You are on page 1of 52

INHOUD

Informatie over inkten en vloeistoffen ...................... 4


Bewaring .............................................................. 5
Brandgevaar ........................................................ 5
Morsen en afval ................................................... 6
Algemeen ................................................................. 7
Opstarten ................................................................. 8
Opstartprocedure A300SE+ ..................................... 9
Uitschakelen ............................................................. 10
Uitschakelen - Opaque printers ........................... 10
Vervangen inktreservoir .......................................... 10
Vervangen inkt- en make-up-patroon ....................... 13
Vervanging van het hoofdfilter ................................. 14
Schermcontrast ........................................................ 15
Interfacetypes ...................................................... 15
QVGA-scherm ................................................. 15
SVGA touchscreen ......................................... 15
Printerbesturing ........................................................ 15
Besturingspaneel ................................................. 15
SVGA (touchscreen) ....................................... 15
QVGA .............................................................. 18
Menu-toetsen .................................................. 22
Algemene toetsen .................................................... 23
Help-toets ........................................................ 25
Valutatoets ..................................................... 25
Beveiliging ...................................................... 25
Systeemwachtwoord ...................................... 26
Navigatie en bediening ........................................ 26
Unicode-karakters invoeren ................................. 27
QVGA .............................................................. 27
SVGA .............................................................. 27
Importeren en exporteren van data ..................... 28
USB ................................................................. 28

1
Maken van enn tekst ............................................... 28
Fontopties ............................................................ 29
Klokopties .......................................................... 30
Speciale velden ................................................... 33
Een Barcode invoeren ......................................... 33
Opdracht/Tekstveld/Wachtw. .......................... 35
Aangepaste scripts ......................................... 35
Een serienummer maken/invoegen ............... 36
Logo's maken/importeren .................................... 37
Een logo importeren ............................................ 39
Het bericht opslaan .............................................. 39
Een bericht vanuit het tekstgeheugen printen ..... 40
Het bericht printen ............................................... 40
Print parameters ....................................................... 40
Print Offset .......................................................... 40
Printvertraging ..................................................... 40
Printbreedte en -hoogte ....................................... 41
Printhoogte ...................................................... 41
Print breedte ................................................... 41
Berichtoriëntatie .................................................. 41
Achterwaarts printen ....................................... 41
Omgekeerd printen ......................................... 42
Omgekeerde video .......................................... 42
Herhaal printen ............................................... 42
Bericht(en) importeren/ exporteren ...................... 43
Back-up printer ......................................................... 45
Een back-up maken ............................................. 45
Vanaf de USB-stick herstellen ............................. 46
Printerstanden .......................................................... 47
Problemen opsporen ................................................ 48
Reinigen van de printkop ......................................... 50

2
A-SERIE plus SYMBOLEN
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt. Als zij naast een
procedure of instructie staan, dan hebben zij de betekenis en het belang van
schriftelijke waarschuwingen en voorschriften.

Oogbescherming verplicht.

Beschermende kleding verplicht. Geschikte beschermende


handschoenen gebruiken. Zie de desbetreffende veiligheidsinformatie

Apparatuur uitzetten en stroom uitschakelen.

3
GEZONDHEID EN VEILIGHEID
Informatie over inkten en vloeistoffen
Domino levert bij alle inkten, make-up en spoelvloeistoffen Materiaal,
Gezondheid en Veiligheid Datasheets met specifieke veiligheidsinformatie. Ook
staan er waarschuwingen op iedere verpakking. Neem altijd de volgende
algemene standaardvoorschriften in acht:
• De juiste industriële normen betreffende reinheid en netheid dienen in acht
te worden genomen.
• Inkt en inktverpakkingen moeten met zorg opgeborgen en behandeld
worden.
• Roken of het gebruik van open vuur (of andere ontstekingsbronnen) in de
nabijheid van inkten of oplosmiddelen is hoogst gevaarlijk en is dan ook
dringend af te raden.
• Iedereen die in aanraking komt met inkt moet goed geïnstrueerd zijn over
het gebruik.
Aanwijzingen met betrekking tot veilig gebruik zijn afhankelijk van de
omgeving. Hieronder volgt een aantal algemene richtlijnen voor het treffen van
de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen.
• Vermijd aanraking met de mond. Vermijd daarom ook eten, drinken of
roken, en andere persoonlijke gewoonten of handelingen waardoor inkt in
aanraking kan komen met de mond.
• Vermijd aanraking met de ogen. Draag altijd geschikte oogbescherming
indien er gevaar bestaat voor spetteren of verneveling. Indien inkt in
aanraking komt met de ogen bestaat de eerstehulpbehandeling uit het
uitspoelen van het betreffende oog met een zoutoplossing, (of zuiver water
indien er geen zoutoplossing beschikbaar is) gedurende 15 minuten. Zorg
ervoor dat de oplossing niet in het andere oog loopt. Zoek onmiddellijk
medische hulp. Oogdouche is verkrijgbaar bij Domino (bestelnr. 99200).
• De meeste inktsoorten bevatten oplosmiddelen die schadelijk zijn voor de
huid. Voorzichtigheid is altijd geboden en risicoanalyses dienen te worden
uitgevoerd. Er zijn veiligheidsbladen met adviezen over de juiste
persoonlijke beschermende uitrusting beschikbaar. De meeste handschoenen
bieden slechts beperkte bescherming en dienen dan ook regelmatig te
worden vervangen, en in ieder geval nadat er vloeistof over is gemorst.

4
• Veel inktsoorten bevatten vluchtige materialen die dus ingeademd kunnen
worden. Goede ventilatie is dan ook noodzakelijk.
• Gebruikte schoonmaakmiddelen, bijvoorbeeld lappen of papieren doekjes,
kunnen brandgevaarlijk zijn. dienen daarom na gebruik veilig te worden
afgevoerd. Na blootstelling aan inkt moeten alle mogelijke sporen zo snel
mogelijk afgewassen worden bij de dichtstbijzijnde wasgelegenheid.
• Het is mogelijk de A-Serie Plus-printer van op afstand te bedienen.
Wanneer op deze manier wordt gewerkt is het van het grootste belang dat
de afstandbediening wordt losgekoppeld voor reiniging of onderhoud van de
printer.
Bewaring
Drukinkten moeten worden opgeslagen in goed geventileerde gebouwen, of in
ruimten speciaal bestemd voor dit doel met het oog op veiligheid in geval van
brand. Alle vloeistoffen moeten in overeenstemming met de lokale wetgeving
worden opgeslagen.
Brandgevaar
Branden die door elektriciteit zijn ontstaan, mogen nooit met water worden
geblust. Als er water gebruikt moet worden, zoals in het geval van een brand met
inkt op Nitrocellulose-basis (zie onderstaand), MOET EERST DE STROOM
WORDEN AFGESLOTEN.
Veel inkten bevatten nitrocellulose als bindmiddel en zijn in droge toestand zeer
brandbaar. Volg alle waarschuwingen op die op het apparaat gegeven worden en
volg onderstaande veiligheidsvoorschriften:
• Als zich ergens opgedroogde inkt heeft verzameld, verwijder deze dan niet
met een ijzeren of stalen schraper, omdat deze vonken kan veroorzaken.
• Als droge inkt op Nitrocellulose-basis ontbrandt zal het zijn eigen zuurstof
aanmaken. Het vuur kan slechts geblust worden door de temperatuur van de
inkt te verlagen met water.
• Als zich een Nitrocellulose brand voordoet, SLUIT DAN
ONMIDDELLIJK DE ELEKTRISCHE SPANNING VAN DE
PRINTER AF VOORDAT u het vuur met water blust.
Brandgevaar is een belangrijk punt van overweging bij de bewaring en het
gebruik van drukinkten. De mate van brandgevaar zal zeer afhankelijk zijn van
het type inkt of spoelvloeistof.

5
Inktsoorten op waterbasis zijn niet brandbaar, hoewel inkten met een mengsel
van water en alcohol kunnen ontvlammen als het alcoholpercentage hoog
genoeg is. Langdurige blootstelling van systemen met inkten op waterbasis aan
hoge temperaturen kan verdamping van het water veroorzaken, zodat er een
ontvlambaar residu achterblijft.
Inktsoorten op basis van oplosmiddelen vormen een risico dat afhankelijk is van
de soort oplosmiddel of combinatie van oplosmiddelen. Indien er sprake is van
een specifiek risico dan zal de desbetreffende informatie te vinden zijn in de
veiligheidsinformatie.
Inktjetprinters voegen kleine elektrostatische ladingen toe aan de inktdruppels
die voor het printen gebruikt worden. In de meeste gevallen, zoals bijvoorbeeld
wanneer de druppels het printoppervlak bereiken, worden deze elektrostatische
ladingen afgevoerd of kunnen zij zich niet ophopen. Tijdens onderhoud kunnen
druppels echter opgevangen worden in een bakje of beker. Het is van het
grootste belang dat deze beker gemaakt is van geleidend materiaal en goed
verbonden is met massa/aarde. De elektrostatische ladingen worden zo veilig
afgevoerd naar massa/aarde.
Bij brand kan het voorkomen dat gevaarlijke dampen vrijkomen van de
drukinkten. Inkten moet daarom worden bewaard op plaatsen die gemakkelijk
voor blusapparatuur toegankelijk zijn en waar ze zich niet buiten de bewaarplaats
kunnen verspreiden.
Morsen en afval
WAARSCHUWING: Sommige opgedroogde inktsoorten zijn
hoogst ontvlambaar. Maak alle gemorste inkt
onmiddellijk schoon. Vermijd dat inkt
opdroogt en vermijd ophopingen van
gemorste, gedroogde inkt.
Gemorste inkt dient zo snel mogelijk met een hiervoor geschikt oplosmiddel en
met inachtneming van de veiligheidsregels worden opgeruimd. Zorg dat er geen
gemorste inkt of andere inktresten in afvoerleidingen of het riool terecht kunnen
komen.
Inkten en bijbehorende vloeistoffen zijn geleidende materialen. Daarom dient de
spanning naar de printer uitgeschakeld te worden bij het reinigen van gemorste
inkt in de kast van de printer.
Drukinkten en bijbehorende vloeistoffen mogen niet als gewoon afval worden
behandeld. Zij moeten op de juiste wijze worden afgevoerd volgens de
plaatselijke verordeningen.

