You are on page 1of 5
provincibuic Westerbrink 1, Assen postedres Postbus 123, 9400 Ac Assen rvs provincie Drenthe ope Assen, 10 september 2015 Ons kenmerk ADR: Behandeld door de heer A. Dreljor (0592) 36 57 16 Onderwerp: Aanwijzing artikel 67 nijigans Gedeputeorde Staten van Drenthe; Overwegende op basis onderstaande paragrafer Noodzaak aanwijzing In het Flora- en Faunabeleidsplan Drenthe is opgenomen dat er bij schade veroorzaakt door nillganzen geen vergoeding wordt uitbetaald. Dit is in Ijin met de huidige beleidsregels van het Faunafonds waarbij schade door exoten niet wordt vergoed. Bi schade veroorzaakt door gemengde ‘groepen ganzen wordt de grondgebruiker gekort met het geschatte percentage nijiganzen in de ‘groep. Dus zolfs als de grondgebruiker inheemse ganzensoorten gedoogd aangezien hij een schadevergoeding ontvangt voor het foerageren op zijn land wordt hijfinancieel gestraft voor de aanwezigheid van nijlganzen. Hiermee ontstaat de niet gewenst situatie dat de bereidheid van sgrondgebruikers om ganzen te gedogen afneemt. Om de beschermde inheemse ganzensoorten optimaal te kunnen beschermen is het noodzakeliik om exoten zoals de nijigans te beheren Tevens is het niet meer dan plausibel dat, indien de overheid niet bereid is om door nijlganzen veroorzaakte schade te vergoeden, diezelfde overheid grondgebruikers optimaal faciliteert in het tegengaan van deze schade. Wettelijk kader ‘Op deze aanwijzing is de wet- en regelgeving van de Flora- en Faunawet (hierna FFW) van toepassing + De niligans behoort krachtens de indeling in bijlage 1 van de Regeling beheer en schadebestrijding niet tot de beschermde inheemse diersoorten. Deze regeling vormt hiermee een voortzetting van de Regeling aanwijzing exoten 1995 van de Minister van LNV onder de Jachtwet, waarin deze soorten ook al tot niet tot de inheemse fauna behorende diersoorten waren aangewezen. De rechtbank van Zwolle en Arnhem hebben recentelik (21 juli 2011, respectievelik 13 september 2011) bevestigd dat de Nijlgans niet inheems is, en daarom niet ‘onder de beschermende werking van de Vogelrichtijn valt. (AWB 11/263 resp. AWB 10/4187). Ook de Afeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 januari 2012 bevestigd dat de Nijigans niet inneems is, en daarom niet onder de beschermende ‘werking van de Vogelrichtljn valt. (ZNR. 201 103334/1/H3); © Ingevoige artikel 52 FFW, is het de houder van een jachtakte onverminderd het bepaalde bij of krachtens de artikelen 65 tot en met 70 en 72 van de FFW, slechts toegestaan gebruik te maken van geweren voor het ultoefenen van de jacht of het schieten van kieiduiven; + Ingevolge artikel 67 van de FFW kunnen Gedeputeerde Staten, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat, voor de bij ministeriele regoling aangowezen diersoorten de stand laten beperken met het geweer, onder andere ter voorkoming van belangrike schade aan gewassen, in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer en ter voorkoming van schade aan flora en fauna; + Ingevolge de Regeling beheer en schadebestrijding dieren is de nillgans aangewezen als diersoort waarvoor artikel 67 FFW kan worden toegepast. ‘Aangggien Nijlganzen geen inheemse diersoort is zijn Nijiganzen vanuit de Flora- en Faunawet niet ;chermende bepalingen van de FFW met betrekking tot het vangen, doden, nn van eieren en verstoren van nesten zijn alleen van toepassing op beschermde: ten en gelden derhalve niet voor nijiganzen. Onbeschermde dieren, zoals Nilganzen, mogen gedood worden indien er sprake is van een redelik doel, maar voor het