast
het touch screen om automatisch af te BEDIENING VAN DE CD-
stemmen. Op het eerst volgende SPELER
radiostation wordt afgestemd.
N.B.: Voor informatie over klankinstellingen
Handmatig afstemmen Zie Werking radio (bladzijde 40).
Druk op TUNE voor het scherm voor Druk op de CD/AUX toets naast het touch
handmatig afstemmen. Hier kunt u direct screen.
de frequentie met behulp van het
numerieke toetsenbord invoeren of stap Wanneer een CD in het toestel zit, begint
voor stap een hogere frequentie kiezen met deze te spelen, anders verschijnt een
de linker of rechter pijltjestoets. Met de waarschuwing dat de CD sleuf leeg is.
dubbele pijltjestoets activeert u de N.B.: Door herhaaldelijk op de CD/AUX
zoekfunctie. toets te drukken wordt gewisseld tussen de
AUX ingangsmodus, de CD modus en de CD
Scanfunctie wisselaar (indien van toepassing).
Druk op de SCAN toets om alle
beschikbare radiostations te bekijken. De Een CD afspelen
radio laat ieder station 10 seconden horen Wanneer een CD in de speler wordt
voordat het op het volgende beschikbare aangebracht, start het afspelen
station afstemt. Druk opnieuw op SCAN automatisch en wordt het CD scherm
wanneer u een geschikt station hoort en weergegeven. Wanneer een andere
de functie moet worden uitgeschakeld. audiobron is gebruik is en er is al een CD
N.B.: De scanfunctie is niet voor de FM AST aangebracht, dan wordt het afspelen van
golfband beschikbaar. de CD hervat wanneer op de CD/AUX toets
wordt gedrukt.
Geheugen met voorkeuzestations
Muzieknummers zoeken
Voor iedere golfband kunnen 5
voorkeuzestations worden opgeslagen. Druk om een volgend nummer af te spelen
Om een station op te slaan stemt u op het op de op zoektoets naast het touch screen.
gewenste station af en drukt u toets 1 tot Druk op de 'neer' zoektoets om naar het
5 in en houdt u deze ingedrukt. Druk op begin van een muzieknummer te gaan.
toets 1 tot 5 om een opgeslagen station op Druk opnieuw op de toets om een eerder
te roepen; de frequentie of naam van het nummer af te spelen.
station wordt op het display weergegeven.

41
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm

N.B.: U kunt ook direct toegang tot Scannen


individuele nummers krijgen door op de
'op/neer' pijltjestoetsen aan de rechterzijde Deze functie laat een korte introductie van
van het scherm te drukken. Een keuzelijst elk muzieknummer horen voordat het
van beschikbare muzieknummers wordt dan volgende nummer wordt gestart. Schakel
weergegeven. Druk op de toets voor het de functie uit zodra het gewenste
gewenste nummer. muzieknummer is bereikt.
Druk op de SCAN toets om deze functie
Versneld vooruit/achteruit in of uit te schakelen. De toets blijft
Druk op de 'op/neer' pijltjestoetsen om opgelicht zolang deze functie is
voor- of achterwaarts te gaan op een geactiveerd.
nummer dat wordt afgespeeld. N.B.: Het symbool in de toets geeft aan of
de functie is geactiveerd voor de gehele CD
Shuffle of voor een map in geval van een CD met
MP3 audiobestanden. Door herhaald op de
Deze functie speelt muzieknummers in een
toets te drukken wordt tussen deze
willekeurige volgorde af.
verschillende modi gewisseld.
Druk op de SHUFFLE toets om deze
functie in of uit te schakelen. De toets blijft MP3 CD afspelen
opgelicht zolang deze functie is
geactiveerd. Met de ingebouwde CD speler kunnen ook
CD-ROM's met MP3 bestanden worden
N.B.: Het symbool in de toets geeft aan of afgespeeld.
de functie is geactiveerd voor de gehele CD
of voor een map in geval van een CD met De ondersteunde formats zijn:
MP3 audiobestanden. Door herhaald op de • MPEG1, Audio layer 3 (ISO/IEC 11172-3)
toets te drukken wordt tussen deze • MPEG2, Audio layer 3 (ISO/IEC
verschillende modi gewisseld. 13818-3.2)
Herhalen • Scansnelheden van 8, 11.025, 12, 16,
22.05, 24, 32, 44.1, 48 kHz
Deze functie speelt onafgebroken
• De toelaatbare transmissiesnelheid
muzieknummers af.
bedraagt 8kbit/s tot 320 kbit/s
Druk op de REPEAT toets om deze functie
U kunt bestanden en mappen op een MP3
in of uit te schakelen. De toets blijft
CD doorbladeren met behulp van de scroll
opgelicht zolang deze functie is
bar toets aan de rechterzijde van het
geactiveerd.
scherm. Druk op de scroll bar pijlen.
N.B.: Het symbool in de toets geeft aan of
de functie is geactiveerd voor het nummer
of voor een map in geval van een CD met
MP3 audiobestanden. Door herhaald op de
toets te drukken wordt tussen deze
verschillende modi gewisseld.

42
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm

De hoofddirectory wordt het eerst


weergegeven, samen met andere mappen
en bestanden in deze omgeving. Wanneer
vanuit hier een muzieknummer wordt
geselecteerd, wordt het afspelen gestart.
Wanneer u naar een map wilt zoeken,
selecteer dan de toets die correspondeert
met deze map. De inhoud van de map
wordt weergegeven, met muzieknummers
of andere submappen. Druk op de 'terug'
toets aan de linkerzijde van het scherm om
een stap terug te gaan.
N.B.: Door mappen een naam te geven als
namen van albums help u bij het
doorbladeren van een MP3 CD.

CD's met de CD-wisselaar afspelen


Wanneer een CD-wisselaar op het
navigatiesysteem is aangesloten, druk dan
op de CD/AUX toets tot het scherm van
de CD-wisselaar wordt weergegeven.
Hierdoor wordt de CD-wisselaar als huidige
audiobron geselecteerd.
Gevulde CD sleuven van de CD-wisselaar
worden op dit scherm weergegeven. Druk
op de toets voor het CD nummer dat uw
wilt afspelen.
De toetsen voor het afspelen van een CD
via de CD-wisselaar zijn dezelfde als voor
een CD in de geïntegreerde CD-speler.

Auxiliary ingang
Wanneer uw wagen is uitgerust met een
AUX aansluiting, dan kan door AUX te
selecteren een externe audiobron via het
systeem worden weergegeven.
Druk tweemaal op CD/AUX om de AUX
ingangsmodus te selecteren. Het volume
en de andere instellingen worden op
dezelfde wijze bediend als voor de andere
audiobronnen.

43
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

BEDIENINGSELEMENTEN Reisdoel invoeren vanaf kaart


NAVIGATIESYSTEEM Met deze functie kan een reisdoel direct
vanaf het scherm met de kaartweergave
Druk op de NAV toets om het invoeren. Navigeer op de kaartweergave
hoofdnavigatiescherm binnen te gaan. door in en uit te zoomen in combinatie met
het scrollen van de kaart om het gewenste
A B reisdoel op de kaart te vinden.
N.B.: Sleep de kaart in de gewenste richting.
N.B.: Druk tweemaal op de kaart om uw
selectie te bevestigen.
N.B.: Deze methode om het reisdoel in te
voeren werkt alleen in de 2D
kaartweergavemodus.

Laatste doelen
E88724 Hiermee kunt u snel toegang krijgen tot
eerdere reisdoelen die in het systeem zijn
A Huidige bestemmingsinvoer ingevoerd. Selecteer het gewenste reisdoel
uit de lijst.
B Huidige locatie.
Reisdoelgeheugen
Dit is het hoofdnavigatiescherm, vanwaar
de reisdoelen worden ingevoerd en routes Het menu met het reisdoelgeheugen geeft
worden ingesteld. Wanneer een adres als u toegang tot een gedetailleerd aantal
reisdoel is ingevoerd, verschijnt deze naast geavanceerde gebruiksfuncties. U kunt een
het vlagsymbool. Uw huidige locatie wordt persoonlijk adresboek aanleggen en
weergegeven naast het pinsymbool. bijvoorbeeld aan adressen en reisdoelen
Met de toetsen aan de linkerzijde van het een door u gedefinieerde naam geven.
scherm kunt u op diverse manieren uw Laatste doelen
reisdoel invoeren:
Naast de hierboven beschreven functie
Reisdoel invoeren kunt u gegevens in deze lijst bewerken.
Druk op BEWERKEN en u heeft de
Druk op DEST. INPUT (REISDOEL
mogelijkheid om een of alle gegevens in
INVOEREN) om op het scherm voor het
deze lijst te wissen. Het is ook mogelijk een
invoeren van het reisdoel te komen. Voor
naam aan een reisdoel in de lijst toe te
informatie over handeling Zie Introductie
kennen door het gewenste reisdoel te
navigatie (bladzijde 27).
selecteren en een naam met het
toetsenbord in te voeren.

