Professional Documents
Culture Documents
Ford FX Handleiding
Ford FX Handleiding
De informatie in deze publicatie was correct ten tijde van het ter perse gaan. In het belang van de continue
productontwikkeling behouden we ons het recht voor om specificaties, ontwerp en uitrusting op ieder
moment zonder aankondiging of verplichting te wijzigen. Niets uit deze uitgave mag in enigerlei vorm en
door enig middel gereproduceerd, verzonden of in een oproepsysteem opgeslagen of in een andere taal
vertaald worden zonder onze schriftelijke toestemming. Fouten of omissies uitgesloten.
© Ford Motor Company 2012
Algemene informatie....................................24
Beveiligingscode...............................................5
Telefooninstellingen .....................................24
Beveiligingscode vergeten.............................5
Telefoon gebruiken .......................................24
Beveiligingscode invoeren.............................5
Incorrecte beveiligingscode .........................5
Introductie navigatie - Auto's
met: Aanraakscherm
Introductie navigatie - Auto's
met: CD-navigatiesysteem Introductie navigatie .....................................27
1
Inhoudsopgave
Werking...............................................................72
TMC gebruiken ................................................72
Kaartupdates
Kaartupdates ..................................................73
2
Introductie navigatie
LET OP WAARSCHUWINGEN
Oefen geen overmatige kracht op het Het systeem levert informatie
glas uit. waarmee u veilig en snel uw
bestemming kunt bereiken.
CD’s met een onregelmatige vorm en
CD’s met krasbescherming of Om veiligheidsredenen mag de
zelfklevende etiketten mogen niet bestuurder het systeem alleen bij
worden gebruikt. Garantieclaims, waarbij stilstaande wagen programmeren.
dit type CD in een audio-installatie wordt Het systeem biedt geen hulp met
aangetroffen die voor reparatie wordt betrekking tot stopborden,
aangeboden, worden niet geaccepteerd. verkeerslichten of
wegwerkzaamheden en biedt evenmin
andere belangrijke veiligheidsinformatie.
3
Introductie navigatie
WAARSCHUWINGEN
Gebruik het systeem niet voordat u
zich vertrouwd hebt gemaakt met de
bediening ervan.
Bekijk de systeemdisplay alleen
wanneer de rijomstandigheden dit
toelaten.
Veiligheidsinformatie
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen
en volg deze op. Wanneer u dit nalaat
wordt de kans op een aanrijding en
lichamelijk letsel verhoogd. Ford Motor
Company is niet aansprakelijk voor schade
die voortvloeit uit het niet opvolgen van
deze richtlijnen.
Wanneer de route-instructies nauwkeurig
moeten worden bekeken, zet de wagen
dan op een veilig moment aan de kant en
parkeer deze.
Gebruik het navigatiesysteem niet om
hulpdiensten te lokaliseren.
Maak altijd gebruik van de nieuwste
navigatie-informatie voor een zo efficiënt
en veilig mogelijk gebruik van het systeem.
Uw dealer is gaarne bereid u hierbij
behulpzaam te zijn.
4
Beveiliging navigatiesysteem
BEVEILIGINGSCODE INCORRECTE
BEVEILIGINGSCODE
Het systeem is voorzien van een unieke
Keycode die moet worden ingevoerd
LET OP
voordat het systeem kan worden
ingeschakeld. Deze code wordt gewoonlijk Controleer voordat u de Keycode
tijdens de afleveringsinspectie door de bevestigt, of deze correct is. Het
dealer ingevoerd. herhaald invoeren van onjuiste codes
kan een permanente blokkering van de unit
Wanneer de accu werd losgekoppeld of
tot gevolg hebben.
de speler uit de auto werd verwijderd, moet
eerst de Keycode worden ingevoerd
voordat de speler weer kan worden U kunt maximaal drie onjuiste Keycodes
ingeschakeld. invoeren voordat het systeem gedurende
een uur wordt geblokkeerd.
BEVEILIGINGSCODE
VERGETEN
Wanneer u de Keycode bent vergeten,
neem dan contact op met uw dealer en
geef hem de gegevens van uw installatie
en een legitimatiebewijs. Uw dealer vraagt
dan de juiste code voor u op.
BEVEILIGINGSCODE
INVOEREN
Wanneer CODE - - - -, CODE 0000, SAFE
of ENTER KEYCODE op het display
verschijnt wanneer u de unit inschakelt,
moet u de Keycode aan de hand van de
instructies op het scherm invoeren.
Voer de juiste code met behulp van de
nummertoetsen in. Druk op de toets onder
OK om de invoer te bevestigen.
