You are on page 1of 5

januari 2012 tekst: Marian van Gog

vanaf 7 jaar
Annie muziek: Ton Kerkhof

G G©º A‹ D G G7
œ
Intro

& œ œ œœ œŒ œ œÓ œ œŒ Ó œ œ œ œ

Couplet C G/D C/E F D7/F© G E


œ œ r
& œ œ œ œ œ œŒ ‰ œ œ œ œ œ œ Ó Œ ‰
œ
r
Ken jij de spin Se - bas - ti - aan? De graafvanWeet-ik - veel? Het

A‹ A‹/G© C/G D D7 G B‹7(b5)/F


& œ œ Œ Œ ‰ œr œ œ # œ œ œ Ó Œ ‰ œr
œ œ œ œ œ
meis -je Bab-bel -bet -je? Het Gro - te Lucht- kas - teel? De

E E/G© A‹ D D/F© G G/F


Œ ‰ r
œ œ œ œ œ œŒ
& œ Ó Œ ‰ r
œ œ œ œ œ œ œ
Draakmet ze - ven kop - pen? En Pip - pe- loen, de held? Door

B7 E‹ A
r
& #œ œ œ œ Œ Œ ‰ œ œ œ œ #œ œ
œ œ #œ
wie zijn zij ver - zon - nen? Door wie zijn zij ver - teld?

D G C C©º
r # r
Refrein

& Ó Œ œ œ œ Œ Œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ ‰ œ
Door An - nie! Met An - nie kun je la - chen. En

G/D E‹ C C©º
# r
& œ œ œ œ œ ‰ œ œ œ œ œ œ œ œ œ
lig je in een deuk. Ze was al vier - en -tach - tig maar nog

C A‹ D G G G7
#
1.

‰ ≈ œr
2.

& œ œ œ œ œ Œ Ó œ Œ Œ
al - tijd e - ven leuk. leuk. Een

C
# r
Brug

& œ œ œ œ ‰ ≈ œ
œ œ
lied met een re - frein - tje. Een

www.bennyvreden.nl - BVP 1778 - © Hint Music 2012


C©º G/D B7/D© E‹ E‹/D
# r ‰ ≈ œr
& œ œ œ œ œ œ ‰ ≈ œ œ œ œ œ œ Ó Œ
grap -je en een gein - tje. Een boek of een ver - haal. Geen
C A
#
& œ œ œ œ œ œ ‰ ≈ œr œ œ œ œ œ œ ‰ ≈ r
œ
mens heeft in zijn le - ven zo leuk en veel ge-schre - ven. En

G/D D
# r
naar refr.

& œ œ œ œ œ œ Ó Œ ‰ ≈ œ
zo ge - speeld met taal. Met

tekst: Marian van Gog


muziek: Ton Kerkhof
Annie

1 Refrein
Ken jij de spin Sebastiaan?
De graaf van Weet-ik-veel? Brug:
Het meisje Babbelbetje? Een lied met een refreintje.
Het Grote Luchtkasteel? Een grapje en een geintje.
De Draak met zeven koppen? Een boek of een verhaal.
En Pippeloen, de held? Geen mens heeft in zijn leven
Door wie zijn zij verzonnen? zo leuk en veel geschreven.
Door wie zijn zij verteld? En zo gespeeld met taal.
Door Annie!
Refrein
Refrein:
Met Annie kun je lachen.
En lig je in een deuk.
Ze was al vierentachtig
maar nog altijd even leuk.

2
Ken jij de Zeven Mannetjes?
De Rovers en de maan?
En wist je dat een stoeljte
uit wandelen kon gaan?
De reus ging op visite.
De poppen vierden feest.
Wie riep ze in het leven?
Ja, wie is dat geweest?
Da’s Annie!

Illustratie: Hans Meijer

www.bennyvreden.nl - BVP 1778 - © Hint Music 2012


Extra bij ‘Annie’ Marian van Gog

Praten over het liedje


Dit liedje gaat over Annie. Welke Annie? Hoe weet je dat?
Ga op zoek naar informatie over deze Annie. Wie was zij, wanneer leefde ze, wat heeft ze
allemaal geschreven? Haal in de bibliotheek boeken met versjes en verhalen van haar en
maak daar in de klas een aandachtstafel mee.

