You are on page 1of 12

InteliCompact NT®MINT

Parallelle gen-set-controller

SW-versie 1.1, maart 2009

BEDIENINGSHANDLEIDING

Copyright © 2008,2009 ComAp s.r.o.

ComAp, spol. s r.o.


Kundratka 17, 180 00 Praag 8, Tsjechische Republiek
Tel: +420 246 012 111, Fax: +420 266 316 647
E-mail: info@comap.cz, www.comap.cz
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2
Documentinformatie ................................................................................................................................ 3
Verklaring van instructies .................................................................................................................... 3
Verklaring van overeenkomst.............................................................................................................. 3
BEDIENINGSHANDLEIDING .................................................................................................................. 4
Onderdelen van het frontpaneel ......................................................................................................... 4
Displayschermen en paginastructuur .................................................................................................. 6
Weergave van gemeten waarden ....................................................................................................... 7
Instelpunten – weergeven en wijzigen ................................................................................................ 7
Bladeren door de geschiedenis........................................................................................................... 8
Alarmweergave ................................................................................................................................... 9
Wachtwoord invoeren ....................................................................................................................... 10
Informatiescherm van de controller ................................................................................................... 10
Taalkeuze voor de controller ............................................................................................................. 11
Contrast van de weergave bijstellen ................................................................................................. 12

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 2


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
Documentinformatie
INTELICOMPACT-NT® - BEDIENINGSHANDLEIDING
GESCHREVEN DOOR: JAN TOMANDL
©2008 COMAP LTD.
KUNDRATKA 17, PRAAG 8, TSJECHISCHE REPUBLIEK
TELEFOON: +420246012111, FAX: +420266316647
W EB: HTTP://WWW.COMAP.CZ, E-MAIL: INFO@COMAP.CZ

DOCUMENTGESCHIEDENIS
REVISIENUMMER GERELATEERDE SW-VERSIE DATUM
1 1.0 30-05-2008

Verklaring van instructies


OPMERKING:
Dit alineatype vraagt de aandacht van de lezer voor een bepaalde mededeling of een gerelateerd
onderwerp.

OPGELET!
Dit alineatype benadrukt een procedure, wijziging etc., die op het eerste gezicht niet direct duidelijk
hoeft te zijn, maar schade of een onjuist functioneren van het apparaat tot gevolg kan hebben, indien
niet correct uitgevoerd.

WAARSCHUWING!
Dit meldingstype geeft dingen, procedures, wijzigingen etc. aan, die een hoog niveau van aandacht
vereisen of anders persoonlijk letsel of de dood tot gevolg kunnen hebben.

Verklaring van overeenkomst

Het hieronder omschreven apparaat komt overeen met de betreffende


basisvoorwaarden voor veiligheid en gezondheid van de Europese
laagspanningsrichtlijn nr.: 73/23 /EEC en de Europese elektromagnetische
compatibiliteitsrichtlijn 89/336/EEC op grond van het ontwerp en type, zoals het door
ons in roulatie is gebracht.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 3


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
BEDIENINGSHANDLEIDING
Onderdelen van het frontpaneel

BEDIENINGSKNOPPEN VAN DE GEN-SET


POSITIE OMSCHRIJVING
START-knop. Werkt alleen in MAN-modus. Druk op deze knop om
de startsequentie van de motor te beginnen. Zie het hoofdstuk
1
Motorstart in de Referentiehandleiding voor meer informatie over de
startsequentie.
STOP-knop. Werkt alleen in MAN-modus. Druk op deze knop om de
stopsequentie van de gen-set te initiëren. Wanneer u herhaaldelijk op
deze knop drukt of hem langer dan 2 seconden ingedrukt houdt,
2 wordt de huidige fase van de stopsequentie (bijvoorbeeld het koelen
of afvoeren van het vermogen) geannuleerd en gaat de volgende fase
verder. Zie het hoofdstuk Motor afkoelen en stoppen in de
Referentiehandleiding voor meer informatie over de stopsequentie.
FOUT-knop. Gebruik deze knop om een alarm te bevestigen en het
toetersignaal te deactiveren. Een inactief alarm verdwijnt onmiddellijk
en de status van een actief alarm verandert in "bevestigd", zodat het
3
direct verdwijnt zodra de oorzaak ervan verholpen wordt. Zie het
hoofdstuk Alarmbeheer in de Referentiehandleiding voor meer
informatie over alarm.

TOETER-knop. Gebruik deze knop om het toetersignaal uit te zetten


4
zonder bevestiging van het alarm.

MODUS LINKS-knop. Gebruik deze knop om de modus te


veranderen. Deze knop werkt alleen wanneer het scherm met de
indicator voor de huidige modus wordt weergegeven.
OPMERKING:
5
Deze knop werkt niet wanneer de controllermodus geforceerd wordt
door een binaire invoer uit het hoofdstuk Bedieningsmodus uit de
Referentiehandleiding.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 4


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
MODUS RECHTS-knop. Gebruik deze knop om de modus te
veranderen. Deze knop werkt alleen wanneer het scherm met de
indicator voor de huidige modus wordt weergegeven.
OPMERKING:
6
Deze knop werkt niet wanneer de controllermodus geforceerd wordt
door een binaire invoer uit het hoofdstuk Bedieningsmodus uit de
Referentiehandleiding.

