You are on page 1of 3

LesSchemaFormulier

Student: Vinny van de Ven


Kempelklas: 191C
Stageschool + plaats: De Spaaihoeve Eindhoven
Groep: 7/8
Mentor: Maartje
Vak/onderwerp: Taal
Datum: 10 december

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
x Vakinhoudelijk bekwaam x Pedagogisch bekwaam
Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Orde houden

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen weten wat de persoonsvorm en het onderwerp is en hoe ze deze kunnen vinden. Daarnaast
weten ze wat een werkwoordelijk gezegde is.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


Aan het eind van de les kunnen de kinderen de kinderen uitleggen wat het werkwoordelijk gezegde is en
kunnen ze deze aan wijzen in een zin

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Gynzy redekundig ontleden. Zelf moet ik in de theorie van redekundig ontleden duiken.

Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
Kinderen die afhaken  als ik dit merk dan mogen ze zelf een zin op het bord zetten en ontleden
Dat ik niet uit mijn woorden kom  mijn les voorbereiding uitgebreid uitwerken
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
Redekundig ontleden
Fasering: Inhoud Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Start - Regels De kinderen zitten in de kring en ik maak met de kinderen een aantal regels.
- zin - De kinderen praten wanneer ze de beurt krijgen
- Vinger opsteken
Deze regels zet ik op het whiteboard. Als de kinderen zich niet aan de regels houden dan moeten ze een werkblad
over redekundig zinsontleding maken.
Na het afspreken van de regels. Laat ik de zin ‘de kinderen van groep 7/8 luisteren naar de instructie’ zien. En vertel ik
er bij dat elk woord een andere functie heeft. ‘Luisteren’ geeft aan wat ze doen en ‘de kinderen van groep 7/8’ geeft
aan wie aan het luisteren zijn en ‘naar de instructie’ waar ze naar toe aan het luisteren zijn.
Kern - Herhaling pv en ow Als eerst ga ik vragen aan de kinderen ‘wie kan mij vertellen hoe we persoonsvorm kunnen vinden?’ ik laat maximaal
- Uitleg wwg 2 kinderen aan het woord. Als beide kinderen niet het juiste antwoord dan geef ik het antwoord. Ik vertel dat er twee
mogelijkheden zijn.
1. De zin vragend maken. De persoonsvorm staat vooraan.
2. De zin van tijd veranderen. De persoonsvorm verandert van tijd.
Ik geef aan dat manier 1 niet altijd handig is want als je de zin ‘welke kinderen houden van snoep?’ hebt dan kan je
manier 1 niet toepassen want het woord ‘welke’ is niet het persoonsvorm. Daarna vraag ik aan een kind om de 2 de
manier toe te passen.
Vervolgens vraag ik aan een kind ‘hoe vind ik het onderwerp?’. Wie of wat + persoonsvorm
Daarna vertel ik dat je naast het pv en ow ook het gezegde in een zin. Het gezegde zijn alle werkwoorden in de zin.
Hiernaar gaan we een aantal zinnen in gynzy ontleden. Ik laat elk kind 1x een zin ontleden.

Slot - Herhaling Om af te sluiten vraag ik een willekeurig kind wat het gezegde is en hoe je het persoonsvorm vind. Als de kinderen
- complimenten zich aan de regels hebben gehouden die we aan het begin van de les hebben afgesproken, dan complimenteer ik de
kinderen op hun werkhouding ten opzichten van de regels. Ik zeg dan dat de kinderen een hele fijne werkhouding
hebben laten zien.
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?


Ik had in mijn lesvoorbereiding bedacht om eerst het onderwerp en het persoonsvorm te herhalen. Maar
de kinderen wilde na mijn uitleg over de persoonsvorm meteen door met het oefenen met de zinnen.
Iets wat ik goed deed was dat ik Mick bijvoorbeeld een foutje liet maken om zo het nut van de vragen te
laten zien. Verder heb ik ook verschillende kinderen laten helpen als het kind er niet uitkwam

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:


Het lesdoel is gehaald. Alleen merk ik dat sommige kinderen het onderwerp en persoonsvorm nog
moeilijk vinden. Hier kan ik later misschien nog op terugkomen.

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:


De kinderen waren betrokken. Dit kwam omdat het een kleinere groep was en iedereen zomaar de beurt
kon krijgen. Hierdoor zijn ze alerter. Daarnaast werken de regels zeer goed.

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?

Ik vond het een hele leuke activiteit. De kinderen waren over het algemeen heel erg betrokken.
Goed dat je de regels op bord even kort bespreekt en ze daar ook aan houdt.
De les verliep daardoor heel ordelijk en fijn.
Goed ook dat je Mick “een foutje” liet maken, zo kon hij ook de noodzaak van je ”trucjes” in gaan zien.

Tip voor de volgende keer: 15-20 minuten is echt lang genoeg voor een oefening zoals deze. Misschien
kun je volgende week nog een keertje terugpakken op de les en en met de kinderen die het heel
moeilijk vonden nog een keertje herhalen.

You might also like