5
Introductie navigatie - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Druk op de SELECT knop om een selectie Wanneer u de letters invoert, verschijnt het
te activeren. resultaat op de bovenste regel. Selecteer
OK wanneer de gewenste gegevens zijn
Druk op een willekeurig moment op de ESC ingevoerd om de selectie te activeren.
toets om naar het eerder weergegeven Wanneer alleen een gedeelte van de naam
scherm terug te keren. gemarkeerd wordt weergegeven, dan kunt
N.B.: Dit is een praktische toets wanneer u u OK selecteren om de voorgestelde naam
maar één stap terug moet. te accepteren of kunt u LIJST selecteren
voor een keuzelijst met alle beschikbare
1. Plaats de SD-navigatiekaart in de invoeren die overeenkomen. Draai de
opening voor de SD-kaart. De SELECT knop naar de benodigde
waarschuwing wordt weergegeven. ingevoerde gegevens. Selecteer OK om de
Lees de waarschuwing en selecteer OK selectie te activeren.
om het systeem te gebruiken.
N.B.: Wanneer er meer dan één ingang
2. Druk op de SELECT knop. Het scherm bestaat met exact dezelfde naam, dan
voor het invoeren van het reisdoel verschijnt een keuzelijst met diverse opties.
verschijnt in de display.
3. Druk op de gewenste knop en voer de Voorbeeld van een route invoeren
reisdoelgegevens in. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 10). Dit is een eenvoudig voorbeeld waarin
wordt uitgelegd hoe u gebruik moet maken
Keuzelijsten van de basisfuncties om een route in te
voeren. Raadpleeg het betreffende
Op diverse schermen wordt een lijst met hoofdstuk in deze handleiding voor
beschikbare opties weergegeven. Selecteer informatie over andere functies van het
de gewenste optie; als deze niet op het systeem.
scherm wordt weergegeven, draai dan de
SELECT knop om de rest van de keuzelijst Volg alstublieft stap voor stap de
te bekijken. procedure om u vertrouwd te maken met
het systeem.
6
Introductie navigatie - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Hoofdscherm navigatie
Druk op de NAV toets naast het touch
screen om het navigatiesysteem te
selecteren. De waarschuwing wordt
weergegeven. Lees de waarschuwing en
selecteer OK om het systeem te gebruiken.
7
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: CD-navigatiesysteem
OVERZICHT NAVIGATIE-EENHEID
A B C
T
S D
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
R E
Q F
P V G
O U
H
N I
M L K J
E97652
A CD-uitwerptoets
B Kanaal/keycode selecteren / telefoonnummer invoeren
C Informatie
D Kaart weergeven
E Home menu selecteren
F Traffic/TMC menu selecteren. Zie TMC gebruiken (bladzijde 72).
G Geluidsinstellingen. Zie Werking radio (bladzijde 17).
H Escape toets (programma verlaten)
I Draaiknop navigeren/selecteren
J Display
K Opwaarts zoeken
L Neerwaarts zoeken
8
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: CD-navigatiesysteem
NAVIGATIEDATA LADEN
1. Plaats de SD-navigatiekaart in de
opening.
2. Druk op de NAV toets. De
waarschuwing verkeersveiligheid wordt
weergegeven in de display.
3. Draai de SELECT knop om een optie te
selecteren.
4. Druk op de SELECT knop om een
selectie te activeren.
N.B.: De navigatie-CD kan eveneens worden
gebruikt voor navigatiegegevens. Zie
Systeeminstellingen (bladzijde 10).
Raadpleeg uw dealer voor nieuwe uitgaven
van kaarten en het opwaarderen van het
systeem.
9
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
10
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Kaart
Oriëntatie Noord / Rijrichting / Auto
Kaartweergave Positie
Reisdoel
Rijadvies Uit / Altijd / Tijdelijk
Rijbaanadvies Aan/Uit
Volgende POI's Aan/Uit
Kaartinhoud Keuzelijst
Navigatie
Databron navigatie CD / SD
Tijd Resttijd / Aankomst
Rijadvies Uit / Altijd / Tijdelijk
Navigatiedemo Uit / Eenmaal / Continu
Snelheidsprofiel instellen
Positie handmatig invoeren
Handm. kalibreren starten
Radio
Nieuws Aan/Uit
Alternatieve frequentie Aan/Uit
Regionaal Aan/Uit
Radiotekst Aan/Uit
SD-kaart
SD-kaart deactiveren
Navi-cd kopiëren naar SD
SD formatteren
Tijd/datum
Klok instellen
Datum instellen
Tijdopmaak 12H / 24H
Datumopmaak
Met GPS Aan/Uit
Zomertijd
Tijdzone
A
E97773
11
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Display
Displaymodus Dag / Nacht / Auto
Weergave Kleur 1 / Kleur 2
Helderheid
Volumes
Gesproken berichten navi Aan/Uit
Navigatie-audio-mix
Autom. volumeaanpassing
Taal
Keuzelijst
Fabrieksinstellingen
Radio-inst. terugzetten
Nav/kaart-inst. terugzetten
Reisdoelgeheugen wissen
Systeem-inst. terugzetten
Display uit
E97774
Draai de SELECT knop en navigeer naar de Het volgende schema geeft een overzicht
van de menustructuur van het scherm met
gewenste functie in de eerste kolom van
de menulijst. Druk op de SELECT knop om instellingen:
de functie te activeren. Een beschrijving van de diverse functie en
Draai de SELECT knop en navigeer naar de beschikbare opties worden hier gegeven:
gewenste functie in de tweede kolom van Kaart
de menulijst. Druk op de SELECT knop om
de verschillende functies en opties te Oriëntatie
activeren.