GCB-knop. Werkt alleen in de modi MAN en TEST. Druk op deze


knop om de GCB te openen of sluiten en voorafgaand aan het
handmatig synchroniseren. Let op dat bepaalde voorwaarden vervuld
7
moeten worden, anders wordt het sluiten van de GCB of een start van
het synchroniseren geblokkeerd. Zie het hoofdstuk Koppelen van de
stroom in de Referentiehandleiding voor details.

W ERKINGSINDICATOREN VAN DE GEN-SET


POSITIE OMSCHRIJVING
Algemeen alarm. Deze rode indicator knippert indien er minstens één alarm
9 aanwezig is in de alarmlijst. Het knippert wanneer een nieuw alarm verschijnt
en nog niet is bevestigd.
Gen-set-voltage OK. Deze groene indicator brandt indien de
generatorspanning en de -frequentie binnen de limieten zijn.
10 OPMERKING:
De limieten voor de generatorspanning en de -frequentie worden bepaald door
de instelpunten uit de Gener Protect-groep.
GCB-positie. Deze groene indicator knippert wanneer de synchronisatie in
11 werking is. Anders toont het de status van de generatorschakelaar aan de
hand van de terugkoppelingang.
Bus onder spanning. Deze groene indicator laat zien of de bus onder
12
spanning staat of niet.

BEDIENINGSKNOPPEN VAN DE DISPLAY


POSITIE OMSCHRIJVING

16 Grafische B/W-display, 128x64 pixels.

PAGINA-knop. Met deze knop bladert u door de pagina´s op de


17 display. Zie het volgende hoofdstuk voor meer informatie over de
pagina´s op de display en de schermstructuur.

OMHOOG-knop. Gebruik deze knop om naar boven te gaan of de


18
waarde te vergroten.

OMLAAG-knop. Gebruik deze knop om naar beneden te gaan of de


19
waarde te verlagen.

ENTER-knop. Met deze knop rondt u de bewerking van een


20
instelpunt af of beweegt naar rechts in de geschiedenispagina.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 5


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
Displayschermen en paginastructuur
De weergegeven informatie is gestructureerd in "pagina´s" en "schermen". Gebruik de PAGINA-knop
om tussen de pagina´s over te schakelen.

1. De pagina Metingen bestaat uit schermen met informatie over de gemeten waarden zoals het
voltage, de stroom, oliedruk etc., en berekende waarden zoals bijvoorbeeld het gen-
setvermogen, statistische data en de alarmlijst op het laatste scherm.
2. De pagina Instelpunten bevat alle instelpunten verdeeld in groepen, evenals een speciale
groep voor de invoer van het wachtwoord.
3. De pagina Geschiedenis toont de afgelopen meldingen waarbij de laatste melding als eerste
wordt getoond.

Structuur van de getoonde gegevens

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 6


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
Weergave van gemeten waarden

Druk herhaaldelijk op de knop , totdat het hoofdscherm met de kW-meter en de modusselectie

wordt getoond. Druk vervolgens op of om het gewenste scherm van de pagina


Metingen te selecteren.

Het Hoofdscherm

Instelpunten – weergeven en wijzigen

1. Druk herhaaldelijk op , totdat u het scherm ziet met de lijst van instelpuntgroepen.

Selecteer vervolgens de gewenste groep door te drukken op of en rond af met

de knop om verder te gaan naar de geselecteerde groep.


2. Nu ziet u de lijst met instelpunten die behoren tot de geselecteerde groep tezamen met hun

huidige instelling. Druk opnieuw op of voor selectie van het instelpunt dat u

wilt wijzigen en druk op .


3. De huidige waarde van het instelpunt wordt getoond in het rechterdeel onder de naam van het

instelpunt. U kunt de waarde wijzigen door te drukken op of . De snelheid van


de wijziging neemt toe, wanneer de knop ingedrukt blijft.

4. Druk op voor bevestiging van de bewerking of op voor annulering en terugkeer


naar de lijst van instelpunten in de geselecteerde groep.

5. Ga verder met de wijziging van een ander instelpunt of druk op om terug te keren naar
de lijst van groepen.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 7


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
Lijst van instelpuntgroepen

Lijst van instelpunten in de geselecteerde groep

Wijziging van een instelpunt

Bladeren door de geschiedenis

1. Druk herhaaldelijk op de knop , totdat het hoofdscherm van de geschiedenis verschijnt


met de kolom van oorzaken en de laatste melding.

OPMERKING:

De meldingen worden genummerd in omgekeerde volgorde. De laatste (nieuwste) melding


wordt aangegeven met “0” en de oudere met “1”, “2” et cetera.

2. Gebruik de knop om door kolommen te bladeren in de geselecteerde melding. Door


de knop herhaaldelijk in te drukken begeeft u zich stapsgewijs door de kolommen; na de
laatste kolom wordt de eerste getoond.