gebruik van geweer is een aanwijzing in de zin van artikel 67 van de FFW noodzakelijk Europes beleid ‘Wanneer dieren- of plantensoorten al dan niet opzettelik in een gebied worden gebracht waar zi normaal niet voorkomen, kunnen zij ernstige schade veroorzaken, waaronder: + verlies aan biodiversiteit, soms zelfs het verdwijnen van inheemse soorten — een problem dat vooral EU-gebieden buiten Europa bedreigt, waar nu nog een grote biodiversiteit heerst; + nieuwe ziekten bij mensen; + economische schade, bijvoorbeeld aan de oogst en de infrastructuur, die kan oplopen tot miljarden euro’s. Dit ales was aanleiding voor de Europese Commissie om te komen met een voorstel voor een verordening van het Europees parlement en de Raad betreffende preventie en beheer van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (september 2013, COM 2013/ 620 final, 2013/307 COD). Volgens de toelichting op het Voorste! Verordening wordt het exoten probleem alsmaar groter. De verordening draagt EU-landen op om maatregelen te nemen om verboden soorten die al wild vverspreid zijn, of dat worden, onder controle te houden. De verordening is inmiddels aangenomen op 22 oktober 2014 gepubliceerd in het Official Journal van 4 november 2014, Nr. 1143/2014 en op 1 januari 2015 in werking getreden. De bijbehorende lijst met onder de verordening vallende soorten is nog niet vastgesteld. Niet te voorzien is of de nijigans op deze lijst zal worden geplaatst. Het eventueel niet plaatsen op deze list van de nijigans betekent echter niet dat de lidstaat niet zelfstandig maatregelen tegen deze soort zou mogen c.q. moeten treffen, want de primaire verantwoordelkheid ligt bij de lidstaat. In alle Nedertand omringende landen, Engeland, Duitsland, Denemarken en Belgié, wordt afschot gepleegd op nijiganzen. Door andere jachtwetgeving vindt afschot vooral plaats vanwege de status als niet-beschermde uitheemse soort en niet vanwege economische, ecologische of sociale schade(Bureau Waardenburg 2010), Landelijk beleid Het exotenbeleid van de staatssecretaris van EZ, is in de Beleidsnota invasieve exoten (LNV, Kamerstuk 26407, nr. 27) weergegeven. Het zwaartepunt van dit beleid is gericht op preventie van introductie van nieuwe, invasieve exoten. Als dat niet lukt, richt het beleid zich op het nemen van bestrijdingsmaatregelen, zolang populaties nog kiein en beheersbaar zijn. Voorkomen is beter dan genezen. Vroeg ingrijpen voorkomt grote kosten in het kader van bestrijding en vergoeding van geleden schade. Ook uit oogpunt van dierenwelziin is vroegtijdig ingrijpen gewenst, omdat het dan Tog niet om grote aantallen dieren gaat die moeten worden gedood, Met dit beleid wordt uitvoering gegeven aan de doelstellingen van het Verdrag op het gebied van biologische diversitelt (Trb. 1992, 164) Ter uitvoering van dit beleid is de Regeling beheer en schadebestrijding dieren per 1 januari 2010 ‘angepast. Door deze aanpassing zijn de voor toepassing van artikel 67 Flora- en Faunawet ‘aangewezen dieren onderscheiden in 3 categorieén: beschermde inheemse soorten, andere soorten en verwilderde dieren. Nijiganzen vallen in deze indeling onder de ‘andere soorten’ Provincial beleid In het Flora- en Faunabeleidspian is een duidelljk onderscheid gemaakt tussen zomer en winterganzen enerzijds en exoten en verwilderde ganzen anderzijds. Daer waar de inheemse ganzen ‘en winterganzen een optimale bescherming wordt geboden wordt schade aan landbouwgewassen door de exoten en verwilderde ganzen maximaal bestreden. Met betrekking tot schade aangericht door nijiganzen is opgenomen