6
INLEIDING
Algemeen
Dit document bevat instructies voor de basishandelingen voor de modellen met
een enkele inkstraal van de A-Serie plus van Domino en varianten, alsmede de
modellen met een dubbele inkstraal van de A-Serie plus Duo.
Voor gedetailleerde informatie over bediening en onderhoud van de A-Serie
plus printers, raadpleeg de Handleiding voor Bediening en Onderhoud.

7
BEDIENING
Opstarten
N.B.: Raadpleeg pagina 9 voor het opstarten van A300SE+.
Druk op de knop Start/Stop op het membraanpaneel en houd hem ingedrukt.
• De groene lampjes op de aan-/uit-knop en de start-/stop-knop knipperen.
• Een vorderingsbalk en het Domino-logo verschijnen op het scherm.
• De statusbalk geeft de standaardinstellingen/printerstatus weer.
Als de installatiewizard geactiveerd is:
• Displays van het venster Talen. Selecteer de gewenste taal.
• Het printmodelscherm wordt weergegeven. Markeer en selecteer het model.
• Het wizardscherm wordt weergegeven. Selecteer de gewenste optie voor
Installatie/Printerinstelling/Printinstelling en selecteer dan Einde.
De printer is nu klaar om teksten te printen.
N.B.: Bij inschakeling van de inktstraal, duurt het ongeveer 2 minuten voordat de
printer stand-by is en 2-3 minuten voor de status "Klaar om te printen".
Het is ook mogelijk om de printer op een stand-bystand te zetten vanuit de uit-
stand. Dit kan u doen door op de aan-/uit-knop op het membraanpaneel te
drukken. Niet-print functies (zoals het creëren van tekst) kunnen worden
gebruikt terwijl de printer deze status heeft.

8
Opstartprocedure A300SE+
N.B.: Luchttoevoer moet voldoen aan de vereisten van ISO 8573-1 7 44:2001.

LET OP: De printer keert terug naar de status "Printer uit" indien de luchttoevoer
wordt verwijderd van een Opaque-printer en vervolgens weer wordt
aangekoppeld. De printer zal niet automatisch opstarten in de wake-up-
modus.

Stroom uitgeschakeld - Lucht uit


Indicator netstroom: uit
Printerstatus: uit

Stroom ingeschakeld - Lucht uit


Indicator netstroom: uit
Printerstatus: uit

Stroom ingeschakeld - Lucht aan


Indicator netstroom: uit
Printerstatus: uit

Vertraging 90 seconden

Stroom ingeschakeld - Stroom uitgeschakeld -


Lucht aan Lucht aan
Indicator netstroom: aan Indicator netstroom: uit
Printerstatus: uit Printerstatus: uit

Opstarten
Volg de opstart-
procedure zoals deze is beschreven op
pagina 8.

9
Uitschakelen
LET OP: (1) Schakel de stroom naar Opaque-printers niet uit.
(2) Indien de luchttoevoer naar de AS300SE+ printer op enig tijdstip
wordt onderbroken, zal de stroomtoevoer onmiddellijk worden
afgesloten.
(3) De printer keert terug naar de status "Netstroom uit" indien de
luchttoevoer wordt verwijderd van een Opaque-printer en vervolgens
weer wordt aangekoppeld. De printer zal niet automatisch opstarten in
de wake-up-modus.
Om de printer op een beheerde manier uit te schakelen, houdt u de Aan/uit-
knop ongeveer 3 secondenlang ingedrukt.
Om de printer op een onbeheerde manier uit te schakelen, houdt u de Aan/uit-
knop ongeveer 10 secondenlang ingedrukt.
Om de printer te wisselen van de status Klaar om te printen naar Stand-by,
gebruikt u de start-/stop- knop. Hiermee gaat de printer van de status Klaar
om te printen naar de stand-bystatus en van de stand-bystatus gaat de printer naar
de status Klaar om te printen.
Uitschakelen - Opaque printers
De opaque printer moet niet worden uitgeschakeld, maar alleen in de standby-
modus worden gelaten, waar de wake-up-modus automatisch start.
LET OP: Opaque-printers moeten niet langer dan 2 weken in de wake-up-modus
worden gelaten. Als dit wel gebeurt, moet het inktsysteem worden gespoeld.
Vervangen inktreservoir
LET OP: Bij Opaque-printers is het nodig om de verdamper en het
hoofdfilter als onderdeel van deze procedure te vervangen. Volg
daarom de onderstaande procedure, en raadpleeg pagina 14 voor het
vervangen van het hoofdfilter en de verdamper.
Als de levensduur van het reservoir ten einde loopt zal de tekst Vervangen inkt
binnen 24 uur en later Vervangen inkt binnen 2 uur verschijnen. (Indien er gebruikt
wordt gemaakt van een 'long life'-inktsysteem zullen deze waarschuwingen
verschijnen bij 300 uur en 24 uur voor het einde van de levensduur van het
reservoir.) Het printen zal stoppen na het eindigen van de levensduur van het
reservoir.
Het is noodzakelijk om de reservoir Quality Code van het nieuwe reservoir in
te geven en de alarmsignalen voor het vervangen van het reservoir te resetten
volgens onderstaande procedure:

10
WAARSCHUWING: Roken of het gebruik van open vuur (of andere
ontstekingsbronnen) in de nabijheid van inkten
of oplosmiddelen is hoogst gevaarlijk en is dan
ook dringend af te raden.
(1) Schakel de printer naar een stand-bystatus door middel van de juiste
procedure, d.w.z. zorg ervoor dat de inktstraal gestopt is.
(2) Druk op Basisinstellingen en geef, indien nodig, het wachtwoord
in.
(3) Druk op de knop Productiedata en de functietoets die wordt
gemarkeerd met Reservoir vervangen, en het scherm zal vragen om de
Quality Code in te geven die op het etiket van het nieuwe inktreservoir
staat.
(4) Toets de Quality Code van het reservoir in.
(5) Druk op de functietoets Code toevoegen.
Als de correcte code is ingetoetst, zal de informatiebalk "Quality Code OK -
Monteer Reservoir" tonen, zal de looptijd van het reservoir worden gereset en
zullen de alarmen worden opgeheven. Ga verder met stap (6).
Als het nummer fout is ingetoetst, kan dit gecorrigeerd worden door het
nummer opnieuw in te toetsen. Als een niet geoorloofd codenummer wordt
ingetoetst, zal dit nummer niet worden geaccepteerd en zullen berichten in de
informatiebalk aangeven wat het probleem is, bijvoorbeeld Onjuiste inktsoort,
Datum inkt verlopen of Reservoir in gebruik (een oud reservoirnummer). Vervanging
van het reservoir.
(6) Zet de printer uit.
Vervang het reservoir als volgt.
LET OP: Opaque-reservoirs moeten voor de installatie minstens 2 minuten
hevig worden geschud.
Opmerkingen: (1) Voor deze procedure zijn papieren doekjes nodig.
(2) Het make-upreservoir is niet vervangbaar.
Verwijder de inktpatroon (zie de volgende pagina). Draai de borgring van het
aansluitblok los, trek het aansluitblok uit het reservoir en plaats de aansluiting
veilig in de houder in de bovenzijde van de kast van het inktsysteem.
Monteer een dop op het reservoir. Druk tegen de metalen vergrendelingshendel
van het reservoir en trek het reservoir naar voren om het te verwijderen.
Voer bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde uit voor het monteren
van een nieuw reservoir. Als de printer weer wordt ingeschakeld, verschijnt de
boodschap "Inktsysteem wordt ontlucht - wachten a.u.b..." op het display.

