You are on page 1of 4

LesSchemaFormulier

Student: Meike Schroijen


Kempelklas: V1C
Stageschool + plaats: Basisschool de Schakel, Ittervoort
Groep: 7/8
Mentor: Vera van Bilsen
Vak/onderwerp: Taalles- stelles
Datum: /

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
X Vakinhoudelijk bekwaam X Pedagogisch bekwaam
X Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking
stageplan)
Werken aan een positiefklasklimaat en werken aan expressie.

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
Het klasklimaat in mijn stageklas was tot voor de kerstvakantie niet goed in mijn stageklas. Vooral meiden
onderling ging niet zo goed. Mijn mentor is daardoor begonnen met Meidenvenijn om ervoor te zorgen dat
de leerlingen elkaar accepteren zoals ze zijn. Het klasklimaat nu in mijn klas is wel een stuk beter dan
eerst, maar ik ga er in mijn les nog extra aandacht aangeven zodat het nog beter wordt. De leerlingen
hebben wel allemaal al ooit een verhaal geschreven, weten hoe de opbouw van een verhaal hoort te zijn en
weten de meeste grammatica-regels.
Wat is het lesdoel voor de kinderen?
Aan het einde van de les wil ik dat het klasklimaat is verbeterd doormiddel van de taalles die ik ga geven.
Ik geef een stelles over emoties. Hierdoor hoop ik dat de leerlingen meer inzicht krijgen in emoties, hoe
andere leerlingen zich hebben gevoeld in een bepaalde situatie en dat de leerlingen elkaar meer gaan
accepteren. De emotie die centraal staat is boos. Het lesdoel voor de stelles is dat aan het einde van de les
de leerlingen doormiddel van expressie een verhaal kunnen schrijven.
Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?
- Taalschrift
- Pen
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
De leerlingen weten niet zo goed waar ze over moeten schrijven, of ze willen niet een ervaring opschrijven
waarin ze boos waren. Als dit het geval is dan moeten ze zelf een situatie bedenken waarin iemand boos is.
Nog een knelpunt kan zijn dat de concentratie op is bij de leerlingen. Als dit het geval is mogen ze 5
minuten een time-out nemen, of nemen we klassikaal een time-out. Ik zet de time-timer aan waarop de
leerlingen kunnen zien hoeveel minuten ze hebben voor het verhaal.
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
Theorie over positiefklassenklimaat heb ik gevonden bij kennisobjecten op de studieroute van Hogeschool
de Kempel. In blok 3 van leerjaar 1 hebben wij met Nederlands stellessen behandeld, daarom de keuze om
een stelles te geven.

Theorie positief klassenklimaat: sfeer en relatie leerkracht-leerling is erg belangrijk bij positief
klassenklimaat. Het is erg belangrijk dat de kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen. Als er een
aangename klassenklimaat is en de leerlingen voelen zich thuis in de klas en bij de leerkracht, dan is er
veel mogelijk. De houding van de leerkracht is erg belangrijk. De leerkracht moet echt contact zoeken met
de klas, zich proberen in te leven in elk van de kinderen en openstaan voor hoe een kind reageert en welke
beslissingen het kind maakt.[ CITATION Hog1 \l 1043 ]

Wat zijn de functies van schrijven?


- Communicatie: reclametekst, briefjesschrijven
- Denken: vaktermen rond taaldidactiek. Weet wat het betekent (aantekeningen maken).
- Expressie: gedichtjes maken, fantasie openen of over gevoelens schrijven.

Je hebt vertellend en denkend schrijven


- Vertellend schrijven (groep 4,5,6): praten op papier, je gaat direct aan de slag zonder
verbeteringen en veranderingen aan te brengen.
- Denkend schrijven (groep 7,8): je verzamelt ideeën en denkt na over de inhoud en de opbouw van
de tekst. Tijdens het schrijven doen ze de tekst weer veranderen, aanvullen en verbeteren

Het doel van het stelonderwijs is dat kinderen in hun schrijfontwikkeling van vertellend naar denkend
schrijven gaan.
[ CITATION Hog20 \l 1043 ]
Fasering: Inhoud: Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Ik ga uitleggen wat de opdracht is: de leerlingen gaan schrijven over een ervaring waarin zij heel erg boos waren. Ik
begin de les met een voorbeeld van mezelf. Mijn voorbeeld: mijn moeder lag in het ziekenhuis tijdens kerst. Ik moest
+-5 Inleiding eigenlijk werken 2e kerstdag maar ik wilde heel graag naar mijn moeder. Ik had het werk gebeld dat ik eigenlijk niet
minuten kon werken omdat mijn moeder in het ziekenhuis lag. Het werk zei tegen mij dat ik moest komen werken en dat ik dan
maar na het werk naar mijn moeder moest gaan. Ik moest zelf maar voor vervanging regelen. Dit was een moment
waarop ik heel erg boos was op mijn baas (*dit is echt gebeurd*).

Ik ga drie vragen op het bord schrijven, die het uitgangspunt zijn voor de opdracht: wat gebeurde er? Hoe voelde je je?
Wat deed je? De drie vragen moeten verwerkt worden in de tekst.

De kinderen schrijven in hun eigen woorden hun ervaring op wanneer ze boos waren en verwerken de drie vragen op
+-20 Kern het bord in hun tekst.
minuten

Iedereen legt zijn verhaal op zijn/haar tafel neer. De leerlingen zitten in groepjes. Ze lezen eerst het verhaal van elkaar,
bij wie ze in het groepje zitten. Daarna verschuiven ze. Ze gaan elk groepje af en lezen iedereen zijn verhaal. Als ze
? Slot weer terug zitten op hun plaats ga ik de opdracht met de leerlingen evalueren. Wat vonden jullie van de les? Wat zijn
jullie te weten gekomen over elkaar? Kijk je nu anders naar iemand in de klas?

Als kinderen zich er niet prettig bij voelen om het verhaal aan de leerlingen te laten zien, dan doen ze hun schriftje
dicht en in de la.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?

You might also like