You are on page 1of 59

Cursustekst:

De klassieke oudheid op het Iberisch Schiereiland

Promotor: M. Wellens

Student: Stijn Mateusen

Opleidingsonderdeel: Praktijkonderzoek

Academiejaar: 2019-2020
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ...................................................................................................... 1
Voorwoord .............................................................................................................. 3
Samenvatting ......................................................................................................... 4
Leerplandoelen ....................................................................................................... 5
Inleiding ................................................................................................................. 7
Tijdlijn en kaarten .................................................................................................. 8
Hoofdstuk 1: Pre-Romeins Iberisch Schiereiland en de Romeinse verovering ....... 9
1. Geografie van het Iberisch Schiereiland ..................................................................... 9
2. Terrein en klimaat ................................................................................................... 9
3. Eerste bevolking ...................................................................................................... 9
3.1 Beschikbare bronnen uit deze tijd ...................................................................... 10
3.2 Origine van de naam Iberië - Hispania ............................................................... 10
3.3 Samenleving op het Iberisch Schiereiland ........................................................... 11
4. Kolonies ............................................................................................................... 12
4.1 Griekse kolonisatie ........................................................................................... 13
4.2 Fenicische kolonies ........................................................................................... 13
5. Tartessos.............................................................................................................. 14
6. Andere Pre-Romeinse culturele werken ................................................................... 15
Hoofdstuk 2: De Punische oorlogen (264 v.C. – 143 v.C.) .................................... 17
1. Eerste Punische oorlogen (264 v.C. – 241 v.C.) ........................................................ 17
2. Tussenoorlogse tijd (241 v.C. – 218 v.C.) ................................................................ 19
3. Tweede Punische oorlog (218 v.C. – 201 v.C.) ......................................................... 20
4. Derde Punische oorlog (147 v.C.) ........................................................................... 23
Hoofdstuk 3: De Romeinse verovering van het gehele Iberisch Schiereiland (218
v.C. – 19 v.C.) ....................................................................................................... 24
1. De creatie van de Romeinse Provincies in Iberië (197 v.C.) ....................................... 24
2. Romanisering van veroverde gebieden .................................................................... 25
3. Crisis van de Romeinse republiek ............................................................................ 25
Hoofdstuk 4: Hispania in het hoge Romeine Rijk (1ste – 2de eeuw n.C.) ............... 27
1. Noordelijke volkeren in Iberië ................................................................................. 27
2. Het proces van Romanisering ................................................................................. 27
3. Tijden van Augustus (27 v.C. – 14 n.C.) .................................................................. 28
4. Burgerschap en urbanisatie .................................................................................... 28
4.1 Maatschappij in Hispania................................................................................... 29

1
4.2 Burgerschap in Hispania ................................................................................... 29
5. Economie.............................................................................................................. 30
Hoofdstuk 5: Hispania in de Romeinse politiek .................................................... 32
1. Politici uit het Hispania ........................................................................................... 32
2. Antonijnse dynastie (96 n.C. – 192 n.C.) ................................................................ 32
2.1 Keizer Trajanus (98 n.C. – 117 n.C.) .................................................................. 33
2.2 Keizer Hadrianus (117 n.C. – 138 n.C.) .............................................................. 34
Hoofdstuk 6: De crisis van de 3de eeuw en hervormingen in het rijk ................... 36
1. Externe problemen ................................................................................................ 36
2. Interne problemen ................................................................................................ 36
3. Diocletianus (284 n.C. – 305 n.C.) ......................................................................... 37
4. Theodosius (379 n.C. – 395 n.C.) .......................................................................... 38
Hoofdstuk 7: Het einde van Romeins Hispania..................................................... 39
1. Invallen van barbaarse stammen ............................................................................ 39
2. De Visigoten ......................................................................................................... 40
Hoofdstuk 8: Religie (extra) ................................................................................. 41
1. Pre-Romeins en Romeinse religie op het Iberisch Schiereiland ................................... 41
2. Romeinse religie .................................................................................................... 42
3. Christendom in het Romeinse Rijk........................................................................... 43
3.1 Christenvervolging............................................................................................ 44
3.2 De opkomst van christendom onder Constantijn (306 n.C. – 337 n.C.) .................. 45
4. Godsdienst op het Iberisch Schiereiland .................................................................. 46
Enkele oefeningen ................................................................................................ 47
Literatuurlijst ....................................................................................................... 56
Bijlagen ................................................................................................................ 57
1. Extra afbeeldingen ................................................................................................ 57
2. Bronnen PowerPoint .............................................................................................. 57

2
Voorwoord

Nu mijn bachelor proef een finaal resultaat heeft bereikt kijk ik terug op het proces dat ik heb doorlopen.
Er is veel zelfstandig werk in dit onderzoek gekropen, zoals verwacht wordt van iemand die een
educatieve bachelor diploma wil behalen. Als ik echter terugkijk op het afgelopen jaar, zie ik dat ik er
niet alleen voor stond. Ik zou graag even de tijd nemen om de mensen die mij hebben ondersteund te
bedanken.

Eerst en vooral wil ik mijn promotor mevrouw M. Wellens bedanken. Tijdens het gehele proces van mijn
onderzoek heeft ze zich beschikbaar gesteld voor eventuele tips en ondersteuning. Ze gaf me steeds
verschillende opties waarmee ik nadien zelfstandig mijn eigen ding kon doen, hierdoor kon ik met een
bredere visie aan de slag gaan.

Ik zou ook graag mijn professor mevrouw Sol Jimenez bedanken. Deze professor uit de Universiteit van
Cantabrië heeft mij de mogelijkheid gegeven om haar lessen te gebruiken voor mijn onderzoek. Zonder
de basis van haar werk had ik onmogelijk dit verlag kunnen maken.

Mijn ouders speelde ook een grote rol in mijn proces. Tijdens de coronacrisis hebben ze mij steeds
ondersteund waar ze konden. Door hun positieve stimulans, gedrag i.f.v. van mijn opleiding heb ik
steeds de nodige motivatie gevonden om verder te werken aan mijn afstudeeronderzoek.

Ten slotte zou ik graag ook mijn medestudenten uit de universiteit van Cantabrië bedanken. Deze gaven
me waardevolle feedback in verband met dit onderzoek. Dit geldt ook voor meerdere lokale Spaanse
studenten die me wegwijs hebben gemaakt in het Spaanse onderwijs.

3
Samenvatting

Deze cursus geeft een korte weergave van de klassieke oudheid op het Iberisch Schiereiland.
De inhoud is gebaseerd op een onderdeel uit de lessen “Spanish history and culture” die
gegeven werden in de “Universidad de Cantabria”, specifiek over het onderdeel klassieke
oudheid. Deze lessen werden in het Engels gedoceerd door mevrouw Sol Jimenez.
Deze cursus is bedoeld als ondersteuningsmiddel bij het leren over de klassieke oudheid op
het Iberisch Schiereiland. Er zullen ook extra oefeningen en bronnen voorzien worden om een
breder beeld te geven.

Doordat deze cursus gebaseerd is op een Engelstalige lessenreeks en dat het onderwerp een
relatief onbekend topic is in het Vlaams onderwijs, zullen veel gebruikte afbeeldingen in het
Engels zijn. Deze keuze is gemaakt om de toegankelijkheid aan bronnen die vrij gebruikt
mogen worden groter te maken.

Het doelpubliek voor deze cursus zijn Erasmus-studenten met verschillende soorten
achtergronden die de geschiedenis van het Iberisch Schiereiland willen leren kennen. Hierdoor
is deze cursus te beperkt om te gebruiken voor academische historici.

Om deze cursus aantrekkelijker te maken voor een breder publiek is ervoor gezorgd dat dit
document ook afgestemd is voor leerlingen van de eerste graad. In het tweede middelbaar
wordt de klassieke oudheid behandeld, deze bundel kan hier een extra ondersteuning bieden.

4
Leerplandoelen

Om de cursus te linken aan de leerplandoelen van de eerste graad geschiedenis heb ik beroep
gedaan op de website van de pedagogische begeleidingsdienst van het Vicariaat Onderwijs
Mechelen – Brussel. Daar het huidige secundair onderwijssysteem wordt vernieuwd heb ik de
richtlijnen voor 2020 genomen.

Hierin zijn de krachtlijnen terug te vinden voor het vak geschiedenis. Volgende krachtlijnen
zijn terug te vinden in deze cursus:

Krachtlijn 1: Historische vraagstelling en ontwikkeling.

Deze eerste krachtlijn gaat over vraagstelling. Doordat deze cursus vooral informatief is wordt
er weinig ingezet op zelf vragen stellen.

Krachtlijn 2: Een historisch referentiekader opbouwen.

3. De leerlingen onderscheiden de drie dimensies van het historisch referentiekader en


bijhorende structuurbegrippen.
4. De leerlingen kennen de westerse periodisering en enkele bijhorende scharnierpunten.
5. De leerlingen lichten beperkingen van de westerse periodisering en tijdrekening toe.
6. De leerlingen situeren gebeurtenissen, personen, processen, kunst- en cultuuruitingen en
historische bronnen uit de drie bestudeerde periodes in tijd, ruimte en maatschappelijke
domeinen.
7. De leerlingen lichten kenmerken van de verschillende maatschappelijke domeinen toe voor
samenlevingen uit de bestudeerde historische periodes.
8. De leerlingen leggen onderlinge verbanden binnen en tussen de verschillende
maatschappelijke domeinen.
9. De leerlingen onderscheiden gelijkenissen en verschillen in kenmerken van bestudeerde
samenlevingen in eenzelfde periode.
Krachtlijn 3: Kritische redenen met en over bronnen.

De cursus bevat maar enkele bronnen. Hierdoor is het moeilijk om oefeningen te maken
gebaseerd op het vergelijken van bronnen. Slechts twee krachtlijnen kunnen toegepast worden
in verband met bronnen.

13. De leerlingen beoordelen de representativiteit van een historische bron in functie van een
historische vraag.

5
14. De leerlingen beoordelen de betrouwbaarheid van een historische bron in functie van een
historische vraag aan de hand van de volgende criteria:
• Standplaatsgebondenheid van de auteur/maker (gesitueerd in een algemeen
maatschappelijke context);
• Doelpubliek
• Functie en beoogd effect
Krachtlijn 4: Tot beargumenteerde historische beeldvormingen komen

17. De leerlingen benoemen in een historische beeldvorming historische redeneerwijzen in


termen van
• Oorzaak, gevolg, aanleiding, toeval
• Continuïteit, verandering;
• Evolutie
• Revolutie
• Gelijktijdigheid, ongelijktijdigheid
18. De leerlingen vullen historische beeldvorming aan door middel van:
• Kritische analyse van bronnen
• Toepassing van historische redeneerwijzen
19. De leerlingen tonen aan dat de beperkingen inherent aan bronnen gevolgen hebben op
historische beeldvorming.
21. De leerlingen selecteren informatie uit een tijdlijn en een historische kaart om een
historische vraag te beantwoorden.
Krachtlijn 5: Reflecteren over de relatie verleden, heden en toekomst.

Deze cursus is niet helemaal geschikt voor deze krachtlijn. De cursus is een pure weergaven
van de gebeurtenissen in de geschiedenis. Om deze informatie te linken met actualiteit zal
men zelf externe informatie moeten opzoeken.

(Vicariaat Onderwijs Mechelen - Brussel, z.d.)

6
Inleiding

Deze cursus is bedoeld om een overzicht te geven van de gebeurtenissen in de klassieke


oudheid op het Iberisch Schiereiland. In deze tekst zullen we een periode van ongeveer 1500
jaar behandelen. Dit gaat van de oprichting van Cádiz (1100 v.C.) tot het koninkrijk van de
Visigoten (507 n.C.)
Zoals eerder aangehaald zal er vooral gefocust worden op het Iberisch Schiereiland. Ondanks
deze specificatie zullen er ook enkele globale verschijnselen besproken worden. Deze zullen
nodig zijn om context te begrijpen bij veranderingen in het Iberisch Schiereiland. Dit zal
meervoudig voorkomen wanneer we over de Romeinse periode spreken omdat Iberië een deel
was van een voornamelijk gecentraliseerd bestuur gevestigd in Rome (Italië).

In de cursustekst voorzie ik gevarieerde oefeningen, deze kunnen helpen bij het studeren en
verwerken van deze leerinhoud.

Deze cursus is sterk gebaseerd op de lessen gegeven door mevrouw Sol Jimenez op de
Universiteit van Cantabrië. Hierdoor wordt aangeraden om deze cursus als aanvulling te
gebruiken bij de lessen over de klassieke oudheid. Alleen gebruik maken van deze cursus
wordt niet aangeraden.