11
Houder
aansluitblok

AM_0029a.eps

AM_0030.eps

Vergrendelingshendel
reservoir

AM_0031.eps

Verwijderen van het inktreservoir

Monteren van het inktreservoir

12
Vervangen inkt- en make-up-patroon
WAARSCHUWING: Roken of het gebruik van open vuur (of andere
ontstekingsbronnen) in de nabijheid van inkten
of oplosmiddelen is hoogst gevaarlijk en is dan
ook dringend af te raden.
LET OP: Opaque-inktpatronen moeten voor de installatie minstens 2 minuten
hevig worden geschud en moeten NIET in de inktverdeler worden
gelaten. Laat de afdichting van de inktverdeler zitten en monteer de
nieuwe inktpatroon slechts als deze boodschap op het scherm verschijnt.
N.B.: Het hoeft niet noodzakelijk te zijn om een inktpatroon te monteren als er slechts
kleine hoeveelheden inkt zijn verbruikt. Laat de afdichting van het aansluitblok
zitten en monteer slechts een nieuwe inktpatroon als deze boodschap op het
scherm verschijnt.
De boodschap 'Vervang inktpatroon' of 'Vervang make-uppatroon' zal op het
scherm verschijnen als de inkt- of make-up-patroon moet worden vervangen, en
het oranje indicatielampje zal gaan branden.
De inktpatroon wordt tegen de klok in gedraaid en de make-uppatroon wordt
met de klok mee gedraaid om ze los te maken, voordat ze eraf worden
getrokken. Dit mechanisme zorgt ervoor dat de patronen niet foutief in het
aansluitblok kunnen worden gemonteerd.
Verwijder, om een inktpatroon te installeren, de verzegeling (zoals hieronder
aangegeven). Denk eraan om de opaque-inktpatronen te schudden voor de
installatie en druk de patroon op de juiste inktverdeler.

Draai de Verwijder de verzegeling met behulp


inktpatronen van een inbussleutel van 6 mm
en trek ze naar
boven los.
Druk bij het
monteren de
inktpatroon Verwijder de verzegeling
stevig vast. met behulp van de
patroonopener - 67378
AM_0029.eps

Vervangen van patronen AM_0033a_2.eps

Als de make-uppatroon niet wordt vervangen, zal het make-upreservoir leeg


raken. Hierdoor geraakt de viscositeit van de inkt uiteindelijk buiten de
werkingsgrenzen. Ook wordt het doorspoelen van de kop niet uitgevoerd bij het
uitschakelen van de printer en kan zich inkt afzetten op de onderdelen van de
printkop. Er kunnen dus fouten bij de kop optreden, hoewel de printer nog wel
kan worden gebruikt.

13
Vervanging van het hoofdfilter
LET OP: Zorg ervoor dat het hoofdfilter en de verdamper-module niet
worden verwisseld, aangezien beide onderdelen op elkaar lijken.
Opmerkingen: (1) Benodigde hulpmiddelen: Een pluisvrije doek om lekkende
inkt op te vangen.
Steeksleutel van 16mm 
(zie stap (4))
Beschermende kleding 
(vooral veiligheidsbril).
(2) Filters dienen niet te worden hergebruikt.
De printer moet zijn uitgeschakeld en beide patronen verwijderd.
(1) Draai de bevestigingsschroef open en trek het inktsysteem eruit.
(2) Verplaats het filter naar de voorzijde van het inktsysteem en maak een
notitie van de leidingaansluitingen (zie onderstaande afbeelding).
(3) Verwijder de pluggen van het nieuwe filter en bewaar ze voor het oude
filter.
(4) Verwijder de aansluitingen van het oude filter en monteer het nieuwe
filter in dezelfde positie (zoals genoteerd in stap (2)). De aansluitingen
moeten handvast zijn gedraaid. Draai ze vervolgens anderhalve slag
verder vast met een steeksleutel.
(5) Monteer de pluggen die in stap (3) zijn verwijderd, op het oude filter.
(6) Het filter moet nu als volgt bij een lage druk worden ontlucht:
(a) Ga naar de Machine-instelling en selecteer de knop Service
.
(b) Selecteer Diagnostieken, en vervolgens Testroutines.
(c) Een lijst met mogelijke testroutines wordt weergegeven. U kunt
de cursortoetsen omhoog/omlaag gebruiken om naar de optie
Ontlucht filter te gaan en Uitvoeren test te selecteren.
(d) De printer zal nu automatisch naar een lage druk schakelen om
het inktsysteem te ontluchten. Wacht tot deze routine voltooid is,
en volg eventuele instructies op het scherm op.
(7) Zet het filter weer terug in de originele positie en monteer de patronen.
Inlaat Uitlaat

AM_0038.eps
MG300_1

Vervanging van het hoofdfilter Vervanging van de verdamper

N.B.: Deze procedure is dezelfde voor de vervanging van de verdamper, maar let op dat
de leidingaansluitingen anders zijn. Behalve voor Opaque-printers zou de
verdamper nooit hoeven te worden vervangen.

14
Schermcontrast
Interfacetypes
Er zijn twee soorten interfaces beschikbaar, SVGA (touchscreen) of 
QVGA. De functionaliteit en lay-out zijn gelijk, maar de bediening is
verschillend.
QVGA-scherm
Het schermcontrast kan worden aangepast door de knoppen Shift en
Printerinstellingen samen in te drukken en een aanpassingscode in te voeren.
Gebruik vervolgens de knoppen om het contrast te doen toenemen/
afnemen en de knoppen om de helderheid te doen toenemen/afnemen.
Druk op de knop Selecteren om deze instellingen op te slaan.
N.B.: Als u afsluit met de knoppen shift en printerinstellingen zullen de
instellingen tijdelijk worden toegepast, maar zal de printer de originele
instellingen weer gebruiken als hij opnieuw wordt opgestart.
SVGA touchscreen
Het schermcontrast kan worden aangepast door Machine-instellingen te
selecteren en vervolgens op de Configuratietoets te drukken . Druk dan op
Gebruikersconfig.> Editor bekijken> LCD en selecteer Helderheid.
Gebruik de knop om de helderheid aan te passen.
Printerbesturing
Besturingspaneel
SVGA (touchscreen)
Het membraantoetsenbord van een SVGA-printer heeft drie vaste toetsen, de
Aan-/uittoets, de Start-/stoptoets en de alarmtoets. Verder zijn alle andere
functies op het touchscreen beschikbaar.
De Menutoetsen bevinden zich in een pull-down menubalk links boven aan het
touchscreen. Het toetsenbord wordt opgeroepen met de tab rechts onderaan.
De functietoetsen worden links op het scherm weergegeven; druk op een toets
om het bijbehorende menu op te roepen.
Als er een optie of een op dat moment gemarkeerd object kan worden
geselecteerd, wordt ook de selectietoets weergegeven.

15
Het touchscreendisplay van modellen met een enkele inktstraal wordt hieronder
en op de volgende pagina afgebeeld.

Titelbalk Help-toets

Menutoetsen
Print- en
bedieningssymbolen
Levensduur inkt
in uren en
eerstvolgende
servicebeurt
Touchscreen op het frontpaneel (hoofdscherm)

Printer in/
uitschakelen*

Menutoetstab

Tab Toetsenbord

Menutoetsen verborgen

16
Aansluitsymbolen
Werkgebied

Naar printer*

Functietoetsen
Selecteer
toets

Status-/
alarmbalk Cursor- en
selectietoetsen
Zoom Omtrek

Schermnummer
Selecteer
toets
Menutoets Toetsenbord
tab tab

*De knopfunctie
verschilt, raadpleeg de
tabel "Algemene
toetsen" op pagina 23
voor de betreffende
Toetsenbord functie
Touchscreen met toetsenbord

SVGA-scherm
Functietoetsen zullen automatisch naar behoeven verschijnen, zoals de selecteer-
toets, softkeys, tabs van het menu en toetsenbord, etc. Zoals in het bovenste
scherm hierboven wordt getoond, zullen toetsen als Naar printer, Uitlijning en
Zoom in het relevante menu verschijnen (in dit geval in de Teksteditor). Met de
cursortoesten kan de cursor in het bericht worden geplaatst en dit zowel per
component, per pagina als aan het einde/begin van het bericht.
OSK-instelling Het schermtoetsenbord (OSK) kan worden gewijzigd in de
(SVGA-)printer. Er kan uit zes toetsenbord lay-outs worden gekozen: Latijns
(Romeins), Grieks, Cyrillisch, Arabisch, Chinees en Japans.
Om het schermtoetsenbord in te stellen, selecteert u in het menu Machine-
instelling : Configuratie > Regionale instellingen > OSK-configuratie.
Selecteer de gewenste OSK in de lijst en druk op OK.

17
QVGA
De printer wordt bediend via het frontpaneel. Er zijn twee soorten toetsen:
• Permanente toetsen met vaste functies (het merendeel van de toetsen)
• Functietoetsen met functies die kunnen veranderen.
De belangrijkste gedeelten van het QVGA-frontpaneel worden in onderstaande
afbeelding aangegeven.

Display
Functietoetsen Cursortoetsen
Aan-/ Selecteer
uittoets toets
A-Series plus

Start-/
stoptoets

Naar
Help printer

Karakter Menutoetsen
sets
Datainvoertoetsen

Toetsenbordindeling frontpaneel

De schermweergave heeft de volgende basisstructuur.