44
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

Reisdoelen bewerken N.B.: Sommige categorieën zijn


onderverdeeld in subcategorieën met een
M.b.v. de EDIT (BEWERKEN) toetsen kunt nadere omschrijving. Bijvoorbeeld de
u reisdoelen bewerken en opslaan om deze categorie TANKSTATION is een
in de toekomst te kunnen raadplegen. U subcategorie van AUTOMOBIEL. Wanneer
kunt persoonlijke namen aan reisdoelen u een onderdeel niet kunt vinden, kan dit in
en locaties toekennen, die dan in een lijst een andere categorie zijn ondergebracht.
kunnen worden opgeslagen en
opgevraagd. Omgeving reisdoel
Tocht Druk op deze toets en een lijst met
categorieën verschijnt. Selecteer het type
Door van deze functie gebruik te maken, plaats dat u zoekt (bijv. een restaurant) en
kunt u meerdere reisdoelen invoeren. U er verschijnt een lijst met restaurants die
kunt deze functie gebruiken als u op reis zich het dichtst in de omgeving van uw
gaat en meerdere reisdoelen hebt die u wilt reisdoel bevinden. Selecteer uw keuze uit
bezoeken. de lijst en navigeer naar deze bestemming.
N.B.: Het systeem sorteert de reisdoelen
niet automatisch op de meest logische In stad
route. De ingevoerde reisdoelen moeten Hiermee kunt u naar een categorie zoeken
handmatig worden gesorteerd. door eerst een stad in te voeren.
Waypoints Voer de gewenste stad in en kies
vervolgens een categorie. Een lijst met de
Door WAYPOINTS te selecteren, krijgt u dichtstbijzijnde locaties wordt
toegang tot een lijst met verpersoonlijkte weergegeven. Selecteer uw keuze uit de
locaties. Dit kunnen van de weg afgelegen lijst en navigeer naar deze bestemming.
locaties zijn of bijvoorbeeld gebieden die
niet op de kaart staan en geen deel Omgeving positie
uitmaken van het netwerk van wegen dat
in de database is opgenomen. Waypoints Hiermee kunt u in de omgeving van uw
kunnen op een actuele plaats worden huidige positie zoeken.
opgeslagen door op de toets BEWERKEN Druk op deze toets en een lijst met
te drukken. Zodra een waypoint is categorieën verschijnt. Selecteer het type
opgeslagen kan het worden opgevraagd plaats dat u zoekt en er verschijnt een lijst
en gebruikt als programmeerbaar reisdoel. met opties die zich het dichtst in de
omgeving van uw huidige locatie bevinden.
Bijzondere reisdoelen Selecteer uw keuze uit de lijst en navigeer
Met dit deel van het menu kunt u navigeren naar deze bestemming.
met Bijzondere reisdoelen. Dit zijn in
categorieën ondergebrachte locaties zoals
restaurants, stations, enz.

45
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

Zoeken op naam Reisdoel invoeren via


spraakbediening (Voice Control)
Hiermee kunt u direct naar een reisdoel
zoeken door de naam ervan in te voeren Het is ook mogelijk een doeladres in te
wanneer u deze kent. Dit kan bijvoorbeeld voeren via spraakbediening (Voice
de naam van een restaurantketen zijn. Voer Control). Zie Bediening spraaksturing
de naam in en een lijst met via navigatiescherm (bladzijde 54).
overeenkomsten verschijnt. Selecteer deze
en navigeer er op de gebruikelijke wijze
naartoe. MENUSTRUCTUUR
Het volgende schema biedt een overzicht
van het hoofdnavigatiemenu en de
submenu's:

Reisdoel inv. Land


Stad / PC
Straat
Centrum
Nummer
Hoek
Doel van kaart

Laatste doelen Keuzelijst

Reisdoelgeh. Laatste reisdoelen Keuzelijst


Op alfabet Keuzelijst
Handmatig gesort. Keuzelijst
Tochtenlijst Keuzelijst
Waypoints Keuzelijst

Bijz. reisdoelen Omgeving reisdoel Keuzelijst


In stad
Omgeving positie Keuzelijst
Zoeken op naam
E88794

46
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

MENU ROUTE-OPTIES Imperiaal


Gebruik deze functie om de
U kunt een aantal opties invoeren die de economy-instellingen van uw reis te
geplande route veranderen. Door op de wijzigen met betrekking tot het gebruik van
OPTIES toets op het navigatiescherm te een dakdrager.
drukken, kunnen de volgende preferenties
worden ingesteld: Opties
Dynamisch TMC Druk op deze toets om het soort weg te
specificeren waarmee een route moet
Wanneer deze functie is ingeschakeld en worden berekend. Kies het soort wegen
het toestel ontvangt een geldig traffic dat moet worden vermeden of opgenomen
message channel (TMC) signaal, wordt de in de route door ja of nee voor de
route automatisch herzien en wordt categorieën te selecteren.
rekening gehouden met
verkeersongevallen en files. Verdere opties vanaf het
N.B.: Deze functie kan vertraging en hoofdscherm
oponthoud tijdens het rijden voorkomen.
START en STOP kan worden geselecteerd
Route om een actieve route te hervatten of te
annuleren.
Eco Druk onderweg op ROUTE om een lijst met
Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan de route en afstanden weer te geven.
de meest economische route naar uw Met een toets met het symbool van een
reisdoel. spreker kunnen de gesproken aanwijzingen
zo nodig worden onderdrukt.
Sportief
Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan BESTEMMING INVOEREN
de snelste route naar uw reisdoel.

Kort
Basismethode voor het invoeren
van een reisdoel
Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan
de kortste route naar uw reisdoel. Zie Introductie navigatie (bladzijde 27).

Aanhanger Alternatieve methodes voor het


invoeren van een reisdoel
Gebruik deze functie om de
economy-instellingen van uw reis te Zie Bedieningselementen
wijzigen afhankelijk van het feit of al dan navigatiesysteem (bladzijde 44).
niet een aanhanger is aangekoppeld
(indien dit het geval is, wordt rekening ROUTEWEERGAVEN
gehouden met de aanhangergrootte).
Kaartscherm
Druk op de MAP toets naast het touch
screen om een kaart weer te geven.

47
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

De informatie op de bovenste regel omvat


A B C D de naam van de actuele straat of van de
volgende straat die moet worden genomen
als er moet worden afgeslagen. De regel
verandert desbetreffend van kleur: blauw
voor de actuele straatnaam en oranje voor
de volgende straatnaam.
U kunt de wijze waarop de kaart wordt
weergegeven veranderen, door in- of uit te
zoomen en de oriëntatie-instellingen te
wijzigen. Verander met de zoomtoets de
schaalverdeling van de kaart en zoom in
of uit. De actuele schaalverdeling wordt
I H G F E op de zoomtoets weergegeven. Druk op
E88723 de zoomtoets en verander de waarde met
behulp van de pijltjestoetsen van de
A Volledig scherm in- en schuifbalk.
uitschakelen De schaalverdeling kan tussen 50 m en
B Actuele straatnaam/straatnaam 500 km (of tussen 0,05 mijl en 500 mijl)
van te nemen weg worden ingesteld, met een automatische
instelling geheel naar links. De
C Aanbeveling rijstrook automatische instelling verandert de
D Weergave van schaalverdeling voortdurend op basis van
snelheidsbeperking of knop voor het type weg waarop gereden wordt.
kaartmidden Druk op de kaartrichtingtoets om te
E Afslag-/ richtingindicator wisselen tussen Noord en Rijrichting. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 33).
F Weergave afstand tot reisdoel/ Wanneer Rijrichting is geselecteerd, toont
toets voor het wisselen tussen het kompas in de toets de actuele
berekende aankomsttijd en rijrichting, terwijl punt van de pijl naar het
resterende reistijd Noorden wit is. Het scherm draait wanneer
G Mute toets navigatiestem uw auto van rijrichting verandert.
H Toets schaalverdeling kaart N.B.: Sommige kaartweergavemodi geven
deze optie om het scherm in rijrichting te
I Kaartrichtingtoets
draaien niet.
Op dit scherm wordt de huidige locatie van Kruispuntzoom
uw auto in het midden door middel van
een pijl binnen een cirkel aangeduid. De pijl Deze functie zorgt ervoor dat automatisch
wijst in de rijrichting. op de kaartweergave wordt ingezoomd bij
een afslag of het maken van ingewikkelde
manoeuvres. Kort hierna wordt de normale
weergave hervat.
Selecteer AUTO om de kruisingszoom te
activeren.

48
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

Volledig scherm in- en uitschakelen


A B C DE
Selecteer deze functie om te wisselen
tussen een volledig kaartscherm of een
detailkaartscherm.

