You are on page 1of 2

Dwarf barbarian

Ik ben Tolgrim Holkil, maar vandaag de dag noemen ze me Tor. Ik ben geboren in de Bergen van
Anvil, of zoals wij dwergen het noemen Gron Karak, in de grote ondergrondse stad genaamd Blün.  
Ik ben geboren in het koningshuis van de dwergen. Mijn vader was Theodorus Holkil, een machtige
strijder, zijn unieke strijdlust kan je met geen ander vergelijken. Men zegt dat hij 15 liter bier kan
drinken en daarna nog steeds een orc met een slag van zijn bijl zou kunnen verslaan. 
  
Mijn moeder is Gwenora Holkil, net zoals mijn vader is zij ook een woeste strijder die elke strijd zou
aangaan. Ze was een zeer gerespecteerde vrouw. Voor ze met mijn vader trouwde, werkte ze voor
haar eigen vader als een smid.  
  
Ik was niet zo geïnteresseerd in onze oude tradities, de dwergse eer boeide me niet zo veel. Omdat
ik in een koninklijk huis was geboren, kreeg ik de beste educatie die een dwerg maar zou kunnen
krijgen. Ik leerde hoe ik moest vechten, oude ruïnes moest onderzoeken en mij werd geleerd hoe ik
goed met andere mensen moest onderhandelen.  
  
Ik was een zeer agressieve dwerg, de kleinste ruzie kon mij woedend maken, vandaar dat ik ook niet
heel populair was bij de bevolking, sommige verafschuwde mij zelfs., ik was roekeloos.  
  
Door de jaren heen ging ik met andere dwergen van het koninklijk huis om en heb ik een grote vijand
gemaakt, genaamd Bandaging Gonly, die de zoon was van een belangrijke admiraal van het dwergse
leger.  
In de dwergse cultuur maak je met dwergen onderling geen vijanden, we zijn een trots volk en
vechten zij en zij. Maar ik zou dit snel veranderen. 
  
Toen ik twintig jaar oud was mocht ik voor het eerst met mijn vader en grootvader mee naar de raad
van de dwergen. Tijdens de bespreking zei Gonly iets vernederends, mijn woede was begonnen. 
Snel pakte ik mijn bijl en hakte in een keer het hoofd van Gonly eraf.  
  
De Gonlies wilde mij dood hebben voor wat ik had gedaan, ik heb mijn naam beschaamd, het was
besloten na een proces dat ik werd verbannen, 7 jaar lang dwaalde ik rond van dorp naar dorp en
leerde hoe ik moest overleven in het wild en ik vertrouwde niemand. In de lange tijd heb ik vreugde
gekend, maar ook haat en verderf.  
  
Op een dag was ik aan het jagen, tot ik een stekelvarken zag. Ik heb hem een tijdje nagejaagd tot ik
mijn kans zag toe te slaan, net voordat ik mijn Javelin ''een soort zwaard'' wilde gooien, zag ik tot
mijn verbazing een andere dwerg. Hij zag mij niet dus bleef ik stil en bleef kijken. Het stekelvarken
zag de andere dwerg en viel hem aan. Ik rende naar het varken toe en hakte hem door tweeën. Ik
hielp de man en bracht hem naar zijn huis in Roseholl waar zijn zoon de verwondingen van de man
hielp.  
  
De man vertelde me dat hij Trevor Kaultlak heette, ook hij was een verstootte dwerg en vertelde me
dat hij ze wel lang heeft bestudeerd. Trevor werd de eerste man die ik voor een lange tijd weer
vertrouwde.  Hij nodigde me uit om bij hem en zijn zoon Flint te blijven slapen, om mij te mentoren
en mij weer opnieuw de dwergse tradities te leren. 
  
Na verloop van jaren zag ik in wat ik fout had gedaan en ik zette een doel voor mezelf uit, om mezelf
waardig te tonen en opnieuw naar de bergen van Anvil terug te keren om mijn naam te zuiveren.  
Ik bleef nog een paar jaar bij Trevor, tot de dag van de duistere zon, toen ik hoorde dat Trevor was
vermoord. Ik kon het niet geloven. 
 
Weer ging er een jaar voorbij en ik kwam tot de conclusie dat ik mezelf echt waardig moest tonen
daarom keer ik terug naar de bergen van Anvil om mijn naam te zuiveren. 

You might also like