Schermnummer
Titelbalk
Aansluitsymbolen

Softkeys
Schuifbalk

Print- en
bedieningssymbolen

Status-/alarmbalk Werkgebied

Het QVGA-scherm

18
Status-/alarmbalk toont statusinformatie. Ingeval van een printeralarm
verschijnt hier de alarminformatie. Wanneer de alarmtoestand wordt opgeheven,
verdwijnt de alarmmelding (en wordt weer de status weergegeven). Als twee of
meer alarmsignalen tegelijk bestaan, wordt het alarmsignaal met de hoogste
prioriteit weergegeven; als beide dezelfde prioriteit hebben zal de meest recente
worden weergegeven. Meldingen op het scherm worden gedetailleerd
beschreven in Deel 5 van Handleiding bediening en onderhoud (op cd geleverd).
Werkgebied geeft een algemeen overzichtsgebied voor de functie die in
gebruik is.
Softkeys er worden maximaal vier toetsopties weergegeven. Op het QVGA-
scherm corresponderen deze met de vier functietoetsen meteen rechts van het
scherm. In SVGA kunt u gewoon op de gewenste toets op het touchscreen
drukken.
Schermnummer toont het nummer vvoor een bepaald scherm.
Schuifbalk geeft aan dat de scherminformatie van het scherm afloopt. Om de
informatie buiten het scherm zichtbaar te maken, drukt u in QVGA op de
cursortoets voor omhoog of omlaag, en in SVGA onder of boven de schuifbalk.
Print en bedieningssymbolen toont de printerstatus; een printsymbool geeft
aan dat de printer gereed is om te printen, een alarmsignaal dat er een nog niet
opgeheven alarm is. Zie onderstaande tabel.
Aansluitsymbolen tonen apparaten die met de printer zijn verbonden. USB
geeft aan dat er een USB-apparaat is aangesloten. Zie de volgende tabel.

19
QVGA- SVGA-
Omschrijving
icoon icoon

Aansluitingen (rechts boven aan het scherm)

Service- of Functiesleutel is geïnstalleerd

USB

Printen/bediening (links onder aan het scherm)

Inktstraal aan

Inktstraal uit

Printer is aan het printen

Transitiestatus (d.w.z. de printer gaat van Jet On naar Jet Off)

De printersoftware communiceert met het bedieningspaneel


(normale werking)

Er is een verbinding op afstand met de printer

Caps Lock is aan (alleen QVGA)

Unicode-toets (SVGA, op het numerieke toetsenblok) of


Unicode is actief (QVGA)
Unicode en Caps Lock zijn actief (alleen QVGA)

20
1ste waarschuwing van het reservoir - er is nog voor 24 uur
inkt in het reservoir. Voor inktsystemen met grote capaciteit
is dit 300 uur (maar er moet wel een nieuw reservoir komen).
2de waarschuwing van het reservoir - er is nog voor 2 uur
inkt in het reservoir. Voor systemen met grote capaciteit is er
nog voor 24 uur inkt.
Het reservoir is uitgeput en moet direct worden vervangen.
Gestopt met printen

Actieve regio (Inkstraal 1) indicator voor Duo printer


varianten1
Actieve regio (Inkstraal 2) indicator voor Duo printer
varianten1
Actieve regio (Inkstraal 1) indicator voor Duo printer
varianten2
Actieve regio (Inkstraal 2) indicator voor Duo printer
varianten2
1Deze
pictogrammen zijn zichtbaar in het onderhoudsgebied.
2Deze
pictogrammen zijn zichtbaar in het berichtengebied.
Start/stop

Door de start-/stoptoets in te drukken wordt de printer geïnitialiseerd om in de


"printklaar"-status te komen. Deze toets moet 2-3 secondenlang ingedrukt
worden gehouden als voorzorg tegen onopzettelijk gebruik. In deze toets
bevindt zich ook een groen lampje.
Rood alarmlampje laat zien dat bij de printer een fout optreedt die verder
printen belemmert. Het lampje knippert (de externe alarmlamp, indien
gemonteerd, brandt constant) terwijl het alarmsignaal nog niet opgeheven is, en
gaat uit zodra de fout is opgelost.
Oranje alarmlampje laat zien dat bij de printer een fout optreedt waar naar
gekeken moet worden. Het lampje knippert (de externe alarmlamp, indien
gemonteerd, brandt constant) terwijl het alarmsignaal nog niet opgeheven is, en
gaat uit zodra de fout is opgelost.

21
Menu-toetsen
De menutoetsen openen elk een aantal schermopties.

Teksteditor Geeft toegang tot de faciliteiten voor


het samenstellen van teksten.

Berichtenopslag Geeft toegang tot de opgeslagen


teksten. Hier kunt u teksten opslaan.

Printparameters Geeft toegang tot de faciliteiten die


bepalen hoe de tekst wordt afgedrukt,
b.v. de afdrukrichting. Deze parameters
worden met het bericht opgeslagen.
Basisinstellingen Geeft toegang tot de printer voor het
en service verrichten van onderhoud en het
configureren van de printer.
Beveiliging Indien beveiliging is ingesteld, logt deze
toets de huidige gebruiker uit.

Home Met deze toets gaat u van de meeste


schermen terug naar het Hoofdscherm.

22
Algemene toetsen
Aan/uit Schakelt de spanning naar de printer
in. De printer wordt hierbij
geïnitaliseerd in de standby-stand. Als
deze schakelaar 2 seconden ingedrukt
wordt gehouden terwijl de printer aan
staat, wordt de printer afgesloten en
de stroom uitgeschakeld; wordt de
schakelaar 10 seconden ingedrukt
gehouden dan voert de printer een
noodstop uit
Start/stop Hiermee wordt de printer
ingeschakeld in printklaar-stand. Als
hierop wordt gedrukt terwijl de
printer in een printklare stand staat,
wordt de printer in de standby-stand
gezet.
Cursor-toetsen Vier toetsen om de cursor over het
scherm te bewegen.

Selectietoets Hiermee wordt de op dat moment


gemarkeerde optie geselecteerd om
deze in de tekst in te voegen of om de
eigenschappen weer te geven.
Functietoetsen Selecteer de softkey-optie rechts op
(alleen QVGA) het scherm.

Terug Druk op deze toets om in het menu


een niveau terug te gaan.

23
Naar printer Vanuit Berichteneditor,
(Printen in-/ Berichtenopslag en sommige gebieden
uitschakelen) van de printparameters kunt u
hiermee het geselecteerde bericht
verzenden om te printen.
Wistoets Hiermee verwijdert u items direct
links van de cursor.

Omtrektoets (alleen In de teksteditor wordt hiermee een


SVGA). kader om elk element van de tekst
+3 Toetscombinatie (b.v. datum, tekst) geplaatst.
voor QVGA
Alternatieve Met deze toets selecteert u het blauwe
karakter-set - links karakter linksboven op een
(blauw) karaktertoets in QVGA, of laat u in
SVGA alternatieve karakterset 1 op
het toetsenbord verschijnen.
Alternatieve Met deze toets selecteert u het groene
karakterset - Rechts karakter linksboven op een
(groen) karaktertoets in QVGA, of laat u in
SVGA alternatieve karakterset 2 op
het toetsenbord verschijnen.
Numerieke Met deze toets geeft u de numerieke
toetsenblok SVGA toetsen op het toetsenbord weer.

Unicode invoeren Met deze toets kunt u binnen het


SVGA numerieke toetsenblok Unicode-
karakters invoeren.

24
SVGA- Met deze toetsen schakelt u van
toetsenbordindeling alfabetische naar Qwerty-
toetsenbordindeling en vice versa voor
de SVGA-printer.
Shift Lock- toets Wijzigt karakters naar kleine letters
totdat deze toets opnieuw wordt
ingedrukt om terug te keren naar
hoofdletters.
Hoofdlettertoets Met deze toets schakelt u van hoofd-
(alleen QVGA) naar kleine letters en vice versa.

Alarmtoets Hiermee opent u de lijst met alarmen.


In dit dialoogvenster kunt u alarmen
bevestigen en opheffen.

Help-toets

Help-toets Geeft toegang tot help-informatie die


betrekking heeft op het huidige menuscherm.

Valutatoets

Valutatoets Maakt invoer van valutakarakters mogelijk. Het


indrukken van deze toets geeft het symbool voor
de laagste waarde (bijvoorbeeld ct. etc.) en
indrukken van deze toets in combinatie met Shift
geeft het symbool voor de hoogste valutawaarde
(bijvoorbeeld fl., $, etc.).

Beveiliging
Het indrukken van de beveiligingstoets voorkomt niet-geautoriseerde
wijzigingen via het frontpaneel of bemoeienis met de printer terwijl de gebruiker
niet aanwezig is. Wanneer Beveiliging is geselecteerd, is de besturing van de
printer beperkt tot het aanzetten, uitschakelen en het inspecteren van de tekst die
op dat moment wordt geprint. Toegang tot alle andere functies vereist het
gebruik van het juiste wachtwoord, vooropgesteld dat dit is ingesteld. Een

25
beheerder kan nieuwe gebruikers opgeven. Alleen beheerders hebben toegang
tot de beveiligingsinstellingen van de printer.
Om de beveiligingsfunctie te kunnen activeren, moet deze in het venster
Basisinstellingen zijn ingeschakeld. Raadpleeg de Handleiding bediening en
onderhoud voor details over het beveiligingsgebied.