Vooraleer er gestart wordt met het gebruik van deze cursus wil de schrijver graag nog enkele
zaken meegeven.

Met het Iberisch Schiereiland wordt het gebied ten zuiden van de Pyreneeën bedoeld.
Het schiereiland bevat het huidige Portugal en Spanje. Doorheen de cursus zal er een
afwisseling zijn van termen om deze regio de beschrijven. De termen die hiervoor worden
gebruikt zijn Iberisch Schiereiland, Iberië en Hispania (Romeinse provincie). Deze dragen alle
drie dezelfde betekenis.

Omdat deze cursus kan gebruikt worden voor leerlingen of studenten die nog geen of amper
geschiedenis gehad hebben, worden er moeilijke termen aangeduid en uitgelegd. Deze
woorden zijn in het vet aangeduid en schuin cursief getypt. Onderaan de pagina staat steeds
een voetnood met extra uitleg.

Tenslotte bevat de cursus ook langere teksten waarbij het uitdagender is om de essentie te
begrijpen. Daarom worden ook hier belangrijke thermen of gebeurtenissen extra benadrukt
door deze in het vet uit te drukken. Hierbij is ervoor gekozen om dit sporadisch aan te duiden
omdat het nog steeds de bedoeling is dat de leerlingen het gehele plaatje verwerken en niet
alleen specifieke topics.

7
Tijdlijn en Kaarten

Figuur 1

Figuur 2

8
Hoofdstuk 1: Pre-Romeins Iberisch Schiereiland en de Romeinse verovering

1. Geografie van het Iberisch Schiereiland

Met het Iberisch Schiereiland wordt het gehele gebied onder


de Pyreneeën1 bedoeld. Het schiereiland bevat vandaag 4
autonome staten, Spanje, Portugal, Andorra, Gibraltar (U.K.)
en technisch gezien ook Frankrijk. De Balearen2 ten Oosten
van het schiereiland worden vaak ook inbegrepen als er over
Iberië wordt gesproken.
Figuur 3. 3
Figuur

2. Terrein en klimaat

Het Iberisch Schiereiland is zeer divers qua geografie en


klimaat. De regio wordt opgesplitst in verschillende
valleien en plateaus tussen uitgestrekte gebergten.

Qua klimaat is de regio ook zeer divers. In het Noorden


spreken we van een Atlantisch klimaat, hier is meer
regenval, groenere gebergten en een koeler klimaat.

In het centrum is het weer meer continentaal met


uitgestrekte plateaus en weinig regenval. Ten zuidoosten Figuur
Figuur4.4

heerst een mediterraan klimaat met zachte winters en


gunstige zomers.

3. Eerste bevolking

Vanaf de prehistorie3 leefden er diverse stammen


in kleinere nederzettingen over het gehele
schiereiland. In de 6de eeuw voor Christus begon er
een migratie van Keltische volkeren4 uit centraal
Europa. Deze verspreidden en vestigden zich in het
noordwesten van het land. De Keltische cultuur werd
dominant in deze regio’s. De Kelten die in het
Iberisch Schiereiland woonden noemen we Kelt
Figuur 5 Iberiërs.

1
Gebergte gelegen tussen Spanje en Frankrijk.
2
Eilandengroep ten Oosten van het Iberisch Schiereiland, de grootste eilanden zijn Mallorca, Menorca en Ibiza.
3
Reconstructie van het verleden voor dat er geschreven bronnen waren.
4
Naam voor de dominante groep van gelijkaardige volkeren die leefde in west en centraal Europa van de 6 de
tot 1ste eeuw v.C.

9
In het zuidoosten ontwikkelde de lokale bevolking in verschillende stammen. Deze groep
noemen we de Iberiërs. Deze Iberiërs zullen sterk beïnvloed worden door andere
samenlevingen zoals de Grieken (in het Noorden) en de Feniciërs (in het Oosten en het
Zuiden).

3.1 Beschikbare bronnen uit deze tijd

Polybius (ca. 208 v.C. – ca. 125 v.C.):


Histories (264 v.C. – 146 v.C.)

Strabo (63 v.C. – 24 n.C.):


Literaire bronnen Geografie (boek 3)

Titus Livius (64 v.C. – 17 n.C.):


Geschiedenis van Rome (Ab Urbe Condita)

Epigrafische bronnen Inscripties (in steen of klei)

Numismatische bronnen Munten

Materiële overblijfselen (niet beschreven)


Archeologische bronnen voorbeelden: wegen, keramiek, begrafenis
objecten, gebouwen, …

3.2 Origine van de naam Iberië - Hispania

De naam “Iberië” werd oorspronkelijk gegeven aan het land tussen de Rhône rivier en de
Isthmus rivier. Tegenwoordig worden echter de Pyreneeën als grens benoemd. Als benaming
voor het schiereiland kan Iberisch of Hispania gebruikt worden alhoewel sommigen de term
Iberië alleen gebruiken voor het land onder de Ebro rivier.

In de Romeinse tijd werd de naam Iberia/Hispania afwisselend gebruikt. De Romeinen zullen


het gebied wel opdelen in “Ulterior” 5en “Citerior” 6. Deze veranderde echter doorheen de
Romeinse geschiedenis.

De origine van de naam Iberië komt van Griekse schrijvers (6de - 5de eeuw v.C.). Die het gebied
Iberia omschrijven als Iberiké, het land van de rivier “Ebro” wat dan weer verwijst naar het
Iberisch Schiereiland.

5
Letterlijk vertaald als “dichtbij”.
6
Letterlijk vertaald als “verder weg”.

10
De origine van de naam Hispania komt van de Feniciërs. Deze noemde het land “Ispan”. Wat
kan betekenen “Land van konijnen” (genoemd naar de vele konijnen op het schiereiland) of
“ver gelegen land”.

3.3 Samenleving op het Iberisch Schiereiland


Ondanks dat er twee dominante bevolkingsgroepen (de
Kelten en Iberiërs) op het schiereiland leefden was de manier
van besturing van de samenleving voor een groot deel
hetzelfde.

De vroege samenleving op het Iberisch Schiereiland was


opgebouwd uit een stammenorganisatie. Elke regio werd
geregeerd door een stam. Deze stammen bestonden uit
Figuur 6
verschillende dorpen of nederzettingen verspreid over een
bepaald gebied. Er waren geen grote metropolen of grote
steden. Dit met uitzondering van sommige Iberische volkeren aan de Middellandse Zee.

De lokale stammen werden geregeerd door een


oligarchie, een kleine groep adellijke families die alle
macht hadden. Deze heerste over een
krijgersmaatschappij die opgebouwd was uit
7

een hiërarchie van hoogste naar laagste


bevolkingsgroepen.

De economie bestond bijna uitsluitend uit landbouw


en veeteelt, de maatschappij was bijna helemaal
landelijk gevestigd. Zowel de Kelten als Iberiërs
hadden een polytheïstisch religie, dit betekenend dat
ze meerdere lokale goden aanbidden.
Figuur 7
Het Iberisch Schiereiland was een plaats van continu
conflict. Door het ontbreken van een centraal bestuur werden er vaak oorlogen uitgevochten
tussen diverse lokale machten.

7
Maatschappij waarbij oorlogsvoering zeer belangrijk was. Sterke krijgers werden gezien als de beste van de
samenleving.

11
4. Kolonies

Tijdens de vroege klassieke oudheid werden vele gebieden in de Middellandse Zee


gekoloniseerd. Er werden kleine nederzettingen gesticht die handelden met de lokale
bevolking. Hispania was rijk aan grondstoffen (zoals goud, zilver en landbouwproducten).
Hierdoor werden er een groot aantal kolonies gesticht. Vooral Grieken en Feniciërs stichten
kolonies, later zullen de Etrusken en Romeinen handel beginnen drijven met de lokale
bevolking.

De tactiek die veel werd gebruikt was het overnemen van een klein eiland vlak bij het
vasteland. Hier konden de buitenlandse handelaars zich vestigen en nagaan of de lokale
bevolking open stond om handel te drijven. Als de inboorlingen geen teken van agressie
vertoonde werden er langzaamaan ook nederzettingen op het vaste land gebouwd.

Bij bijna elke kolonisatie was er voornamelijk een economisch doel. De grootste activiteiten in
een kolonie waren:

• Producten creëren (wapen, keramiek, edelmetalen…);


• Handeldrijven met de lokale bevolking voor grondstoffen (goud, zilver, koper, hout…);
• Landbouw doen op vruchtbare omliggende gronden (de overschotten van de landbouw
werden vaak terug verhandeld naar het moederland).

Figuur 8

12
4.1 Griekse kolonisatie

De Griekse samenleving was één van de vroege hoogtepunten in de klassieke oudheid. Door
de marginale bodems8 op het Grieks schiereiland zochten de Grieken andere locaties om te
handelen en aan landbouw te doen. Dit leidde in de 8ste eeuw voor Christus tot de kolonisatie
van Klein-Azië (het huidige Turkije).

In de 6de E v.C. volgde een tweede Griekse migratiegolf, deze verspreidde zich over de gehele
Middellandse Zee. Er werden voornamelijk nederzettingen gesticht in de noordelijke gebieden
zoals het huidige Zuid-Italië, de Zwarte zee, Zuid-Frankrijk, de Balkan, Spanje, etc.

Ampurias werd gesticht in 575 v.C. in het noordoosten van Iberia. Het is de allereerste
(gekende) Griekse kolonie op het schiereiland.

Andere belangrijke kolonies waren Emporion en Rhode (Noordoost Iberië). Deze werden
beiden opgericht door een andere ex-kolonie Massalia, het huidige Marseille (Frankrijk).

Figuur 9

4.2 Fenicische kolonies

De Feniciërs waren één van de bekendste en belangrijkste zeevaarder volkeren in de vroege


klassieke oudheid. Ze waren een volk uit het Midden-Oosten (het huidige Libanon en Israël)
dat handeldreef met de gehele Middellandse Zee. Ze stichtte vele kolonies, deze zijn vooral
gesitueerd in het zuiden van de Middellandse Zee (Midden oosten, Noord-Afrika, Zuid-Spanje).
De meest bekende kolonie dat de Feniciërs zullen stichten is Carthago, gelegen waar het
huidige Tunis (in Tunesië) zich bevindt.

8
Landbouwgronden die niet geschikt waren voor intensieve landbouw, dit kan te maken hebben met een arme
bodem, rotsachtig landschap, moerasgebied, droog gebied,…

13
De eerste Fenicische kolonie was Cádiz, deze kolonie werd gesticht in de 11de eeuw v.C. en is
gelegen in het zuiden van Iberië aan de Atlantische oceaan.

De Feniciërs hadden een zeer grote invloed op het Iberisch Schiereiland. Enkele Fenicische
vernieuwingen die ingevoerd werden op het schiereiland zijn:

• Nieuwe technieken en nieuwe soorten landbouw: olijven, koorden, mandenmakerij,


kleding, …;
• Vooruitgang in pottenbakkerij: wiel gedraaide techniek, Griekse en Fenicische
motieven;
• Eerste tekenen van urbanisatie (verstedelijking): verstedelijking werd gebaseerd op
een mix van Iberische en Fenicische steden. Dit bracht ook nieuwe sociale
veranderingen met zich mee;
• Lokale Iberische centra groeiden ook, deze begonnen muren, paleizen en begrafenis
monumenten te bouwen;
• Het invoeren van munten, zeer belangrijk voor handel;
• Nieuwe technieken om metaal te smelten en te vormen: sculpturen, zilver smeding...;
• De introductie van het schrift: gebruikt voor administratie9 en handel.

5. Tartessos

Tartessos is de naam voor de Iberische


samenleving in het zuiden van Iberië. Deze
regio werd sterk beïnvloed door de Feniciërs.
Hierdoor vinden we een cultuur terug die
tussen 1200 v.C. en 500 v.C. een unieke mix
was van Iberische en Oosterse kenmerken.

Cancho Roano (Badajoz) is een Tartessiaans


heiligdom dat gebouwd werd in de 5de eeuw
voor Christus. Er is geen zekerheid welke
goden hier aanbeden werden. Daarentegen
werd goud en tin wel teruggevonden die
afkomstig waren van handel met
Etrusken10 en Feniciërs.

Figuur 10
In de 4de eeuw v.C. werd de tempel
vernietigd, waarschijnlijk door een andere
Iberische cultuur die de lokale bevolking veroverde.

9
Papierwerk voor het besturen van een land of regio.
10
Volk uit de klassieke oudheid, gevestigd in het westen van het huidige Italië.

14
6. Andere Pre-Romeinse culturele werken

• Dama de Baza (Granada) 4de E v.C.