dat nilganzen middels provinciale ontheffing op elk moment, op alle landbouwgewassen mogen worden verjaagd eniof bejaagd bij (dreigende) landbouwschade. Er is voor deze soorten geen taxatiebewis of schadehistorie nodig om te mogen ingrijpen. Om verstoring van andere soorten ganzen te ‘voorkomen is verjaging en bejaging in het ganzenrusigebied 's winters niet toegestaan. Alle ‘ganzenschade wordt daar volledig vergoed. In alle omliggende provincies, Frystén, Groningen en Overijssel worden nijiganzen bestreden middels een generieke aanwizing. In Frysién en Groningen zijn alle jachtaktehouders aangewezen en in Overijssel de WBE's met een schadehistorie. Gronden aanwijzing Verspreiding en aantalsontwikkeling De nijgans is een soort die voorkomt in gehee! Afrika ten zuiden van de Sahara en is in de 17e eeuw geintroduceerd in het Verenigd Koninkrij (del Hoyo et al. 1992). Na ontsnappingen uit vogelcollecties heeft de nillgans zich vanuit diverse centra vieksgewijs over Nederland verspreid (Lensink 1998), met het eerste broedgeval in 1967. Het aantal broedparen in Nederiand ontwikkelde zich vervolgens snel in 1972, 1977, 1983, 1988-89, 1994-94 respectieveljk 7, 48, 115, 345, en 1280- 1400 (Lensink 1999). De nijigans neemt jaarlks toe met ongeveer 12% en de belangrijkste populatiebeperking is het optreden van strenge winters (Van der Jeugd et al. 2006). Uit de Iteratuur is bekend dat nilganzen in de broedtid zeer territoriaal zijn, waarbij ze andere vogels verjagen en ‘soms hun kuikens verdrinken (Wymenga 1999), daarnaast bouwt de soort zelf geen nest, maar neemt broedplaatsen en nesten over van inheemse soorten, De netto reproductie bedraagt gemiddeld 4,3 per broedpaar (Vogelbescherming, Nijigans). In het “Rapport vogelexoten, vestiging en uitbreiding’ van Bureau Waardenburg wordt een populatiegroei van circa 10% per jaar aangegeven. (Lensink & et al, 2013) De broedpopulatie wordt in Nederland geschat op 4.500 tot 5.000 broedparen. Zowel voor de broedpopulatie als de populatie niet broedende vogels is de trend positief significant (trend: toename > 5%). In Drenthe wordt de populatieomvang geschat op 1.003 dieren in 2014 (Bron telling SOVON) Schade Schade aangericht door enkel nilganzen wordt door het Faunafonds niet getaxeerd aangezien deze niet voor vergoeding in aanmerking komt. In het rapport “Risk analysis of the Egyptian Goose in The Netherlands" (Lensink et al. 2010) wordt onderschreven dat schade aangericht door nilganzen niet wordt getaxeerd; Ook in Nederland neemt het aantal meldingen van schade toe. Een goed overzicht ontbreekt; schade wordt niet geregistreerd omdat er voor deze soort geen schaderegeling bestaat. Daar schade aangericht door nillganzen niet in aanmerking komt voor vergoeding wordt door het Faunafonds bij gemengde groepen het percentage nijganzen geschat. De vit te keren schade wordt vervolgens verminderd met dit percentage. Op basis van deze niet uitbetaalde schades heeft het Faunafonds over de afgelopen § jaar schade cijfers kunnen aanleveren. De getaxeerde schade betreft derhalve schade welke is ontstaan door nijiganzen in gemengde groepen ganzen welke niet is uitbetaald Inde afgelopen 6 jaar is er in 4 jaren belangrike schade door Nijiganzen getaxeerd door het Faunafonds. Gewas 2009 2010 2017 2012 2013 2014 ‘grasiand, - = 14,00 762,00 | 1.847,00 | 7.673,00 bliivend grasiand, = 7086,00 |= = = = ingezaaid Totaal = 066,00 | 74,00 762,00 | 1.847,00 | 1.673,00 Gelaxearda schades in Drenthe In het CLM rapport 2013, Kosten en baten voor de landbouw van schadesoorten, wordt gesteld