You are on page 1of 3

Echte mannen bekennen geen kleur https://www.nrc.nl/nieuws/1995/12/23/echte-mannen-bekennen-geen-k...

Echte mannen bekennen geen kleur

Joanita Vroom 23 december 1995

Sinds de mens het berevel afzwoer als onmodieus, hangt de vraag in de


lucht: waarom dragen mannen kostuums? Of liever gezegd, waarom
prefereren mannen door de eeuwen heen donkere kostuums? Deze kwestie
wordt nu eindelijk aangesneden door de Britse literatuurhistoricus John
Harvey in zijn recent verschenen Men in Black. Het is een doorwrochte
studie naar de betekenis van de kleur zwart in de kostuumgeschiedenis van
het westelijk halfrond waarin de auteur geen enkele methode schuwt om het
prangende raadsel op te lossen. Van Weberiaanse theorieën tot citaten van
Johan Huizinga, van iconografische analyse van kleding op de schilderijen
van Caravaggio tot de ontrafeling van het taalgebruik in de romans van
Charles Dickens en Charlotte Brontë, het trekt allemaal voorbij in Harveys
speurtocht naar de achtergronden en betekenis van “de kleur die eigenlijk
geen kleur is”.

Wortels

Men in black begint in de negentiende eeuw, omdat vaak is gedacht dat in


die tijd de wortels liggen voor het mode-ideaal van donkere herenkleding,
en van het gedragsideaal dat een gentleman niet uit de toon mag vallen door
zijn uiterlijk. De versobering-annex-versombering van het mannenkostuum
in het Victoriaanse tijdperk was zo dramatisch dat destijds al uitvoerige
discussies ontstonden over de zwarte mode. Zo vroegen enkele schrijvers
zich hardop af waarom mannen iedere dag gekleed gingen alsof ze naar een
begrafenis moesten. Alfred de Musset vond 'de rouwkleding' van zijn
tijdgenoten “un symbole terrible” en Théophile Gautier klaagde in zijn essay
'De la Mode' dat herenkleding nog nooit eerder “zo triest en zo monotoom”
was geweest. Charles Baudelaire mengde zich ook in het debat en opperde
een sociologische verklaring voor de kerkhof-outfit. “Als iedereen in het
zwart gekleed gaat,” meende hij, “is dat een teken van gelijkheid.” De dichter
was dan ook als een der weinigen echt in zijn nopjes met de donkere kledij
van zijn tijd. De verloochening van kleur en decoratie, de stringente
voorschriften dat niets voldeed behalve een driedelig pak en
vadermoordenaar, waren destijds in alle lagen van de bevolking zo
rigoureus, dat de psycholoog J.C. Flügel in 1930 zelfs sprak van “de grote

1 van 3 18-11-2017 17:36


Echte mannen bekennen geen kleur https://www.nrc.nl/nieuws/1995/12/23/echte-mannen-bekennen-geen-k...

mannelijke zelfverloochening”. Als oorzaak hiervoor noemde hij het trauma


van de Franse Revolutie, waarin menig kleurrijk uitgedoste aristocratische
praalhans van het ancien régime een kopje kleiner was gemaakt. De angst
voor volkswoede tegen het uiterlijk vertoon van de leisure class en de zucht
naar rationaliteit in een tijdperk van mechanisering en industralisering
hadden volgens Flügel tot de drastische versobering van het herenkostuum
geleid. Sindsdien waren de revoluties in de mannelijke klerenkast beperkt
tot slechts subtiele en nauwelijks zichtbare veranderingen aan het driedelig
harnas. De lengte of breedte van het colbert of de broeks pijpen konden
variëren, plooien in de taille kwamen en gingen, maar het waren marginale
variaties op hetzelfde thema: de basispatronen van jasje, pantalon en gilet
bleven tweehonderd jaar vrijwel onveranderd. Opgedoft