Beveiligingscherm

Systeemwachtwoord
Toegang tot de Beveiliging van de printerbesturing is onbeperkt; alle andere
gebieden kunnen, indien gewenst, beveiligd worden door middel van een
wachtwoord. Het wordt aanbevolen een uniek wachtwoord aan de
beheerdersaccount toe te wijzen. Neem contact op met Domino als de
beheerder zijn wachtwoord is vergeten.
Via dit scherm kunnen gebruikers hun wachtwoord veranderen (zie boven).
Navigatie en bediening
Om tekens te verwijderen in de Berichteneditor en andere bewerkbare velden,
zet u de cursor rechts van het voorwerp dat dient te worden verwijderd en drukt
u op de toets Verwijderen. Denk eraan dat de nieuwe karakters altijd direct voor
gemarkeerde karakters worden ingevoegd.
Waarden kunnen worden ingetoetst of gewijzigd met de pijltoetsen . Waarden
waarbij ! naast de ! ! toetsen worden weergegeven zijn onmiddellijk
effectief. Andere waarden worden pas effectief als OK of het equivalent daarvoor
is geselecteerd met behulp van de functietoetsen.
Numerieke waarden kunnen worden aangepast met de toetsen.
Om in schermen te navigeren gebruikt u de functietoetsen aan de zijkant
om het gewenste menu te openen, en de knop Pijl omhoog om een niveau
terug te gaan in het menu.

26
Om items te selecteren gebruikt u de cursortoetsen links/rechts om door
de opties te bladeren, en druk op de knop Selecteren om de benodigde actie
te selecteren.
Als de informatie in een scherm meerdere pagina's beslaat (dit wordt aangegeven
door een verticale balk aan de rechterkant van het scherm) gebruikt u de cursors
omhoog/omlaag om tussen de velden en de pagina's te bewegen. Voor
SVGA-printers drukt u op het gebied in de schuifbalk boven of onder de
schuifknop om van de ene pagina naar de andere te gaan.
Om te navigeren tussen de twee printregio's van de Duo printervarianten
gebruikt u de toetsen in de Berichteneditor.
Unicode-karakters invoeren
QVGA
Bepaalde karakters zonder een eigen toets kunnen worden afgedrukt. Zij kunnen
in de teksteditor of een venster voor gegevensinvoer worden ingevoerd met
behulp van hun Unicode-nummer.
Dit kan door beide toetsen voor alternatieve karaktersets ingedrukt te houden.
+ Selecteer met de linker- of rechtertoets  of X. Met  schakelt u de
Unicode-invoermodus in; u ziet dan rechts onder in het scherm een "U"
verschijnen. De printer accepteert nu Unicode-waarden: Voer de gewenste
Unicode-waarde (hex) van 4 cijfers in, b.v. 00A5 voor het symbool voor de
japanse yen; druk vervolgens weer op + ; de printer vraagt u dan de
ingevoerde Unicode-waarde te bevestigen; selecteer het vinkje (  ) en druk op
de selectietoets om de code in de tekst in te voegen. Herhaal dit voor alle
overige karakters.
Als u de hoofdlettertoets indrukt, verandert het Unicode-icoon in , ten teken
dat zowel Unicode als Caps actief zijn.
U verlaat de Unicode-modus door weer op beide toetsen voor de alternatieve
karaktersets te drukken.
SVGA
Op SVGA-printers kunnen Unicode-karakters direct via het Unicode-symbool
op het numerieke toetsenbord worden ingevoerd. Druk hierop en voer dan
de Unicode-waarde in.

27
Importeren en exporteren van data
USB
Voor het maken van backup van alle configuratiegegevens en het herstellen
daarvan kan een USB-stick worden gebruikt. De volgende backups zijn
mogelijk: Volledig, Service en Teksten (zie pagina 45).
Maken van enn tekst
U kunt eenvoudige teksten invoeren in de Teksteditor met het toetsenbord.
(1) Druk op de menutoets Teksteditor .
(2) Typ de tekst in met behulp van het toetsenbord.
U kunt ook de opmaak van de tekst wijzigen, zoals de teksthoogte, vet, de
karaktertussenruimte, enz. en verschillende onderdelen in de tekst opnemen,
zoals klokgegeven, serienummers, ploegcodes, tekstvelden. Deze functies
worden hieronder beschreven.
Voor de Duo printervariant bevat het bericht twee regio's (voor elke inkstraal
een). Elke regio wordt verbonden aan een bepaalde berichtopmaak. De bovenste
regio geeft informatie weer voor Inkstraal 1 en de onderste regio voor Inktstraal
2, zoals hieronder weergegeven. Het aanmaken van een bericht wordt precies zo
uitgevoerd als voor een bericht met een enkele straal (tenzij anders aangegeven).
Om te navigeren tussen de twee regio's, gebruikt u de toetsen om de
cursor naar het gewenste gebied te verplaatsen.

Regio 1 (Inkstraal 1) -
momenteel de actieve
regio

Regio 2 (Inktstraal 2)

Berichtopmaak
voor elke regio Indicator van actieve
regio (momenteel
Inktstraal 1)

Berichteditorscherm voor de A-Serie plus Duo printervariant

28
Fontopties
Dit menu geeft toegang tot: Teksthoogte, Vet, Karaktertussenruimte en
Berichtopmaak.
Grootte van het lettertype (karakter), vette karakters en karakters met dubbele
spaties kunnen als opties van de functietoetsen worden geselecteerd. Door de
toets in te drukken zet u de optie aan en zullen de volgende ingaven de
desbetreffende grootte/dikte/breedte krijgen, totdat de optie wordt aangepast.
De grootte van het lettertype wordt aangegeven door de verticale grootte van de
cursor. Als een groter lettertype wordt ingevoegd in een tekst met meerdere
regels worden de overige karakters automatisch gegroepeerd rond de grotere
karakters.
Met de Berichtopmaak kunnen verschillende rasters (berichtopmaken) in de
printer worden opgeslagen. De printer kan tot 8 berichtopmaken opslaan/
beheren in Berichtopmaak. Aangemaakte berichten kunnen tot 8 van deze
berichtopmaken gebruiken. Voor de Duo printervariant wordt elke regio van
het bericht verbonden aan een bepaalde berichtopmaak.
In de Berichteditor is het mogelijk om het dialoogvenster met eigenschappen of
relevante instellingen voor ingevoegde opmaken te openen door de
pijltjestoetsen links/rechts te gebruiken om de invoering te markeren en
vervolgens op de knop Selecteren te drukken.
De beschikbare Tekst (print) hoogten zijn afhankelijk van de geselecteerde
berichtopmaken. (Voor de Duo printervariant wordt elke regio van het bericht dat
wordt bewerkt verbonden aan een berichtopmaak. De beschikbare Teksthoogten
zijn afhankelijk van de berichtopmaak die wordt verbonden met de regio die
momenteel actief is.) Selecteer de gewenste hoogte en druk op OK . 
De cursorhoogte verandert overeenkomstig in de Berichteditor.
De instelling Vet voegt een aantal extra druppels toe, wat wil zeggen dat in plaats
van 1 regel verticale druppels het geselecteerde aantal wordt geprint (aangeraden
wordt 1). De tekst die daarna in het bericht wordt ingevoerd is vet.
Karakter tussenruimte is de afstand tussen ieder karakter. Deze kan worden
vergroot en verkleind.

29
Klokopties
Datum- en tijdvelden en ploegcodes kunnen worden gemaakt en in het bericht
worden ingevoegd.
Om een datum- of tijdveld in te voegen, kiest u het gewenste veld uit de lijst in
het scherm en drukt u op de selecteertoets.
Sjablonen voor Datum- en tijd velden bestaan
standaard in de printer, en u kunt dergelijke
sjablonen toevoegen. Een voorbeeld van de
geprinte tekst wordt weergegeven.

Opmaken worden gebruikt om de datum- en tijdvelden te bouwen; op de


volgende pagina staat een tabel met de opmaken.
Datumcodes:

%A Datum (01 t/m 31). %G Maandnaam


%B Dag van het jaar %J Dagnaam
(001 t/m 366).
%C Juliaans jaar (0 t/m 9) %K Weeknummer (01 t/m 53)
%D Jaar (00 t/m 99) %L Dagnummer (1 t/m 7)
%E Jaar (1970 t/m 2038) %P Juliaanse dag (001 t/m 366)
%F Maand (01 t/m 12)

Tijdcodes:
%H Uren (00 t/m 23). %N Seconden (0 to 59)
%I Kwartieren (01 t/m 96) %O Alfa uren
%M Minuten (00 t/m 59)

30
Klokoffsets kunnen ook worden ingesteld en toegepast op de kloksjablonen.
Dit kan handig zijn bij het coderen van een vervaldatum die een vast aantal dagen
na de huidige datum is.
Om in te stellen, selecteert u een offset uit de lijst in het scherm Klokoffsets en
drukt u op Wijzigen. Wijzig indien nodig de naam en stel de hoeveelheid voor
de offset in. U kunt het beste een van de offsets op nul laten staan voor
klokvelden waarvoor geen offsets nodig zijn.
Om een offset in een datum- of tijdveld in te voegen, opent u het scherm
Eigenschappen voor het Datum- of tijdveld en selecteert u de gewenste offset.

In dit voorbeeld is de offset A toegepast op het


tijdveld "UU:MM".