Aanbeveling rijstrook
Om de deze functie in of uit te schakelen,
Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
Wanneer u tijdens de routebegeleiding een
knooppunt of kruising nadert, dan wordt
de aanbevolen rijstrook automatisch voor
de afslag of te nemen weg op het scherm
gemarkeerd. E88768 F
Deze informatie verschijnt in een venster
rechtsboven op de kaart. A Afslag-/ richtingindicator
N.B.: De informatie over de aanbevolen B Volgende straat
rijstrook wordt alleen getoond wanneer de C Afstand tot de volgende afslag/
kaartweergave is geselecteerd. verandering van richting en
N.B.: Informatie over de aanbevolen visuele aftelindicator
rijstrook wordt alleen gegeven als de D Afstand tot reisdoel
kaartdatabase de beteffende weg of
kruising ondersteunt. Dit is hoofdzakelijk het E Geschatte aankomsttijd
netwerk van hoofdwegen, zoals snelwegen F Mute toets navigatiestem.
en provinciale wegen.
Zodra u via een geactiveerde route rijdt,
Navigatiedisplay worden via het scherm en d.m.v. gesproken
Wanneer met een navigatieroute is tekst aanwijzingen gegeven. Naar welke
begonnen, is het standaard scherm het audiobron u ook wilt luisteren, primair
hoofdnavigatiescherm: wordt iedere afslag en de informatie over
de afstand op het scherm weergegeven in
N.B.: Druk op de knop MAP (KAART) en de vorm van een grafische inzet. U hoeft
houd deze ingedrukt om te wisselen tussen het toestel niet op het
2D en 3D kaartweergave. hoofdnavigatiesysteem te laten staan
wanneer u langs een route navigeert. Zo
nodig is wat meer gedetailleerde
informatie over de route beschikbaar via
het hoofdnavigatiescherm.
WAARSCHUWING
Vertrouw tijdens het navigeren niet
op de aanwijzingen op het scherm.
Luister altijd naar de navigatiestem
en houd uw aandacht bij de weg voor u.

49
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm

Symbolen routebegeleiding -
navigatiepijlen
A B

E88769 C

A Afstand tot volgende afslag/


verandering van richting
B Afslag-/ richtingindicator
C Mute toets navigatiestem.

Om de deze functie in of uit te schakelen,


Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
Het navigatie-inzetscherm wordt
weergegeven wanneer u een audiobron
selecteert, vooropgesteld dat de
routegeleiding is gestart.

50
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

ALGEMENE INFORMATIE TELEFOON GEBRUIKEN


Raadpleeg het instructieboekje voor Hierna worden de telefoonfuncties van het
algemene informatie over het instellen van navigatiesysteem beschreven.
de telefoon.
Er moet een actieve telefoon aanwezig zijn.
Zelfs wanneer uw telefoon op het
TELEFOONINSTELLINGEN navigatiesysteem is aangesloten, kan de
telefoon op de gebruikelijke wijze worden
Telefoonboekcategorieën gebruikt.
Afhankelijk van uw telefoonboekadres N.B.: U kunt het telefoonmenu verlaten
kunnen verschillende categorieën op het door op een toets van een willekeurige
navigatiesysteem worden weergegeven. audiobron te drukken (bijvoorbeeld
CD/AUX, RADIO).
De categorieën worden weergegeven door
een symbool naast het contact in de lijst N.B.: Mogelijk zijn niet alle functies
beschikbaar, afhankelijk van de telefoon die
N.B.: Adressen kunnen zonder categorie
aan het systeem is gekoppeld.
worden weergegeven (zonder symbool).

Een andere Bluetooth telefoon Telefoonmenu


aanmelden Druk op de TELEFOON toets om toegang
te krijgen tot het hoofdtelefoonscherm:
Telefoons die in het systeem zijn
opgeslagen kunnen worden bereikt door
vanuit het hoofdtelefoonscherm op
ACTIEVE TELEFOON KIEZEN te drukken.

Nummer kiezen

Nummerherh.

Telefoonboek

Act. telefoon Keuzelijst

Tel. afmelden Keuzelijst


E88795

51
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Opbellen Een gesprek beëindigen

Een nummer kiezen Gesprekken kunnen worden beëindigd door


op de rode toets Gespr. weigeren of door
U kunt toegang tot uw telefoonboek krijgen op één van de toetsen van de
met hetzij de telefoon in de telefoonhouder audiobronnen te drukken.
of via Bluetooth. De huidige actieve
telefoon verschijnt op het Laatst gekozen nummer opnieuw
hoofdtelefoonscherm. opbellen
1. Druk op de TELEFOON toets. 1. Druk op de toets TELEFOON of
2. Druk op NUMMER KIEZEN. 'gesprek beantwoorden'.
3. Voer met het toetsenbord het 2. Druk op NUMMERHERH..
gewenste telefoonnummer in.
Een inkomend gesprek ontvangen
4. Druk op het groene telefoonsymbool
om het weergegeven nummer te Een inkomend gesprek beantwoorden
kiezen.
Inkomende gesprekken kunnen worden
N.B.: Wanneer u bij het kiezen van een beantwoord door hetzij:
telefoonnummer een onjuist cijfer intoetst,
druk dan op de toets wissen (zwarte pijl) • op de TELEFOON toets te drukken
om het laatste cijfer te wissen. Wanneer de • op de MODE toets op de
toets lang wordt ingedrukt, wordt de afstandsbediening te drukken
complete serie cijfers gewist.
• op de toets 'gesprek beantwoorden' te
Houd de 0 ingedrukt om een + in te toetsen. drukken
Een nummer uit het telefoonboek Een inkomend gesprek weigeren
kiezen
Inkomende gesprekken kunnen worden
U kunt ook contacten uit uw telefoonboek geweigerd door hetzij:
kiezen, zonder het nummer via het
• op de toets 'gesprek weigeren' te
toetsenbord in te voeren.
drukken
1. Druk op de TELEFOON toets. • op de CD/AUX toets te drukken
2. Druk op TELEFOONBOEK. • op de RADIO toets te drukken.
3. Voer de eerste letter van de naam van N.B.: U kunt geen inkomend gesprek met
het contact in met behulp van het behulp van de afstandsbediening weigeren.
toetsenbord.
4. Er verschijnt een lijst met namen uit het Een tweede inkomend gesprek
telefoonboek beginnend met de beantwoorden
geselecteerde letter. Scroll door deze
namen en selecteer het gewenste N.B.: De functie tweede inkomend gesprek
contact. op uw telefoon moet zijn geactiveerd.
5. Een gedetailleerd scherm met de Wanneer er tijdens een gesprek een
gegevens en het nummer van het inkomend gesprek binnenkomt, klinkt er
contact verschijnt. Druk op NUMMER een 'piep' en kunt u het actieve gesprek in
KIEZEN om door te gaan. de wachtstand plaatsen en het tweede
inkomende gesprek beantwoorden.

52
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Een tweede inkomend gesprek 1. Druk op de toets TELEFOON of


beantwoorden 'gesprek beantwoorden'.
Tweede inkomende gesprekken kunnen 2. Druk op TELEFOON AFMELDEN.
worden beantwoord door hetzij: 3. Selecteer in de lijst de telefoon die
• op de toets 'gesprek beantwoorden' te moet worden afgemeld.
drukken
Inkomende gesprekken weigeren
• op de MODE toets op de
afstandsbediening te drukken U kunt de telefoon via het
• op de TELEFOON toets te drukken. navigatiesysteem zo instellen, dat
automatisch alle inkomende gesprekken
N.B.: Hierdoor wordt het actieve gesprek worden geweigerd.
beëindigd.
Druk op GESPR. WEIGEREN en deze
Een tweede inkomend gesprek functie wordt ingeschakeld. Alle
weigeren inkomende gesprekken worden
beantwoord door voicemail of een andere
Tweede inkomende gesprekken kunnen instelling van uw telefoon. Deze functie is
worden geweigerd door hetzij: actief wanneer deze toets op het
• op de toets 'gesprek weigeren' te telefoonscherm oplicht.
drukken Druk opnieuw op GESPR. WEIGEREN om
• op de CD/AUX toets te drukken deze functie uit te schakelen.
• op de RADIO toets te drukken. Het volume van een gesprek
dempen
Van actieve telefoon veranderen
Met een toets met het symbool van een
N.B.: Voordat telefoons kunnen worden
spreker kunnen de gesproken aanwijzingen
geactiveerd moeten ze bij het systeem
zo nodig worden onderdrukt.
worden aangemeld.
1. Druk op de toets TELEFOON of
'gesprek beantwoorden'.
2. Druk op ACTIEVE TELEFOON
KIEZEN.
3. Selecteer de nieuwe telefoon uit de lijst
die moet worden aangemeld.
N.B.: Nadat een Bluetooth telefoon bij het
systeem is aangemeld, wordt deze de
actieve telefoon.

Actieve telefoon afmelden


Een actieve telefoon kan op elk gewenst
moment uit het systeem worden gewist,
behalve wanneer met deze telefoon een
gesprek wordt gevoerd.

53
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

WERKING Algemene activering van het


spraakherkenningsysteem
Met spraakbesturing kunt u het systeem
Voice Control wordt geactiveerd door kort
bedienen zonder dat uw aandacht van de
op de spraaktoets op de
weg wordt afgeleid om bijvoorbeeld
afstandsbediening te drukken. Alle
instellingen te veranderen of om reacties
audiobronnen worden onderdrukt
van het systeem te lezen.
(gepauzeerd bij gebruik van de
Wanneer u bij geactiveerd systeem één CD/MP3/CD-wisselaar).
van de gedefinieerde spraaklabels gebruikt,
zet het spraakbesturingssysteem uw Reactie van het systeem
spraaklabel om in een bedieningssignaal
voor het systeem. Uw spraaklabels nemen Wanneer u een gesproken commando
de vorm aan van dialogen of commando's. geeft, antwoordt het systeem telkens met
U wordt door mededelingen of vragen door een piep wanneer het gereed is om door
deze dialogen geleid. te gaan.

