Professional Documents
Culture Documents
Bauknecht Wasmachine HDL 20110606501941210060nl
Bauknecht Wasmachine HDL 20110606501941210060nl
INHOUD
NL 2
EERSTE WASPROGRAMMA
Wij adviseren om de eerste wasbeurt met een lege trommel te draaien. Zo wordt eventueel overblijvend
water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1. Draai de kraan open.
2. Sluit de kleppen van de trommel.
3. Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje .
4. Kies een kort programma (zie de programmatabel).
5. Druk op de knop “Start/Pauze”.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling
• Het verpakkingsmateriaal is 100% recyclebaar en van elektrische en elektronische apparaten.
draagt het recyclingsymbool . Voor de Afdanking moet worden uitgevoerd in
verwerking dienen de plaatselijke voorschriften overeenstemming met de plaatselijke
te worden nageleefd. milieuvoorschriften voor afvalverwerking.
2.Tips voor het besparen van energie Voor nadere informatie over de behandeling,
• Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de terugwinning en recycling van dit product wordt
beste manier, door de trommel altijd zo veel u verzocht contact op te nemen met het
mogelijk te laden. stadskantoor in uw woonplaats, uw
• Overschrijd de op de verpakking aangegeven afvalophaaldienst of de winkel waar u het
dosering wasmiddel niet. product heeft aangeschaft.
• De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer - • De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel materialen. De wasmachine moet worden
verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in verwerkt als afval in overeenstemming met de
het milieu te vermijden. plaatselijke voorschriften.
• Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk bevuilde • Snijd de voedingskabel van het apparaat door
was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en voordat u dit afdankt, zodat de wasmachine niet
energieverbruik door “Voorwas” niet te meer bruikbaar is.
selecteren voor normaal bevuilde was. • Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
• Behandel vlekken vooraf met een vlekkenmiddel of apparaat wilt afdanken.
maak ingedroogde vlekken nat voor het wassen, 4.Kinderbeveiliging
om niet op hoge temperatuur te hoeven wassen. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen of in
• Bespaar energie door een wasprogramma op de trommel klimmen.
60°C te gebruiken in plaats van een programma
op 95°C, of een wasprogramma op 40°C in plaats 5.Algemene adviezen
van een programma op 60°C. • Laat de wasmachine niet aangesloten op het
• Bespaar energie en tijd door een hoge elektriciteitsnet wanneer u deze niet gebruikt.
centrifugeersnelheid in te stellen zodat het Draai de kraan dicht.
watergehalte in de was wordt teruggebracht, • Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
voordat u een droogprogramma gaat gebruiken stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat
(voor wasmachines met een instelbare van het elektriciteitsnet voordat u onderhouds- of
centrifugeersnelheid). reinigingswerkzaamheden uitvoert.
• Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
3.De verpakking en oude apparaten als vochtige doek om de buitenkant van de
afval verwerken wasmachine schoon te maken.
• Dit apparaat is voorzien van het merkteken
volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake • Gebruik geen schuurmiddelen.
Afgedankte elektrische en elektronische • Forceer de deur niet bij het openen.
apparaten (AEEA). • Zo nodig kan het netsnoer vervangen worden
Door ervoor te zorgen dat dit product op de door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via
juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u deKlantenservice. De elektriciteitskabel mag,
mogelijk negatieve consequenties voor het milieu indien nodig, uitsluitend door een
en de menselijke gezondheid te voorkomen die gekwalificeerde elektricien worden vervangen.
anders zouden kunnen worden veroorzaakt 6.EG-conformiteitsverklaring
door onjuiste verwerking van dit product als • Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
afval. gedistribueerd in overeenstemming met de
Het symbool op het product of op de veiligheidseisen van EG-richtlijnen:
bijbehorende documentatie geeft aan dat dit 73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
product niet als huishoudelijk afval mag worden 89/336/EEG EMC-richtlijn
behandeld. In plaats daarvan moet het worden 93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering .
NL 3
2. Doseerbakje wasmiddel
3. Kleppen van de trommel
2 2
4. Pomp en filter voor vreemde
voorwerpen
5. Klantenservice-sticker (achter het
deurtje van het filter voor 3 3
vreemde voorwerpen)
6. Hendel (afhankelijk van het model)
• Het apparaat verplaatsen: trek de
hendel met de hand een beetje
naar buiten en duw hem met de
voet verder, tot hij niet verder kan.