Ploegcodes kunnen in het bericht worden ingevoerd. Ze moeten in de


Machine-instellingen worden ingesteld:
Een ploegcode instellen en invoeren
De ploegcodes worden als volgt ingesteld in het menu Machine-instelling :
(1) Druk met de Machine-instelling geselecteerd op de knop Configuratie
, selecteer vervolgens Machine-pintinstellingen> Klokafh. opties>
Ploegcodes.
(2) Gebruik de pijltjestoets omhoog/omlaag om naar het begin en het
einde van de tijd te navigeren, gebruik de pijltjes links/rechts om de tijd
voor de eerste ploeg te wijzigen.

31
Gebruik de pijltjes
omhoog/omlaag om
te bewegen en voer
vervolgens de juiste
gegevens in.

Gebruik de
pijltjestoetsen links/
rechts om naar de
volgende ploeg te
gaan.

Drie ploegen
(3) Voer een ploegcodelabel in - deze wordt in de tekst weergegeven als de
ploeg wordt ingevoerd.
N.B.: De Teksteditor geeft het bericht genoeg ruimte voor de langste ploegcodelabels.
(4) Druk op Reset ploeg om de huidge ploeg terug op nul in te stellen.
(5) Gebruik de pijltjes omhoog/omlaag om terug te keren naar de
"Ploegcode" op de bovenste lijn en gebruik vervolgens de rechter
pijltjestoets om naar de volgende ploeg te bladeren.
(6) Herhaal dit proces voor alle gewenste ploegen. Er zijn in totaal
24 ploegen beschikbaar.
(7) Druk op OK als de ploegen zijn ingesteld.
(8) Als de ploegcodes zijn ingesteld, kunnen ze in een tekst worden
gevoegd met de Teksteditor. In de Teksteditor selecteert u Klok en
vervolgens Ploegcode.
(9) Het scherm geeft de ploegcodes weer zoals deze eerder zijn ingesteld.
Druk op Selecteren om een ploegcode in de tekst te voegen. De naam
van de huidige ploeg wordt in de tekst weergegeven.

32
Speciale velden
Velden zoals Serienummers, tekstvelden, aangepaste scripts, barcodes en logo's
kunnen van hieruit worden gemaakt en ingevoegd
Een Barcode invoeren
De A-Series Plus printer ondersteunt momenteel onderstaande barcodes:
1D of lineaire barcodes
Alleen numeriek, max. 12-cijferige tekens (1-cijferig nummersysteem, 
UPC A
5-cijferige fabrikantcode, 5-cijferige productcode en 1 controlecijfer).
Alleen numeriek, is een 11-cijferige UPC A-code gecomprimeerd naar
UPC E een 6-cijferige UPC E-code (een gecomprimeerde versie van UPC A,
merk op dat niet alle UPC A-codes kunnen worden gecomprimeerd).
Alfanumeriek, kan worden gebruikt voor het volledige hoofdletteralfabet
Code 39 (A tot Z), de cijfers (0 tot 9) en speciale tekens (spatie $ - . / + %) kan
eveneens een controleteken bevatten, maar heeft geen lengtebeperking.
Alfanumeriek, kan worden gebruikt voor het volledige hoofdletteralfabet
(A tot Z), de cijfers (0 tot 9) en speciale tekens (spatie $ - . / + %) bevat
Code 93 2 controletekens bevatten, maar heeft geen lengtebeperking. Gebruik
bijkomende unieke cirkelcodes ($), (%), (/) en (+) om het ASCII-set te
vervolledigen.
Alfanumeriek, kan de volledige ASCII-tabel, codesets A en B en
Code 128
comprimeert tweecijferige codeset C, heeft geen lengtebeperking.
Aanvaardt net zoals Code 128 dat er na de startcode een FUNC1-code
EAN 128
zal zijn, bovendien zijn () niet uit de tabel uitgesloten.
13 numerieke tekens - 12 door de gebruiker vastgelegd en 1
EAN 13
controleteken
EAN 8 8 numerieke tekens - 7 door de gebruiker vastgelegd en 1 controleteken

2/5 Uitsluitend numeriek, heeft geen lengtebeperking.


Industrial

2/5 Uitsluitend numeriek, heeft geen lengtebeperking.


Interleaved

2/5 Standard Uitsluitend numeriek, heeft geen lengtebeperking.

33
2/5 Uitsluitend numeriek, geen lengtebeperking maar wel randlijnen (een
Interleaved boven en een onder de barcode).
Bars

ITF14 14 numerieke tekens met Interleaved Code 25 symbologie

2D barcodes
ASCII-waarden 0 tot 255 (uitgebreide ASCII 128 tot 255). 1-64 tekens
(uitgezonderd controletekens). Reed-Solomon-controletekenalgoritme
(foutcorrectie). 
Vierentwintig vierkantsymbolen met een even aantal rijen en kolommen
met een grootte van (exclusief lichte zones): 10x10 tot 26x26 modules
DataMatrix (in stappen van 2 modules per zijde), 32x32 tot 52x52 modules
(ECC 200) (in stappen van 4 modules per zijde), 64x64 tot 104x104 modules
(in stappen van 8 modules per zijde), 120x120 tot 144x144 modules
(in stappen van 16 modules per zijde). 
Zes rechthoekige vormversies (exclusief lichte zones): 8x18 en
12x26 modules (1 dataregio), 8x32 en 12x36 modules (2 dataregio's) en
16x36 en 16x48 modules (2 dataregio's).
Vierkante, tweedimensionale machinecodes. Model 1 of 2.
Foutcorrectieniveau L, M, H of Q. Afmetingen zijn 21x21, 25x25 of
29x29. Nettolading (1 – 64): Elk teken in het bereik 0x0000 tot 0xFDFF.
QR Code
Tekens in het bereik 0xNN40 – 0xNNFC, waarbij NN = 0x81 – 0x9F
of 0xE0 – 0xEA en tekens van het formulier 0xEBNN waarbij NN =
0x00 – 0xBF, zullen worden gecodeerd als Kanji (Shift JIS Systeem).
Opmerkingen: (1) A-Series PLUS-printers kunnen momenteel 10x10, 12x12,
14x14, 16x16, 18x18, 20x20, 22x22, 24x24, 26x26,
32x32, 8x18, 8x32, 12x26, 12x36, 16x36 en 16x48
datamatrixsymbolen printen. De gegevenshoeveelheid binnen een
datamatrixsymbool is afhankelijk van de datamatrixgrootte.
(2) A-Series Plus past een limiet van 64 tekens toe voor onbeperkte
codes.

34
Selecteer terwijl de Teksteditor is geselecteerd Speciaal veld , vervolgens
Barcodes en selecteer vervolgens het gewenste type, Barcodes of 2D
Codes .
In dit menu kunnen barcodes worden gemaakt en opgeslagen. Zodra ze zijn
bewaard verschijnt een lijst met barcodes. Om een barcode in een bericht op te
nemen, markeert u de vereiste barcode en drukt u op de keuzeknop. Een deel
van het bericht is een grafische voorstelling.
U kunt meer specifieke informatie over het maken van barcodes en 2D codes
vinden in de handleiding bediening en onderhoud (geleverd op de cd).
Opdracht/Tekstveld/Wachtw.
Invoerveld - Vraagt de gebruiker specifieke gegevens in te voeren bij
verzending van het printbericht.
Tekstveld - Laat toe een blanco (open) gebied in te voegen in het bericht,
bijvoorbeeld om ruimte te geven aan de voorgedrukte informatie op het
afdrukmateriaal.
Paswoord - Laat toe om een paswoord toe te passen op afzonderlijke regels in
een bericht (hetzelfde paswoord geldt voor alle regels)
Aangepaste scripts
Dit zijn extern gevormde op maat gemaakte klokken en serienummers.
Voor meer informatie over tekstvelden en aangepaste scripts verwijzen we naar
de handleiding "Bediening en onderhoud".

35
Een serienummer maken/invoegen
Nummers kunnen numeriek of alfanumeriek zijn.
(1) Terwijl u Teksteditor geselecteerd hebt, selecteert u Speciaal veld ,
en vervolgens Serienummer . Aanvankelijk kan dit scherm leeg
zijn, maar als de serienummers worden gemaakt en opgeslagen, worden
deze in een lijst weergegeven.
(2) Druk op Nieuw om een nieuw serienummer te maken.
Het scherm zal wijzigen en de parameters laten zien die het serienummer
besturen. Dit zijn onder meer het startnummer (ondergrens) en het eindnummer
(bovengrens) en de wisseling van teksten (stapgrootte). Als het startnummer lager
is dan het eindnummer zal de wijziging (stap) positief zijn. Als het startnummer
groter is dan het eindnummer zal de wijziging (stap) automatisch negatief zijn.
Indien nodig kan hetzelfde serienummer worden ingegeven in een geselecteerd
aantal teksten, voordat het wordt veranderd (Herhaal tellen). Bovendien kan de
taal voor het serienummer Engels (standaard), Arabisch of Farsi zijn.
Meer geavanceerde serienummers kunnen worden ingesteld om een
lettervoorvoegsel of -achtervoegsel en seriekoppeling tussen twee serienummers
op te nemen (batchkoppeling alleen op de A300+/A200+). Raadpleeg de
Handleiding bediening en onderhoud voor geavanceerde instellingen en meer
informatie (geleverd op de cd).

