You are on page 1of 3

LesSchemaFormulier

Student: Vinny van de Ven


Kempelklas: 191C
Stageschool + plaats: De Spaaihoeve Eindhoven
Groep: 5
Mentor: Stella
Vak/onderwerp: geschiedenis/stellen
Datum:

Bij welke bekwaamheidseisen ben ik me het meest aan het ontwikkelen (zie stageplan)?
Vakinhoudelijk bekwaam Pedagogisch bekwaam
x Vakdidactisch bekwaam Brede professionele basis
Aandacht- en actiepunten die voor mij centraal staan bij deze activiteit (verdere uitwerking stageplan)
Didactiek toepassen om mijn lessen

Wat weet ik van de beginsituatie van de kinderen (niveau en belevingswereld) voordat de activiteit
start?
De kinderen hebben het blok over het tijdvak van monniken en ridders afgesloten en weten daardoor
wat er in deze tijd gebeurde. Verder weten ze hoe ze een tekst moeten schrijven

Wat is het lesdoel voor de kinderen?


De kinderen schrijven een tekst over het leven tijdens de tijd van monniken en ridder.

Wat moet ik klaarleggen/ voorbereiden voordat de activiteit start?


Presentatie over de personen
5x blad met personen en begrippen
Laptops
Wat zijn mogelijke knelpunten in deze activiteit? En hoe denk ik die te voorkomen of op te lossen?
De kinderen begrijpen de begrippen niet  ik neem de betekenis van de begrippen van te voren
klassikaal door en als de kinderen het later niet meer weten dan geef ik de betekenis nog een keer;
De kinderen schrijven een tekst van een paar regels en noemen de begrippen en klaar  ik vertel dat het
een goed lopend verhaal moet zijn. Daarnaast moeten de begrippen correct in de tekst voor komen.
Welke theorie gebruik ik ter voorbereiding? (benoemen, verdere uitwerking stageplan)
C-NED3
Fasering: Inhoud Lesverloop:
Tijd Welke inhoud komt aan bod? Hoe verloopt de les? Hoe ziet mijn rol als leerkracht eruit? Hoe zorg ik voor betrokkenheid?
Lesfasen Hoe ziet de organisatie eruit? Welke (ICT) materialen heb ik nodig?
Intro - Uitleg We gaan een verhaal schrijven over het leven van een persoon uit de tijd van monniken en ridders. Ik laat op het bord
- Begrippen de personen zien. Dus je begint met een introductie van het personage. Hoe oud is hij of zij? Wat doet hij of zij?
- taalronde Waarom dat hij of zij dat beroep? Waar woont hij of zij? Vervolgens ga je zijn dan beschrijven. En als laats sluit je op
een leuke manier af.
Ik vertel dat er bepaalde begrippen uit het hoofdstuk in de tekst moeten voorkomen. Ik bespreek de begrippen.
Vervolgens vertel ik dat de kinderen eerst in hun groepje hun ideeën moeten bespreken.

Kern - schrijven De kinderen mogen bij mij zijn of haar laptop op halen. Vervolgens mogen de kinderen aan de slag met het schrijven
- voorlezen van hun verhaal. Ik loop rond om eventueel te sturen en spellingsfouten aan te wijzen. De kinderen kunnen vragen
aan mij stellen en ik geef inhoudelijke complimenten.
Als de kinderen klaar zijn met het schrijven van hun verhaal dan mogen ze er een tekening bij maken.
Als de meeste kinderen klaar zijn met het schrijven van de tekst dan mogen een paar kinderen zijn of haar tekst
voorlezen voor de klas. Als hij of zij dat wil.

Slot - Feedback Hoe vonden jullie het om een tekst te schrijven bij het vak geschiedenis? Was het te doen? Begrijpen jullie de
begrippen beter? Vonden jullie het leuk?
Evaluatie

Wat deed ik goed tijdens deze activiteit? Wat kan er beter?

Het lesdoel voor de kinderen is wel/niet gehaald, omdat:

De kinderen waren wel/niet betrokken, omdat:

Reactie van de mentor

Richtvragen:
Wat is de algemene indruk van de activiteit?
Wat waren sterke punten van de student in deze activiteit? En wat kon beter?
Hoe zijn de actiepunten van de student teruggekomen in deze activiteit?

You might also like