• Dama de Elche (Alicante) 5de-4de E v.C.
• Toros de Guisando (Avila) 4de- 1ste E v.C.
• Pozo Moro (Albacete) 4de E v.C.
• Bicha de Balazote (Albacete) 4de E v.C.
• Estela de Barros (Cantabrië) 3rde E v.C.

Deze werken zijn gemaakt door diverse Iberische en Kelt Iberische volkeren, het is dus zeer
moeilijk om specifieke culturen te linken. Wat we vooral uit deze werken kunnen halen is dat
de pre-Romeinse wereld op het Iberisch Schiereiland wel al de mogelijkheid had om grootse
culturele werken te maken.

In het jaar 814 v.C. werd de stad Carthago gesticht door de Feniciërs. De stad ligt op de locatie
van het huidige Tunis (Tunesië). Deze stad was een belangrijk handelspunt in het Westen van
de Middellandse Zee. Deze stad dreef handel met de lokale bevolking en met andere Fenicische
kolonies rondom de Middellandse Zee.

In de 6de eeuw v.C. werden de


Feniciërs (in het huidige Libanon en
Israël) veroverd door de Perzen. Dit
zorgde ervoor dat handel met verre
gebieden in de Middellandse Zee
onmogelijk werd. Vele van deze
verdere kolonies werden nu
onafhankelijke stadstaten . De
11

belangrijkste hiervan was Carthago.


Deze belangrijke handelsstad begon
zeer snel zijn invloed uit te breiden. De
meeste Fenicische steden en kolonies Figuur 11
werden veroverd door de Carthagers.
Er werden ook nieuwe handelsposten gesticht. Tussen de 6de en 3de eeuw voor Christus
bouwde Carthago zich uit tot de dominante economische macht in de Middellandse Zee.

Carthago noemen we ook wel een commerciële republiek. Deze werd geregeerd door een
kleine groep rijke edelen (= oligarchie). De primaire sectoren waren handel en landbouw.
Oorlogen werden steeds gevochten omwille van economische belangen, dit zorgde ervoor dat
de Carthagers geen nood hadden aan een sterk staand leger. De staat rekende eerder op
ingehuurde soldaten om hun oorlogen uit te vechten, deze konden ze in overvloed kopen met
al hun rijkdommen.

Deze Middellandse supermacht straalde ook veel invloed uit op het Iberisch Schiereiland. Hier
zouden vele nieuwe steden en kolonies gesticht worden doorheen de eeuwen.

11
Staat waarbij er maar één stad was, deze regeerde over de het omliggende platteland en eventueel kleine
dorpen.

15
De civilisatie van Tartessos viel ook in verval en werd meer en meer overgenomen door de
sterke aanwezigheid van Carthago.

16
Hoofdstuk 2: De Punische oorlogen (264 v.C. – 143 v.C.)

Opmerking:

Vanaf nu zullen we over Carthago spreken. Carthagenen zijn Feniciërs, deze hebben
dus nog steeds dezelfde cultuur en geloof. Toch spreken we over een ander volk. Je kan
dit vergelijken met Amerikanen die zichzelf niet Brits noemen, ook al hebben ze een
gelijkaardige cultuur.

Doordat deze culturen zo gelijkend zijn is het onderscheid maken tussen Fenicische en
Carthageense bronnen zeer ingewikkeld. Uit deze overgangsperiode zijn ook zeer weinig
bronnen gevonden wat het onderscheid nog moeilijker maakt.

1. Eerste Punische oorlogen (264 v.C. – 241 v.C.) Wist je dat?

De eerste Punische oorlog was een grootschalig conflict De naam “Punische” oorlog
tussen de twee supermachten in de Middellandse Zee, kom van het Latijnse woord
Rome en Carthago. Deze twee machten vochten in de 3de Punicus. Het woord dat de
eeuw v.C. over de controle van de Middellandse Zee. Bij de Romeinen voor de Carthagers
eerste Punische oorlogen zal het eiland Sicilië12 de grootste gebruikten.
rol spelen.

Rome

De geschiedenis van Rome begon als een klein koninkrijk in het centrum van het Italiaanse
schiereiland. De Romeinen waren een landbouwvolk dat zich vooral focuste op een sterke
gecentraliseerde staat. Tegen de derde eeuw v.C. had Rome zich omgevormd tot een
republiek. Deze republiek had door de eeuwen heen geleidelijk het gehele Italiaanse
schiereiland veroverd. De Romeinen ontpopten zich zo tot een sterke macht in de Middellandse
Zee.

Aanleiding
De twee supermachten (Carthago en Rome) waren al langer bezig met zoveel mogelijk macht
te vergaren in de Middellandse Zee. Dit kwam tot een clash wanneer beide machten controle
begonnen uitoefenen over het Siciliaanse eiland dat in die tijd extreem rijk was aan
landbouwgrondstoffen (vruchtbare (vulkanische) gronden voor landbouw, gunstig klimaat,).

12
Middelgroot eiland ten zuidwesten van het Italiaanse schiereiland.

17
De aanleiding van oorlog kwam door een groep huurlingen13 die voor de koning van
Syracuse14 vochten. Ontevreden over hun omstandigheden namen ze de Griekse stad
Messina in. Om de stad beter te controleren vroegen ze hulp van zowel Carthago als van
Rome. Carthago reageerde eerst en stuurde een garnizoen15 naar Messina.
Iets later kwam er ook reactie van Rome die een leger stuurde. Het sturen van een leger terwijl
er al een Carthaagse aanwezigheid was, was een duidelijk teken van oorlog.
De Carthagers tekende een alliantie met Syracuse en samen gingen ze ten oorlog tegen de
Romeinen.

Figuur 12

Strategie
Beide machten hadden een voorkeur in oorlogvoering. De Carthagers, die al heel hun
geschiedenis zeehandel dreven, hadden de sterkste vloot16 in de Middellandse Zee. Met deze
vloot dachten ze de Romeinse troepen af te snijden en zo te vermijden dat ze het eiland
konden innemen.

De Romeinen rekenden dan weer op hun sterk professioneel leger dat de laatste eeuwen zich
had bewezen als sterkste landleger in de gekende wereld. Hun strategie was het eiland
innemen met brute en gedisciplineerde efficiëntie.

Afloop
Na decennia van oorlog beginnen de Romeinen de overhand te krijgen. De koning van
Syracuse sluit een vredesverdrag met Rome. In de winter van 261-260 v.C. ontwikkelen de
Romeinen hun eigen vloot. Deze vloot zal in 260 v.C. de Carthaagse vloot verslaan.

De landoorlog op Sicilië verloopt ook slecht af voor Carthago, zelf de grote generaal Hamilcar
Barkas zal de Romeinen niet kunnen tegenhouden.

13
Soldaten die ingehuurd konden worden voor geld. Deze soldaten hoorde niet bij een bepaalde staat.
14
Griekse stadstaat, gelegen in het zuidoosten van Sicilië.
15
Klein leger, bedoeld om een stad te beschermen.
16
De zeemacht, bestaand uit een groot aantal schepen.

18
In 241 v.C. winnen de Romeinen de oorlog. In het vredesverdrag worden er enkele eisen
gesteld:

• Sicilië wordt een Romeinse provincie (de allereerste provincie van Rome);
• Carthago moet het grootste deel van zijn vloot afstaan aan Rome;
• Carthago moet oorlogsschulden betalen aan Rome als compensatie.

In 231 v.C. zal Rome misbruik maken van de zwakke positie van Carthago. Het eiland Corsica
en Sardinië 17 worden overgenomen en ingelijfd in het Romeinse Rijk.

Gevolgen
Door het verlies van vele gebieden zal Carthago nieuwe regio’s moeten veroveren om de grote
schulden aan Rome te betalen. Deze zullen ze vinden in de rijke Fenicische kolonies in het
Westen.

De Romeinen zijn nu heerser over het Westen van de Middellandse Zee. Nu ze de smaak te
pakken hebben om buiten hun thuisfront te vechten zullen ook zij verder uitbreiden in westerse
richting.

Conclusie: beide machten zullen beginnen uitbreiden naar het Iberisch Schiereiland.

2. Tussenoorlogse tijd (241 v.C. – 218 v.C)

Door de schulden die Carthago aan Rome moet betalen wordt er gezocht naar nieuwe vormen
van inkomsten. Deze worden gevonden op het Iberisch Schiereiland. Het gebied is al onder
Carthaagse invloed en is ook rijk aan natuurlijk grondstoffen zoals goud en zilver.

In 237 v.C. beginnen de Carthagers een grootschalige invasie van het Iberisch Schiereiland.
Gericht op het verkrijgen van rijkdommen en op het terugwinnen van hun macht tegenover
de Romeinen.

In 227 v.C. wordt Carthago Nova (het nieuwe Carthago) gesticht in zuidoost Iberië. Deze
stad zal de hoofdstad zijn van het Carthaagse rijk op het Iberisch Schiereiland.

De invasie van het Iberisch Schiereiland wordt geleid door één van de beste generaals die de
Carthagers hebben, namelijk Hamilcar Barkas.

Hamilcar Barkas was een veteraan van de eerste Punische oorlog, hij had geen liefde voor de
Romeinen. Hij was erop gefocust om Carthago terug sterk te maken zodat ze op een dag
Rome terug zouden kunnen rivaliseren18.

De haat voor de Romeinen is een belangrijke drijfveer in de familie van Hamilcar Barkas.

Na vele veroveringen zal Hamilcar sterven (in 228 v.C.). Zijn schoonzoon Hasdrubal de
Goede, zal hem opvolgen. Hij zal ook de stichter van Carthago Nova zijn.

17
Twee middelgrote eilanden ten westen van het Italiaanse schiereiland.
18
Sterk genoeg zijn om voor de andere een bedreiging te zijn.

19
Hasdrubal zal het “verdrag van de Ebro rivier” sluiten met de Romeinen. Dit verdrag
vermeld dat de gebieden die ten Westen van de Ebro rivier liggen voor Carthago zijn en de
Oostelijke gebieden voor de Romeinen.

Hasdrubal zal sterven in 221 v.C. en zal opgevolgd worden door één van de bekendste
generaals in de geschiedenis: Hannibal Barkas (247 v.C. - 182 v.C.)

Figuur 13

3. Tweede Punische oorlog (218 – 201 v.C.)

Aanleiding
De aanleiding van deze oorlog was het eerder vernoemde “Ebro verdrag”. Dit verdrag
verdeelde het Iberische grondgebied in twee. Aan de Carthaagse e kant lag er echter de stad
Saguntum, deze stad was een bondgenoot van Rome. Hannibal kwam in conflict met deze
stad en viel deze aan. In Hannibals ogen mocht hij dit doen omdat Saguntum in zijn deel van
het land lag volgens het Ebro verdrag. De Romeinen zagen dit anders, zij zagen de aanval als
agressie tegen hun bondgenoot.

De Romeinen zullen de belegering van Saguntum gebruiken als hun “Casus belli” (reden voor
oorlog). In 218 v.C. verklaren de Romeinen de oorlog aan Carthago.

Verloop
De tweede Punische oorlog was een immens groot conflict, er werd over de gehele westelijke
Middellandse Zee gevochten. (Spanje, Italië, Noor-Afrika en Sardinië).

Hannibal had uit de eerste Punische oorlog geleerd dat een langdurige oorlog tegen Rome niet
zou werken. De Romeinen konden grootste legers produceren en deze zouden met de tijd de
Carthagers overrompelen. Hannibal moest dus een snelle overwinning proberen te boeken.

20
Zijn plan was om Italië zelf aan te vallen om zo het centrum van de Romeinse macht te breken.
Hij had echter geen grote vloot meer om zijn troepen te transporteren. Zijn tactiek zou
legendarisch worden. Hij zou Rome aanvallen door met zijn leger vanuit Carthago Nova
(Zuidoost Spanje) te voet naar Italië te
trekken.

Hannibal verzamelde zijn leger van


Carthagers, Iberiërs en 37 olifanten en
vertrok richting Italië. Hannibal zou met
zijn leger (en olifanten) de Alpen
oversteken, wat in die tijd onmogelijk
leek. Eenmaal aangekomen in Italië zou
hij meerdere Romeinse legers verslaan.

Door zijn legendarische prestaties Figuur 14


begonnen ook vele andere volkeren
(vooral Galliërs19) zich bij Hannibal aan te sluiten met doel de Romeinen te verslaan.

In 215 v.C. versloeg Hannibal de Romeinen


bij de slag van Cannae. Deze slag was zo
verwoestend dat de Romeinen nog amper
tegenstand konden bieden tegen Hannibal.

Hannibal zou de volgende decennia20 het


gehele Italiaanse schiereiland plunderen.