Zoek in het liedje naar titels van versjes (onderstreep ze in de tekst) en zoek deze versjes
op. Lees ze aan elkaar voor.

Voorleeswedstrijd
Kies allemaal een versje van Annie M.G. Schmidt en lees die aan elkaar voor. Maak er een
voorleeswedstrijd van. Vorm een jury (vraag bv. ouders en juffen en meesters om in de
jury plaats te nemen). Iedereen schrijft of typt zijn/haar versje uit en maakt er een mooie
tekening bij. Bundel jullie gedichtjes en maak er een boekje van. Dat boekje kan de prijs
zijn voor de winnaar van de voorleeswedstrijd.

Zelf rijmen
Maak zelf gedichten in de trant van Annie M.G. Schmidt. Omdat haar gedichten rijmen, ga
jij dat ook proberen. Schrijf een zin op. Bijvoorbeeld:
- Dit is een gedicht over ridder Bram.
Bedenk een rijmwoord op Bram (boterham, Amsterdam, vliegenzwam). Maak nu een zin
met één van die woorden, die in een ridderverhaal past. Bijvoorbeeld:
- die reed met zijn paard naar Amsterdam.
of: - die trek had in een boterham.
De derde regel bedenk je weer ‘vrij’. Bijvoorbeeld: - Hij kocht een brood bij bakker Bart.
De vierde regel rijm je daar weer op: - een roomsoes en een suikerhart.
Zo maak je je gedicht steeds langer.
Bedenk wel wat je met je gedicht wilt zeggen, want anders komt er nooit een eind aan.
Je kunt bijvoorbeld eerst het verhaal schrijven, bestaande uit de oneven regels. De
rijmzinnen vul je dan later in.
Tip 1: Schrijf het verhaal dat je vertellen wilt op. Laat steeds een zin open. Vul daarna die
zinnen in, waarbij je het laatste woord steeds laat rijmen.
Tip 2: Lukt het niet om het juiste rijmwoord te vinden? Kies dan een ander laatste woord
voor je zin. (Hier kun je gewoon de naam veranderen: ridder Klaas, Jan, Piet.)
Tip 3: Lees je zinnen hardop. Zorg dat er een bepaald ritme in je zinnen zit. De zinnen
die je invult, moeten ook dat ritme krijgen. Dat lukt door hier en daar een woordje toe te
voegen of juist weg te laten.

Woordenlijst
de aandachtstafel Een tafel met spulletjes over een bepaald onderwerp. Een aandachtstafel is
eigenlijk een kleine tentoonstelling.
de jury Een jury is een groepje mensen die bij een wedstrijd bepalen wie de winnaar
is.
bundelen Ergens een boekje van maken. Gedichten of verhalen kun je bundelen tot een
boekje.
oneven Niet deelbaar door 2. De cijfers 1, 3, 5, 7, 9,11... zijn oneven.
het ritme Als een zin een ritme heeft, wisselen woorddelen met klemtoon en zonder
klemtoon elkaar regelmatig af.

www.bennyvreden.nl - BVP 1778 - © Hint Music 2012


Werkblad rijmen

Maak het gedicht af.


Dat doe je door op de stippellijnen steeds een zin in te vullen.
Elke zin die je opschrijft, moet rijmen op de vorige zin.
Zorg voor ritme in de zinnen.
Het ritme moet in elke zin (min of meer) gelijk zijn.

Het verhaal van ridder Bram

Dit is het verhaal van ridder Bram

---------------------------------

Hij kocht een brood bij bakker Bart

---------------------------------

Hij reed ermee naar jonkvrouw Fee

---------------------------------

Zij gaf hem prompt een lieve lach

---------------------------------

Nu zijn ze met z’n twee getrouwd

---------------------------------

www.bennyvreden.nl - BVP 1778 - © Hint Music 2012


Kleurplaat

www.bennyvreden.nl - BVP 1778 - © Hint Music 2012

You might also like