Maak uzelf vertrouwd met de functies van Probeer geen nieuwe commando's te
het navigatiesysteem voordat u het geven voordat u de piep hebt gehoord.
spraakherkenningsysteem gaat gebruiken. Wanneer u niet precies weet hoe u moet
N.B.: Wanneer Bluetooth en Voice Control doorgaan, zeg dan "HELP" voor hulp of
gedurende langere tijd bij stilstaande wagen "CANCEL" wanneer u niet wilt doorgaan.
worden gebruikt, laat dan de motor De "HELP" functie biedt u alleen een
stationair draaien om te voorkomen dat de verzameling van de beschikbare
accu wordt ontladen. commando's. Een gedetailleerde uitleg
over alle mogelijke gesproken commando's
Ondersteunde commando's kunt u op de volgende bladzijden vinden.
Met het spraakbesturingssysteem kunt u Gesproken commando's
de volgende systemen in de wagen
bedienen: Alle commando's moeten op natuurlijke
• Telefoon wijze worden uitgesproken, alsof u tot een
passagier spreekt of een telefoongesprek
• Radio voert. Uw stemvolume moet afhankelijk
• CD-speler zijn van omgevingsgeluiden in of buiten de
auto, maar schreeuw niet.
• CD-wisselaar
• Klimaatregeling SPRAAKSTURING GEBRUIKEN
• Navigatiesysteem
• Systeeminstellingen. Werking van het systeem
N.B.: Het spraakbesturingssysteem is een De inhoud van bruikbare gesproken
taalgevoelig systeem. Wanneer u wilt dat commando's vindt u in de volgende lijsten.
het systeem in een andere taal werkt, voer In de tabellen zijn de correcte, gesproken
deze verandering dan via het instelmenu commando's voor alle beschikbare
van het systeem door. functies weergegeven.

54
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

< > duidt een nummer of opgeslagen Hoorbare feedback


spraaklabel aan, die door de gebruiker
moet worden opgeslagen. Na het uitspreken van een commando of
het indrukken van de VOICE toets
Communicatie met het systeem antwoord het systeem zo nodig door
starten middel van een akoestisch signaal. Gebruik
deze antwoorden om u door de dialoog te
Voordat u kunt beginnen met het systeem helpen en de actie uit te voeren. De
toe te spreken moet u voor iedere verwerking van commando's is voor een
handeling eerst op de VOICE of de MODE gebruiksvriendelijke bediening ontworpen
toets drukken en wachten tot het systeem en wanneer u iets zegt dat het systeem
met een piep antwoordt. niet begrijpt, of wanneer u helemaal niets
zegt, zal het systeem automatisch met de
beschikbare opties antwoorden zodat u
kunt doorgaan.

Visuele reactie via het


navigatiesysteem
Met spraakbesturing kunt u tijdens het
rijden gebruikmaken van de beschreven
functies, terwijl u beide handen aan het
stuur en uw ogen op de weg houdt. Het
systeem is ontworpen om te voorkomen
dat u naar het navigatiescherm moet
kijken. Maar desondanks zal het systeem
een enkele keer visueel reageren om uw
kennis van het spraakherkenningproces te
ondersteunen. Deze visuele feedback
wordt zodanig gepresenteerd dat u de
relevante informatie in een oogopslag
begrijpt.
Tijdens een gesproken dialoog wordt een
pop-up scherm weergegeven, dat bestaat
uit (van boven naar beneden):
E87665
• Luisterstatus: Een symbool van een
microfoon duidt aan of het systeem
wel of niet gereed is voor uw gesproken
commando's.
• Kop: De kop informeert u over de
context van de actuele dialoog
(bijvoorbeeld welke toepassing, welke
dialoogvolgorde, enz.)

55
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

• Lijst met commando's: Er zijn herkend.


meerdere regels beschikbaar om u te
tonen welke commando's tijdens de Belangrijkste gesproken
actuele dialoog kunnen worden commando's
gebruikt. Wanneer er teveel
commando's moeten worden De volgende gesproken commando's zijn
weergegeven, worden alleen de de belangrijkste die worden gebruikt om
belangrijkste commando's getoond. U een specifieke instructie te starten. Over
kunt de volgende bladzijde(n) van de het algemeen komt de werking overeen
pop-up met meer commando's, indien met die van de mechanische toetsen op
aanwezig, activeren met het het front van het navigatiesysteem.
commando "Meer help" of "Algemene Gebruik deze commando's om tussen
help". belangrijke functies van het systeem te
wisselen, voordat u nadere, gedetailleerde
• Statusregel: De statusregel toont het commando's geeft.
laatst gesproken commando dat werd

Gesproken commando Commentaar

"RADIO" / "TUNER" Schakelt de radio in


"CD-WISSELAAR" / "WISSELAAR" / "CD- Schakelt de CD-wisselaar in
CHANGER"
"CD-SPELER" / "AUDIO-CD" Schakelt de CD/CD MP3-speler in
"TELEFOON" / "MOBIEL" / "AUTOTELEFOON" / Schakelt de telefoon in
"MOBIELE TELEFOON"
"NAVIGATIE" / "NAVI" Start de navigatie
"AIRCO" / "AIRCONDITIONING" Schakelt de klimaatregeling in
"AFBREKEN" / "STOPPEN" Breekt de actuele dialoog af
" HELP" / "WAT KAN IK ZEGGEN?" / De belangrijkste algemene hulp-
"COMMANDO'S" commando's wanneer de actieve
toepassing niet met de stem kan
worden bestuurd, anders toepas-
sing/ dialoog specifieke
commando's

56
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Gesproken commando Commentaar

"MEER HELP" / "MEER COMMANDO'S" De minder belangrijke algemene


hulpcommando's wanneer de
actieve toepassing niet met de
stem kan worden bestuurd, anders
minder belangrijke toepassing/
dialoog specifieke commando's
(commando niet altijd beschik-
baar)
"ALGEMENE HELP" / "ALGEMENE COMMANDO'S" Belangrijkste algemene help
commando's
"GA NAAR <bron>" / "GA NAAR DE <bron>" / Schakelt tussen verschillende
"NAAR DE <bron>" toepassingen

Help functie COMMANDO’S AUDIO-UNIT


Wanneer u tijdens een gesproken dialoog
onzeker wordt hoe verder te gaan, zeg dan CD-speler
na de piep "HELP". Het systeem antwoord U kunt veel CD audiofuncties direct met
dan met een advies en instructies over Voice Control bedienen.
welke opties mogelijk zijn.
Overzicht
Het overzicht toont de beschikbare
gesproken commando's voor het bedienen
van uw CD-speler.

Gesproken commando's audio CD

"VOLGENDE CD"
"VORIGE CD"
"VOLGENDE TRACK" / "VOLGEND NUMMER" / "VOLGENDE TITEL"
"VORIGE TRACK" / "VORIG NUMMER" / "VORIG TITEL"
"CD <1-6>"/"CD NUMMER <1-6>"
"TRACK <1-99>" / "TRACK NUMMER <1-99>" / "NUMMER <1-99>" / "TITEL <1-99>"
/ "TITEL NUMMER <1-99>"
"SHUFFLE AAN" / "RANDOM AAN" / MIX AAN"

57
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Gesproken commando's audio CD

"SHUFFLE CD AAN" / "RANDOM CD AAN" / MIX CD AAN"


"SHUFFLE UIT" / "RANDOM UIT" / MIX UIT"
"SHUFFLE CD UIT" / "RANDOM CD UIT" / MIX CD UIT"

1. Druk op de toets om Voice Control te


Voorbeeld activeren
De volgende volgorde toont hoe een 2. Systeem: piep
gesproken dialoog kan worden toegepast 3. Gebruiker: "CD-SPELER"
om een functie van de CD-speler te
activeren: 4. Systeem: "GESTOPT ER IS GEEN CD
GEPLAATST."
1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren CD-wisselaar
2. Systeem: piep U kunt bijkomende functies van de
3. Gebruiker: "CD-SPELER" CD-wisselaar direct met Voice Control
4. Het systeem activeert de CD-speler en bedienen.
laat het laatste nummer horen.
Overzicht
5. Systeem: "CD-SPELER"
Het overzicht toont de beschikbare
6. Systeem: piep gesproken commando's voor het bedienen
Wanneer de CD-sleuf van het van uw CD-wisselaar. Gebruik deze samen
navigatiesysteem leeg is: met de gebruikelijke commando's voor de
CD-speler.

Gesproken commando's CD-wisselaar

"CD <1-6> TRACK <1-99>"/"CD NUMMER <1-6> TRACK NUMMER <1-99>"


"SHUFFLE AAN"/"RANDOM AAN"/"MIX AAN"
"SHUFFLE UIT"/"RANDOM UIT"/"MIX UIT"

4. Het systeem activeert de CD-wisselaar


Voorbeeld en laat het laatste nummer horen.
De volgende volgorde toont hoe een 5. Systeem: "CD-WISSELAAR"
gesproken dialoog kan worden toegepast 6. Systeem: piep
om een functie van de CD-wisselaar te
activeren: Indien geen CD-wisselaar op het
navigatiesysteem is aangesloten:
1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren 1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren
2. Systeem: piep
2. Systeem: piep
3. Gebruiker: "CD-WISSELAAR"

58
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

3. Gebruiker: "CD-WISSELAAR" Overzicht


4. Systeem: "GESTOPT CD-WISSELAAR Het overzicht toont de beschikbare
KON NIET WORDEN GEACTIVEERD." gesproken commando's voor de bediening
van uw radio.
Radio
De gesproken commando's ondersteunen
de radiofuncties en u kunt met Voice
Control op radiostations afstemmen.