Hannibal kreeg echter amper steun van de


Carthagaagse leiders. Zij wouden zo weinig
mogelijk van hun geld in de oorlog steken.
Dit zorgde ervoor dat Hannibal zijn
middelen beperkt bleven, waardoor hij
nooit de kracht had om Rome zelf in te
nemen. Figuur 15

19
Naam dat de Romeinen gaven aan de Keltische volkeren die leefde in het huidige Frankrijk en de lage landen.
20
Eén decennium = 10 jaar, Decennia = 10 tallen jaren

21
De Romeinse familie Scipio

In de derde eeuw voor Christus waren de leden van de Barkas familie de beste Carthageense
generaals.

De Romeinen hadden echter ook zo’n familie, namelijk de familie Scipio.


Deze familie was een oude en machtige familie en zou de taak opnemen
om Hannibal en de Carthagers te verslaan.

Gnaeus Cornelius Scipio

Vestigt zich in Iberië (Hispania) en probeert controle te krijgen over het


Oosten van het schiereiland.

Publius Cornelius Scipio


Figuur 16 Publius
Hij wordt verslagen door Hannibal, hij veranderd zijn tactiek en trekt ook Cornelius Scipio Africanus
naar Hispania om Gnaeus te helpen.

Beiden boeken overwinningen op de Carthagers in Iberië maar zullen sterven in 211 v.C. Dit
laat het Romeinse leiderschap in de handen van Publius Cornelius Scipio Africanus.

Afloop
Terwijl Hannibal Italië plundert, passen de Romeinen dezelfde tactiek toe. De Romeinen vallen
Iberië binnen en proberen Hannibal zijn thuisbasis in te nemen om zo zijn bevoorrading af te
snijden. Scipio Africanus zal de hoofdstad Carthago Nova kunnen innemen in 209 v.C. en in
207 v.C. zullen de Carthagers verslagen worden door de Romeinen in Histpania.

Met deze overwinning worden de Carthagers uit het Iberisch Schiereiland geschopt. Met het
verlies van hun thuisbasis (Iberisch Schiereiland) proberen de leden van Hannibal zijn familie
te gaan helpen in Italië. Dit mislukt echter en de plunderingen in Italië doven geleidelijk aan
uit.

Opmerking:

Tijdens de Romeinse overwinning i Iberië wordt de stad “Italica” (Huidige Santiponce) gesticht.
Deze stad zal een centrale rol spelen in het later keizerrijk.

Hannibal wordt teruggeroepen uit Italië om de hoofdstad Carthago te verdedigen tegen


Romeinse invallen. Terug in Carthago zal Hannibal een leger verzamelen om de hoofdstad te
verdedigen.

In 202 v.C. zullen Scipio Africanus en Hannibal slag leveren, de slag bij Zama.
De Romeinen halen hier hun eerste overwinning tegen Hannibal. De Carthagers zijn nu volledig
gebroken.

Kort daarna ondertekenen de Carthagers een vernederende vrede. Hannibal zal vluchten naar
het Oosten waar hij na enkele jaren in ballingschap zelfmoord zal plegen.
22
Gevolgen
De Carthagers verliezen heel het Iberisch Schiereiland. Daarnaast moeten ze ook al hun
schepen en olifanten afgeven aan de Romeinen.

Carthago zal geen oorlogen mogen verklaren zonder Romeinse toestemming en ze moeten
enorme schulden betalen.

Rome zal vanaf nu de enige supermacht in de Westerse Middellandse Zee zijn.

4. Derde Punische oorlog (147 v.C.)

De derde Punische oorlog is de laatste stuiptrekking van het Carthaagse rijk.


Door hun handel beginnen de Carthagers terug meer geld en macht te krijgen, dit vinden de
Romeinen een bedreiging.

In 147 v.C. zal de Numidische21 koning een oorlog met de Carthagers uitlokken. De illegale
oorlogsverklaring van Carthago zal de “Casu Belli” zijn om Carthago te veroveren.

Scipio Aemilianus zal Carthago belegeren en innemen. De stad wordt met de grond gelijk
gemaakt. Volgens de legende werd de grond zelf met zout bestrooid zodat er nooit meer iets
zou groeien in Carthago.

Het rijk van Carthago werd vernietigd en overgenomen door de Romeinen. Deze doopte het
gebied om tot de provincie “Africa”.

Figuur 17

21
Volk dat leefde in de woestijnen ten zuiden van Carthago.

23
Hoofdstuk 3: De Romeinse verovering van het gehele Iberisch Schiereiland (218
v.C. – 19 v.C.)

1. De creatie van de Romeinse Provincies in Iberië (197 v.C.)

Na de tweede Punische oorlog bezette de


Romeinse republiek het zuidoostelijk gedeelte
van het Iberisch Schiereiland. Hier creëren ze
twee Romeinse provincies: ten eerste Hispania
Citerior, het Oostelijke deel en ten tweede
Hispania Ulterior, het zuidelijke deel

Deze twee provincies zullen geleidelijk aan


uitgebreid worden tijdens veroveringen op
verschillende volkeren in de tweede eeuw v.C.

De provincies worden elke jaar bestuurd door


een andere praetor. Deze heeft zowel de
civiele22 als de militaire23 macht in de Figuur 18

provincies. In het gehele gebied zijn twee


permanente legioenen24 gevestigd.

De verovering is een lang proces en zal beginnen in de tijd van de Romeinse Republiek en pas
helemaal klaar zijn in de tijd van het vroege Romeinse keizerrijk.

Het “Romeins” maken van de regio was ook een lang proces. Vanaf de tweede eeuw voor
Christus begint deze Romanisering, maar deze zal pas echt hard opgedreven worden in de
eerste eeuw na Christus.

Waarom duurde de verovering van het schiereiland zo lang?

“Hispania, ook al was het de eerste provincie op het vaste land die de Romeinen veroverden,
het was de laatste die compleet overwonnen was, en het hield uit tot in onze tijden.”

(Titus Livius, Ab urbe condita 28.12.12.)

22
De burgers en het bestuur ervan.
23
Het leger en het bestuur ervan.
24
Naam van de Romeinse legers, Eén legioen had ongeveer 6000 tot 10 000 soldaten.

24
De reden dat de verovering van Hispania zo traag ging
kwam door verscheidene factoren:

• Er was geen unitaire strategie om het schiereiland


te veroveren: vaak gingen generaals er even
vechten en kleine stukjes veroveren om dan terug
te keren naar Rome met kleine winsten;
Figuur 19 Geleidelijke verovering van
• De geografie van het gebied is zeer ruw en moeilijk Hispania

bereikbaar;
• In Iberië was er geen eengemaakte politieke organisatie, dit zorgde ervoor dat het niet
mogelijk was om grote stammen of volkeren in één keer over te nemen.

2. Romanisering van veroverde gebieden:

De Romeinen streefde ernaar om andere bevolkingen op te nemen (assimileren25) in de


Romeinse cultuur en ze zo langzaamaan tot Romeinen te maken.

Op het Iberisch Schiereiland probeerde de Romeinen de lokale bevolking te integreren in de


Romeinse manier van leven. Dit werkte vooral goed bij de Iberiërs. Deze volkeren in het
Zuidoosten van het schiereiland waren al iets meer “geciviliseerd” 26 door eeuwen van
contact met Grieken, Feniciërs en Etrusken.

De Romeinen deden ook beroep op de lokale elites, door deze klasse meer rechten te geven
zorgden ze ervoor dat de lagere klasse makkelijker bestuurd en ook sneller Romeins gemaakt
konden worden.

De Romeinse aanwezigheid in het Iberisch Schiereiland bracht ook urbanisatie27 met zich
mee. Lokale centra groeiden uit tot grotere steden. Ook bouwden de Romeinen kolonies die
bewoond werden door Romeinse veteranen (grote steden zoals, Italica, Tarraco en Cordoba
werden zo gesticht).

3. Crisis van de Romeinse republiek

In de eerste eeuw voor Christus begon de Romeinse Republiek interne problemen te krijgen.
Door middel van het leger begonnen sterke generaals macht naar zich toe te trekken. Dit
machtsonevenwichtig leidde tot interne conflicten en burgeroorlogen28.

Tijdens deze eeuw wisselde het bestuur van Rome af tussen een republiek en een dictatuur29.

25
Komt van in zich opnemen, de lokale bevolking vermengen met de eigen cultuur.
26
De beschaving staat verder als andere beschavingen, in de oudheid betekende dit het hebben van het schrift,
staatsstructuur, steden,…
27
Het oprichten/ontstaan van steden in bepaalde regio’s.
28
Oorlog tussen twee groepen die deel uitmaken van hetzelfde land.
29
Het rijk word bestuurd door één persoon met alle macht. In de Romeinse Republiek kon er een dictator
aangesteld worden in tijden van crisis. De macht die verkregen werd met deze titel werd echter vaak misbruikt.

25
De rol van Hispania speelt een secundaire rol in dit conflict, legers van verschillende generaals
vochten hier kleinschaligere veldslagen uit.

Deze crisis eeuw eindigt in 30 v.C. met de overwinning van Octavianus. Hij zal alle politieke
en militaire macht naar zich toetrekken. Octavianus zal ook zijn naam veranderen naar
Augustus. Augustus is bekend als de eerste Romeinse Keizer. Met de heerschappij van
Augustus (27v.C. – 14 n.C.) komt er een einde aan het de Romeinse republiek en begint
de tijd van het Romeinse Keizerrijk Rijk.

Figuur 20 Romeinse republiek (ca. 60 v.C.) Figuur 21 Romeinse Keizerrijk (ca. 27 v.C.)

26
Hoofdstuk 4: Hispania in het hoge Romeinse Rijk (1ste – 2de eeuw n.C.)

1. Noordelijke volkeren in Iberië

“De gehele bevolking is zuinig, hun drinken is water, ze slapen op de grond, en ze hebben
allemaal lang haar zoals vrouwen, dit haar binden ze rond hun voorhoofd voor ze gaan strijden,
ze leven uitgezonderd van het vlees van geiten, deze dieren offeren ze aan Mars, net zoals
krijgsgevangenen en paarden. Ze offeren ook hecatomben, net zoals de Grieken, beschreven
door Pindar,” Offer honderd van elke soort.

Strabo, Geografie 3.3.7

De stammen in het Noorden van het Iberisch Schiereiland werden gezien als de wildste en
gevaarlijkste. Zoals de bron beschrijft, zagen de Romeinen hen als ruwe barbaren30.

Deze regio werd lang niet veroverd door de strijdlust van de volkeren en door de moeilijke
bereikbaarheid in de Cantabrische bergen31. Uiteindelijk zal Augustus persoonlijk een
verovering leiden van dit gebied, hij slaagt erin om de overwinning te halen in 19 v.C.

De noordelijke stammen worden dan wel overwonnen, toch bleven deze stammen vechten
tegen de Romeinen door de eeuwen heen. Dit kunnen we zien aan de permanente legers die
aanwezig moesten zijn in het gebied.

Met de verovering van de noordelijke stammen, is het gehele Iberisch Schiereiland


onder Romeinse controle.

2. Het proces van Romanisering

Het is een lang en complex proces. De nadruk wordt gelegd op het bouwen van Romeinse
maatschappij. De lokale bevolking hun taal wordt langzaamaan veranderd. (van Iberisch, Kelt
Iberisch, Keltisch, Grieks,… naar Latijns). Dit noemt men Latinisatie.

Verschillend in elke regio, sommige gebieden gaan sneller, sommige trager.

Het Romeins maken van de lokale aristocratie en priesters is een prioriteit omdat deze
voorbeeldfiguren zijn voor hun volk.

De Romeinse levensstijl was het hoogtepunt van de maatschappij. Romeinse taal, kledij,
namen en gedrag was een teken van hogere stand.

30
De Romeinen (en Grieken) noemde iedereen die een andere cultuur als hen hadden barbaren, meestal
worden hier de Germaanse en Keltische stammen in Europa mee bedoeld.
31
Gebergte in het Noorden van het Iberisch Schiereiland.

27
3. Tijden van Augustus (27v.C. – 14 n.C.)

Wanneer keizer Augustus de macht neemt verandert


hij veel in het Romeinse Rijk, De provincie Hispania
wordt ook grondig hervormd. Het gebied wordt
opgesplitst in 3 nieuwe provincies.

Tarraconense:
Ook wel “Provinvia Hispania Citerior” genoemd, was de
grootste provincie. Deze (zoals de andere) provincies
werd opgedeeld in kleinere juridische districten.

Betica:
Deze provincie was de belangrijkste in Hispania. De
provincie was het meest geromaniseerd en zeer vredig.
Veel senatoren en latere keizers zullen vanuit deze Figuur 22
provincie komen.

