You are on page 1of 2

Samenvattingen

§1
Amsterdamse stadsbestuur legde 3 eilanden aan in het IJ, een zeearm van de
Zuiderzee.
Jan Bicker kocht het ‘Bickerseiland’ voor zijn scheepswerven.
Reijnier Reaal kocht het tweede eiland: het ‘Realeneiland’. Met een prachtig
woonhuis.
Het ‘Prinseneiland’ bleef in handen van het stadsbestuur
Dit hoofdstuk gaat over de periode van 1600-1700 in vroegmoderne tijd (1500-
1800)
Deze periode heet de tijd van regenten en vorsten

§2
Amsterdam werd in 17e eeuw het centrum van de wereldhandel.
Drassige gronden in Holland waren niet geschikt voor graanverbouw, alleen
voor weidegrond.
Graan haalden kooplieden uit het Oostzeegebied.
Ze haalden ook hout in het Oostzeegebied. Zo werd Amsterdam rond 1540 een
stapelmarkt voor hout en graan.
De Hollanders verdienen zoveel geld met de Oostzeevaart, dat ze de handel de
moedernegotie noemden.
Een nieuw type schip: Fluitschip. Smal dek een dikbuikig ruim. In de Sont was
de grootte van het dek de basis van de tolheffing.
Antwerpen was de belangrijkste havenstad in de 16e eeuw voor Nederland.
Spanje veroverde Antwerpen in 1585. Protestantse kooplieden vertrokken naar
Holland en Zeeland.

Gevolgen van val van Antwerpen!!!!!!!!!!!!!!!!


 Hollandse en Zeeuwse steden groeiden door de nieuwkomers
 Vlaamse handelslieden hadden handelscontacten in heel Europa. Die
handel was nu in Nederland
 Vlaamse ambachtslieden maakten hoogwaardige producten, ze brachten
nieuwe soorten nijverheid naar Nederland
 Deze luxeproducten leverden veel winst op, voortaan werden
grondstoffen bewerkt voor ze werden verkocht.
 Toenemende bedrijvigheid zorgde voor vraag naar arbeidskrachten.
Mensen uit andere gebieden trokken naar Holland/Zeeland voor een
betere baan
§3
Atlas Maior.
Een Amsterdams familiebedrijf Blaeu werd wereldberoemd ermee.
Het was handig voor zeereizen, maar ook om mee te pronken.

Na ontdekkingstijd in 16e eeuw handelde Spanje en Portugal in nieuwe


producten uit andere landen. Zo ontstond een wereldeconomie
In Europa steeg de vraag naar specerijen, een groep kooplui startte een
compagnie. (1595)
Er startten steeds meer kleine compagnieën. Die werden voorcompagnieën
genoemd
De voorcompagnieën gingen samenwerken, zo ontstond de VOC (1602)
Iedereen kon erin investeren
VOC kreeg een bestuur van 17 mannen uit verschillende Hollandse een
Zeeuwse handelssteden. De Heren XVII (17) Zij besloten wat werd ingekocht en
verkocht, ook wanneer.
De Compagnie kreeg als enige het richt om met Oost-Indië te handelen. Zo
kregen ze een handelsmonopolie op producten uit Oost-Indië
In 1621 werd de WIC opgericht. Ook zij kregen een monopolie. In dit geval met
Amerika en West-Afrika. De WIC hield zich vooral bezig met kaapvaart en
slavernij.
WIC West-Afrika om slaven te kopen.
WIC  verkoopt slaven in Midden-Amerika
WIC  Republiek met rietsuiker en tabak

Zo ontstond driehoekshandel, De handel tussen West-Afrika, Amerika en


Europa

You might also like