You are on page 1of 4

Bewegen en regelen 2.3 Lesgeven eigen klas (2.3.2.

3)

Doel Activiteiten/vaardigheden Omvang Samenwerking Toetsing (vorm) Beoordeling/weging

 Lesgeven aan een  Leren leidinggeven  2 uur  Individueel  POSE  35 %


groep
Opdracht: Maak een volledige les (Inleiding/ Activiteit/ Slot (eindspel). Werk de les uit op het LVF, zoals de BSM-reader beschreven heeft.

Stap 1 Hoofdvraag: Hoe organiseer je en verzorg je een goede les LO?


Oriënteren
Deelvragen:
 Kies een onderdeel die je wilt lesgeven.
 Welke organisatievorm past het best bij de activiteit?
 Wat zijn de mogelijkheden in de zaal of in de sporthal? Hoeveel ruimte heb je?
 Hoeveel leerlingen doen er mee met de les?
 Welke materialen heb je nodig?
 Wat is de doelstelling van de les?
 Wat is de beginsituatie?
 Wat is je lesdoel?

Stap 2  Lees paragraaf 2.3 ‘Leren lesgeven’ uit het methodeboek Be Sports-Minded.
Zoeken en plannen  Zoek passende oefeningen en spelvormen voor de doelgroep.
Stap 3  Controleer de bruikbaarheid van de bronnen (tijd, ruimte, duur).
Selecteer, meet, zoek  Vergelijk de verschillende opties voor een goede les.
Stap 4  Het LVF bevat maximaal 3 bladzijde. (1 staande voorkant en 2 liggende achterkanten) Pas je lettertype
Verwerk indien nodig hiervoor aan!
en  Gebruik de materialenlijst van de BSM-docent om vanuit word plaatjes te plakken.
 Zie in de BSM-reader hoe je een goed LVF uitwerk.
Stap 5  De BSM-docent kan het lesvoorbereidingsformulier netjes ingevuld nakijken.
Presente  Organisatie (loopt het?) / De haalbaarheid van de activiteiten lukt het? / Het geven van een leuke
er activiteit (leeft het?)
 De 4C’s (Constateren, corrigeren, controleren en complimenteren).
Stap6  Evalueer je eigen leer- en werkproces in de voorbereiding en op je eigen les.
Evalueer  Formuleer verbeterpunten voor de volgende keer.
Reflecte  Reflecteer individueel: zie zelfevaluatie formulier bij het onderdeel reflectie.
er
Achtergr  Paragraaf 2.3 ‘Leren lesgeven’ uit Be Sports-Minded.
ond  Zoek op internet en YouTube naar basketbal oefeningen. Bekijk voor inspiratie ook het LVF van de BSM-
docent.
Beoordelingscriteria 2.3 Lesgeven eigen klas (2.3.2.3)