dat er een verdubbeling van de schade aangericht door nijlganzen verwacht wordt zonder beperkende maatregelen. De totale landelixe schade zal dan in 2020 rond de 1 miljoen euro komen te liggen. De wetgever heeft in artikel 67 eerste lid onder ¢ ‘belangrijke schade aan gewassen’ als belang opgenomen waarvoor een aanwijzing gedaan kan worden. Volgens de minister van LNV (kamerstuk 08-09-2004), en volgens een uitspraak van de Raad van State van 21 maart 2007 Kan er vanaf 250 euro gewasschade per geval gesproken worden van “belangriike schade aan gewassen’ Gunstige staat van instandhouding ‘Aangezien de nijigans geen bescherming geniet onder de Flora- en Faunawet wordt een duurzame of minimale populatie niet nagestreefd. Er dient derhalve niet gezorgd te worden voor de gunstige staat van instandhouding van de soort. Geen andere bevredigende oplossing Gezien het talrke en wild verspreide voorkomen van de nijigans in Nederiand zullen maatregelen in eerste instantie moeten leiden tot een afname van het aantal. Afschot ligt hierin het meest voor de hand. Nilganzen verliezen tijdens de rui hun viiegvermogen maar ten dele. Hierdoor is vangen en doden van ruiende groepen erg lastig. Om een stabiel populatieniveau te bereiken zou het afschot Percentage ongeveer 27% van de populatie in juli moeten bedragen.(Lensink et al. 2010). In Zuid-Holland ziin goede resultaten bereik met hel gebruik van geweer. Hier werd de jearlikse toename van nijiganzen van 25% terug gebracht naar 0% (Lensink et al. 2010) Het talrjke en wijd verspreide voorkomen in combinatie met de grote broedterritoria van nijiganzen maakt ook het individueel bezoek van nesten voor de behandeling van eieren niet kosteneffectif Afwegingen * Nijlganzen een in Drenthe veelvuldig voorkomende exoot zijn; * _ Nijganzen de afgelopen 3 jaar belangriike schade hebben aangericht op landbouwgewassen; * De aangerichte schade niet in aanmerking komt voor een schadevergoeding door het Faunafonds; + Ergeen duurzame populaties van exoten wordt nagestreefd; + Ergeen andere bevredigen oplossingen zijn om de landbouwschade tegen te gaan; Besluiten; GS wijzen, op grond van artikel 67 van de Flora- en Faunawet, als categorieén van personen aan: alle jachtakte houders in onderstaande Wildbeheerseenheden (WBE's) in Drenthe, voor het doden van nijiganzen met behulp van het geweer ter voorkoming van landbouwschade in de periode 1 oktober 2015 tot 1 oktober 2020, op alle gronden waarvoor deze jachtaktehouders een grondgebruikersverklaring hebben, uitgezonderd de gronden welke zijn gelegen in ganzenrustgebiec (Billage 4 Flora- en Faunabeleidsplan) in de periode van 1 oktober tot 31 maart, WBE Artemis RUINEN WBE Bargerveld ERICA WBE Dalgronden TER APEL WBE Diana WESTERBORK WBE Diever, Smilde e.0. DWINGELOO WBE Drents Diep en Aa WAGENINGEN WBE Drie Marken EMMEN WBE Dwingelerveld €.0, RUINEN WBE Echtensmorgeniandeo, | ELIM WBE Grensstreek ‘SCHOONEBEEK WBE Groote Veld ‘OOSTERHESSELEN WBE Havelte e.0. HEEMSTEDE WBE Hondsrugveld GASSELTE WBE Kerspel Dalen DALEN WBE Koekange-Ruinerwold KOEKANGE WBE Lebbestaok ZUIDLAREN WBE Mars-enWesterstroom | EMMEN WBE Noordenveld GRONINGEN WBE Noord-Westhoek UFFELTE WBE *t Scholtensveld ZWARTEMEER WBE Viedder €.0. DIEVER WBE Wieken ELM waarbij zowel De WBE's evenals de aangewezen jachthouders zich aan bijgevoegde voorschrifien dienen te houden bij het gebruik van deze aanwijzing. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Drenthe, mevrouw M. Volkers, teamleider Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

You might also like