Lusitanie:
De meest westelijke provincie (die ongeveer overeenkomt met de grenzen van het huidige
Portugal). De hoofdstad van deze provincie werd gesticht door Augustus (Emirata Augusta) en
werd bewoond door veteranen uit de Romeinse legers.

Elke provincie werd geregeerd door een gouverneur32. Deze werd persoonlijk aangesteld
door de keizer.

4. Burgerschap en urbanisatie

De Romeinen hadden een strikte regel rond burgerschap. Veroverde volkeren of steden kregen
origineel geen burgerschap. Dit betekende dat ze minder rechten hadden dan de Romeinen.
Het veroverde gebied werd dan aangezet om te romaniseren en een “goede” burger te zijn.
Indien de gebieden dit deden kregen ze stilletjes aan meer en meer burgerrecht. Meestal werd
burgerrecht eerst aan de lokale elite gegeven. Dit sijpelde nadien door naar de lokale
bevolking.

Romeins burgerschap hield vele voordelen in zoals: verminderde belastingen, Romeinse


wetgeving, meer economische opportuniteiten, politiek bestuur… Door de Romeinen kwam
een snelle verspreiding van urbanisatie. We onderscheiden twee soorten steden:

• Coloniae: deze vestigingen werden gesticht in nieuwe gebieden. Ze bestonden uit


Romeinse burgers (meestal veteranen). Deze steden waren te herkennen aan het
schaakbordpatroon.
• Municipia: dit waren steden gesticht door de lokale bevolking. Deze steden hadden
lokale autonomie en werden bestuurd door Romeinse magistraten (burgerschap).

32
Hoofd van de regelring in de provincie.

28
Door de combinatie van burgerschap en urbanisatie werd Hispania geleidelijk aan Romeins
gemaakt.

4.1 Maatschappij in Hispania

Zoals in het gehele Romeinse Rijk, waren er in Hispania ook verschillende sociale groepen:

4.2 Burgerschap in Hispania

Keizer Vespasianus had een groot interesse in Hispania, hij pleitte voor een wet dat
burgerschap toegekend zou worden aan het schiereiland.

Romeins burgerschap werd uiteindelijk gegeven aan magistraten33 van lokale vestigingen.
Dit zorgde voor een enorme versnelling van de romanisering en dat meer en meer senatoren
uit de Iberische provincies kwamen.

33
Verkozen of benoemde leiders van een dorp of stad, deze hebben de lokale leiding in een regio. Vergelijkbaar
met de huidige burgemeester.

29
Figuur 23 Senatoren volgens hun provincie van afkomst Figuur 24

5. Economie

Handel was één van de primaire sectoren34 op het Iberisch Schiereiland. Zowel binnenlands
als buitenlands.

De meeste handelswaar werd via het schip vervoerd.


Via schepen konden er grote hoeveelheden goederen
verplaatst worden. Hispania bezit ook vele
bevaarbare rivieren wat de handel nog vlotter deed
verlopen. Handel werd vooral uitgevoerd door de
lagere vrije burgers en door Liberti35. Sommige van
deze burgers werden hierdoor extreem rijk. De elites
deden niet zo veel aan handel omdat dit beroep werd
gezien als iets voor de lagere klassen.
Figuur 25 Binnenkant van een Romeins schip gevuld De meest verhandelde producten waren graan,
met handelsgoederen mineralen, olijven en olijfolie.

34
Primaire sectoren: Economische sector die grondstoffen en voedsel levert.
35
Vrijgelaten slaaf

30
Daarnaast was Hispania bekend om zijn grote hoeveelheden goud- en zilvermijnen. In de vele
berggebieden werden verschillende tonnen mineralen opgehaald. Deze mijnen werden vaak
bewerkt door enorme hoeveelheden slaven. Las Médulas (in Castille-Léon) was één van de
belangrijkste goudmijnen op het Iberisch Schiereiland.

Figuur 26 Gouden munten als zeer belangrijke handelswaar, gesmeed met het goud dat ontgonnen was in Hispania.

Tenslotte is landbouw ook een handelsmiddel. De elite bezit vaak enorme plantages. Deze
waren vooral gelokaliseerd in Batica en Tarraconense (zuidoosten). Hier waren enorme
uitgestrekte gronden die vruchtbaar waren voor verschillende teelten. Door de overschotten
aan landbouwgronden die ter beschikking waren, werd er niet veel vooruitgang gemaakt in
landbouwtechnieken.

Landbouw in Hispania werd meer primitief uitgevoerd, grootse irrigatiesystemen36 (zoals er


nodig waren in minder gunstige gebieden van het Romeinse Rijk) waren niet echt nodig.
Net zoals de mijnen werden de plantages ook bewerkt door slaven.

Geproduceerde producten waren:

• Olijven (olijfolie)
• Granen
• Wijn
• Fruit en groenten
• Espartogras (touw, manden, stoelen)
• Garum (Romeins ingrediënt voor vissoep)

Op de vlaktes werd ook aan veeteelt gedaan. Vooral het trainen van oorlogspaarden was hier
een grote industrie.

36
Landbouwtechniek waarbij Water van rivieren via kanalen word opgevangen of omgeleid om zo makkelijker
de gewassen van water te voorzien.

31
Hoofdstuk 5: Hispania in de Romeinse politiek

Naarmate Hispania meer en meer gepacificeerd 37 werd, wouden meer en meer lokale elites
deelnemen aan het politieke leven. Deze verkregen stilaan burgerrecht en de hoogste rangen
konden zo doorstoten om senator te worden.

Onder keizer Claudius (41-54 n.C.) volgde er politieke veranderingen. Hij besliste dat de
Equites (de op één na rijkste klasse) ook senatoren konden worden. Daarbij zorgde hij ervoor
dat Romeinse burgers uit de provincies de mogelijk hadden om zich in het Ius honorum (Het
bestuur van het Romeinse Rijk) op te werken. Dit zorgde voor meer en meer Iberische
invloeden in de overheid.

Het is natuurlijk niet zo dat extreem veel Romeinse burgers zich konden opwerken om de
hoogste functies van het bestuur uit te oefenen. Om op de laagste trede van de bestuurlijke
ladder te beginnen moest je een minimumvermogen hebben van 400.000 sestertiën38. Een
vermogen dat alleen de hoge elite bezat.

1. Politici uit het Hispania

Seneca de Jonge: geboren in Cordoba, was een filosoof. Hij is bekend omdat hij leermeester
van Nero was (keizer van Rome).

Marco Ulpio Trajanus: Senator uit Hispania, is de vader van latere keizer Trajanus.

2. Antonijnse dynastie (96 n.C. – 192 n.C.)

De Antonijnse dynastie39 is de naam van een opeenvolging van keizers uit dezelfde
familiegroep. Deze keizers zorgden voor een grote bloei in het Romeinse Rijk. Deze periode is
ook wel bekend als de Gouden 2de eeuw. Tijdens deze periode was het rijk in vrede en de
welvaart en handel groeiden. Het rijk was sterk, en werd bewaakt door zijn legioenen (300 000
soldaten). In de tweede eeuw na Christus bereikt het rijk zijn geografisch hoogtepunt onder
Trajanus.
Wist je dat?
Het succesverhaal van deze eeuw kwam door de
mentaliteit van de keizers, deze namen beslissingen in Romeinen waren zeer flexibel
functie van de staat en niet in functie van hun eigen met adoptie. Zo zouden keizers
macht. Opvolgers van de keizer werden ook gekozen, dit vaak sterke figuren uit andere
had het voordeel dat de beste kandidaat deze belangrijke families adopteren. Dit was
functie kon bekleden. (Slechts één van deze keizers zal bedoeld om er voor te zorgen dat
zijn zoon benoemen als opvolger). De tweede eeuw wordt het Romeinse Rijk goed bestuurd
daarom ook wel de eeuw van de adoptiekeizers zou worden door hun opvolger.
genoemd.

37
Betekent passief of vreedzaam maken van inwoners van een regio.
38
Koperen munten die veel gebruikt werden in het Romeinse Keizerrijk.
39
Een opeenvolging van heersers die tot dezelfde familie behoren.

32
Door deze opvolging, gebaseerd op kwaliteiten in plaats van de bloedlijn, was er gedurende
de gehele periode politieke stabiliteit.

Deze vrede en rust zorgden voor een uitbereiding van Oosterse culten40. Deze culten vereerde
andere of nieuwe goden dan de Romeinen. Onder deze waren de Mitraisme41, de Cibeles42
en één van de belangrijkste het christendom.

2.1. Keizer Trajanus (98-117 n.C.)

Trajanus werd geboren in Italica in de zuiderse provincie Batica


(Hispania). Trajanus was niet afkomstig van hoge adel, maar
klom op via het leger. Hij was een erg populaire generaal. Hij
werd de adoptiezoon van keizer Nerva.
Trajanus zijn regeerperiode zag de grootste expansie van het
Romeinse Rijk. Het rijk strekte zich uit van het hedendaagse
Schotland in het westen tot het verre Egypte in het oosten.

Trajanus verkreeg deze expansie door veroveringen in Dacia


(101-102 n.C.) (105 -106 n.C.), veroveringen in de Sinaï
woestijn (105 n.C.) en veroveringen tegen de Parthen (huidige
Armenië, Irak) (116 n.C.).
Figuur 27
Om zijn
leger groot genoeg te houden gaf hij het
Romeinse burgerschap aan mensen die in
de Romeinse legioenen vochten. Dit
zorgde ervoor dat ook vele soldaten uit
het provincies voor hem vochten.

Naast oorlog en expansie staat Trajanus


ook bekent als een bouwmeester. Tijdens
zijn regeerperiode werden er enorme
gebouwen en monumenten neergezet.
Hij focuste zich vooral op bruggen en
aquaducten43, wat hem enorm
populaire maakte bij het gewone volk.
Donkergroen: Romeinse Rijk
Lichtgroen: Romeinse invloed
Figuur 28

40
Groepen waarvan de geloofsovertuiging aanmerkelijk verschilt met die van de bestaande of heersende
religies.
41
Oosterse cult die de god Mithras vereerde, alleen mannen mochten deelnemen in de cult.
42
Cult gebaseerd rond vruchtbaarheid.
43
Een brug die dient om water te transporteren van de bron tot aan een stad. In de Romeinse tijd konden deze
kilometers lang zijn.

33
2.2 Keizer Hadrianus (117 n.C.-138 n.C.)

Hadrianus werd zoals zijn voorganger geboren in Italica (Hispania). Hadrianus werd van jongs
af aan opgeleid tot een politicus. Hij bekleedde verschillende functies binnen het Romeinse
Rijk. Uiteindelijk zal Hadrianus een positie in dienst van Keizer Trajanus krijgen en meestrijden
in de verscheidene campagnes. Na de dood van Trajanus werd Hadrianus tot keizer gekroond.

Opmerking:

Er is veel discussie of Hadrianus de adoptiezoon was van Trajanus. Waarschijnlijk zijn de


documenten vervalst geweest op het sterfbed van Trajanus.
Hadrianus was geliefd door Trajanus, maar er is nergens met zekerheid te zeggen dat Hadrianus
als opvolger moest dienen.

Als we de heerschappij van beide keizers naast elkaar leggen zien we ook dat beide heel andere
rollen speelden. Trajanus (expansie gericht), Hadrianus (defensief gericht).

Hadrianus wordt vaak beschreven als een filosofische keizer. Hij was zeer geïnteresseerd in
werken van Griekse filosofen en andere intellectuelen.

Hij was ook sterk gefascineerd door geloof, hij was lid van verschillende culten. Door zijn
interesse in het geloof promootte hij ook de keizerlijke culten, om zo zichzelf en zijn
voorgangers te vereren. Hij reisde ook heel het Romeinse Rijk rond om de lokale situatie te
bestuderen en het rijk beter te kunnen besturen.

Op militaire vlak was Hadrianus niet zo


Wist je dat?
gedreven als zijn voorganger. Hadrianus
geloofde dat het Romeinse Rijk groot Homoseksualiteit was compleet normaal in de
genoeg was. Daarom begon hij de grenzen Romeinse tijd. Hadrianus had ook een intieme
van het rijk vast te leggen. Hij deed dit door relatie met een man, Antinoo.
muren te bouwen langs natuurlijke
grenzen. Zo werd de Rijn44 de noordelijke Na de dood van zijn geliefde liet Hadrianus,
grens en de Saharawoestijn de zuidelijke Antinoo goddelijk verklaren. Dit zorgde voor
grens van het rijk. Door het rijk te grote taboe in het keizerrijk.
verdedigen begon het belang op de interne
markt te groeien, dit zorgde ervoor dat de welvaart voor het Oosten steeg. Het Oosten was
veel verder ontwikkeld, had meer handelsroutes en was vrediger dan de Westerse delen van
het rijk.

