Klimaattypen

Inleiding
Beste aardrijkskunde-topper! Hieronder ga jij een mysterie oplossen. Dit doe je door de juiste
beweringen bij het juiste klimaattype te zoeken. Hoe jij dit doet, mag je helemaal zelf weten.

Veel plezier!!
A klimaat B klimaat C klimaat D klimaat E klimaat

Tropisch klimaten Droge klimaten Gematigd klimaten Landklimaten Polen en

Zeeklimaten hooggebergte
klimaten

Hele jaar warm Meeste neerslag Nooit heel warm of Bitterkoude Te koud voor
verdampt koud winters en het kan bomen
’s zomers heel
warm worden

Koudste maand = Woestijnen en Soms droge zomer Taiga Toendra,

gemiddeld > 18℃ steppen of droge winter (naaldwouden) ijsvlakten

Regenwouden, Te droog voor Koudste maand > - Warmste maand Warmste maand
savannes, bomen. Af en toe 3℃ en < 18℃ > 10℃ < 10℃
prachtige een mooi struikje. Warmste maand Koudste maand
palmbomen > 10℃ < -3℃

Komt voor op lage < 400mm Dichtbevolkte Komt voor op Toevoeging F

breedten in de neerslag per jaar gebieden hogere breedten Sneeuwklimaat.
tropen Hele jaar sneeuw
zonder begroeiing

Toevoeging s Toevoeging S Loofbomen, Komt vrijwel Toevoeging H

Droge periode in Steppeklimaat vruchtbare alleen op het Hooggebergte-
de zomer Te droog voor landbouwgrond noordelijk halfrond klimaat. Zelfde als
bomen. Wel voor F, maar op grote
grasvlakten hoogte
Toevoeging f Toevoeging W Toevoeging s Toevoeging s Toevoeging T
Droge periode Woestijnklimaat Droge periode in de Droge periode in Toendraklimaat.
ontbreekt Hier is het zelfs te zomer de zomer Bevroren bodem.
droog voor gras.
Groeit eigenlijk
niets
Toevoeging w Liggen meestal Toevoeging f Toevoeging f Permafrost
Droge periode in rond de 30e Droge periode Droge periode De ondergrond
de winter breedtegraad ontbreekt ontbreekt ontdooit nooit
helemaal. Mossen
en wat planten.
Toevoeging w Toevoeging w
Droge periode in de Droge periode in
winter de winter