"RADIO / TUNER"

"SPEEL PRESET <1-5>" / "PRESET <1-5>"


"WIS ZENDERNAAM" / "ZENDERNAAM WISSEN"
"WIS ALLE ZENDERNAMEN" / "ALLE ZENDERNAMEN WISSEN"
"ZENDERNAMEN VOORLEZEN" / "ALLE ZENDERNAMEN VOORLEZEN"
"WIJZIG ZENDERNAAM" / "WIJZIG NAAM"/ "ZENDERNAAM WIJZIGEN" / "NAAM
WIJZIGEN"
"ZENDER OPSLAAN ALS PRESET" / "ZENDER OPSLAAN"
"SPEEL ZENDER < >" / "SPEEL < >"
"WIS ZENDER < >" / "WISSEN < >"
"FM" / "FM BAND" / "GEHEUGENNIVEAU FM1" / "NIVEAU FM1"
"MW" / "MIDDENGOLF" / "MW BAND"
"LW" / "LANGEGOLF" / "LW BAND"
"FM<1-3>" / "GEHEUGENNIVEAU FM<1-3>"
"FM AST" / "GEHEUGENNIVEAU FM AST"
"GEHEUGENNIVEAU MW" / "GEHEUGENNIVEAU MIDDENGOLF"
"GEHEUGENNIVEAU LW" / "GEHEUGENNIVEAU LANGEGOLF"
"FREQUENTIE <87.5-108.0>" / "SPEEL <87.5-108.0>" / "FREQUENTIE <87.5-108.0>
MHZ"/ "SPEEL <87.5-108.0> MHZ"
"FREQUENTIE <531-1620>" / "SPEEL <531-1620>" / "FREQUENTIE <531-1620> KHZ"/
"SPEEL <531-1620> KHZ"
"FREQUENTIE <153-279>" / "SPEEL <153-279>" / "FREQUENTIE <153-279> KHZ"/
"SPEEL <153-279> KHZ"
"VOLGENDE ZENDER" / "SPEEL VOLGENDE ZENDER"

59
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

"RADIO / TUNER"

"VORIGE ZENDER" / "SPEEL VORIGE ZENDER"


"TA AAN" / "ZET TA AAN" / "VERKEERSINFO AAN" / "ZET VERKEERSINFO AAN"
"TA AAN" / "ZET TA AAN" / "VERKEERSINFO AAN" / "ZET VERKEERSINFO AAN"
"ZENDERNAAM GEVEN" / "ZENDERNAAM TOEVOEGEN"
"AUTOSTORE" / "START AUTOSTORE" / "ZENDERS AUTOMATISCH OPSLAAN"
"PRESET NUMMER <1-5>"

12. Systeem: piep


Voorbeeld
In de bovenstaande volgorde worden lange
De volgende volgorde toont hoe een pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
gesproken dialoog kan worden toegepast demonstreert hoe het systeem u geleidt
om een functie van de radio te activeren: zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
1. Druk op de toets om Voice Control te een bepaald punt verder moet gaan.
activeren
2. Systeem: piep COMMANDO’S TELEFOON
3. Gebruiker: " - "
Telefoon
4. Systeem: "GEEF EEN COMMANDO!"
Met uw telefoonsysteem kunt u een extra
5. Systeem: piep
telefoonboek aanleggen. De opgeslagen
6. Gebruiker: " - " nummers kunnen m.b.v. Voice Control
7. Systeem: "BELANGRIJKE worden gekozen. Telefoonnummers, die
COMMANDO'S ZIJN: RADIO, met behulp van Voice Control zijn
CD-SPELER, NAVIGATIE EN HELP." opgeslagen, worden in het systeem van de
auto opgeslagen en niet in dat van uw
8. Systeem: piep telefoon.
9. Gebruiker: "RADIO"
Overzicht
10. Het systeem schakelt nu de
radiofunctie in en laat het Het onderstaande overzicht toont de
radiostation horen waarop het laatst beschikbare gesproken commando's voor
werd afgestemd. het telefoonsysteem.
11. Systeem: "RADIO"

"TELEFOON"

"NUMMER KIEZEN" / "NUMMER BELLEN" / "KIEZEN" / "OPBELLEN"


"NUMMER HERHALING" / "LAATSTE GESPREK"
"KIES < >" / "KIEZEN < >" / "OPBELLEN < >"

60
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

"TELEFOON"

"NAMEN VOORLEZEN"
"NAAM TOEVOEGEN"
"NAAM WIJZIGEN"
"NAAM WISSEN"
"ALLE NAMEN WISSEN"
"GESPREKKEN WEIGEREN"
"GESPREKKEN AANNEMEN"
"BLUETOOTH AAN"
"BLUETOOTH UIT"
"NUMMER HERHALEN" / "HERHALEN"
"NUMMER KIEZEN" / "KIEZEN" / "GEREED" / "OK" / "NUMMER BELLEN" / "BELLEN"

13. Gebruiker: "6789"


Voorbeeld
14. Systeem: "6789"
De volgende volgorde toont hoe een een 15. Systeem: piep
gesproken dialoog kan worden toegepast
om een functie van de telefoon te activeren 16. Gebruiker: "KIEZEN"
(in dit voorbeeld start het systeem in de 17. Systeem: "HET NUMMER WORDT
telefoonmodus): GEBELD"
1. Druk op de toets om Voice Control te 18. Het systeem kiest het ingevoerde
activeren nummer.
2. Systeem: "TELEFOON" In de bovenstaande volgorde worden lange
3. Systeem: piep pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
demonstreert hoe het systeem u geleidt
4. Gebruiker: "NUMMER KIEZEN" zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
5. Systeem: "VOER HET een bepaald punt verder moet gaan.
TELEFOONNUMMER IN"
Een telefoonboek aanleggen
6. Systeem: piep
7. Gebruiker: "12345" Naam toevoegen
8. Systeem: "12345" Nieuwe namen kunnen worden opgeslagen
9. Systeem: piep met het commando "NAAM TOEVOEGEN".
Deze functie kan worden gebruikt voor het
10. Gebruiker: " - " kiezen van een nummer door de naam in
11. Systeem: "EN VERDER?" plaats van het complete telefoonnummer
12. Systeem: piep uit te spreken.

61
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

N.B.: Kies de eerste letter van het contact 15. "MIJN KANTOOR" is opgeslagen op
uit het adresboek en kies vervolgens op de regel 2 in het telefoonboek.
spraakknop.
In de bovenstaande volgorde worden lange
N.B.: Er kunnen maximaal 5 namen worden pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
opgeslagen. demonstreert hoe het systeem u geleidt
zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
Voorbeeld 1 een bepaald punt verder moet gaan.
De volgende volgorde toont hoe een een Voorbeeld 2
gesproken dialoog kan worden toegepast
om een naam aan een telefoonnummer te Het systeem start in de telefoonmodus en
geven (in dit voorbeeld start het systeem "Meneer SMITH" is voor dit voorbeeld
in de telefoonmodus): gebruikt:
1. Druk op de toets om Voice Control te 1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren activeren
2. Systeem: "TELEFOON" 2. Systeem: "TELEFOON"
3. Systeem: piep 3. Systeem: piep
4. Gebruiker: "NAAM TOEVOEGEN" 4. Gebruiker: "BEL MENEER SMITH"
5. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER" 5. Systeem: "HET NUMMER WORDT
6. Systeem: piep GEBELD"
7. Gebruiker: " - " 6. Het systeem kiest het telefoonnummer
dat gekoppeld is aan het spraaklabel
8. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER" "Meneer SMITH"
9. Systeem: piep
10. Gebruiker: "2" COMMANDO’S
11. Systeem: "ZEG DE NAAM IN HET NAVIGATIESYSTEEM
TELEFOONBOEK"
12. Systeem: piep Navigatie
13. Gebruiker: "MIJN KANTOOR" Overzicht
14. Systeem: "DE NAAM IS
OPGESLAGEN" Het onderstaande overzicht toont de
beschikbare gesproken commando's voor
het navigatiesysteem.

