You are on page 1of 3

LesSchemaFormulier

Student: Vinny van de Ven


Kempelklas: 191C
Stageschool + plaats: De Spaaihoeve Eindhoven
Groep: 5
Mentor: Stella
Vak/onderwerp: Taal/Spreken en luisteren/tekenen
Datum:

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Didactiek toepassen om mijn lessen

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen zitten in de fase dat ze sprookjes verhalen heel leuk vinden. Daarnaast vinden ze het heel
leuk om te tekenen.

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


De kinderen kunnen aan het einde van de les een plattegrond beschrijven

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Geronimo Stilton fantasia
Stoelen in de kring
papier
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
De kinderen vinden het niet leuk  ze mogen zelf bepalen wat voor ‘rijk’ ze laten tekenen
De kinderen vinden het boek niet leuk  ik heb een boek gekozen die past bij hun leeftijd past
De kinderen vinden het moeilijk om te kiezen  in het boek staan meerdere rijken. Ze moeten dan een
van de rijken uit het boek kiezen. Veder houden we nog een taalronde om elkaar op ideeën te brengen
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
C-Ned3 lessen
Fasering: Inhoud Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Start - Kinderen in de kring Ik begin met de kinderen in een kring te zetten. Als iedereen rustig op zijn plek zit vertel ik dat ik zometeen een deel
Intro - Vertellen wat we gaan van een boek ga voorlezen. De kinderen gaan een rijk bedenken. Als je een rijk in gedachte hebt ga je dit vertellen
doen tegen iemand anders uit de klas. De ene verteld en de andere maakt een tekening van jou beschrijving. Zorg dus dat
- voorlezen je duidelijk een plattegrond in je hoofd hebt. Vervolgens ga ik het boek introduceren. Het gaat over Geronimo Stilton.
Hij komt op een dag een sierradenkistje met verschillende edelstenen in het kistje verwerkt tegen op zolder. Hij
20 min maakte het kistje open, opeens kwam er een trap tevoorschijn. Boven aan de trap kwam hij bij een deur. Toen hij
door de deur ging kwam hij een kikker tegen. Samen met de kikker gaan ze een prinses redden. Maar daardoor meten
ze eerst door verschillende rijken heen. Vervolgens lees ik een hoofdstuk uit het boek voor.
Brainstorm - Taalronde Vervolgens laat ik de kinderen een minuut nadenken over de vragen:
- Wie wonen er in het rijk?
- Wat is de sfeer in het rijk? Eng/vrolijk/boos/zomers/winters
- Wat staat er in het rijk? Huizen/hutten/paleizen/bomen/paden
- Wat is het weer? Regen/onweer/zonnig/onder water
- Hoe heet het rijk?
Vervolgens gaan we een ronde maken. Ik vertel dat meerdere kinderen ongeveer hetzelfde idee mag benoemen. Dus
ze moeten niet gaan denken “piet wil al heksen doen, dan moet ik iets anders kiezen” we gaan nu ideeën met elkaar
bespreken om elkaar op (nieuwe) ideeën te brengen. Tijdens de taalronde stel ik sommige vragen aan een aantal
kinderen.
- 2-tallen Vervolgens gaan de kinderen terug op zijn plek zitten. Ik maak 2-tallen. Ik laat ze kort even beslissen wie begint met
15 min het beschrijven van de kaart van zijn rijk. In de tussentijd gaat de ander een tekening maken over het rijk. Na 5
minuten beschrijven gaat de verteller, tekenen en de tekenaar, vertellen.
Als ze klaar zijn en er nog tijd over is mogen ze door gaan met hun eigen tekening
Afsluiting - Opruimen Als de tijd om is moeten de kinderen hun spullen, behalve de tekeningen als ze af zijn, opruimen. En even de ogen
- Reflecteren naar mij toe richten. Ik reflecteer met de kinderen hoe de les ging. Begrepen jullie het in het begin? Vonden jullie het
een leuke les? Moet ik volgende keer iets anders doen om beter les te geven? De tekeningen die af zijn hang ik al op
in de klas. De tekeningen die nog niet af zijn mogen de kinderen later op de dag afmaken.

5 min
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?

You might also like