Hadrianus is het meest bekent voor “de muur


van Hardrianus”. Deze 117km lange muur
(gelegen in Noord-Engeland) stond als symbool
van de Noordelijkste Grens van het Romeinse
Rijk. Er schijn verschillende theorieën waarvoor
Figuur 29 Overblijfselen van de muur van Hadrianus

44
Een van de grootste rivieren in Europa, deze stroomt voornamelijk in het Westen van het huidige Duitsland.

34
de muur diende. Bronnen verschillen van de functie, van verdedig tegen invallen, beschermen
van handel, tot de functie als macht symbool.

35
Hoofdstuk 6: De crisis van de derde eeuw en hervormingen van het rijk

Commodus was de laatste keizer van de Antonius dynastie. Zijn heerschappij wordt als een
periode van tirannie beschouwd. Commodus zal daardoor ook vermoord worden in 192 n.C.

Commodus had geen opvolger aangeduid waardoor het Romeinse Rijk meer en meer in
politieke instabiliteit zal vallen.

1. Externe problemen

In het westen (het huidige Duitsland) beginnen er langs de Rijn grotere en sterkere groepen
barbaren zich te verzamelen. Deze (Germaanse45) volkeren zien het Romeinse Rijk als een
welvarende staat waar zij ook deel van willen uitmaken. Germanen beginnen stilaan meer en
meer de Westerse provincies te plunderen.

De Romeinse overheid is incapabel om deze aanvallen tegen te houden. Dit zorgt er voor dat
lokale Romeinse generaals met hun legioenen deze invallen moeten tegenhouden. Deze
generaals zullen de grenzen van Rome beschermen en zo meer en meer macht verkrijgen.

2. Interne problemen:

De stijging van macht bij deze generaals zorgt voor een machtsonevenwicht in het Rijk. Vele
van deze generaals zijn machtiger dan de keizer zelf. Deze generaals zullen stilaan proberen
om met hun legers zelf de macht te grijpen in Rome. Tijdens de 3de eeuw zullen er afwisselend
zwakke en sterke keizers op de troon zitten. Dit zorgt voor diverse burgeroorlogen wat de
Romeinse staat nog zwakker maakt.

In Rome zelf proberen belangrijke figuren ook steeds de macht te grijpen, door middel van
intriges46 wordt de ene na de andere keizer vermoord en vervangen.

Door de vele burgeroorlogen en invallen van Germaanse stammen begint het rijk zich meer te
focussen op de Oosterse provincies. In de Oosterse provincies wordt de rust relatief behouden
en blijft de economie bloeien.

45
Volkeren die voornamelijk leefde aan de Oostkant van de Rijn, in het huidige Duitslands en Scandinavië.
46
Een geheim plan, vaak gemaakt om iemand te vermoorden of om de macht te grijpen.

36
3. Diocletianus (284 n.C. – 305 n.C.)

De kroning van Keizer Diocletianus wordt als het einde van de crisis
van de 3de eeuw gezien. Diocletianus was zoals vele ook een
generaal die door middel van het leger de keizerstitel bemachtigde.
Diocletianus zag dat het rijk gereformeerd moest worden. De
Romeinse politiek was extreem corrupt en de opvolging van Keizers
ging vaak gepaard met burgeroorlogen. Aan de basis van de
problemen lag het Romeinse Rijk zelf, het Rijk was te groot
geworden om door één man bestuurd te worden. Hervormingen
moesten gebeuren anders zouden de burgeroorlogen blijven duren.

Daarom voerde Diocletian de “Tetrarchie” in. Figuur 30

Figuur 31

Hij verdeelde het keizerrijk in vier delen. Twee delen in het westen en twee in het oosten. Hij
zorgde ervoor dat het grootste deel in het westen bestuurd werd door een Augustus (De
oudste en sterkste). Het minder grote deel ging bestuurd worden door een Caesar (Jongste
en opvolger). Wanneer de Augustus stierf zou de Caesar de nieuwe Augustus worden. Deze
Augustus zou dan een nieuwe Caesar aanstellen. In het oosten zou exact hetzelfde gebeuren
met een Augustus in het groter deel en een Caesar in het kleiner deel.

De tetrarchie was bedoeld om het Romeinse Rijk op te delen en makkelijker bestuurbaar


te maken. Dit systeem werd echter niet ingevoerd na de dood van Diocletianus. Het
Romeinse Rijk zou nog bijna een eeuw door één Keizer geregeerd worden.

37
Diocletianus ondernam ook veranderingen in verschillende provincies. De grote provincie van
Hispania werd opnieuw ingedeeld. Deze zou nu 6 (7 met Mauritania) provincies tellen in plaats
van 3.

Figuur 32 Figuur 33

Theodosius (379-395)

Keizer Theodosius werd geboren in Coca, een dorp in het noordwesten


van Hispania. Zoals vele andere werd Theodosius keizer door zijn
voorganger van de troon te werpen. Theodosius stelde vele
hervormingen in het keizerrijk. Zo maakte hij christendom de officiële
staatsgodsdienst47 in 380 n.C.

Wat Theodosuius ook deed was het creëren van foederati48.


Door de grote van het Romeinse Rijk werd het steeds moeilijker om de
grenzen te beschermen tegen barbaarse stammen.
De oplossing hiervoor was het inhuren van barbaarse stammen om Figuur 34
andere barbaren te verslaan. Deze volkeren kregen een stukje grond
binnen het Romeinse Rijk om zich te vestigen. In ruil voor land zouden ze moeten dienen in
het Romeinse leger. Al snel werden grote delen van het Romeinse Rijk verkocht aan barbaarse
stammen. Deze vestigden zich hier en bouwden in feite een autonoom koninkrijkje in het
Romeinse keizerrijk uit. In het West-Romeinse Rijk zal de aanwezigheid van foederati enorm
zijn.

Na de dood van Theodosius wordt het keizerrijk


in twee gedeeld. Eén keizer in het oosten en één
in het westen. Een kleine 50 jaar later (476 n.C.)
zal het West-Romeinse Rijk veroverd worden
door diverse Germaanse stammen (waaronder
vele voormalige foederati).Het Oost-Romeinse
Rijk zal nog een 1000 jaar langer overleven (Tot
Figuur 35 1453 n.C.).

47
Officiële godsdienst van de staat. Vaak het dominante geloof of toch het geloof van de heersende elite.
48
Komt van he Latijns “foederatus”, wat verbonden betekent. Hiermee worden volkeren bedoeld die
verbonden werden aan Rome in ruil voor gronden of geld.

38
Hoofdstuk 7: Het einde van Romeins Hispania

1. Invallen van barbaarse stammen

In het begin van de 5de eeuw na Christus beginnen


Wist je dat?
meer en meer barbaarse stammen het westelijk
Romeinse Rijk binnen te vallen. Ook het Iberisch De naam Andalusië komt van
Schiereiland wordt niet gespaard. Drie grote stammen Vandalusia, wat land van de
vallen Hispania in 409 n.C. binnen: Vandalen betekent.

• De Sueven (Noord-Germanen49), deze Vandalen gebruiken we nog steeds


vestigden zich in het noordwesten (huidige als woord voor mensen die alles
Galicië); kapotmaken. Dit komt doordat ze
• De Vandalen (Oost-Germanen50), deze Rome plunderende en de stad
vestigden zich in het zuiden (huidige
verwoest achterlieten.
Andalusië);
• De Alanen (Iraanse nomaden), deze vestigden
zich in de centrale vlaktes van Hispania.
Zij werden later overwonnen door de Vandalen.

Hispania (c. 416 n.C.)


Figuur 36

49
Germaanse stammen die origineel uit de regio in en rond Scandinavië komen.
50
Germaanse stammen die origineel uit de regio in en rondom Polen en Tsjechië komen.

39
2. De Visigoten

De Visigoten waren een Germaans volk dat leefde als de foederati in het Romeinse Rijk. Ze
waren gevestigd in het huidige Zuid-Frankrijk vanaf 411 n.C.. Zij vochten voor de Romeinen
en hielpen het rijk te beschermen.

Wanneer de Sueven, Vandalen en Alanen Hispania


aanvallen en overnemen worden de Visigoten
opgedragen om de regio terug te veroveren.
In 426 n.C. worden de Alanen verslagen en iets later
zullen de Visigoten erin slagen om de Vandalen uit
Iberië te verdrijven. In 456 n.C. zal de Visigotische
koning Theodoricus het Suevisch koninkrijk verslaan
en een groot deel van het schiereiland innemen.

In 500 n.C. zou het Visigotische rijk zijn grootste


omvang kennen. Hier zou echter verandering in
komen. In het begin van de 6de eeuw n.C. werden de
Visigoten uit Zuid Frankrijk verdreven door de
Franken51. ca. 500 n.C.

De Visigoten stichtte het Visigotische koninkrijk met Figuur 37

als hoofdstad Toledo (Centraal Spanje). Dit koninkrijk


zal voor 200 jaar bestaan. Het zal één van de sterkere koninkrijken in de komende eeuwen
zijn in West Europa. Onder de Visigoten wordt de vroegere Romeinse provincie omgebouwd
tot een sterk middeleeuws koninkrijk. In tegenstelling tot vele andere regio’s zullen er vele
Romeinse tradities verder leven in het Visigotische koninkrijk.

51
Germaans volk dat zich gevestigd had in Noord-Frankrijk en de lage landen, deze zouden later het gebied dat
we tegenwoordig Frankrijk noemen veroveren.

40
Hoofdstuk 8: Relgie (extra)

Het onderdeel Religie wordt als een extra hoofdstuk toegevoegd. Dit onderdeel volgt niet de
chronologische volgorde die wel aanwezig is in de rest van de cursus.
Religie op het Iberische Schiereiland voor de Romeinen is zoals vele Prehistorische culturen
moeilijk te dateren. We weten ook weinig over deze verschillende religies doordat we maar
weinig bronnen hebben.

De religie op het schiereiland na de Romeinse verovering komt dan weer sterk overeen met
het Romeinse geloof en later ook het christendom. Er zijn slechts maar enkele unieke
eigenschappen van Religie die gelinkt kunnen worden aan het Iberisch Schiereiland tijdens de
klassieke oudheid. Hierdoor zullen we in volgende pagina’s veel spreken over de religie in het
Romeinse Rijk en maar een klein stuk over de religie op het Iberisch Schiereiland.

1. Pre-Romeins en Romeinse Religie op het Iberisch Schiereiland.

Voor de Romeinen waren er veel verschillende religies aanwezig op het Iberisch Schiereiland.
We weten jammer genoeg weinig over deze religies doordat vele bronnen hiervan verloren
zijn gegaan of nog niet zijn teruggevonden. De Romeinen hadden ook weinig interesse in deze
religies hierdoor zijn er weinig geschreven bronnen gemaakt.

Wat we wel weten is dat er veel verschillende volkeren waren met verschillende soorten
religies. Deze religies waren polytheïstisch52 en hadden veel overeenkomsten met Keltische
religies. Dit betekent dat de bevolking vooral natuurgoden vereerde. De religie van de
Oosterse Iberische volkeren was een mix van inboorlingen en Fenicische invloeden.

De betekenis van beelden die we terugvinden is ook onduidelijk en we kunnen alleen maar
speculeren over hun betekenis.

Religie is een cruciaal punt om de lokale bevolking te assimileren. Daarom legde de Romeinen
niet zomaar hun geloof op aan andere volkeren. Wat de Romeinen deden was lokale goden
linken aan hun eigen goden. Zo werden er bijvoorbeeld Romeinse goden in lokale tempels
geplaatst of kregen beelden van lokale goden kenmerken van het Romeinse geloof. Dit zorgde
ervoor dat de bevolking geleidelijk aan bekeerde.

Deze mix van het Romeinse geloof met de lokale religies noemen we syncretisme.

52
Aanbidden van meerdere goden.

41
2. Romeinse Religie

De Romeinse religie was polytheïstisch, wat betekent dat ze meerdere goden aanbeden. Voor
deze goden werden tempels en monumenten gebouwd waar mensen offers brachten. Het
geloof was sterk gebaseerd op rituelen en het tevreden houden van de goden.