"NAVIGATIE"

"ROUTE BEREKENEN" / "NAVIGATIE STARTEN" / "ROUTEGELEIDING STARTEN"


"ROUTEGELEIDING BEËINDIGEN" / "ROUTEGELEIDING STOPPEN" / "ROUTEGELEIDING
AFBREKEN" / "NAVIGATIE BEËINDIGEN" / "NAVIGATIE STOPPEN" / "NAVIGATIE
AFBREKEN"
"SPRAAKWEERGAVE AAN" / "RIJADVIEZEN AAN" / "SPRAAKWEERGAVE AANZETTEN"
/ "RIJADVIEZEN AANZETTEN"

62
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

"NAVIGATIE"

"SPRAAKWEERGAVE UIT" / "RIJADVIEZEN UIT" / "SPRAAKWEERGAVE UITZETTEN"


/ "RIJADVIEZEN UITZETTEN"
"REISDOEL BEWAREN" / "REISDOEL OPSLAAN"
"LAATSTE REISDOELEN"
"OPGESLAGEN REISDOELEN"/"MIJN REISDOELEN"
"KAART WEERGEVEN" / "KAARTWEERGAVE" / "KAART"
"ROUTE-OPTIES"/"ROUTE-OPTIES WIJZIGEN"
"ROUTELIJST" / "ROUTELIJST WEERGEVEN"
"NAAM TOEVOEGEN" / "REISDOEL NAAM GEVEN"
"NAVIGEREN NAAR < >" / "ROUTEGELEIDING NAAR < >" / "BEREKEN ROUTE NAAR
< >"
"NAAM WIJZIGEN" / "NIEUWE NAAM REISDOEL"
"WIJZIG" / "WIJZIGEN"
"ALLE NAMEN WISSEN"
"NAMEN VOORLEZEN" / "REISDOELNAMEN VOORLEZEN"
"REISDOEL INVOEREN"
"LAND INVOEREN" / "LAND WIJZIGEN" / "LAND"
"STAD INVOEREN" / "STAD WIJZIGEN" / "STAD"
"STRAAT INVOEREN" / "STRAAT WIJZIGEN" / "STRAAT"
"HUISNUMMER INVOEREN" / "HUISNUMMER WIJZIGEN" / HUISNUMMER" / "NUMMER
INVOEREN" / "NUMMER WIJZIGEN" / "NUMMER"
"LAND SPELLEN"
"STAD SPELLEN"
"STRAAT SPELLEN"
"SPELLEN"
"POSITIE WEERGEVEN"
"REISDOEL WEERGEVEN"

63
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Route optie commando's

"NAVIGATIE"

"DYNAMISCHE ROUTEGELEIDING AAN" / "DYNAMISCHE ROUTEGELEIDING


AANZETTEN"
"DYNAMISCHE ROUTEGELEIDING UIT" / "DYNAMISCHE ROUTEGELEIDING UITZETTEN"
"SNELLE ROUTE" / "SNELSTE ROUTE"
"KORTE ROUTE" / "KORTSTE ROUTE"
"SNELWEG MIJDEN"
"SNELWEG TOELATEN"
"TOL MIJDEN" / "TOLWEGEN MIJDEN" / "TOLWEG MIJDEN"
"TOL TOELATEN" / "TOLWEGEN TOELATEN" / "TOLWEG TOELATEN"
"VEREN MIJDEN" / "VEERBOOT MIJDEN" / "VEERPONT MIJDEN" / "VEERBOTEN
MIJDEN"
"VEREN TOELATEN" / "VEERBOOT TOELATEN" / "VEERPONT TOELATEN" / "VEER-
BOTEN TOELATEN"
"TUNNELS MIJDEN"
"TUNNELS TOELATEN"

Kaart commando's

"NAVIGATIE"

"AUTOZOOM AAN/UIT"
"KAARTSCHAAL VERGROTEN" / "KAART VERKLEINEN" / "SCHAAL VERGROTEN" /
"KAARTSCHAAL GROTER" / "KAART KLEINER" / "SCHAAL GROTER" / "UITZOOMEN"
"KAARTSCHAAL VERKLEINEN" / "KAART VERGROTEN" / "SCHAAL VERKLEINEN" /
"KAARTSCHAAL KLEINER" / "KAART GROTER" / "SCHAAL KLEINER" / "INZOOMEN"
"KAART OP HET NOORDEN" / "KAART OP HET NOORDEN WEERGEVEN" / "OP HET
NOORDEN"
"KAART IN RIJRICHTING" / "KAART IN RIJRICHTING WEERGEVEN" / "IN RIJRICHTING"
"PIJLEN WEERGEVEN" / "SYMBOLEN WEERGEVEN" / "PIJLWEERGAVE" / "SYMBOLEN"
/ "PIJLEN"

64
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Voorbeeld 1 11. Systeem: "KIES EEN REISDOEL MET


REGELNUMMER 1 TOT 5. "ZEG
De volgende volgorde toont hoe een een VERDER OF TERUG OM DOOR DE
gesproken dialoog kan worden toegepast LIJST TE BLADEREN OF ZEG
om een functie van het navigatiesysteem STOPPEN".
te activeren (in dit voorbeeld start het
systeem in de navigatiemodus): 12. Systeem: piep
1. Druk op de toets om Voice Control te 13. Gebruiker: "VERDER" / "VOLGENDE
activeren PAGINA"
2. Systeem: "NAVIGATIE" 14. Systeem: "KIES EEN
REGELNUMMER"
3. Systeem: piep
15. Systeem: piep
4. Gebruiker: "SPRAAKWEERGAVE AAN"
/ "RIJADVIEZEN AAN" / 16. Gebruiker: "REGEL 2"
"SPRAAKWEERGAVE AANZETTEN" / 17. Het navigatiesysteem berekent een
"RIJADVIEZEN AANZETTEN" route en begint de routegeleiding naar
5. Systeem: "SPRAAKWEERGAVE AAN" het geselecteerde reisdoel.
/ "RIJADVIEZEN AAN" /
"SPRAAKWEERGAVE AANZETTEN" /
Een eigen adresboek aanleggen en
"RIJADVIEZEN AANZETTEN"
gebruiken
6. Het navigatiesysteem activeert de De volgende voorbeelden zijn een
spraakweergave (gesproken informatie algemeen leidraad voor het opslaan en
van afslag tot afslag) gebruik van door de gebruiker
gedefinieerde spraaklabels voor bijzondere
Voorbeeld 2 adressen en locaties.
In dit voorbeeld start het systeem in de Voorbeeld 1
navigatiemodus:
In dit voorbeeld start het systeem in de
1. Druk op de toets om Voice Control te navigatiemodus en is het huidige reisdoel
activeren niet in het reisdoelgeheugen opgeslagen:
2. Systeem: "NAVIGATIE"
1. Druk op de toets om Voice Control te
3. Systeem: piep activeren
4. Gebruiker: "OPGESLAGEN 2. Systeem: "NAVIGATIE"
REISDOELEN" / "MIJN REISDOELEN"
3. Systeem: piep
5. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER"
4. Gebruiker: "NAAM TOEVOEGEN"
6. Systeem: piep
5. Systeem: "ZEG DE NAAM VAN HET
7. Gebruiker: " - " REISDOEL"
8. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER" 6. Systeem: piep
9. Systeem: piep 7. Gebruiker: "MIJN KANTOOR"
10. Gebruiker: "HELP" 8. Systeem: "DE REISDOELNAAM IS
OPGESLAGEN"

65
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

9. Het spraaklabel "MIJN KANTOOR" is 2. Systeem: "NAVIGATIE"


opgeslagen voor het huidige reisdoel 3. Systeem: piep
en toegevoegd aan het
reisdoelgeheugen. 4. Gebruiker: "AUTOZOOM UIT"
5. Systeem: "AUTOZOOM UIT"
Voorbeeld 2
6. Het navigatiesysteem schakelt de
1. Druk op de toets om Voice Control te automatische zoomfunctie uit.
activeren
2. Systeem: "NAVIGATIE"
Reisdoel invoeren via
spraakbediening (Voice Control)
3. Systeem: piep
U kunt een volledig reisdoel m.b.v. de
4. Gebruiker: "NAVIGEER NAAR "MIJN
toetsen op de unit invoeren of via de
KANTOOR".
spraakbediening (Voice Control). Het is
5. Systeem: "ROUTEGELEIDING NAAR < tevens mogelijk verschillende delen van
> GESTART." het doeladres (bijv. stad en straat) in te
6. Het systeem berekent een route en voeren door een combinatie van beide
begint de routegeleiding naar de door methoden.
de gebruiker gespecificeerde locatie N.B.: De spraakbedieningstoets (Voice
"MIJN KANTOOR". Control) moet elke keer voor het invullen
van het veld van het doeladres worden
Gebruik van Voice Control met ingedrukt.
kaartweergave
Voorbeeld 1
De volgende voorbeelden zijn een
algemene richtlijn voor het gebruik van In dit voorbeeld start het systeem in de
gesproken commando's in combinatie met navigatiemodus:
het kaartscherm:
1. Druk op de toets om Voice Control te
Voorbeeld 1 activeren
2. Systeem: "NAVIGATIE"
In dit voorbeeld start het systeem in de
navigatiemodus: 3. Systeem: piep
1. Druk op de toets om Voice Control te 4. Gebruiker: "REISDOEL INVOEREN"
activeren 5. De unit schakelt over op het
2. Systeem: "NAVIGATIE" reisdoelinvoerscherm.
3. Systeem: piep 6. Systeem: piep
4. Gebruiker: "KAART WEERGEVEN" 7. Gebruiker: "STAD INVOEREN"
5. Het navigatiescherm schakelt over naar 8. Systeem: "NAAM STAD INVOEREN"
het kaartscherm. 9. Gebruiker: "LONDEN"
Voorbeeld 2
In dit voorbeeld start het systeem in de
kaartmodus:
1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren

66
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

10. De unit geeft de 5 beste 8. Systeem: "NAAM STAD INVOEREN"


overeenkomsten van de gesproken 9. Gebruiker: "LONDEN"
plaatsnaam op het scherm weer.
Deze worden aangevuld met een 10. In dit voorbeeld herkent het systeem
nummer van 1 t/m 5 (bijv. 1-LONDEN, de correcte naam niet als
2-LONDONDERRY, 3-LANCASTER, overeenkomst nummer 1 (bijv.
4-MARGATE, 5-STANTON). Het 1-LONDONDERRY, 2-LONDEN,
systeem vraagt om te bevestigen of 3-LANCASTER, 4-MARGATE,
overeenkomst nummer 1 de correcte 5-STANTON).
plaatsnaam is. 11. Systeem: "ZEI U LONDONDERRY?"
11. Systeem: "ZEI U LONDEN?" 12. Gebruiker: "NEE, SELECTEER REGEL
12. Gebruiker: "JA" 2"
13. De correcte plaatsnaam wordt nu in 13. De correcte plaatsnaam wordt nu in
het stadsveld ingevoerd. het stadsveld ingevoerd.