7. Verstelbare pootjes
4 4
5 5
7 6 6 7
NL 4
2b
NL 5
WASMIDDEL EN NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en Dosering
nabehandelingsproducten Volg de aanwijzingen op de verpakking met
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van: betrekking tot:
• de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch, • het soort vuil;
tere weefsels, wol). • de belading;
Opmerking: gebruik voor wol uitsluitend - volledig beladen trommel: volg de
speciale wasmiddelen. aanwijzingen van de fabrikant op;
• de kleur; - halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor
• de temperatuur van het wasprogramma; een volledige belading;
• het soort vuil. - kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
Opmerking: hoeveelheid voor een volledige belading;
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg • de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
van onoplosbare waterontharders in moderne hieromtrent informatie bij het waterleidingbedrijf):
fosfaatvrije waspoeders. Als u deze resten ziet, de bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig.
stukken schudden of borstelen of een vloeibaar Opmerking:
wasmiddel gebruiken. Een te hoge dosis wasmiddel kan tot sterke
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten schuimvorming leiden, waardoor de was minder goed
op een droge plaats, buiten het bereik van kinderen. gewassen wordt.
Gebruik alleen wasmiddelen en Als zich te veel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor leiden dat de wasmachine niet centrifugeert.
apparaten voor huishoudelijk gebruik. Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot:
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en grauw wasgoed, restanten in de trommel, het
bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor waterreservoir en het verwarmingselement.
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen Wanneer u een geconcentreerde wasverzachter
componenten bevatten die onderdelen van uw gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade
wasmachine kunnen aantasten. tot aan het teken “MAX”.
Gebruik geen oplosmiddelen (terpentine, Om bij het gebruik van geconcentreerde
wasbenzine enz.). waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen
Was geen textiel dat behandeld is met oplosmiddelen bij de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het
of ontvlambare vloeistoffen in de wasmachine. wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
Waterhardheidsgrafiek
WATERHARD- KENMERKEN DUITS FRANS ENGELS
HEIDSCATEGORIE °dH °fH °eH
1 zacht 0-7 0-12 0-9
2 gemiddeld 7-14 12-25 9-17
3 hard 14-21 25-37 17-26
4 zeer hard meer dan 21 meer dan 37 meer dan 26
PROGRAMMAKEUZE
Voorbereiding van het wasgoed
1. Vul de machine, sluit de kleppen van de trommel en controleer of ze op de juiste manier vergrendeld zijn.
2. Doe wasmiddel en nabehandelingsproducten in het bakje, tot maximaal het aangegeven niveau
“MAX”. Zie “Wasmiddelen en nabehandelingsproducten”.
Selecteer het gewenste programma
1. Draai de programmakeuzeknop links- of rechtsom naar het gewenste programma. Op het display
wordt de duur van het gekozen programma (in uren en minuten) weergegeven en het controlelampje
van de “Start/Pauze”-knop knippert. De temperatuur en de vooringestelde centrifugeersnelheid die
overeenkomt met het geselecteerde programma wordt weergegeven.
2. De vooringestelde temperatuur kan veranderd worden door op de “+” of “-” toets te drukken
(afhankelijk van het model).
3. Selecteer een functie
Wanneer u een functie selecteert, gaat het corresponderende indicatielampje branden, tenzij
de combinatie van het programma, de extra functies en de temperatuur niet mogelijk is.
Startselectie (afhankelijk van model)
Met de “Startselectie” kunt u het tijdstip instellen waarop de was gedaan wordt, bijvoorbeeld 's nachts
bij het voordelige elektriciteitstarief.
• Stel het programma, de temperatuur en de extra functies in.
• Druk op de knop “Start selectie” om het gewenste aantal uren van 1 tot 19 te selecteren;
• Druk op de knop “Start/Pauze”. Het controlelampje van de “Start/Pauze”-knop gaat branden en
het lampje van de toets “Start selectie” gaat knipperen.
• De indicatie van de vertraging verdwijnt wanneer het programma start en wordt vervangen door de
resterende tijd.
• Het aantal ingestelde uren kan later worden verminderd door opnieuw op de knop “Start selectie” te
drukken.
De “Start selectie” annuleren:
• Draai de programmakeuzeknop op “ ”.
• Selecteer opnieuw het gewenste programma en de extra functies en druk op de knop “Start/Pauze”.
Een programma starten
Draai de kraan open en druk op de knop “Start/Pauze”. Het lampje van de knop “Start/Pauze” gaat
branden. Nadat het programma gestart is, geeft de programmafase-indicator de was-, spoel- en
centrifugeerfases weer.
Opmerking: als er een onderbreking van de stroomtoevoer optreedt, of als de wasmachine wordt
losgekoppeld tijdens een cyclus, dan zal het programma verdergaan vanaf het punt waar het werd onderbroken.
Deurvergrendeling
Om veiligheidsredenen is de deur tijdens bepaalde fases van het wasprogramma vergrendeld. Op het einde
van het wasprogramma of bij een onderbreking, wordt de deur na ca. 1 minuut automatisch ontgrendeld.