3. Gebruik de knoppen en om door de meldingen te bladeren.

4. Druk op om een andere displaypagina te selecteren.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 8


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
Hoofdscherm van de geschiedenis

OPMERKING:
De eerste melding uit de geschiedenis nadat de controller ingeschakeld, geprogrammeerd of door de
waakhond (watchdog) gereset wordt, bevat diagnostische in plaats van operationele waarden.
Sommige velden van deze meldingen schijnen onzinnige waarden te tonen. Deze waarden kunt u
negeren.

Alarmweergave
De Alarmlijst en de ECU-alarmlijst worden getoond op de laatste twee schermen van de pagina
Metingen. Wanneer het hoofdscherm wordt weergegeven, verschijnt de Alarmlijst steeds automatisch
wanneer zich een nieuw alarm voordoet. Het kan ook handmatig worden opgeroepen zoals
beschreven in het hoofdstuk Weergave van gemeten waarden.

Gebruik de knop om de meldingen in de ECU-alarmlijst door te nemen. Details van


het geselecteerde alarm worden weergegeven op de onderste regel.

Druk op om na een alarm te resetten.


Om een ECU-alarm te resetten selecteert u eerst het scherm voor de ECU-alarmlijst, u houdt

vervolgens de knop ingedrukt en drukt op .

Een actief alarm wordt altijd getoond met witte tekst op een zwarte achtergrond. Dit
betekent dat het alarm nog steeds actief is en de betreffende alarmomstandigheden dus nog
steeds actueel zijn.
Een inactief alarm wordt altijd getoond met zwarte tekst op een witte achtergrond. Dit
betekent dat het alarm niet meer actief is en de betreffende alarmomstandigheden verdwenen
zijn.
Een niet bevestigd alarm wordt weergegeven met een asterisk (sterretje). Dit betekent
dat het alarm nog niet is geconfirmeerd/bevestigd is.

Alarmlijst

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 9


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
ECU-alarmlijst

OPMERKING:
De ECU-alarmlijst wordt alleen getoond, indien een ECU werd geconfigureerd.

Wachtwoord invoeren
Het wachtwoord moet worden ingevuld voorafgaand aan een wijziging van de instelpunten, die met
een wachtwoord worden beveiligd. Het wachtwoord bevindt zich in de eerste groep van instelpunten
en de manier van invoer of wijziging van een wachtwoord komt overeen met de verandering van
instelpunten zoals beschreven in het hoofdstuk over instelpunten.

OPMERKING:
Het is alleen mogelijk wachtwoorden te veranderen van hetzelfde of een lager niveau dan het actueel
ingevoerde wachtwoord.

OPMERKING:
Wachtwoord vergeten? Roep het informatiescherm op met het seriële nummer en het nummer voor
wachtwoorddecodering zoals beschreven in het hoofdstuk hieronder. Schrijf beide nummers op en
verstuur een verzoek met vermelding van deze twee nummers aan uw plaatselijke leverancier voor
opgave van het wachtwoord. Het is ook mogelijk om in plaats daarvan een archief op te slaan en te
versturen.

Informatiescherm van de controller

1. Druk herhaaldelijk op de knop totdat het hoofdscherm van de controller met de


voorkeuze van de modus en de analoge kW-meter verschijnt.

2. Houd de knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knop voor weergave van


het informatiescherm van de controller.
3. Het informatiescherm zal na 5 seconden automatisch verdwijnen.

4. Druk binnen 5 seconden opnieuw op om over te schakelen naar het selectiescherm


voor de taal.

5. Druk nog een keer op om over schakelen naar het scherm met het seriële nummer en
het nummer voor de wachtwoorddecodering.

6. Een volgende druk op de knop schakelt terug naar het informatiescherm.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 10


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
7. Druk op voor terugkeer naar het hoofdscherm van de controller.

Het informatiescherm bevat de volgende gegevens:

Naam van de controller


Firmware-identificatiereeks
Seriële nummer van de controller
Firmware-versie, applicatie-versie
Applicatie-type
Branchenaam

Taalkeuze voor de controller


Er zijn twee talen beschikbaar voor de controller. De standaardtalen zijn Engels en Chinees. De talen
kunnen veranderd of aangepast worden tijdens de configuratie in LiteEdit. Zie de documentatie van
LiteEdit voor meer informatie.

Omschakeling van de controllertaal:

1. Roep het informatiescherm op zoals beschreven hierboven.

2. Druk op terwijl het informatiescherm nog steeds zichtbaar is.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 11


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf
3. Nu verschijnt het taalmenu. Gebruik de knoppen en voor selectie van de
gewenste taal.

4. Druk op voor bevestiging van de keuze.

Contrast van de weergave bijstellen

1. Druk herhaaldelijk op de knop totdat het hoofdscherm van de controller met de


voorkeuze van de modus en de analoge kW-meter verschijnt.

2. Houd de knop ingedrukt en druk tegelijkertijd en herhaaldelijk op of om


het contrast aan te passen.

InteliCompact-NT, SW-versie 1.0, ©ComAp – May 2008 12


InteliCompact-NT-1.0 Operator guide.pdf

You might also like