36
Logo's maken/importeren
Logo's worden gemaakt en opgeslagen in Logo Opslag voordat zij in een tekst
worden gebruikt. Logo's worden gemaakt op een gedefinieerde matrix (die de
mogelijke druppelposities voorstelt). Ruimte rond het logo (opvulling) maakt
deel uit van het logo en hierin moet worden voorzien in het formaat van de
matrix.
QVGA
(1) Selecteer binnen de Teksteditor Speciaal veld invoeren en vervolgens Logo.
Aanvankelijk zal dit gebied leeg zijn, maar als logo's worden
geïmporteerd of opgeslagen, wordt hier een lijst met beschikbare logo's
weergegeven. Om een logo uit de lijst in de tekst te voegen, drukt u op
de knop Selecteren.
(2) Om een nieuw logo te maken, opent u de Logo-Editor door Nieuw te
selecteren. Geef de breedte en de hoogte van het logo in (in druppels) om
een raster te maken en druk op OK.
N.B.: Afhankelijk van de fonthoogte kan de beschikbare hoogte beperkt zijn. Hoewel
het nog altijd mogelijk is een groter formaat te maken, is het dan niet meer
mogelijk dit in een tekst te voegen als het de hoogte van de tekst overschrijdt.
(3) Een rooster van deze hoogte en breedte wordt nu weergegeven.
Gebruik de cursortoetsen om de druppelpositie te navigeren, en
gebruik de knop Selecteer om de druppelpositie aan of uit te zetten.
(4) Gebruik Dots continu inschakelen om de druppelpositie aan te zetten,
zonder dat u voor elk vierkantje op de knop Selecteer hoeft te drukken.
N.B.: Een vierkantje zal in de werkbalk onderaan het scherm worden weergegeven om
te laten zien of de functie Dots continu inschakelen aanstaat. Ook de
rasterreferentie wordt weergegeven.
Huidige
druppelpositie

Horizontale
rasterpositie
Functie Dots
continu Verticale
inschakelen rasterpositie
(ingeschakeld)

Logo-editor

(5) Als het logo af is, drukt u op Opslaan als om de tekst te bewaren. Voer
de gewenste naam in en druk op OK. Dit logo staat nu in de lijst met
opgeslagen logo's.

37
SVGA
Het maken van SVGA-logo's lijkt op dat van QVGA-logo's, behalve dat er iets
meer opties beschikbaar zijn. Maak het logo op dezelfde manier als hierboven is
beschreven, maar let op de extra functies (hieronder getoond). Raadpleeg de
Handleiding bediening en onderhoud (geleverd op cd) voor meer informatie.

Raster
Gebruik de pijltjes
om de cursor om
het raster te
bewegen.

Functie Dots continu


inschakelen
(ingeschakeld)

Als u Dots continu


Functie Dots inschakelen
continu leeg uitgeschakeld heeft,
inschakelen Logo-editor
kunt u de knop Dot
gebruiken om een
dot op het raster in
te voegen.

Invoering van een basislijn met de optie Dots continu inschakelen


(hierboven getoond)

Geeft de mogelijkheid om vormen te knippen, kopiëren en


plakken.
Vormen zoals lijnen, vierkanten, cirkels, enz. maken.

Tekst maken en opmaak toepassen (cursief, vet of onderstrepen).

Bestaande logo's importeren en opmaak toepassen (horizontaal/


verticaal draaien).

Zoom

38
Een logo importeren
Logo's worden geïmporteerd met behulp van een USB-stick:
Opmerkingen: (1) Het volgende pad is nodig op een USB-stick om logo's te kunnen
importeren: usb_updates/user/data/logos (zie onderstaande
afbeelding) Voer het te importeren logo in in de map "logo's".
(2) Logo's moeten monochrome Windows ® bitmap-bestanden zijn.
Ze zijn ook beperkt door de maat van het logoraster.
(1) Als het gewenste logo op de USB-stick is bewaard, kunt u deze in de
USB-poort aan de linkerkant van de printer steken.
(2) Selecteer in de Machine-instellingen , > Upgrade
configureren. Selecteer uit de lijst met upgrades Logo's en druk dan op
Config upgrade starten.
Selecteer de logo's in de lijst

Padnaam voor USB-apparaat

Het bericht opslaan


Als het bericht is gemaakt, kunt u het opslaan in de Teksteditor door op de toets
Opslaan/Wissen te drukken.
N.B. (1) Als het bericht in de Berichteditor al is opgeslagen, kunt u deze wissen
door op de toets Opslaan/Wissen te drukken.
(2) U kunt de actieve tekst (in de Berichteditor) ook opslaan via de
berichtopslag, door op de toets Opslaan te drukken.

39
Een bericht vanuit het tekstgeheugen printen
Alle opgeslagen berichten verschijnen in het tekstgeheugen, op naam. Om een
bericht te printen vanuit het geheugen, markeert u het gewenste bericht en drukt
u op de knop Naar printer . De tekst wordt nu geprint bij ieder "Print go"-
signaal.
Het bericht printen
Als de printer in de status Klaar om te printen staat:
(1) Druk gewoon op de knop Naar pinter op het membraanpaneel om
de geselecteerde tekst af te drukken.
De tekst wordt nu geprint bij ieder "Print go"-signaal.
N.B.: Indien een online tekst wordt gewijzigd, op welke wijze dan ook, is het
noodzakelijk om de knop Naar printer opnieuw in te drukken om de
wijzigingen door te voeren.
Print parameters
Als het bericht is gemaakt, kunt u met de printparameters de manier waarop het
wordt afgedrukt instellen, zoals offsets, hoogte en breedte, vertraging, oriëntatie, enz.
Print Offset
Dit plaatst (voegt een offset toe aan) het bericht op het product. Druk op het
pictogram Tekstoffset terwijl het Gewenste bericht open in de teksteditor
staat, selecteer de offset vooruit of achteruit (achteruit wordt wordt
meestal gebruikt als de printkop overdwars print) en geef de gewenste afstand op
(in strokes).
Printvertraging
Dit is de afstand tussen de sensor en de printkop. Druk op Tekstoffset , en
selecteer vervolgens het pictogram Printvertraging .
LET OP: Dit is een algemene instelling die daarom gevolgen heeft voor alle berichten.
Geef de afstand op (in strokes). 

40
Printbreedte en -hoogte
De printhoogte en -breedte kunnen worden ingesteld.
Opmerkingen: (1) De printbreedte verandert alleen bij gebruik van een interne
strokefrequentie.
(2) De printhoogte en -breedte zijn machine-instellingen en worden
niet samen met een bericht opgeslagen.
Printhoogte
Deze kan worden afgesteld als percentage van de volledige hoogte. De
wijzigingen worden gelijk van kracht en hebben gevolgen voor alle geprinte
berichten.
Print breedte
Dit heeft alleen effect bij gebruik van een extern gegenereerde strokefrequentie.
Gebruik de toetsen om de printbreedte te vergroten/verkleinen (gemeten in
strokes).
Berichtoriëntatie
Hiermee kan het bericht omgekeerd en/of achterwaarts worden geprint en
video worden omgekeerd.
N.B.: Omgekeerd en achterwaarts printen wordt toegepast op het hele bericht, video
omkeren wordt alleen toegepast op de tekst die daarna wordt ingevoerd.
Achterwaarts printen
Er zijn 4 opties beschikbaar: Printerinstelling, Spiegelen, Geteld of Continu.
De Printerinstelling is effectief uitgeschakeld omdat deze geen instellingen
achterwaarts/omgekeerd toepast op de printerinstellingen.
Spiegelen staat effectief aan omdat het de instellingen achterwaarts/omgekeerd
instelt op het tegengestelde van de printerinstellingen.
Continu - met de telling ingesteld op het gewenste aantal (bijv. 2), wordt het
bericht eerst in de richting geprint die in de aanvankelijke status werd opgegeven
voor de volgende twee productdetecties, en vervolgens omgekeerd (omgekeerd
of achterwaarts) voor de volgende twee productdetecties, enz.
Geteld - bij deze instellingen wordt gebruik gemaakt van de functie herhaald
printen. Stel de telling in op het gewenste aantal (bijv. 3), en het bericht wordt
3 prints geprint in de aanvankelijke status en vervolgens 3 prints andersom
(omgekeerd of achterwaarts) geprint. Zie hieronder voor de herhalingsfunctie.

41
Omgekeerd printen
Omgekeerd printen werkt op dezelfde manier als de optie Achterwaarts printen.
Zie hierboven voor details.
Omgekeerde video
Hiermee wordt het bericht in omgekeerde video geprint (witte tekst op een
zwarte achtergrond). Stel in op Aan of Uit. Als de instelling is ingesteld op Aan
zijn alle volgende ingaven in omgekeerde video.
Herhaal printen
Er zijn 3 opties beschikbaar: Uit, Continu en Geteld. Met Continu kan het
huidige bericht continu worden geprint zolang het printstartsignaal actief is.
Herhaal hoogte - Dit is de afstand tussen het begin van het ene bericht en het begin
van het volgende, gemeten in strokes. Elke print bijwerken? werkt variabele
informatie (serienummers, klokken enz.) bij elke print bij.
Geteld Hiermee kunt u het huidige bericht een bepaald aantal malen laten printen
zolang het printstartsignaal actief is (als Gebruik print tot eindeis ingesteld op Ja); dit
is een toevoeging aan het oorspronkelijke aantal, d.w.z., als u een telling van
5 opgeeft, wordt er 6 keer geprint. Herhaal hoogte en Elke print bijwerken? zijn
hetzelfde als voor Continu hierboven.