Dit alles klinkt als een aantrekkelijke stelling, betoogt Harvey in zijn boek,
maar het verklaart niet de vraag waarom deze tendensen juist tot zwart als
overheersende modekleur leidden. Bij nader beschouwing blijkt immers dat
donkere, functionele kleding helemaal niet in Frankrijk ontstond, maar al
vóór de Revolutie opgeld deed onder de Engelse landadel, die liever paard
reed dan opgedoft in een rijtuigje reisde. Bovendien was het allereerste echt
geheel zwarte mannenkledingstuk het zogenaamde smoking-jasje, ofwel het
uitgaanstenue van de high society. Flügels theorie is kortom, concludeert
Harvey, onbevredigend. Beter is het volgens hem om nog veel verder terug
te gaan in de kostuumgeschiedenis: naar het moment dat zwarte kleding de
sprong maakte van de kerk naar het hof en van het hof naar de
middenklassen. Dat geschiedde in de middeleeuwen. Toen werd zwart
geassocieerd met 'de andere wereld' van duisternis, dood en rouw (het was
de dracht van monniken, prelaten en lepralijders), maar de kleur stond
tevens voor waardigheid en autoriteit. Niet voor niets lanceerde Filips de
Goede een rage aan zijn hof door, zogenaamd ter nagedachtenis van zijn
vermoorde vader, in peperduur zwart fluweel te verschijnen. Dat hij zich
daardoor onderscheidde van zijn Bourgondische entourage, en er bovendien
slank uitzag, was mooi meegenomen. De 15de-eeuwse auteur van Le Blason
des couleurs, Jehan Courtois, observeerde dat dank zij Filips zwart enorm
gewild werd onder rijke burgers en kooplui: “Deze kleur is momenteel de
populairste kledingtint vanwege haar eenvoud.” Een en ander had ook
nadelen, klaagde deze Bourgondische mode-journalist avant la lettre in zijn
Blazoen der kleuren, want zwarte stof was nu zo 'in' geworden, dat iedereen
er ook gordijnen en draperieen van ging maken.

Dat zwarte kleding sinds Filips de Goede die dubbelzinnige cocktail van

2 van 3 18-11-2017 17:36


Echte mannen bekennen geen kleur https://www.nrc.nl/nieuws/1995/12/23/echte-mannen-bekennen-geen-k...

macht, succes, rijkdom en zelfdiscipline uitstraalt, bestempelt John Harvey


tot de kern van de zaak. “Het is opvallend,” schrijft hij, “dat steeds wanneer
in een Europese natie de kleur zwart de overheersende modekleur werd, dit
precies gebeurde op het tijdstip dat het land op het hoogtepunt van zijn
internationale macht kwam.”

Almacht

Donkere kledij stond eeuwenlang ook voor kredietwaardigheid,


onwankelbaarheid en betrouwbaarheid. Dat gold voor het Bourgondische
hof in de 15de eeuw, en voor het Spanje onder Filips II in de 16de eeuw,
maar evenzeer voor de Nederlandse Republiek tijdens de Gouden Eeuw en
voor het Engelse imperium in het Victoriaanse tijdperk. Het zwarte
herenkostuum heeft aldus lange historische wortels, maar kreeg in de 19de
eeuw definitieve vorm als het symbool van kapitalistische almacht en
mannelijke dominantie. Nu nog steeds onderstreept het een 'Wall Street-
image' voor hedendaagse yuppen. Niemand verwondert zich er dan ook over
dat bankdirecteuren of politici in geel-groen geruite jasjes op de vingers van
één hand zijn te tellen.

Of met Men in Black inderdaad het antwoord is gegeven op de eerder


gememoreerde vragen over de aard en functie van het donkere
herenkostuum, durf ik niet te zeggen. Derde Rijk Helaas besteedt Harvey in
zijn aardige boek niet al te veel aandacht aan de zwarthemden van het Derde
Rijk, de blousons noirs in de jaren vijftig, de zwarte leren jacks ('perfecto's')
van motorrijders à la Marlon Brando, en het gedweep met zwart door
anarchisten en punks - allemaal lieden die deze kleur dragen uit meer of
minder gevaarlijke vormen van zelfimportantie.

Bovendien gaat dit boek enigszins voorbij aan de angst van veel mannen
voor mode in het algemeen (en dan met name voor de 'feminisering' van
herenmode), aan de sensualiteit en seksuele aantrekkingskracht van het
driedelig kostuum (waar juist een brede schouderpartij en het kruis van het
mannenlichaam worden benadrukt), en aan de zeer veronachtzaamde rol
van kleding in de dramaturgie van het dagelijks leven. Die rol is zelden
duidelijker onder woorden gebracht dan in de bekentenis door een
journalist van de New York Times. “Als je de greep op het leven dreigt kwijt
te raken,” schreef die ooit, ”dan geeft het omdoen van een stropdas je ten
minste het gevoel dat je alle losse eindjes met één gebaar aan elkaar kunt
knopen.”

3 van 3 18-11-2017 17:36

You might also like