Hiermee wordt de manier waarop de kaart
Druk op een willekeurig moment op de ESC wordt weergegeven veranderd.
toets om naar de vorige functie terug te
keren.
12
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
13
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Navigatiedemo Radio
Met deze functie kunt u alle startposities Nieuws
instellen en zo nodig een demonstratie van
routebegeleiding beginnen. Wanneer u Deze functie onderbreekt normale
deze functie activeert wordt uw GPS radio-uitzendingen voor nieuwsberichten
positie genegeerd en uw auto hoeft niet in van radiostations op de FM band op
beweging te zijn om een route te beginnen. dezelfde wijze als bij verkeersberichten.
Het nieuwsbericht onderbreekt de
• Selecteer UIT om deze functie te geluidsweergave met hetzelfde
deactiveren. Het systeem werkt dan voorgeprogrammeerde volume als bij
normaal met gebruikmaking van de verkeersberichten. U kunt deze functie in-
GPS sensor en geeft de werkelijke en uitschakelen.
positie van de auto weer.
• Selecteer EENMAAL om eenmaal een Alternatieve frequentie (AF)
gesimuleerde routebegeleiding te laten
Veel programma's die op de FM band
plaatsvinden.
worden uitgezonden hebben een
• Selecteer CONTINU voor een programma-identificatie (PI) code, die
doorlopende demonstratiemodus. De door de audio-installatie kan worden
gesimuleerde route wordt telkens herkend. Als bij uw radio AF is ingeschakeld
herhaald doordat wanneer het reisdoel en rijdt vanuit het ene ontvangstgebied
is bereikt naar het startpunt wordt naar een ander, zoekt deze functie naar
teruggekeerd. een krachtiger radiosignaal stemt daarop
Selecteer om een gesimuleerde positie van af wanneer het wordt gevonden. De
de auto in te voeren de toets voor het installatie evalueert continu de
handmatig invoeren van de positie. Nu kan signaalsterkte en, indien een beter signaal
een adres op de gebruikelijke wijze worden beschikbaar komt, schakelt de installatie
ingevoerd. over naar dat alternatief. De
geluidsweergave wordt onderbroken terwijl
Handmatig kalibreren starten het toestel de lijst met alternatieve
frequenties controleert en, zo nodig, de
Om de nauwkeurigheid waarmee de positie golfband eenmaal afzoekt naar een
wordt aangegeven te behouden kan het alternatieve frequentie. Wanneer een
nodig zijn het navigatiesysteem periodiek radiostation wordt gevonden wordt de
te kalibreren. Druk op de select knop om weergave van het geluid hervat; wanneer
het navigatiesysteem opnieuw te er geen radiostation wordt gevonden,
kalibreren. Volg de instructies op het stemt het systeemautomatisch af op de
scherm op. oorspronkelijke frequentie.
14
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
15
Systeeminstellingen - Auto's met: CD-navigatiesysteem
16
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
17
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
18
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
19
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem
20
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Waypoints Tochtenlijst
Door Waypoints te selecteren, krijgt u Via deze functie kunt u een aantal
toegang tot een lijst met verpersoonlijkte verschillende reisdoelen invoeren en tevens
locaties. Dit kunnen van de weg afgelegen de volgorde selecteren waarin u de
locaties zijn of bijvoorbeeld gebieden die reisdoelen wilt bezoeken. Het systeem
niet op de kaart staan en geen deel berekent automatisch de door u gekozen
uitmaken van het netwerk van wegen dat rit en geeft deze weer.
in de database is opgenomen. Waypoints
kunnen op een actuele plaats worden
opgeslagen door op de toets MENUSTRUCTUUR
TOEVOEGEN te drukken. Zodra
waypoints zijn opgeslagen kunnen deze Het volgende schema biedt een overzicht
worden opgevraagd en gebruikt als van het hoofdnavigatiemenu en de
programmeerbare reisdoelen. submenu's:
Reisdoel invoeren
Land
Stad / PC
Straat
District
Laatste reisdoelen
Keuzelijst
Alfabetisch reisdoelgeheugen
Keuzelijst
Handmatig gesort. reisdoelgeheugen
Keuzelijst
Special destinations
In omgeving positie Keuzelijst
Omgeving reisdoel Keuzelijst
In de stad
Waypoints
Tochtenlijst
E97777
21
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem
22
Navigatiesysteem - Auto's met: CD-navigatiesysteem
Kruispuntzoom
Deze functie zorgt ervoor dat automatisch
op de kaartweergave wordt ingezoomd bij
een afslag of het maken van ingewikkelde
manoeuvres. Kort hierna wordt de normale
weergave hervat.
Selecteer AUTO om de kruisingszoom te
activeren.
Navigatiedisplay
Wanneer met een navigatieroute is
begonnen, is het standaard scherm het
hoofdnavigatiescherm.