42
Bericht(en) importeren/ exporteren
(1) Selecteer het Tekstopslag en navigeer vervolgens naar Opslagbeheer
>Importeren/Exporteren.
(2) Als het USB-apparaat geen geschikte mappen bevat, is de enige
beschikbare optie Map maken, die u kunt selecteren om een map te
maken.

Als er geen mappen op het


USB-apparaat staan, is dit
de enige optie.

Druk op Mapopties, en
vervolgens op Map maken om
dit scherm te openen. Geef een
naam op voor de map en druk
op Maken.

Een Berichtenmap op het USB-apparaat maken


(3) Als er al verschillende mappen op het apparaat staan worden deze in een
lijst weergegeven. Markeer de gewenste map van waaruit of waarnaar u
wilt importeren of exporteren.

Selecteer de gewenste map en


druk dan op Importeren uit of
Exporteren naar.

Een Berichtenmap op het USB-apparaat selecteren

(4) Om berichten die u op de printer hebt opgeslagen te exporteren naar


het USB-apparaat, selecteert u Exporteren naar. Een lijst met de
momenteel opgeslagen berichten wordt weergegeevn. Gebruik de
selectietoets om het gewenste bericht te selecteren (er wordt dan
een  naast de naam toegevoegd) of Alle selecteren om alle berichten te
markeren om te exporteren. Selecteer Exporteren om te beginnen met
exporteren naar het USB-apparaat.
43
Bovendien kan een volledig tekstgeheugen worden geëxporteerd en
bewaard op een USB-apparaat.

Gebruik de selecteer- toets om afzonderlijke


berichten te selecteren of druk op Alle selecteren en
vervolgens op Exporteren om alle berichten naar het
USB-apparaat te exporteren. Tekstgeheugen
exporteren exporteert het volledige tekstgeheugen
naar een USB-apparaat.

Berichten exporteren naar het USB-apparaat


(5) Om berichten die in een map op het USB-apparaat zijn opgeslagen te
importeren, selecteert u de map uit de lijst en druk u op Importeren uit.
Er wordt een lijst weergegeven van de berichten in deze map. Net als bij
het exporteren kunt u afzonderlijke berichten markeren om te
importeren of Alle selecteren selecteren. U kunt ook een nieuw
tekstgeheugen in de printer importeren.

Gebruik de selectietoets om afzonderlijke


berichten te selecteren (let op het naast de naam in
dit voorbeeld) of druk op Alle selecteren en vervolgens
op Importeren om alle berichten te selecteren en
vervolgens van het USB-apparaat in te lezen.
Importeren als nieuw Teksgeheugen importeert het
volledige tekstgeheugen in de printer, ongeacht welke
selecties vooraf werden gemaakt.

Berichten importeren van het USB-apparaat


Als een bestemming berichten met dezelfde naam bevat, kunt u het bericht
overschrijven, hernoemen, negeren of de bewerking afbreken.

44
Back-up printer
Er zijn 4 types bestandsinformatie die op een USB-stick kunnen worden
opgeslagen: Volledig, Teksten, Service en Productie. Deze slaan verschillende
informatie op een USB-geheugenstick op: Volledig kopieert de volledige
printerconfiguratie, Bericht kopieert alle berichten in het huidige tekstgeheugen.
Zowel de Volledige als de Tekst-back-up kan worden gekopieerd (hersteld) naar
andere printer of worden bewaard om de oorspronkelijke printerinstellingen te
herstellen.
De Service- en Productie-bestanden kunnen worden gekopieerd vanaf de
softwarebestanden van de printer, en geven informatie voor een servicemonteur,
zoals logbestanden, informatie over de inkstraal en over de e-mail. Deze
bestanden kunnen niet terug naar de printer worden gekopieerd, omdat ze alleen
ter informatie zijn.
Een back-up maken
(1) Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort aan de zijkant van de
printer.
(2) In het menu Machine-instelling selecteert u Back-up en
vervolgens Back-up naar USB.
(3) Selecteer het gewenste type back-up uit de lijst.

N.B.: Een Volledige back-up kan tot 40 minuten duren.


(4) Druk op Start back-up om te beginnen. Het scherm verandert om de
voortgang van de back-up te laten zien.
(5) Er wordt een bericht weergegeven als de back-up voltooid is die, als de
back-up geslaagd is, "Volledige back-up naar USB succesvol" aangeeft.
(6) Het bestand is nu naar de USB-stick gekopieerd en kan worden
gebruikt om op dezelfde of op een andere printer terug te zetten.

45
LET OP: Wanneer u informatie herstelt naar een andere printer is het van essentieel
belang dat de hardware van dezelfde versie is. Neem contact op met uw
lokale kantoor voor advies.
Vanaf de USB-stick herstellen
Alleen Volledige of de Tekst-back-ups kunnen worden gebruikt om een printer
te herstellen. De informatie wordt gebruikt om de huidige instellingen van de
printer op te heffen.
N.B.: De printer moet opnieuw worden opgestart als onderdeel van de herstelprocedure.
(1) Steek de USB-stick met het back-upbestand in de printer.
(2) Selecteer in het menu Machine-instelling Backup en
vervolgens Herstelopties.
(3) Selecteer het gewenste type herstel, en druk dan op Herstel back-up. Als
er meer dan een back-up wordt gevonden, wordt u gevraagd welke
back-up u wilt herstellen.
N.B.: Volledige back-ups en grotere tekstbestanden kunnen een aantal minuten duren.
(4) Er wordt een vorderingsbalk getoond. Na de voltooiing wordt een
bericht als "Berichten succesvol naar printer hersteld" weergegeven om
te laten zien of het herstel succesvol was.
(5) Druk op OK om uit het scherm te gaan.

46
Printerstanden
Hieronder worden een aantal printerstanden getoond, die worden weergegeven
op de Alarm-/Statusbalk onderaan het scherm.
Status: Standby
Het inktsysteem is inactief maar de Gebruikersinterface kan nog wel worden
gebruikt.
Status: Printklaar maken
Als het klaar is, moet de printer printklaar zijn.
Status: Klaar om te printen
Als een bericht online is, wordt het geprint als een productdetectiesignaal wordt
ontvangen.
Status: Niet klaar om af te drukken
De printer verandert van Klaar om te printen naar de "inktstraal alleen aan" of
standby-stand.
Status: Verwarming
Printer verwarmt de printkop tot de optimale temperatuur voor de inkt.
Status: Inktsysteem standby
Inktsysteem is onder druk en actief, maar de inktstraal is uit.
Cyclus van Wake-up-modus wacht
Alleen Opaque - dit geeft aan dat de Wake-up-software aan staat - hij kan ook
naar de onderstaande stand veranderen.
Cyclus van Wake-up-modus in werking
Alleen Opaque - De Wake-up-software is actief en laat de pomp iedere
20 minuten 3 minuten draaien om de inkt te roeren.

47
Problemen opsporen
Mogelijke
Probleem Oplossing
oorzaak

Print niet, fout Gutter droog Verstopte nozzle Ga naar > >
wordt weergegeven
Diagnostics, selecteer Nozzle
vrijmaken en druk op Test
uitvoeren
Inkt op afbuigplaten en/of Verstopte nozzle Reinig de printkop terwijl
laadelektrode, mogelijke fouten of vuile printkop de printer in standby staat.
zijn: Zie pagina 50.
"Inkt gedetecteerd op laadelektrode"
"Laaddetectie mislukt"
"Reserve jetmodulatie in gebruik"
"Afbuiging EHT is uitgeschakeld"
Er wordt niet geprint maar de Defecte sensor Controleer de sensor en de
tekst is verstuurd. positie
Defecte encoder Controleer of de encoder
signalen uitvoert (dit kunt u
zien via het scherm Externe
I/IF)
Verkeerde Controleer of het actieve
sensorinstelling niveau juist is ingesteld
Printvertraging Controleer of de vertraging
en/of offset en offset voor deze tekst
verkeerd ingesteld geschikt zijn en pas deze zo
nodig aan.
De knop Met deze knop schakelt u
Inschakelen/ het printen in of uit in het
uitschakelen (Naar hoofdscherm. Om de status
Printer) werd in het te wijzigen drukt u een keer
hoofdscherm op de knop.
ingedrukt

48
Mogelijke
Probleem Oplossing
oorzaak

Geen indicatielampjes op Geen luchttoevoer Herstel luchttoevoer


A300SE+
Lage drukinvoer Zorg voor een invoerdruk
op luchttoevoer van >5 bar
In-linezekering Vervang de in-linezekering
defect

49
Reinigen van de printkop

Draai de schroef los en


trek de laadelektrode eruit.
Reinig de gleuf met de
juiste spoelvloeistof, droog
met een pluisvrije doek.

Reinig inktresten van de


afbuigplaten

A320i_0003.eps.
Reinig inktresten van de
gutter

A-Series plus Printkop

Draai de schroeven los en trek de


laadelektrodes eruit. Reinig de
gleuf met de juiste spoelvloeistof,
droog met een pluisvrije doek.

Reinig inktresten van de


afbuigplaten

Reinig inktresten van de gutter

AD_0001.eps

A-Series plus Duo Printkop

50

You might also like