Voorbeeld 2
COMMANDO’S
In dit voorbeeld start het systeem in de KLIMAATREGELING
navigatiemodus:
1. Druk op de toets om Voice Control te Airconditioning
activeren
Met gesproken commando's voor de
2. Systeem: "NAVIGATIE" airconditioning kunnen het
3. Systeem: piep aanjagertoerental en de temperatuur
worden ingesteld.
4. Gebruiker: "REISDOEL INVOEREN"
5. De unit schakelt over op het Overzicht
reisdoelinvoerscherm.
Het overzicht toont de beschikbare
6. Systeem: piep gesproken commando's voor de bediening
7. Gebruiker: "STAD INVOEREN" van de airconditioning.

Gesproken commando's voor de airconditioning

"TEMPERATUUR <15.5-28.5> GRADEN"/"<15.5-28.5> GRADEN"


"TEMPERATUUR HOGER" / "WARMER" / "TEMPERATUUR WARMER"
"TEMPERATUUR LAGER" / "KOUDER" / "TEMPERATUUR KOUDER"
"FAN HOGER" / "FAN SNELLER" / "VENTILATOR HOGER"
"FAN LAGER" / "FAN TRAGER" / "VENTILATOR TRAGER"

N.B.: Temperaturen kunnen direct in graden


Celsius in het aangegeven bereik met
stappen van 0,5 graden worden ingesteld.
Elke stap afzonderlijk is 0,5 graden hoger of
lager.

67
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Voorbeeld
De volgende volgorde toont hoe een een
gesproken dialoog kan worden toegepast
om een functie van de airconditioning te
activeren (in dit voorbeeld start het
systeem in de radiomodus):
1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren
2. Systeem: "RADIO"
3. Systeem: piep
4. Gebruiker: "AIRCONDITIONING"
5. Het systeem schakelt over naar het
airconditioningmenu.
6. Systeem: "AIRCONDITIONING"
7. Systeem: piep
8. Gebruiker: " - "
9. Systeem: "GEEF EEN COMMANDO!"
10. Systeem: piep
11. Gebruiker: " - "
12. Systeem: "ENKELE BELANGRIJKE
COMMANDO'S VOOR DE
AIRCONDITIONING ZIJN:
VENTILATOR HOGER OF LAGER,
TEMPERATUUR HOGER OF LAGER".
13. Systeem: piep
14. Gebruiker: "TEMPERATUUR LAGER"
15. Het systeem verlaagt de temperatuur
met 0,5 graden.
In de bovenstaande volgorde worden lange
pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
demonstreert hoe het systeem u geleidt
zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
een bepaald punt verder moet gaan.

68
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

AUTOMATISCHE U kunt als alternatief ook de temperatuur


via het touch screen instellen:
KLIMAATREGELING
1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
N.B.: Raadpleeg voor algemene informatie M.
over de airconditioning het instructieboekje 2. Druk op het symbool van de
van uw auto. In deze rubriek in de thermometer.
handleiding voor het navigatiesysteem
worden alleen de functies van de 3. Stel de temperatuur voor het gewenste
airconditioning beschreven die geïntegreerd deel van uw auto met de pijltjestoetsen
zijn in het navigatiesysteem. in.
N.B.: Voor uitvoeringen met een
Voor een overzicht van de toetsen van de
airconditioning met drie zones kunt u de
airconditioning Zie Overzicht
temperatuur achterin alleen via het touch
navigatie-unit (bladzijde 30). Toetsen
screen wijzigen.
worden aangeduid met de letters A tot en
met Y zoals in het schemaoverzicht is Mono modus
aangeduid.
In de mono modus zijn de
Toets airconditioning temperatuurinstellingen voor de
bestuurder en de passagier aan elkaar
Druk op toets M om toegang te krijgen tot
gekoppeld. Wanneer u de temperatuur met
de airconditioningmodus op het touch
de draaiknop aan bestuurderszijde
screen wanneer het navigatiesysteem in
verandert, wordt dezelfde instelling voor
een andere modus staat.
de passagierszijde doorgevoerd. In de
Druk op het symbool van de ventilator om mono modus, verschijnt MONO op het
toegang te krijgen tot de ventilatoropties. display van de airconditioning. Zolang
Druk op het symbool van de thermometer MONO is geactiveerd, worden alle
om toegang te krijgen tot de instelopties temperatuurveranderingen die via de pijlen
voor de temperatuur. op het touch screen worden doorgevoerd,
voor de gehele auto doorgevoerd.
Druk op de uit toets om de airconditioning
uit te schakelen. Hierdoor wordt het 1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
toerental van de ventilator tot nul M.
teruggebracht, de luchtafvoeropeningen 2. Druk op het symbool van de
gesloten en de airconditioning thermometer.
uitgeschakeld. 3. Druk op de MONO toets om de
N.B.: Met de toetsen op het touch screen airconditioning uit te schakelen.
kunnen de werking en instelling van de
airconditioning fijner worden geregeld, maar
de meeste instellingen kunnen met behulp
van de mechanische toetsen I tot en met S
plaatsvinden.

Temperatuur instellen
Draai de knoppen Q en K voor de linker-
en rechterzijde van de auto.

69
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Mono modus uitschakelen U kunt als alternatief ook het toerental van
de ventilator via het touch screen instellen:
Selecteer met de draaiknop aan
passagierszijde een temperatuur voor de 1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
passagierszijde. De mono modus wordt M.
uitgeschakeld en MONO verdwijnt van het 2. Druk op het symbool van de ventilator.
display van de airconditioning. De
3. Stel het toerental van de ventilator
temperatuur voor de bestuurderszijde blijft
voor- en achterin de auto met behulp
ongewijzigd. U kunt nu de temperatuur
van de ventilatortoetsen in.
voor de bestuurderszijde en de
passagierszijde onafhankelijk van elkaar De ventilatorinstelling wordt op het display
instellen. De temperatuurinstellingen voor weergegeven.
beide zijden worden weergegeven op de Druk om terug te keren naar de auto modus
onderste regel van het display. U kunt een op de AUTO toets.
temperatuurverschil van maximaal 4 ºC
instellen. N.B.: Voor uitvoeringen met een
airconditioning met drie zones is het
N.B.: Wanneer het temperatuurverschil mogelijk om het toerental van de ventilator
groter is dan 4 °C, wordt de temperatuur voor- en achterin met behulp van de toetsen
aan de andere zijde bijgesteld zodat het op het touch screen onafhankelijk van elkaar
verschil 4 °C blijft. te wijzigen. Iedere combinatie van
N.B.: Wanneer u aan een van de zijden HI ventilatortoerentallen, auto modus, aan of
of LO instelt, wordt de temperatuur voor uit kan worden ingesteld.
beide zijden gelijk ingesteld.
Luchtverdeling
N.B.: Wanneer u de toets Q indrukt en
ingedrukt houdt, wisselt het systeem tussen Druk om de luchtverdeling in te stellen op
de mono en dual zone modus. de gewenste toets I, J of L. Iedere
combinatie van instellingen kan
Mono modus weer inschakelen tegelijkertijd worden geselecteerd.
U kunt als alternatief ook de luchtverdeling
via het touch screen instellen:
E70306
1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
Druk op de MONO toets om de mono M.
modus weer in te schakelen. MONO
2. Druk op het symbool van de ventilator.
verschijnt opgelicht op het display en de
temperatuur aan passagierszijde wordt 3. Selecteer de gewenste richting van de
aangepast aan de temperatuur aan luchtstroom met behulp van de
bestuurderszijde. toetsen op het touch screen.
N.B.: Wanneer u de toets Q indrukt en Wanneer u voorruit ontdooien en
ingedrukt houdt, wisselt het systeem tussen ontwasemen kiest schakelen, I, J en L
de mono en dual zone modus. automatisch uit en wordt de
airconditioning ingeschakeld. Buitenlucht
Ventilator stroomt nu het interieur in. U kunt de
recirculatiestand niet selecteren.
Stel met behulp van de toetsen P en S het
toerental van de ventilator in.