Religie binnenshuis Religie buitenshuis


In Romeinse huishoudens was religie Publiekelijk werd het Romeinse geloof
belangrijk. Er werd gefocust op het vereren
gebruikt om de kracht van de staat te
van familieleden en lokale goden. promoten.
Hiervoor werden enkele attributen
Religie had hier een dubbele functie, eerst en
gebruikt. vooral om de welvaart weer te geven maar
het had ook een belangrijke rol in de politiek.
Lares: kleine beeldjes van lokale of De elite gebruikte religieuze festivals om hun
specifieke goden die thuis bewaard macht te laten zien.
werden. Wij zouden ze tegenwoordig
beschermengelen noemen Binnen de staat was er een aangestelde
hiërarchie van priesters. Deze moesten offers
Penates: kleine afbeeldingen die thuis schenken aan de goden. Deze offers werden
bewaard werden en diende om de ook vaak gebracht om de keizer te promoten.
natuurkrachten te controleren. Specifiek
het vuur om mee te koken. Het geloof werd geleid door de opperpriester,
deze werd de Pontifex Maximus genoemd.
Manes: stenen platen met inscripties op.
Deze werden gebruikt om overleden
geliefden te aanbidden.

De Keizerlijke cult was een politiek aspect van religie. Deze cult is gericht op het vergoddelijken
van gestorven keizers. Deze werden vereerd in keizerlijke tempels en toonde de kracht en
goedheid van die keizer. Deze vorm van verering was vooral propaganda. Het toonde de keizer
als “bovenmenselijk”. Er werden dan ook veel gigantische beelden gemaakt van de keizers,
deze werden dan verspreid over het gehele Romeinse Rijk.

Dit werd niet alleen met de keizers zelf gedaan. Vrouwen van keizers worden ook vergoddelijkt
of vergeleken met bestaande goden.

42
3. Christendom in het Romeinse Rijk.

Christendom startte in de 1ste eeuw na christus in Judea (huidige Israël - Palestina). De religie
geloofde in één god, dit was vrij uniek in de klassieke oudheid.
christendom was geen groot succes, met maar een trage stijging gedurende de 1 en 2de ste

eeuw. Doordat het christendom in het midden oosten werd gesticht begon het geloof zich
sneller te verspreiden in de oosterse provincies van het Romeinse Rijk.

Christendom werd door vele keizers getolereerd. Het was een relatief klein geloof, zolang de
christenen hun keizer vereerden en belastingen betaalden mochten zij hun “gekke” geloof
behouden. (In het oosten van het Romeinse Rijk waren er meerdere andere geloven die de
Romeinen tolereerde.)

Naarmate het christendom begon te groeien begonnen meer en meer keizers dit geloof te
wantrouwen. Christenen werden vaak uitgespuwd door de samenleving en hierdoor begonnen
zij hun geloof in het geheim te beoefenen.

De verschillen tussen het Romeins polytheïsme en het christendom waren:

Romeins polytheïsme Christendom


• Meerdere goden vereren • Eén god
• Kracht laten zien door offeren aan de • Zwakkere in de samenleving helpen.
goden • Dit leven is maar een beproeving
• Je moet het meeste halen uit het • Na de dood is er het paradijs
leven
• Geen leven na de dood (Alleen
duisternis in de onderwereld)

Door de crisis van de 3de eeuw werden mensen meer en meer met armoede en dood
geconfronteerd. Hierdoor werd het christendom aantrekkelijker.

Als je christen was maakte het niet uit of je in deze harde wereld leefde of niet, je zou altijd
beloond worden in de hemel.

In de 3de eeuw na Christus begon het christendom sneller te groeien. Dit leidde tot meer onrust
en het begin van christenvervolging.

43
3.1 Christenvervolging:

Door Keizer Decius (249 n.C. - 251 n.C.)

In het midden van de derde eeuw brak er een verschrikkelijke epidemie uit in het Romeinse
Rijk. Er werd geschat dat tot 5000 mensen per dag stierven tussen 250 n.C. en 261 n.C.
Voor deze onverklaarbare ramp moest een schuldige gevonden worden, de christenen.

Decius begon de eerste wetten tegen christen te maken. Christenen die weigerden om de
keizer te vereren moesten gevangengenomen worden en gemarteld worden. Slechts weinigen
werden geëxecuteerd.

Opmerking:

De epidemie van Cyptrianus, vernoemd naar de bischop Cyprianus. Was één van de dodelijkste
epidemieën in het Romeinse Rijk. Cyprianus, die bisschop van Carthago was in 249 n.C.,
beschrijft dat de ziekte extreem brutaal te keer ging in zijn stad.

Hij beschreef de symptomen als: vermoeidheid, bloedingen, koorts en overgeven.

De huidige wetenschap kan niet met zekerheid zeggen over welke ziekte het specifiek ging. De
meest waarschijnlijke theorie is dat het virus is gelinkt aan het Filovirus. In deze groep zit ook
het huidige Ebola virus.

Wist je dat?

Christenen werden in het begin vaak geëxecuteerd (wat normaal was voor ongelovigen).

Het probleem was dat christenen streven om te sterven voor hun geloof. Een christen die sterft
voor zijn geloof wordt een martelaar, deze gaan rechtstreeks naar de hemel.

Hierdoor stopte de Romeinen met het doden van christenen en stapte eerder over op
gevangenschap en marteling.

Door Keizer Valerianus (253 n.C. -260 n.C.)

Valerianus had tijdens zijn regeerperiode financiële problemen. Om dit op te lossen zette hij
de vervolging van christenen verder. Zijn grote doel was vooral om hun bezittingen in beslag
te nemen voor de staat. Doordat deze vervolging vooral economische redenen had, werden
vooral rijkere christenen vervolgd.

44
Vervolging van Diocletianus (303 n.C.)

De christenvervolging van Diocletianus was de grootschaligste vervolging in het Romeinse Rijk.


Diocletianus wou het Romeinse Rijk zuiveren en streefde naar één geloof voor het rijk. Hij
organiseerde een systematische vervolging en executie van christenen. Door de sterke
aanwezigheid van christenen in het Oosten werden deze provincies het meest gezuiverd.
Deze zuivering werd vaak opgedragen aan lokale magistraten wat vaak leidde tot ongekende
afslachtingen van christenen. Vele andere cultussen en religies werden ook vervolgd door de
Romeinse keizer.

Deze vervolging kwamen pas op zijn einde met het invoeren van het Edict van Tolerantie (311
n.C.) door keizer Galerius. Dit edict maakte het christendom tot een getolereerde religie.

3.2 De opkomst van christendom onder Constantijn (306 n.C. -337 v.C.)

Zoals vele keizers in het late Romeinse Rijk was Constantijn


één van vele generaals die streden voor de troon. Volgens
de legendes zou Constantijn een visioen gekregen hebben
van God dat hij de komende strijd tegen zijn rivaal zou
winnen. Constantijn won deze veldslag en kreeg sindsdien
een grote sympathie voor de christenen.

In 313 v.C. wordt het Edict van Milaan ingevoerd. Dit edict
voert godsdienstvrijheid in het Romeinse Rijk.

Figuur 38

Arianisme

Vaak wordt er geloofd dat het christendom één geloof is met dezelfde regels. Dit was niet zo,
er waren verschillende takken en opvattingen van het christendom.

Het christendom is gebaseerd op de Heilige Drievuldigheid. (de Vader, de Zoon en de Heilige


Geest). Het Romeinse christendom zegt dat deze 3 gelijkwaardig zijn aan elkaar.

Eén van de grotere ander opvattingen was het Arianisme. Het Arianisme was een opvatting
van het christelijk geloof die bepaalde dat God (de Vader) boven Jezus (de Zoon) staat. Deze
manier van denken was populair in het Romeinse Rijk en bij barbaarse stammen rondom het
rijk.

45
Arianisme Romeins christendom

God (de Vader) > Jezus (de Zoon) God (de Vader) = Jezus (de Zoon)

Tijdens de Raad van Nicaea (325 n.C.) werd er door de bisschoppen van het Romeinse Rijk
beslist dat de Zoon en de Vader gelijkwaardig zijn. Romeins christendom werd zo de
dominante strekking voor christenen. Arianisme verdween uit het rijk, maar bleef
populair bij de barbaarse stammen rondom het Romeinse Rijk.

In 380 n.C. verklaart keizer Theodosius (379-394 n.C.) het Romeinse christendom als officieel
en enige staatsgodsdienst.

4. Godsdienst op het Iberisch Schiereiland

Het christendom verspreidde langzaamaan over het gehele Romeinse Rijk. Doordat er nog
geen sterk kerkelijk bestuur was, was er veel onenigheid over de opvattingen van het geloof.
In vele gebieden begonnen Geestelijken hun eigen vorm van christendom te creëren.

Op het Iberisch Schiereiland was dit niet anders, hier ontstond in de 4de eeuw na Christus het
Priscillianisme. Deze christelijke strekking is vernoemd naar de geestelijke Priscillianus.

Priscillianus verkondigde dat er bij het geloof meer gefocust moest worden op ascese (zeer
vroom leven, meditatie). Priscillianus werd eerst bewonderd voor zijn vrome levenswijze en
toewijding aan het geloof. Priscillianisme werd vooral populair in het noordwesten van
Hispania.

De Romeinen zagen Priscillianisme als ketterij. Priscillianus werd eerst verbannen en later
gearresteerd en geëxecuteerd. Na zijn dood verdwijnt Priscillianisme als een geloofsstrekking.

Priscillianisme had een zeer kortstondig bestaan, maar was wel belangrijk voor de Westerse
wereld. Het was het eerste grootschalige “ketter” geloof in het westen. Daarbij (en nog
belangrijker) was het de eerste keer dat het politiek bestuur ingrijpt op religie.

46
Enkele oefeningen
Onderstaande oefeningen dienen als ondersteuning bij het verwerken van de cursusinhoud.
De modelantwoorden heb ik in onderstaande oefeningen ingevuld.

Hoofdstuk 1: Pre-Romeins Iberisch Schiereiland en de Romeinse verovering.

Inzichtsvragen:

Wat is het verschil tussen een Iberiër en een KeltIberiër?

Een Iberiër is een inboorling van het Iberisch Schiereiland. Zij waren de eerste volkeren in de
regio. De meeste Iberische nederzettingen zijn terug te vinden in de zuidoostkant van het
schiereiland.

Een Keltiberiër is een afstammeling van Kelten die verhuisde naar het Iberisch Schiereiland.
Deze hebben een gelijkaardige cultuur als de andere Keltische volkeren in Europa. Hun
nederzettingen zijn terug te vinden in het noordoosten van het schiereiland.

Waarom bouwde de Grieken kolonies aan de Middellandse Zee?

Griekeland had marginale bodems voor landbouw, waardoor ze noodgedwongen waren om


andere gebieden op te zoeken om aan landbouw te doen. Deze kolonies werden ook gebruikt
om lokale goederen te verhandelen.

Meerkeuzenvragen:

Welk volk was niet aanwezig op het Iberisch Schiereiland in de 5de eeuw voor Christus?

a) Grieken
b) Iberiërs
c) Romeinen
d) Feniciërs

Wat was de eerste Fenicische vestiging op het schiereiland?

a) Carthago
b) Cádiz
c) Ampurias
d) Athene

De naam Hispania is afgeleid van:

a) Land van de vossen


b) Land van de zon
c) Land van de konijnen

47
Hoofdstuk 2: De Punische oorlogen (264 v.C. – 143 v.C.)

Inzichtsvragen:

Waarom leidde Hannibal zijn leger op de lange toch door de Alpen om de


Romeinen aan te vallen?

De Carthaagse vloot was vernietigd tijdens de eerste Punische oorlog, hierdoor moest
Hannibal de landroute nemen.
Door de Alpen over te steken verraste Hannibal de Romeinen wat hem een voordeel gaf in de
oorlog.

Waarom kon Hannibal Rome niet innemen?

Hannibal kreeg amper hulp van de Carthaagse leiders, hierdoor was zijn leger te klein om de
stad Rome in te nemen.

Meerkeuzenvragen:

Wat was de aanleiding van de eerste Punische oorlog?

a) Conflict op het Iberisch Schiereiland


b) Conflict op Corsica
c) Conflict op Sicilië

De tweede Punische oorlog startte in:

a) 508 v.C.
b) 278 v.C.
c) 218 v.C.
d) 48 v.C.

Hoe eindigen de Punische oorlogen?

a) Met de vernietiging van Carthago


b) Met de vernietiging van Syracuse
c) Met de vernietiging van Rome

48
Hoofdstuk 3: De Romeinse verovering van het gehele Iberisch Schiereiland.

Inzichtsvragen:

Waarom duurde de verovering van Hispania zo lang?

• Er was geen unitaire strategie om het schiereiland te veroveren: vaak gingen generaals
er even vechten en kleine stukjes veroveren om dan terug te keren naar Rome met
kleine winsten;
• De geografie van het gebied is zeer ruw en moeilijk bereikbaar;
• In Iberië was er geen eengemaakte politieke organisatie, dit zorgde ervoor dat het niet
mogelijk was om grote stammen of volkeren in één keer over te nemen.