Zodra u via een geactiveerde route rijdt,
worden via het scherm en d.m.v. gesproken
tekst aanwijzingen gegeven. Naar welke
audiobron u ook wilt luisteren, primair
wordt iedere afslag en de informatie over
de afstand op het scherm weergegeven in
de vorm van een grafische inzet. U hoeft
het toestel niet op het
hoofdnavigatiesysteem te laten staan
wanneer u langs een route navigeert. Zo
nodig is wat meer gedetailleerde
informatie over de route beschikbaar via
het hoofdnavigatiescherm.
WAARSCHUWING
Vertrouw tijdens het navigeren niet
op de aanwijzingen op het scherm.
Luister altijd naar de navigatiestem
en houd uw aandacht bij de weg voor u.
23
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
Instellingen
Alle gesprekken weigeren Aan/Uit
Bluetooth Aan/Uit
Actieve telefoon kiezen Keuzelijst
Kies tel. om af te melden Keuzelijst
Kies actieve BT-telefoon Keuzelijst
Kies BT-tel. om af te melden Keuzelijst
E97785
24
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
25
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
CD-navigatiesysteem
26
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm
A B C D
E88722
27
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm
28
Introductie navigatie - Auto's met: Aanraakscherm
29
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm
OVERZICHT NAVIGATIE-EENHEID
A B
Y C
X D
W E
V F
U G
T H
S I
R J
Q K
P O N M L
E88272
A Uitwerptoets CD en sleuf
B Touch screen display
C Kaartscherm
D Informatie navigatiepositie/ laatste gesproken navigatie-aanwijzing herhalen
E Home menu selecteren
F Geluidsinstellingen en instellingen equalizer selecteren. Zie Bediening van
het audiosysteem (bladzijde 40).
G Neerwaarts zoeken
H Opwaarts zoeken
30
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm
I Ventilatieregeling hoofdniveau
J Ventilatieregeling voorruit
K Klimaatregeling/ temperatuurregeling rechterzijde
L Ventilatieregeling beenruimte
M Menu klimaatregeling
N Aan, uit en volumeregeling. Zie Bediening van het audiosysteem (bladzijde
40).
O Luchtrecirculatie
P Aanjagertoerental verlagen
Q Klimaatregeling/ temperatuurregeling linkerzijde
R Voorruit maximaal ontdooien
S Aanjagertoerental verhogen
T Menu selecteren. Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
U Telefoonmenu selecteren
V Traffic- of TMC-menu selecteren. Zie Traffic Message Channel
(verkeersberichtenkanaal) (bladzijde 72).
W Radio en golfband selecteren. Zie Bediening van het audiosysteem (bladzijde
40).
X CD, CD-MP3, CD-wisselaar en AUX-bron selecteren. Zie Bediening van het
audiosysteem (bladzijde 40).
Y Hoofdscherm navigatie. Zie Navigatiesysteem (bladzijde 44).
31
Overzicht navigatie-unit - Auto's met: Aanraakscherm
NAVIGATIEDATA LADEN
Onder normale omstandigheden hoeven
de navigatiedata niet te worden
geactiveerd. Dit is een handeling die
uitsluitend voor de dealer/ werkplaats is
voorbehouden.
Raadpleeg uw dealer voor nieuwe uitgaven
van kaarten en het opwaarderen van het
systeem.
32
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
33
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
Kaart
Beeld 2D / 3D
Oriëntatie Auto / Noord / Rijricht.
Rijstrook Aan/Uit
Nav-pijlen Uit / Temp. / Altijd
Kaartweergave Positie
Reisdoel
Overzicht
Kaartinhoud Keuzelijst
Navigatie
Tijd Rest / Aank.
Snelheidsprofiel instellen
Nav-pijlen Uit / Temp. / Altijd
Nav-demo Uit / Eenmaal / Continu
Handmatig kalibreren starten
Positie handmatig invoeren
Radio
Nieuws Aan/Uit
Alternatieve freq. Aan/Uit
Regionaal Aan/Uit
Service Linking Auto / Off
Display uit
Tijd/datum
Handmatige scherminstelling Met GPS
Display
Displaymodus Dag / Nacht / Auto
Weergave Kleur 1 / Kleur 2
Helderheid
Kalibreren TouchScreen
Volumes
Gespr. berichten navi Aan/Uit
Nav Mix
A AVC
E88792
34
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
Taal
Keuzelijst
Spraakbediening
Taal Keuzelijst
Fabrieksinstellingen
Radio-instellingen terugzetten
CD/AUX-instellingen terugzetten
Nav-/kaartinstellingen terugzetten
Reisdoelgeheugen wissen
Systeeminstellingen terugzetten
E88793
35
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
36
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
37
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
38
Systeeminstellingen - Auto's met: Aanraakscherm
AVC
Automatische Volume Controle (AVC)
regelt het volume van de audiobron
afhankelijk van de rijsnelheid van de auto.
Beweeg de schuifbalk om de gevoeligheid
in te stellen.