Onvoldoende (<5,5) Voldoende (5,5 – 7,0) Goed (7,0 – 8,5) Uitstekend (8,5 – 10)
1. Voorbereiden Lesvoorbereiding is Benoemt activiteiten die aan Beschrijft in logische Beschrijft in logische
(Overleg, LVF + onvolledig en slordig. bod komen in een logische volgorde wat hij gaat doen volgorde wat hij gaat doen
organisatietekening) volgorde en vermeldt enkele en noemt de tijd en de (inclusief tijd), hoe hij dat
aandachtspunten en heeft belangrijke gaat doen en wat hij daarbij
overleg met de docent. aandachtspunten. als lesgever doet en zegt.
2. Organiseren Weet welk materiaal hij Weet welk materiaal hij Regelt zonder oponthoud het Regelt zonder oponthoud dat
(Incl. opstelling) nodig heeft. nodig heeft, hoe het klaarzetten van het materialen op tijd zijn,
bevestigd wordt en waar het materiaal. controleert duidelijk het
staat en creëert daarbij een klaarzetten en heeft klein
veilige situatie. materiaal direct voorhanden.
3. Opstarten van de Zoekt naar juiste woorden Zet de leerlingen aan het Gebruikt duidelijke volgorde Geeft duidelijke instructie (p-
activiteit/les om leerlingen aan het werk met een uitleg en/of in instructie (p-p-d) om p-d) om activiteit vlot op te
(Praatje – plaatje – daadje) werk te krijgen. Geeft voorbeeld en behoudt daarbij leerlingen vlot aan het werk starten, controleert daarbij
geen voorbeeld. het overzicht. te zetten, heeft overzicht en de uitkomst en corrigeert
grijpt in waar nodig. waar nodig.
4. Op gang houden van de Bevindt zich te veel Stimuleert leerlingen, geeft Stimuleert leerlingen, geeft Stimuleert leerlingen, geeft
activiteit/les tussen de leerlingen, eenvoudige aanwijzingen en relevante aanwijzingen, relevante aanwijzingen
geeft weinig aanwijzingen houdt de vaart in de les. controleert de uitkomst in gericht op het leerdoel en
en/of zorgt voor weinig een vlot tempo, bewaakt de controleert de uitkomst,
vaart in de les. intensiteit. bewaakt intensiteit.
5. Presenteren Staat ongemakkelijk voor Maakt contact met de groep Maakt contact met de groep Maakt makkelijk contact met
(Non-verbale communicatie en de groep, kijkt de groep of individuele leerlingen, en individuele leerlingen, de groep en individuele
stemgebruik) nauwelijks aan, spreekt staat nog wat ongemakkelijk staat redelijk ontspannen leerlingen, staat ontspannen
te zacht en de stem blijft voor de groep, spreekt niet voor de groep, spreekt luid voor de groep, spreekt luid
monotoon. altijd even luid genoeg, genoeg, articuleert goed. genoeg, brengt variatie in
articuleert goed, maar nog te toonhoogte aan en
monotoon. articuleert goed.
6. Veiligheid en Signaleert onveilige Signaleert en grijpt in bij Signaleert fysieke en Signaleert en grijpt direct in
gedragscorrecties situaties en spreekt (fysiek) onveilige situaties. sociaal-emotioneel onveilige bij fysiek en sociaal-
(*waardoor niet iedereen kan leerlingen niet aan op Bijvoorbeeld ook sieraden af, situaties* en corrigeert emotioneel onveilige
meedoen) onveilig gedrag. kauwgom uit. direct bij fysiek onveilige situaties*.
situaties.
7. Aansluiten bij de doelgroep Kiest oefeningen die Kiest oefeningen en Kiest oefeningen en Kiest oefeningen en
(Begeleiden in de les) (veel) te moeilijk of te organisatievormen die organisatievormen die organisatievormen die goed
makkelijk zijn voor de passend zijn bij de passend zijn bij de doelgroep aansluiten bij de doelgroep
doelgroep. doelgroep. en stuurt daarop. en kan ze aanpassen als het
nodig is.
8. Evalueren Herkent met hulp Benoemt enkele Beschrijft duidelijke Beschrijft duidelijke
(Reflectie op rol van lesgever) verbeterpunten. (voornamelijk praktische) verbeterpunten en benoemt verbeter-punten, geeft
verbeterpunten. daarbij ook daarbij samenhang aan
gedragsverandering. tussen oorzaak en gevolg
van zijn (lesgeef) gedrag.
Beoordeling lesgeven

Naam lesgever: Klas: Datum: Mede lesgever:

Accommodatie: Tijd: Aantal


deelnemers:
Lesopdracht:

Beoordeling Opmerkingen
Weging
O V G U
Criteria

1. Lesvoorbereiding

2. Organiseren

3. Op gang brengen (pr-pl-d)

4. Op gang houden

5. Presenteren

6. Veiligheid

7. Aansluiten bij doelgroep

8. Evalueren

Totaal oordeel:

Onvoldoende (tot 5,5); Voldoende (tot 7,0); Goed (tot 8,5); Uitstekend (t/m 10)

Beoordeeld door: Datum: Paraaf docent: Cijfer:

Opmerkingen:

You might also like