70
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm

Voorruit ontdooien en N.B.: In de auto modus wordt bij hoge


ontwasemen binnen- en buitentemperaturen voor een
maximale koeling van het interieur
automatisch de recirculatiestand
E70309
ingeschakeld. Wanneer de ingestelde
temperatuur eenmaal is bereikt, selecteert
Druk op toets R om de voorruit te het systeem automatisch toevoer van
ontdooien en te ontwasemen. Buitenlucht buitenlucht.
stroomt nu het interieur in. De
airconditioning wordt automatisch Automatische airconditioning
ingeschakeld. Zolang de luchtverdeling in uitschakelen
deze stand blijft staan, kunt u de
Druk op toets M, en vervolgens op de uit
recirculatiestand niet selecteren.
toets op het touch screen.
Het ventilatortoerental en de
Het verwarmings-, ventilatie- en
temperatuurregeling werken automatisch
airconditioningsysteem wordt
en kunnen niet met de hand worden
uitgeschakeld en de recirculatiestand
bediend. De ventilator staat op een hoge
ingeschakeld.
stand en de temperatuur in de stand HI.
Wanneer u voorruit ontdooien en
ontwasemen selecteert, schakelt de
voorruitverwarming automatisch in en na
korte tijd weer uit.
Druk om terug te keren naar de auto modus
op de AUTO toets.

Airconditioning in- en uitschakelen

Druk op toets K om de airconditioning in


of uit te schakelen. Wanneer de
airconditioning is uitgeschakeld verschijnt
AIRCONDITIONING UIT op de onderste
regel van het display.
A/C ON verschijnt op het display wanneer
de airconditioning wordt ingeschakeld.

Gerecirculeerde lucht

Druk op de recirculatietoets om de lucht


te laten recirculeren.

71
Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)

WERKING Selecteer het gewenste item om een lijst


met TMC berichten weer te geven. Dit is
Traffic Message Channel (TMC) slechts een overzicht, dat bijzonder
radiostations zenden op de FM-band uit. basische informatie geeft. Selecteer het
TMC is een systeem dat verkeersberichten bericht waarover u meer informatie wilt en
ontvangt, die kunnen worden gebruikt voor een ander scherm met het volledige bericht
het plannen van alternatieve routes en het met details de plaats van het incident, enz.
voorkomen van oponthoud. wordt weergegeven. TMC gebeurtenissen
kunnen tevens worden weergegeven op
de kaart (mits geactiveerd). Zie Menu
TMC GEBRUIKEN route-opties (bladzijde 47).

Druk op de TRAFFIC toets om het Traffic


menu weer te geven.

Verkeersberichten
Verkeersberichten (TA) kunnen via dit
menu worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer het systeem is ingeschakeld
wordt een TA indicator aan de onderzijde
van de statusbalk weergegeven.
Stations die programma's met
verkeersinformatie (TP) op de FM-band
uitzenden kunnen worden herkend aan de
letters TP die op het display worden
weergegeven. Wanneer TA is ingeschakeld
beantwoordt het toestel deze berichten
en onderbreekt het de muziekweergave.
Nadat het bericht is beëindigd, wordt de
muziekweergave weer hervat.

Verkeersberichten beëindigen
Aan het einde van een verkeersbericht
hervat de installatie weer zijn normale
werking. Om een verkeersbericht voortijdig
af te breken, drukt u tijdens het
verkeersbericht op de TRAFFIC toets.

TMC berichten gebruiken


Om TMC berichten opnieuw te bekijken,
kunt u hetzij een scherm kiezen dat alleen
berichten toont die betrekking hebben op
uw geprogrammeerde route, of een scherm
dat alle ontvangen berichten toont.

72
Kaartupdates

Het netwerk van wegen verandert


voortdurend door de aanleg van nieuwe
wegen, verandering van de classificatie,
enz. Daardoor is het mogelijk dat de
klantgegevens in het systeem niet altijd
exact overeenkomen met de werkelijkheid.
De wegenkaartinformatie wordt regelmatig
bijgewerkt, maar alle gebieden zijn niet tot
op hetzelfde niveau gedekt. Sommige
wegen, vooral privé wegen, zijn soms niet
in de database verwerkt. Gebruik altijd de
nieuwste DVD’s om uw navigatiesysteem
zo nauwkeurig te laten werken. Uw dealer
is gaarne bereid u hierbij behulpzaam te
zijn.

73
74
Index

A Bestemming invoeren ..................................47


Alternatieve methodes voor het invoeren
Automatische klimaatregeling ................69 van een reisdoel...............................................47
Airconditioning in- en uitschakelen................71 Basismethode voor het invoeren van een
Automatische airconditioning reisdoel................................................................47
uitschakelen........................................................71 Beveiliging navigatiesysteem ......................5
Gerecirculeerde lucht...........................................71 Beveiligingscode...............................................5
Luchtverdeling.......................................................70 Beveiligingscode invoeren.............................5
Mono modus.........................................................69 Beveiligingscode vergeten.............................5
Temperatuur instellen........................................69
Toets airconditioning..........................................69
Ventilator.................................................................70
C
Voorruit ontdooien en ontwasemen..............71 Commando’s audio-unit .............................57
CD-speler.................................................................57
B CD-wisselaar.........................................................58
Radio.........................................................................59
Bediening klimaatregeling via Commando’s klimaatregeling ..................67
navigatiescherm .........................................69 Airconditioning......................................................67
Bedieningselementen navigatiesysteem Commando’s navigatiesysteem ..............62
............................................................................20 Een eigen adresboek aanleggen en
Bijzondere reisdoelen.........................................45 gebruiken............................................................65
Laatste doelen......................................................44 Gebruik van Voice Control met
Reisdoelen..............................................................20 kaartweergave.................................................66
Reisdoelgeheugen...............................................44 Navigatie..................................................................62
Reisdoel invoeren.................................................44 Reisdoel invoeren via spraakbediening
Reisdoel invoeren vanaf kaart.........................44 (Voice Control)................................................66
Reisdoel invoeren via spraakbediening Commando’s telefoon ................................60
(Voice Control)................................................46 Een telefoonboek aanleggen............................61
Bediening spraaksturing via Telefoon..................................................................60
navigatiescherm .........................................54
Werking....................................................................54
Bediening telefoon via navigatiescherm
D
............................................................................24 Drukscherm gebruiken .................................31
Algemene informatie..........................................24
Bediening van de CD-speler.......................18
Auxiliary ingang......................................................19
I
CD's met de CD-wisselaar afspelen..............19 Incorrecte beveiligingscode .........................5
Een CD afspelen....................................................18 Introductie navigatie ......................................6
Herhalen...................................................................18 Algemene informatie.............................................3
MP3 CD afspelen...................................................19 Basisbediening via het beeldscherm............27
Muzieknummers zoeken....................................18 Basiswerking.............................................................6
Scannen....................................................................19 Voorbeeld van een route invoeren...................6
Shuffle.......................................................................18
Versneld vooruit/achteruit.................................18
Bediening van het audiosysteem..............17
K
Kaartupdates ..................................................73

75
Index

M Systeeminstellingen .....................................10
Display.......................................................................16
Menu route-opties ........................................22 Display toets..........................................................38
Dynamische routegeleiding..............................22 Display uit.................................................................16
Dynamisch TMC....................................................47 Display uit toets....................................................38
Opties........................................................................47 Fabrieksinstellingen.............................................16
Route.........................................................................22 Fabrieksinstellingen toets.................................39
Soort wegen dat moet worden vermeden Kaart...........................................................................12
of opgenomen..................................................22 Knop van tijd en datum.....................................38
Verdere opties vanaf het Map toets................................................................35
hoofdscherm.....................................................22 Navigatie...................................................................13
Menustructuur .................................................21 Navigatietoets.......................................................36
Radio..........................................................................14
N Radio toets..............................................................37
SD-kaart...................................................................15
Navigatiedata laden........................................9 Spraakbediening toets.......................................39
Navigatiesysteem .........................................20 Taal toets................................................................39
Talen...........................................................................16
O Tijd/datum...............................................................15
Volumeknop...........................................................39
Overzicht navigatie-eenheid........................8 Volumes....................................................................16
Overzicht navigatie-unit ................................8
T
R Telefoon gebruiken .......................................24
Rijveiligheid ........................................................3 Actieve telefoon afmelden...............................53
Veiligheidsinformatie............................................4 Alle inkomende gesprekken weigeren..........26
Routeweergaven ............................................22 Bellen........................................................................25
Kaartscherm...........................................................47 Een aangemelde telefoon
Kaart weergeven...................................................22 ontkoppelen......................................................26
Navigatiedisplay....................................................23 Een inkomend gesprek ontvangen................25
Een tweede inkomend gesprek
S beantwoorden..................................................25
Het volume van een gesprek dempen.........53
Spraaksturing gebruiken ............................54 Inkomende gesprekken weigeren..................53
Belangrijkste gesproken commando's........56 Opbellen..................................................................52
Help functie............................................................57 Telefoonmenu.......................................................24
Werking van het systeem..................................54 Van actieve telefoon veranderen...................26
Telefooninstellingen .....................................24
Een andere Bluetooth telefoon
aanmelden.........................................................24
Telefoonboekcategorieën.................................24
TMC gebruiken ................................................72
TMC berichten gebruiken..................................72
Verkeersberichten.................................................72
Verkeersberichten beëindigen.........................72

76
Index

Traffic Message Channel


(verkeersberichtenkanaal) .....................72
Werking.....................................................................72

W
Werking radio ...................................................17
Afstemmen..............................................................17
Een golfband selecteren...................................40
Equalizer instellingen.........................................40
Functies van de radio...........................................17
Geavanceerde radio-instellingen....................18
Geheugen met voorkeuzestations..................17
Geluidsinstellingen...............................................18
Volume en aan/uit knop......................................17
Volume- en aan/uit-knop.................................40

77
78
CG3548nl

You might also like