39
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm
40
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm
N.B.: Voor de autostore functie kunt u ook Druk op FM LIST voor een lijst met alle
de FM AST toets indrukken en ingedrukt beschikbare voorkeuzestations. Selecteer
houden. Houd de RADIO toets ingedrukt om het gewenste station om direct hierop af
dezelfde functie te activeren. te stemmen.
41
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm
42
Bediening van het audiosysteem - Auto's met:
Aanraakscherm
Auxiliary ingang
Wanneer uw wagen is uitgerust met een
AUX aansluiting, dan kan door AUX te
selecteren een externe audiobron via het
systeem worden weergegeven.
Druk tweemaal op CD/AUX om de AUX
ingangsmodus te selecteren. Het volume
en de andere instellingen worden op
dezelfde wijze bediend als voor de andere
audiobronnen.
43
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
Laatste doelen
E88724 Hiermee kunt u snel toegang krijgen tot
eerdere reisdoelen die in het systeem zijn
A Huidige bestemmingsinvoer ingevoerd. Selecteer het gewenste reisdoel
uit de lijst.
B Huidige locatie.
Reisdoelgeheugen
Dit is het hoofdnavigatiescherm, vanwaar
de reisdoelen worden ingevoerd en routes Het menu met het reisdoelgeheugen geeft
worden ingesteld. Wanneer een adres als u toegang tot een gedetailleerd aantal
reisdoel is ingevoerd, verschijnt deze naast geavanceerde gebruiksfuncties. U kunt een
het vlagsymbool. Uw huidige locatie wordt persoonlijk adresboek aanleggen en
weergegeven naast het pinsymbool. bijvoorbeeld aan adressen en reisdoelen
Met de toetsen aan de linkerzijde van het een door u gedefinieerde naam geven.
scherm kunt u op diverse manieren uw Laatste doelen
reisdoel invoeren:
Naast de hierboven beschreven functie
Reisdoel invoeren kunt u gegevens in deze lijst bewerken.
Druk op BEWERKEN en u heeft de
Druk op DEST. INPUT (REISDOEL
mogelijkheid om een of alle gegevens in
INVOEREN) om op het scherm voor het
deze lijst te wissen. Het is ook mogelijk een
invoeren van het reisdoel te komen. Voor
naam aan een reisdoel in de lijst toe te
informatie over handeling Zie Introductie
kennen door het gewenste reisdoel te
navigatie (bladzijde 27).
selecteren en een naam met het
toetsenbord in te voeren.
44
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
45
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
46
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
Kort
Basismethode voor het invoeren
van een reisdoel
Via deze optie wordt prioriteit gegeven aan
de kortste route naar uw reisdoel. Zie Introductie navigatie (bladzijde 27).
47
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
48
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
Aanbeveling rijstrook
Om de deze functie in of uit te schakelen,
Zie Systeeminstellingen (bladzijde 33).
Wanneer u tijdens de routebegeleiding een
knooppunt of kruising nadert, dan wordt
de aanbevolen rijstrook automatisch voor
de afslag of te nemen weg op het scherm
gemarkeerd. E88768 F
Deze informatie verschijnt in een venster
rechtsboven op de kaart. A Afslag-/ richtingindicator
N.B.: De informatie over de aanbevolen B Volgende straat
rijstrook wordt alleen getoond wanneer de C Afstand tot de volgende afslag/
kaartweergave is geselecteerd. verandering van richting en
N.B.: Informatie over de aanbevolen visuele aftelindicator
rijstrook wordt alleen gegeven als de D Afstand tot reisdoel
kaartdatabase de beteffende weg of
kruising ondersteunt. Dit is hoofdzakelijk het E Geschatte aankomsttijd
netwerk van hoofdwegen, zoals snelwegen F Mute toets navigatiestem.
en provinciale wegen.
Zodra u via een geactiveerde route rijdt,
Navigatiedisplay worden via het scherm en d.m.v. gesproken
Wanneer met een navigatieroute is tekst aanwijzingen gegeven. Naar welke
begonnen, is het standaard scherm het audiobron u ook wilt luisteren, primair
hoofdnavigatiescherm: wordt iedere afslag en de informatie over
de afstand op het scherm weergegeven in
N.B.: Druk op de knop MAP (KAART) en de vorm van een grafische inzet. U hoeft
houd deze ingedrukt om te wisselen tussen het toestel niet op het
2D en 3D kaartweergave. hoofdnavigatiesysteem te laten staan
wanneer u langs een route navigeert. Zo
nodig is wat meer gedetailleerde
informatie over de route beschikbaar via
het hoofdnavigatiescherm.
WAARSCHUWING
Vertrouw tijdens het navigeren niet
op de aanwijzingen op het scherm.
Luister altijd naar de navigatiestem
en houd uw aandacht bij de weg voor u.
49
Navigatiesysteem - Auto's met: Aanraakscherm
Symbolen routebegeleiding -
navigatiepijlen
A B
E88769 C
50
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Nummer kiezen
Nummerherh.