Waarom was het makkelijker om het zuidoosten van het Iberisch


Schiereiland Romeins te maken?

Deze volkeren in het zuidoosten van het schiereiland waren al iets meer geciviliseerd door
eeuwen van contact met de Grieken, de Feniciërs en de Etrusken.

Meerkeuzenvragen:

De eerste twee Romeinse provincies op het Iberisch Schiereiland noemden:

a) Hispania Tartesior en Hispania Citerior


b) Hispania Ulterior en Hispania Citerior
c) Hispania Ulterior en Hispania Baterior

Onder wie zijn heerschappij wordt de Romeinse Republiek een Keizerrijk?

a) Hadrianus
b) Scipio
c) Augustus

49
Hoofdstuk 4: Hispania in het hoge Romeinse Rijk

Bronoefening: De noordelijke stammen

“De gehele bevolking is zuinig, hun drinken is water, ze slapen op de grond, en ze hebben
allemaal lang haar zoals vrouwen, dit haar binden ze rond hun voorhoofd voor ze gaan strijden,
ze leven uitgezonderd van het vlees van geiten, deze dieren offeren ze aan Mars, net zoals
krijgsgevangenen en paarden. Ze offeren ook hecatomben, net zoals de Grieken, beschreven
door Pindar,” Offer honderd van elke soort.

Strabo, Geografie 3.3.7

Hoe worden de noordelijke volkeren beschreven?

De noordelijke volkeren worden beschreven als ruwe barbaren.

Waarom zouden de Romeinen hen zo beschrijven?

Door deze volkeren te beschrijven als ruwe, strijdlustige barbaren lijkt de overwinning die
Augustus op hen behaalde nog spectaculairder.

Inzichtsvragen:

Welke personen werden er eerst “Romeins” gemaakt in de Iberische


gebieden? Waarom?

Het Romeins maken van de lokale aristocratie en priesters is een prioriteit omdat deze
voorbeeldfiguren zijn voor hun volk.

Meerkeuzenvragen:

Welke hiërarchie in de maatschappij is juist?

a) Senatoren > Equites > Libertus


b) Senatoren > Libertus > Equites
c) Senatoren > Libertus > Decurions

Hispania wordt opgedeeld in drie nieuwe provincies, welke?

a) Baleria, Lusitanie, Iberië


b) Lusitanie, Betica en Tarraconense
c) Cantabrië, Galicië en Andalusië

50
Landbouw was zeer belangrijk in Hispania, welke gewassen werden vooral ontgonnen?

a) Paprika, Aardappelen, Tomaten


b) Olijven, Wijndruiven, Fruit en groenten
c) Bananen, specerijen, kokosnoten

51
Hoofdstuk 5: Hispania in de Romeinse Republiek

Inzichtsvragen:

Waarom is het vreemd dat Hadrianus als Trajanus zijn opvolger wordt
genoemd?

Trajanus was een veroveraar die het rijk uitbreidde tot zijn grootste omvang. Handrianus was
eerder defensief, hij legde de grenzen van het Romeinse Rijk vast en stopte met veroveringen.
Dit verschil tussen visies is opmerkelijk waardoor het vreemd zou zijn dat Trajanus Hadriunus
als opvolger zou kiezen.

Hoe kwam het dat de 2de eeuw n.C. de Romeinse Gouden eeuw werd
genoemd?

De 2de eeuw n.C. was een tijd van enorme stabiliteit in he Romeinse Rijk. Er waren bijna geen
burgeroorlogen en er was een economische bloei.
De regerende Keizers zorgde ook goed voor het rijk en hun onderdanen.

Meerkeuze vragen:

Welke twee Romeinse keizers zijn geboren in Hispania?

a) Trajanus en Hadrianus
b) Trajanus en Nero
c) Augustus en Hadrianus
d) Nero en Augustus

Welk huidig land ligt nu op het grondgebied van het Romeinse Rijk in de 2 de eeuw
n.C.?

a) Ierland
b) Frankrijk
c) Polen
d) India

Wat waren de noordelijke grenzen van het Romeinse Rijk op he einde van de 2de
eeuw n.C.?

a) Muur van Hadrianus en de rivier de Rijn


b) Muur van Hadrianus en de Saharawoestijn
c) Muur van Trajanus en de Saharawoestijn
d) Muur van Trajanus en de rivier de Rijn

52
Hoofdstuk 6: De crisis van de derde eeuw en de hervormingen van het rijk

Inzichtsvragen:

Waarom wou Diocletianus de Tetrarchie invoeren?

Het Romeinse Rijk was vervallen in constante burgeroorlogen. Dit kwam doordat het rijk
immens groot was en moeilijk te besturen was. Hierdoor probeerde generaals van over heel
het rijk de macht te grijpen.
Door de Tetrarchie (of vierkeizerregering) in te voeren zou het in verschillende delen bestuurd
worden. Wat het bestuur en macht in de regio houden makkelijker zou maken.

Meerkeuze vragen:

Hispano wordt herverdeeld in nieuwe provincies, welke provincie klopt niet?

a) Gallaecia
b) Baetica
c) Cartagenensis
d) Provincia

Wat is een foederati?

a) Volkeren die militaire dienst doen voor het Romeinse Rijk in ruil voor
gronden binnen het rijk.
b) Vrijgelaten slaven die aan grootschalige handel deden doorheen het rijk.
c) Een groep van senatoren die probeert om de Republiek opnieuw in te voeren.
d) De naam van Romeinse vestigingen die dicht bij de grens van het rijk lagen.

53
Hoofdstuk 7: Het einde van Romeins Hipania

Meerkeuze vragen:

Welke barbaarse stammen vallen Hispania binnen in 409 n.C.? (Meerdere


antwoorden mogelijk)

a) De Sueven
b) De Saksen
c) De Vandalen
d) De Franken
e) De Alanen

Nadat de Visigoten verdreven werden door de Franken kiezen de Visigoten een


nieuwe hoofdstad, welke?

a) Madrid
b) Barcelona
c) Toledo
d) Granada

54
Hoofdstuk 8: Religie (extra)

Inzichtsvragen:

Waarom werd het christendom populaire in de 3de eeuw n.C.?

Door de burgeroorlogen en ziektes werden mensen meer en meer met de dood


geconfronteerd. Het christelijk geloof heeft het idee dat als je sterft je naar het paradijs gaat.
Dit was zeer aantrekkelijk voor armere mensen die alleen dood en miserie is dit leven kenden.

Meerkeuzevragen:

Arianisme verschild met het Romeins christendom doordat de verhouding tussen de Vader en
de Zoon anders is. Hoe is deze verhouding bij he Arianisme?

a) De Vader > de Zoon


b) De Vader < de Zoon
c) De Vader = de Zoon
d) De Zoon bestaat niet

De meest brutale christenvervolging speelde zich af onder Diocletianus, in welk jaar was dit?

a) 250 n.C.
b) 288 n.C.
c) 303 n.C.
d) 311 n.C.

Op het Iberisch Schiereiland ontstond er een nieuwe christelijk strekking, deze promootte een
vroom leven. Hoe noemde deze strekking?

a) Protestantisme
b) Priscillianisme
c) Polytheïsme

55
Literatuurlijst

Websites

A&E Television Networks. (2019, augustus 21). ancient-rome. Opgehaald van www.history.com:
https://www.history.com/topics/ancient-rome/ancient-rome

IsGeschiedenis. (2011-2020). feniciers-kolonisten-in-de-middellandse-zee. Opgehaald van


isgeschiedenis.nl: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/feniciers-kolonisten-in-de-middellandse-zee

Jimenez, E. S. (2020). PowerPoint ancient history. University of Cantabria , Santander, Spanje .

Klassiekekuikens. (2017-2020). punische-oorlogen. Opgehaald van www.klassiekekuikens.nl:


https://www.klassiekekuikens.nl/klassieke-culturen/geschiedenis/romeinen/punische-
oorlogen/

Ricketts, C. (2018, augustus 09). the-growth-of-christianity-in-the-roman-empire. Opgehaald van


www.historyhit.com: https://www.historyhit.com/the-growth-of-christianity-in-the-roman-
empire/

Spain then and now. (z.d.). roman-conquest-of-hispania. Opgehaald van www.spainthenandnow.com:


http://www.spainthenandnow.com/spanish-history/roman-conquest-of-hispania

UNRV. (z.d.). Hispania. Opgehaald van www.unrv.com: https://www.unrv.com/provinces/hispania.php

Vicariaat Onderwijs Mechelen - Brussel. (z.d.). geschiedenis (Kort overzicht leerplandoelen). Opgehaald
van www.vikom.be: http://www.vikom.be/dienst-pedagogische-begeleiding/secundair-
onderwijs/vak-en-studiegebieddocumenten/geschiedenis

Wikipedia. (2020, mei 09 ). Ancient_Carthage. Opgehaald van en.wikipedia.org:


https://en.wikipedia.org/wiki/Ancient_Carthage

Wikipedia. (2020, mei 07). Hispania. Opgehaald van en.wikipedia.org :


https://en.wikipedia.org/wiki/Hispania

Boeken

Knack. (2016). KNACK Wereldgeschiedenis Boek 2. Roeselare: Roularta Books NV.

K. Vandorpe, L. M. (2014). Geschiedenis van Rome. Leuven: Acco.

56
Bijlagen

1. Extra afbeeldingen
• Figuur3,5: https://nl.wikipedia.org/wiki/Iberisch_Schiereiland
• Figuur4,5: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hispania_(Romeinen)
• Figuur9: https://en.wikipedia.org/wiki/Greek_colonisation
• Figuur10: https://en.wikipedia.org/wiki/Ancient_Carthage
• Figuur11: https://en.wikipedia.org/wiki/First_Punic_War
• Figuur12,13,14,15: https://en.wikipedia.org/wiki/Second_Punic_War
• Figuur16:https://www.khanacademy.org/humanities/world-history/ancient-medieval/roman-
empire/a/roman-republic
• Figuur19,20: http://romeinen.info/jeugd/de-vroege-keizertijd-27-v-chr-tm-235-na-chr/
• Figuur26: https://nl.wikipedia.org/wiki/Trajanus
• Figuur27: https://wikikids.nl/Romeinse_Rijk
• Figuur28: https://nl.wikipedia.org/wiki/Hadrianus
• Friguur30:https://en.wikipedia.org/wiki/Tetrarchy#/media/File:Tetrarchy_map3.jpg:
• Figuur32: https://es.wikipedia.org/wiki/Hispania
• Figuur33:https://en.wikipedia.org/wiki/History_of_the_Roman_Empire#/media/File:Theodosiu
s_I's_empire.png
• Figuur35:https://en.wikipedia.org/wiki/Fall_of_the_Western_Roman_Empire#/media/File:Hisp
ania_418_AD.PNG2.

2. Bronnen Powerpoint

Ancient History of the Iberian Peninsula

Door: Elena Sol Jiménez

Bibliography

Alvar, J. et al. (eds.): Entre fenicios y visigodos: la historia antigua de la Península Ibérica,
Madrid: La Esfera de los Libros, 2008.

Barceló Batiste, Pedro: Historia de la Hispania romana, Madrid: Alianza, 2007.

Blázquez Martínez, José María (ed.): Religiones, ritos y creencias funerarias de la Hispania
prerromana, Madrid: Biblioteca Nueva, 2001.

Escribano Paño, Victoria: Haeretici iure damnati: el proceso de Tréveris contra los priscilianistas
(385), Roma: Institutum Patristicum Augustinianum, 1994.

Escribano Paño, Victoria: Iglesia y estado en el certamen priscilianista. Causa ecclesiae y


Iudicum publicum, Departamento de ciencias de la antigüedad: Universidad de Zaragoza,
1988.

Marcos Sánchez, María del Mar: “La Iglesia y el fin de la Hispania romana”, en Alvar, J. et al.
(eds.): Entre fenicios y visigodos: la historia antigua de la Península Ibérica, Madrid: La Esfera
de los Libros, 2008, pp. 615-633.

Segura Ramos, B. (ed.): Prisciliano, Tratados y cánones. Preámbulo, traducción y notas de


Bartolomé Segura Ramos, Madrid: Ed. Nacional, 1975.

57
Sotomayor, M. y Fernández Ubiña, J. (eds.), Historia del cristianismo. El mundo antiguo.
Granada: Trotta, 2003.

Villar, F. y Beltrán, F. (eds.): Pueblos, lenguas y escrituras en la Hispania prerromana: actas


del VII Coloquio sobre Lenguas y Culturas Paleohispánicas (Zaragoza, 12 al 15 de Marzo de
1997), Salamanca: Universidad de Salamanca, 1999.

58

You might also like