Revue belge de philologie et

d'histoire

Schweizer (Hans Rudolf), Aesthetik als Philosophie der sinnlichen

Erkenntnis (eine interpretation der «Aesthetica» A. G. Baumgartens
mit teilweiser Wiedergabe des lateinischen Textes und deutscher
Uebersetzung)
Pierre Somville

Citer ce document / Cite this document :

Somville Pierre. Schweizer (Hans Rudolf), Aesthetik als Philosophie der sinnlichen Erkenntnis (eine interpretation der
«Aesthetica» A. G. Baumgartens mit teilweiser Wiedergabe des lateinischen Textes und deutscher Uebersetzung). In: Revue
belge de philologie et d'histoire, tome 54, fasc. 4, 1976. Histoire (depuis l'Antiquité) — Geschiedenis (sedert de Oudheid) pp.
1275-1276;

https://www.persee.fr/doc/rbph_0035-0818_1976_num_54_4_5431_t1_1275_0000_3

Fichier pdf généré le 14/04/2018

 CHRONIQUE 1275

aandrang dat het gezag van de republiek ook over Sumatra zou worden erkend. Tevens gaven
zij te verstaan dat vertegenwoordigers van door de geallieerden herbezette gebieden als
Borneo en Celebes zouden kunnen worden aangesteld in overleg met de republikeinse regering.
In ruil voor deze vage toezeggingen liet de Indonesische regering haar oorspronkelijke eis
vallen dat zij als souvereine macht over geheel Indonesië diende te worden beschouwd.
Voor Van Mook echter waren de aldus gedane beloften weinig meer dan een middel om
zowel de Indonesische als de Nederlandse regering te doen geloven dat de kansen op een
overeenstemming gunstig waren. Sjahrir kon zijn concessie gedaan hebben met de gedachte
dat het hoognodig was tot een akkoord te komen nu de Nederlanders druk bezig waren hun
gezag over de eilanden buiten Java en Sumatra te herstellen, maar Van Mook was zich er wel
van bewust dat dit het uiterste was waartoe de Indonesische regering bereid zou zijn te gaan.
Bevreesd dat verder uitstel zou leiden tot meerdere consolidatie van het gezag van de
republiek op Java en Sumatra probeerde hij beide regeringen naar een akkoord toe te jagen.
De veelgehoorde verklaring voor het mislukken van dit plan is dat de Nederlandse
ministers, tevens partijpolitici, weigerden zich een maand voor de algemene verkiezingen te
laten verleiden tot enige definitieve stellingname ten aanzien van het Indonesische vraagstuk.
Of dat zo is zal uit deel vier blijken : langzaam nadert deze publicatie haar eerste climax.
Onnodig te zeggen dat met dit derde deel wederom een belangrijke bijdrage is geleverd tot
onze kennis over het Nederlands- Indonesische conflict. — J. M. Pi.uvier.

Domaines spéciaux de l'histoire : histoire de la philosophie, des idées, de la

pédagogie, des sciences, du droit, histoire ecclésiastique, histoire économique et
sociale, histoire de Part et archéologie. — Bizondere takken van de geschiedenis :
geschiedenis van de wijsbegeerte, van de ideeën, van de wetenschappen, van het
recht, kerkgeschiedenis, economische en sociale geschiedenis, kunstgeschiedenis
en archeologie.

Schweizfr (Hans Rudolf), Aesthetik als Philosophie der sinnlichen Erkenntnis (eine
interpretation der «Aesthetica» A. G. Baumgartens mit teilweiser Wiedergabe des lateinischen
Textes und deutscher Uebersetzung), Bâle-Stuttgart, Schwabe, 1973 ; un vol. in-8°, 358 p.
— Avant Baumgarten, l'esthétique en est à sa préhistoire, malgré les réflexions des
philosophes sur le «beau» considéré en tant que transcendental ou les souvenirs et les avis
critiques des amateurs et des artistes au fil des siècles. En même temps que le vocable
nouveau à" Aesthetica appliqué à l'étude de la connaissance sensible (relative aux œuvres
d'art), c'est donc une discipline nouvelle et fraîchement autonome qui apparaît entre 1750 et
1758.
L'importance d'un tel jalon ne pourrait être surestimée et le statut quasi légendaire réservé
à Baumgarten comme à l'éponyme des esthéticiens n'est certes pas surfait. Cependant, en
raison inverse de cette célébrité historique, l'œuvre reste l'une des moins lues et des moins
pratiquées d'entre les classiques de l'esthétique. Ce fait un peu paradoxal a plusieurs raisons
sans doute, mais deux d'entre elles viennent immédiatement à l'esprit: 1) le texte original
1276 KRONIEK