Telefoonboek
51
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
52
Bediening telefoon via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
53
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Maak uzelf vertrouwd met de functies van Probeer geen nieuwe commando's te
het navigatiesysteem voordat u het geven voordat u de piep hebt gehoord.
spraakherkenningsysteem gaat gebruiken. Wanneer u niet precies weet hoe u moet
N.B.: Wanneer Bluetooth en Voice Control doorgaan, zeg dan "HELP" voor hulp of
gedurende langere tijd bij stilstaande wagen "CANCEL" wanneer u niet wilt doorgaan.
worden gebruikt, laat dan de motor De "HELP" functie biedt u alleen een
stationair draaien om te voorkomen dat de verzameling van de beschikbare
accu wordt ontladen. commando's. Een gedetailleerde uitleg
over alle mogelijke gesproken commando's
Ondersteunde commando's kunt u op de volgende bladzijden vinden.
Met het spraakbesturingssysteem kunt u Gesproken commando's
de volgende systemen in de wagen
bedienen: Alle commando's moeten op natuurlijke
• Telefoon wijze worden uitgesproken, alsof u tot een
passagier spreekt of een telefoongesprek
• Radio voert. Uw stemvolume moet afhankelijk
• CD-speler zijn van omgevingsgeluiden in of buiten de
auto, maar schreeuw niet.
• CD-wisselaar
• Klimaatregeling SPRAAKSTURING GEBRUIKEN
• Navigatiesysteem
• Systeeminstellingen. Werking van het systeem
N.B.: Het spraakbesturingssysteem is een De inhoud van bruikbare gesproken
taalgevoelig systeem. Wanneer u wilt dat commando's vindt u in de volgende lijsten.
het systeem in een andere taal werkt, voer In de tabellen zijn de correcte, gesproken
deze verandering dan via het instelmenu commando's voor alle beschikbare
van het systeem door. functies weergegeven.
54
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
55
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
56
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"VOLGENDE CD"
"VORIGE CD"
"VOLGENDE TRACK" / "VOLGEND NUMMER" / "VOLGENDE TITEL"
"VORIGE TRACK" / "VORIG NUMMER" / "VORIG TITEL"
"CD <1-6>"/"CD NUMMER <1-6>"
"TRACK <1-99>" / "TRACK NUMMER <1-99>" / "NUMMER <1-99>" / "TITEL <1-99>"
/ "TITEL NUMMER <1-99>"
"SHUFFLE AAN" / "RANDOM AAN" / MIX AAN"
57
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
58
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"RADIO / TUNER"
59
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"RADIO / TUNER"
"TELEFOON"
60
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"TELEFOON"
"NAMEN VOORLEZEN"
"NAAM TOEVOEGEN"
"NAAM WIJZIGEN"
"NAAM WISSEN"
"ALLE NAMEN WISSEN"
"GESPREKKEN WEIGEREN"
"GESPREKKEN AANNEMEN"
"BLUETOOTH AAN"
"BLUETOOTH UIT"
"NUMMER HERHALEN" / "HERHALEN"
"NUMMER KIEZEN" / "KIEZEN" / "GEREED" / "OK" / "NUMMER BELLEN" / "BELLEN"
61
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
N.B.: Kies de eerste letter van het contact 15. "MIJN KANTOOR" is opgeslagen op
uit het adresboek en kies vervolgens op de regel 2 in het telefoonboek.
spraakknop.
In de bovenstaande volgorde worden lange
N.B.: Er kunnen maximaal 5 namen worden pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
opgeslagen. demonstreert hoe het systeem u geleidt
zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
Voorbeeld 1 een bepaald punt verder moet gaan.
De volgende volgorde toont hoe een een Voorbeeld 2
gesproken dialoog kan worden toegepast
om een naam aan een telefoonnummer te Het systeem start in de telefoonmodus en
geven (in dit voorbeeld start het systeem "Meneer SMITH" is voor dit voorbeeld
in de telefoonmodus): gebruikt:
1. Druk op de toets om Voice Control te 1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren activeren
2. Systeem: "TELEFOON" 2. Systeem: "TELEFOON"
3. Systeem: piep 3. Systeem: piep
4. Gebruiker: "NAAM TOEVOEGEN" 4. Gebruiker: "BEL MENEER SMITH"
5. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER" 5. Systeem: "HET NUMMER WORDT
6. Systeem: piep GEBELD"
7. Gebruiker: " - " 6. Het systeem kiest het telefoonnummer
dat gekoppeld is aan het spraaklabel
8. Systeem: "KIES EEN REGELNUMMER" "Meneer SMITH"
9. Systeem: piep
10. Gebruiker: "2" COMMANDO’S
11. Systeem: "ZEG DE NAAM IN HET NAVIGATIESYSTEEM
TELEFOONBOEK"
12. Systeem: piep Navigatie
13. Gebruiker: "MIJN KANTOOR" Overzicht
14. Systeem: "DE NAAM IS
OPGESLAGEN" Het onderstaande overzicht toont de
beschikbare gesproken commando's voor
het navigatiesysteem.