Einde programma
• Het display van de resttijd geeft “0:00” aan en het indicatielampje “Einde” gaat branden, of “Einde”
wordt weergegeven op het display (afhankelijk van het model).
1. Draai de programmakeuzeknop naar de stand “ ”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en de kleppen van de trommel en haal het wasgoed uit de machine.
Programma of functies wijzigen tijdens een wascyclus
1. Stel het nieuwe programma in met de programmaknop. Stel indien nodig de extra functies en de
centrifugeersnelheid in. Het indicatielampje van de “Start/Pauze”-knop knippert.
Opmerking: de functies “Start selectie” en “Voorwas” kunnen niet geselecteerd worden na een
verandering van het programma.
2. Druk op de knop “Start/Pauze”. Het nieuw geselecteerde programma start op de waspositie
waarop het vorige programma werd onderbroken.
Opmerking: voeg geen wasmiddel toe voor het nieuwe programma.
Onderbreking / pauze van het programma
Als u het programma om wat voor reden dan ook voor een bepaalde periode wilt onderbreken en het
later wilt afmaken:
1. Druk op de knop “Start/Pauze”. De indicator knippert.
2. Druk na de gewenste onderbreking opnieuw op de “Start/Pauze”-knop.
Het programma afbreken
Als het actuele programma voortijdig beëindigd en geannuleerd moet worden, ga dan als volgt te werk
als uw wasmachine geen “Reset”-knop heeft:
1. Draai de programmakeuzeknop op “Afpompen”.
2. Druk op de “Start/Pauze”-knop om het “Afpompen” te starten.
Als uw wasmachine een “Reset”-knop heeft: Houd de knop “Reset” minimaal 3 seconden ingedrukt.
NL 7
NL 8
NL 9
ONDERHOUD EN REINIGING
Doseerbakje wasmiddel
1. Duw de knoppen aan beide zijden van het doseerbakje in.
2. Trek het doseerbakje naar u toe en haal het eruit.
Er kan een klein beetje water in het doseerbakje achterblijven.
Het is raadzaam het doseerbakje rechtop te dragen.
3. Was het doseerbakje onder stromend water.
U kunt ook de sifondopjes in het doseerbakje verwijderen om
te reinigen.
4. Plaats de dopjes terug in het doseerbakje (als ze verwijderd
waren).
Zorg ervoor dat ze goed op hun plaats zitten.
5. Plaats het doseerbakje terug door de onderste lipjes in de
gaatjes van de klep te plaatsen en schuif ze tot de beide
bovenste knoppen vergrendeld zijn.
Opmerking: zorg ervoor dat het doseerbakje op de juiste
manier wordt teruggeplaatst.
NL 10
NL 11
NL 12
Wat te doen als het veiligheidssysteem van de wasmachine een storing constateert?
Het programma wordt onderbroken en de storing wordt door verschillende indicatoren (afhankelijk van het
model) gesignaleerd.
Tabel storingsbeschrijvingen:
Het display geeft dit aan: Omschrijving storing
FH “Storing in de watertoevoer”
FP “Storing afpompen”
F5 tot en met F15 “Defect in een elektrisch onderdeel”
FA “Storing waterstop”
F4 “Te veel schuim / te veel wasmiddel gedoseerd”
a. Storing in de watertoevoer (er wordt geen of c. Storing elektrische module
onvoldoende water toegevoerd) Op het display verschijnt “F5” tot “F15”.
Op het display verschijnt afwisselend “FH”. Indien Selecteer een programma en druk nogmaals op de
aanwezig gaat het rode indicatielampje “Waterkraan” knop “Start/Pauze”.
branden. Schakel het apparaat uit door de Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met
programmakeuzeknop op de stand “ ” te draaien de Klantenservice (zie “Klantenservice”).
en haal de stekker uit het stopcontact. d. Storing waterstop (afhankelijk van het model)
Controleer of: De pomp werkt en op het display verschijnt “FA”.
• de waterkraan helemaal open is en de Indien aanwezig gaat het rode indicatielampje
watertoevoerdruk hoog genoeg is; “Waterstop” branden.
• de watertoevoerslang bekneld zit; Schakel het apparaat uit door de programmakeuzeknop
• het filter in de watertoevoerslang verstopt is (zie op “ ” te zetten, haal de stekker uit het stopcontact
“Onderhoud en reiniging”); en draai de waterkraan dicht.