rédigé en un latin wolffien des plus obscurs et des plus denses est extrêmement difficile à
lire ; 2) sur le plan matériel, l'œuvre est difficilement accessible car elle fut peu rééditée et
n'est guère disponible que sous la forme de reproduction photographique du texte de 1750-
1758.
Or, le présent ouvrage vient précisément remédier à cette double carence : pour les larges
extraits ici produits, le texte latin est en effet accompagné en regard d'une traduction
allemande originale qui, même pour le latiniste, se révèle souvent éclairante et efficace, sinon
indispensable ...
Quant aux passages choisis (il s'agit d'une anthologie), ils comprennent essentiellement
des définitions initiales des prolégomènes suivies des chapitres où il est question de la vérité
esthétique et de ses modalités (avant tout «poétiques»), c'est-à-dire respectivement les
articles 1-77 ; 423-504 et 555-630. Je ne mettrai pas en cause le bien-fondé d'une telle
sélection, comprenant bon an mal an un petit tiers des 902 articles de VEsthétique, mais c'est
le principe même de l'anthologie qui me gêne un peu. En effet, étant donné la rareté du texte
et la qualité des larges échantillons qui nous en sont ici proposés, on ne peut que regretter le
caractère partiel d'une si utile entreprise, vu que les résumés des articles absents, assez
détaillés et présentés en langue allemande (p. 317-345), ne fournissent pas un palliatif
suffisant. Peut-être peut-on signaler aussi, au chapitre des (très) menus reproches, qu'une
annotation plus abondante encore des termes techniques du latin wolffien ou leibnitzien eût été
souhaitable. Enfin, pour ne pas rester sur cette note, je mentionnerai la copieuse Introduction
(une centaine de pages) sur laquelle s'ouvre le volume et qui, tout en étant une véritable
propédeutique à la pensée de Baumgarten, se fait aussi étude critique. Elle établit notamment
l'indépendance de cette pensée vis-à-vis d'un kantisme historique parfois trop envahissant
(p. 20-26).
En bref, on ne peut que saluer la belle entreprise que représente cet ouvrage et souhaiter,
si possible, son plus complet achèvement. — Pierre Somviiif.

Contribution à l'histoire des bibliothèques et de la lecture aux Pays-Bas avant 1600 —

Studies over het boekenbezit en boekengebruik in de Nederlanden vóór 1600. Uitgegeven in
samenwerking met de werkgroep "Het geestesleven in de late Middeleeuwen" van het
Instituut voor middeleeuwse studies van de K.U.L. Bruxelles-Brussel, Archives et
Bibliothèques de Belgique — Archief- en Bibliotheekwezen in België, 1974 ; één deel in-8°, ill.,
636 blz. (Archives et Bibliothèques de Belgique, numero spécial II — Archief- fn
Bibliothefkwezen in België, extranummer 11). Prijs: 1.300 BF. — De zeer actieve
redactie van de Vereniging van Archivarissen en Bibliothecarissen van België, verzorgt niet
alleen een tijdschrift van om en bij de achthonderd pagina's per jaar, maar heeft sedert 1968
ook een reeks extranummers laten verschijnen, meestal gewijd aan een bepaald onderwerp of
bevattend de verslagen van studiedagen en colloquia van de Vereniging zelf.
Welke de aanleiding was om hier een aantal opstellen over het boekenbezit in de
Nederlanden vóór 1600 te bundelen, wordt niet meegedeeld (er is noch een woord vooraf, noch
een ten geleide) ; naar ik meen te weten was de bedoeling hiermee een bijdrage te leveren tot
de herdenking in 1973 van de vijf eeuwen oude boekdrukkunst in de Nederlanden. Tien van