"NAVIGATIE"
62
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"NAVIGATIE"
63
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
"NAVIGATIE"
Kaart commando's
"NAVIGATIE"
"AUTOZOOM AAN/UIT"
"KAARTSCHAAL VERGROTEN" / "KAART VERKLEINEN" / "SCHAAL VERGROTEN" /
"KAARTSCHAAL GROTER" / "KAART KLEINER" / "SCHAAL GROTER" / "UITZOOMEN"
"KAARTSCHAAL VERKLEINEN" / "KAART VERGROTEN" / "SCHAAL VERKLEINEN" /
"KAARTSCHAAL KLEINER" / "KAART GROTER" / "SCHAAL KLEINER" / "INZOOMEN"
"KAART OP HET NOORDEN" / "KAART OP HET NOORDEN WEERGEVEN" / "OP HET
NOORDEN"
"KAART IN RIJRICHTING" / "KAART IN RIJRICHTING WEERGEVEN" / "IN RIJRICHTING"
"PIJLEN WEERGEVEN" / "SYMBOLEN WEERGEVEN" / "PIJLWEERGAVE" / "SYMBOLEN"
/ "PIJLEN"
64
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
65
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
66
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Voorbeeld 2
COMMANDO’S
In dit voorbeeld start het systeem in de KLIMAATREGELING
navigatiemodus:
1. Druk op de toets om Voice Control te Airconditioning
activeren
Met gesproken commando's voor de
2. Systeem: "NAVIGATIE" airconditioning kunnen het
3. Systeem: piep aanjagertoerental en de temperatuur
worden ingesteld.
4. Gebruiker: "REISDOEL INVOEREN"
5. De unit schakelt over op het Overzicht
reisdoelinvoerscherm.
Het overzicht toont de beschikbare
6. Systeem: piep gesproken commando's voor de bediening
7. Gebruiker: "STAD INVOEREN" van de airconditioning.
67
Bediening spraaksturing via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Voorbeeld
De volgende volgorde toont hoe een een
gesproken dialoog kan worden toegepast
om een functie van de airconditioning te
activeren (in dit voorbeeld start het
systeem in de radiomodus):
1. Druk op de toets om Voice Control te
activeren
2. Systeem: "RADIO"
3. Systeem: piep
4. Gebruiker: "AIRCONDITIONING"
5. Het systeem schakelt over naar het
airconditioningmenu.
6. Systeem: "AIRCONDITIONING"
7. Systeem: piep
8. Gebruiker: " - "
9. Systeem: "GEEF EEN COMMANDO!"
10. Systeem: piep
11. Gebruiker: " - "
12. Systeem: "ENKELE BELANGRIJKE
COMMANDO'S VOOR DE
AIRCONDITIONING ZIJN:
VENTILATOR HOGER OF LAGER,
TEMPERATUUR HOGER OF LAGER".
13. Systeem: piep
14. Gebruiker: "TEMPERATUUR LAGER"
15. Het systeem verlaagt de temperatuur
met 0,5 graden.
In de bovenstaande volgorde worden lange
pauzes en stiltes weergegeven met "-". Het
demonstreert hoe het systeem u geleidt
zelfs wanneer u niet zeker weet hoe u op
een bepaald punt verder moet gaan.
68
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Temperatuur instellen
Draai de knoppen Q en K voor de linker-
en rechterzijde van de auto.
69
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Mono modus uitschakelen U kunt als alternatief ook het toerental van
de ventilator via het touch screen instellen:
Selecteer met de draaiknop aan
passagierszijde een temperatuur voor de 1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
passagierszijde. De mono modus wordt M.
uitgeschakeld en MONO verdwijnt van het 2. Druk op het symbool van de ventilator.
display van de airconditioning. De
3. Stel het toerental van de ventilator
temperatuur voor de bestuurderszijde blijft
voor- en achterin de auto met behulp
ongewijzigd. U kunt nu de temperatuur
van de ventilatortoetsen in.
voor de bestuurderszijde en de
passagierszijde onafhankelijk van elkaar De ventilatorinstelling wordt op het display
instellen. De temperatuurinstellingen voor weergegeven.
beide zijden worden weergegeven op de Druk om terug te keren naar de auto modus
onderste regel van het display. U kunt een op de AUTO toets.
temperatuurverschil van maximaal 4 ºC
instellen. N.B.: Voor uitvoeringen met een
airconditioning met drie zones is het
N.B.: Wanneer het temperatuurverschil mogelijk om het toerental van de ventilator
groter is dan 4 °C, wordt de temperatuur voor- en achterin met behulp van de toetsen
aan de andere zijde bijgesteld zodat het op het touch screen onafhankelijk van elkaar
verschil 4 °C blijft. te wijzigen. Iedere combinatie van
N.B.: Wanneer u aan een van de zijden HI ventilatortoerentallen, auto modus, aan of
of LO instelt, wordt de temperatuur voor uit kan worden ingesteld.
beide zijden gelijk ingesteld.
Luchtverdeling
N.B.: Wanneer u de toets Q indrukt en
ingedrukt houdt, wisselt het systeem tussen Druk om de luchtverdeling in te stellen op
de mono en dual zone modus. de gewenste toets I, J of L. Iedere
combinatie van instellingen kan
Mono modus weer inschakelen tegelijkertijd worden geselecteerd.