• de watertoevoerslang bevroren is. De storing “Waterstop” kan veroorzaakt zijn
• het apparaat is voorzien van een veiligheidsslang door:
en de veiligheidsklep is open gegaan (rode 1. te veel schuim.
indicator in het veiligheidsklepcontrolvenster). 2. een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Vervang de veiligheidsslang in dit geval door een Kantel het apparaat voorzichtig voorover en laat
nieuw exemplaar. het water naar buiten stromen.
Steek de stekker weer in het stopcontact. Vervolgens:
Selecteer opnieuw het gewenste programma en 1. Steek de stekker weer in het stopcontact,
druk op de knop “Start/Pauze” om het 2. draai de kraan open (als de “Start/Pauze”-knop
programma te vervolgen (voeg voor dit niet is ingedrukt, maar de machine begint zich toch te
programma geen wasmiddel toe). vullen met water, draai dan de kraan dicht en neem
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met contact op met deKlantenservice),
de klantenservice (zie “Klantenservice”) 3. selecteer het gewenste programma opnieuw en
b.Storing afpompen druk op de “Start/Pauze”-knop.
Op het display verschijnt afwisselend “FP”. Schakel Als de storing nogmaals optreedt, neem dan contact
het apparaat uit door de programmakeuzeknop op op met deKlantenservice (zie “Klantenservice”).
de stand “ ” te draaien en haal de stekker uit het e. Te veel schuim
stopcontact. Op het display verschijnt “F4” (indien aanwezig
Controleer of: gaat het rode indicatielampje “Waterstop”
• de afvoerslag geknikt is (zie “Installatie”); branden); te veel schuim heeft het wasprogramma
• de pomprotor geblokkeerd is (zie “Reinigen van onderbroken.
het filter voor vreemde voorwerpen”). 1. Druk op de knop “Start/Pauze”.
• het water in de afvoerslang bevroren is. 2. Zet de programmakeuzeknop op het
• Als er water is blijven staan in de trommel, kunt programma “Afpompen”.
u dit afvoeren door de instructies te volgen in het 3. Start dit programma door nogmaals op de
hoofdstukAfvoeren van het restwater”. “Start/Pauze”-knop te drukken.
BELANGRIJK: laat het water afkoelen voordat 4. Nadat het wegpompen is voltooid, begint het
u het uit de machine laat lopen. oorspronkelijke wasprogramma weer. Let altijd
Steek de stekker weer in het stopcontact. op dat u niet te veel wasmiddel doseert.
Selecteer opnieuw het gewenste programma en Als uw wasmachine een LCD-display heeft:
druk op de knop “Start/Pauze” om het 1. Annuleer het voorgeselecteerde programma
programma te vervolgen (voeg voor dit door op de “Reset”-knop te drukken.
programma geen wasmiddel toe). 2. Nadat het wegpompen is voltooid, begint het
Als de storing aanhoudt, neem dan contact op met oorspronkelijke wasprogramma weer. Let altijd
de Klantenservice (zie “Klantenservice”). op dat u niet te veel wasmiddel doseert.
NL 13
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de Vermeld het volgende:
Klantenservice Klantenservice: • De aard van de storing.
1. Controleer of u er in slaagt de storing zelf te • Het model van het apparaat.
verhelpen (zie “Het oplossen van problemen”). • Het servicenummer (achter het woord
2. Start het programma opnieuw om te controleren SERVICE).
of de storing verholpen is.
3. Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan deKlantenservice.
TRANSPORT EN BEHANDELING
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de kraan dicht.
3. Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4. Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen
wegstromen (zie “Afvoeren van het restwater”).
Wacht tot het water afgekoeld is om ongelukken te
voorkomen.
5. Om het verplaatsen van de wasmachine te vergemakkelijken
trekt u de hendel onderaan op de voorkant van de machine
(optioneel bij sommige modellen) met de hand een beetje
naar buiten, en duwt u deze verder met uw voet tot deze niet
verder kan. Duw de hendel na het verplaatsen terug in de
oorspronkelijke positie.
6. Vervoer de wasmachine in rechtopstaande positie.
BELANGRIJK: gebruik de wasmachine niet wanneer de
hendel uitgetrokken is.
NL 14
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportsteun
Het apparaat is voorzien van een transportsteun om
mogelijke schade tijdens transport te voorkomen. A B
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, MOET de
transportsteun verwijderd worden.
1. Draai de twee schroeven A en de vier schroeven B los D
met een platte schroevendraaier of een moersleutel nr. 8.
1
2. Verwijder de transportsteun.
3. Plaats de vier buitenste schroeven B terug in de machine
en draai ze vast.
4. Verwijder de twee afdichtingen C uit de houder van de
slang en klik ze in de openingen D in de machine.
Opmerking: vergeet niet de vier buitenste schroeven 1
terug te plaatsen en vast te draaien.
4
D
NL 15
NL 16
NL 17