U kunt als alternatief ook de luchtverdeling
via het touch screen instellen:
E70306
1. Druk op de AIRCONDITIONING toets
Druk op de MONO toets om de mono M.
modus weer in te schakelen. MONO
2. Druk op het symbool van de ventilator.
verschijnt opgelicht op het display en de
temperatuur aan passagierszijde wordt 3. Selecteer de gewenste richting van de
aangepast aan de temperatuur aan luchtstroom met behulp van de
bestuurderszijde. toetsen op het touch screen.
N.B.: Wanneer u de toets Q indrukt en Wanneer u voorruit ontdooien en
ingedrukt houdt, wisselt het systeem tussen ontwasemen kiest schakelen, I, J en L
de mono en dual zone modus. automatisch uit en wordt de
airconditioning ingeschakeld. Buitenlucht
Ventilator stroomt nu het interieur in. U kunt de
recirculatiestand niet selecteren.
Stel met behulp van de toetsen P en S het
toerental van de ventilator in.
70
Bediening klimaatregeling via navigatiescherm - Auto's met:
Aanraakscherm
Gerecirculeerde lucht
71
Traffic Message Channel (verkeersberichtenkanaal)
Verkeersberichten
Verkeersberichten (TA) kunnen via dit
menu worden in- of uitgeschakeld.
Wanneer het systeem is ingeschakeld
wordt een TA indicator aan de onderzijde
van de statusbalk weergegeven.
Stations die programma's met
verkeersinformatie (TP) op de FM-band
uitzenden kunnen worden herkend aan de
letters TP die op het display worden
weergegeven. Wanneer TA is ingeschakeld
beantwoordt het toestel deze berichten
en onderbreekt het de muziekweergave.
Nadat het bericht is beëindigd, wordt de
muziekweergave weer hervat.
Verkeersberichten beëindigen
Aan het einde van een verkeersbericht
hervat de installatie weer zijn normale
werking. Om een verkeersbericht voortijdig
af te breken, drukt u tijdens het
verkeersbericht op de TRAFFIC toets.
72
Kaartupdates
73
74
Index
75
Index
M Systeeminstellingen .....................................10
Display.......................................................................16
Menu route-opties ........................................22 Display toets..........................................................38
Dynamische routegeleiding..............................22 Display uit.................................................................16
Dynamisch TMC....................................................47 Display uit toets....................................................38
Opties........................................................................47 Fabrieksinstellingen.............................................16
Route.........................................................................22 Fabrieksinstellingen toets.................................39
Soort wegen dat moet worden vermeden Kaart...........................................................................12
of opgenomen..................................................22 Knop van tijd en datum.....................................38
Verdere opties vanaf het Map toets................................................................35
hoofdscherm.....................................................22 Navigatie...................................................................13
Menustructuur .................................................21 Navigatietoets.......................................................36
Radio..........................................................................14
N Radio toets..............................................................37
SD-kaart...................................................................15
Navigatiedata laden........................................9 Spraakbediening toets.......................................39
Navigatiesysteem .........................................20 Taal toets................................................................39
Talen...........................................................................16
O Tijd/datum...............................................................15
Volumeknop...........................................................39
Overzicht navigatie-eenheid........................8 Volumes....................................................................16
Overzicht navigatie-unit ................................8
T
R Telefoon gebruiken .......................................24
Rijveiligheid ........................................................3 Actieve telefoon afmelden...............................53
Veiligheidsinformatie............................................4 Alle inkomende gesprekken weigeren..........26
Routeweergaven ............................................22 Bellen........................................................................25
Kaartscherm...........................................................47 Een aangemelde telefoon
Kaart weergeven...................................................22 ontkoppelen......................................................26
Navigatiedisplay....................................................23 Een inkomend gesprek ontvangen................25
Een tweede inkomend gesprek
S beantwoorden..................................................25
Het volume van een gesprek dempen.........53
Spraaksturing gebruiken ............................54 Inkomende gesprekken weigeren..................53
Belangrijkste gesproken commando's........56 Opbellen..................................................................52
Help functie............................................................57 Telefoonmenu.......................................................24
Werking van het systeem..................................54 Van actieve telefoon veranderen...................26
Telefooninstellingen .....................................24
Een andere Bluetooth telefoon
aanmelden.........................................................24
Telefoonboekcategorieën.................................24
TMC gebruiken ................................................72
TMC berichten gebruiken..................................72
Verkeersberichten.................................................72
Verkeersberichten beëindigen.........................72
76
Index
W
Werking radio ...................................................17
Afstemmen..............................................................17
Een golfband selecteren...................................40
Equalizer instellingen.........................................40
Functies van de radio...........................................17
Geavanceerde radio-instellingen....................18
Geheugen met voorkeuzestations..................17
Geluidsinstellingen...............................................18
Volume en aan/uit knop......................................17
Volume- en aan/uit-knop.................................40
77
78
CG3548nl