You are on page 1of 8

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent

Educatieve bachelor lager onderwijs

Naam student: Julie Van Dender Leergroep OLO2D1


Naam mentor: Kim Bourguillioen Klas 5B Aantal lln.: 24
School: Stedelijke basisschool Spoele

MAANDAG 14/12/2020 Handtekening mentor + datum:

Van 13u25 tot 14u30


Leergebied(onderdeel): Wetenschappen en techniek: Techniek
Lesonderwerp: Recycleren van afgedankte elektrische toestellen.

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere


 DL-WO-NAT-08.12 De leerlingen zien een aantal voordelen van recyclage in.
 DL-WO-NAT-08.08 De leerlingen herkennen pictogrammen en afkortingen met betrekking tot
het sorteren van afval op school.
 LOD-SOV-01.19 De leerlingen zijn bereid om te leren uit hun ongelijk, onmacht, onkunde en
gekregen kritiek.
 LOD-LL-MGG-01.24 De leerlingen verwerven en gebruiken zelfstandig informatie.
 LOD-LL-MGG-01.1 De leerlingen roepen bij een onderwerp onder begeleiding hun voorkennis
op.
 LOD-ICT-05.03 De leerlingen kunnen beslissen of ze ICT gebruiken bij een zoekactie.
 LOD-ICT-05.07 De leerlingen kunnen de digitale informatiebron kiezen die het meest
geschikt is om hun informatievraag te beantwoorden als een aantal mogelijke digitale
informatiebronnen aangeboden zijn.

Leerinhoud:
 Voorkennis oproepen is belangrijk om je leren bij te sturen. Zo kan je op het einde van de les
zien wat je bijgeleerd hebt.
 De leerlingen gaan vanzelf naar de computers of de boeken om info op te zoeken. Ze zoeken zelf
manieren om de opdracht te begrijpen en de antwoorden te weten.
 Voordelen van recyclage: er kunnen nog onderdelen hergebruikt worden, De schadelijke stoffen
worden onschadelijk gemaakt en vernietigd.
 Kringloop van een (afgedankt) elektisch toestel:
°je koopt een nieuw toestel. (bijvoorbeeld een GSM)
°Wanneer dit kapot is, of je wilt een nieuwe, heb je verschillende opties:
- Je brengt het naar de kringloopwinkel
- Je brengt deze naar het containerpark, hier is een speciale afdeling voor:
(hergebruiksafdeling)
- Het toestel gaat terug naar de verkoper waar je het nieuwe apparaat hebt gekocht.
°Recupel haalt afgedankte toestellen op bij de handelaren en containerparken.
°de materialen die nog bruikbaar zijn, zoals glas en metaal, dienen als grondstof voor nieuwe
voorwerpen.
°de onderdelen die niet meer bruikbaar zijn, worden onschadelijk gemaakt en vernietigd.
 wanneer je een nieuwe ijskast koopt, en de winkel levert de nieuwe, dan wordt de oude indien
gewenst opgehaald, kapot of niet kapot.
 Op verpakkingen zijn logo’s te vinden: kringloopsysteem, welk soort plastic gebruikt is, dat dit
voorwerp in de vuilbak moet.
 Ook zijn er logo’s van bepaalde organisaties die zich bezig houden met recyclage van producten:

1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Bebat, Recytyre en FOST Plus  deze logo’s moeten ze kunnen herkennen.


 Ik kan tijdens het maken van een oefening, hulp inschakelen op de pc als ik iets niet weet.
 Wanneer ik feedback krijg van anderen, zowel van leraar als van medeleerlingen, kan ik hier de
essentie uithalen en met deze achtergrondinformatie verder gaan om de taak waar ik mee bezig
ben, zo goed mogelijk af te ronden.
 Ik word niet boos wanneer ik opbouwende kritiek krijg, ik neem dit aan als een leerkans om nog
beter te slagen in de taak die ik moet volbrengen.

Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Met extra hulp hun voorkennis over het onderwerp oproepen.
(LOD-LL-MGG-01.1)
2. Voordelen van recycleren opnoemen.
(DL-WO-NAT-08.12)
3. Pictogrammen herkennen die betrekking hebben op sorteren van afval op school.
(DL-WO-NAT-08.08)
4. Uit feedback de essentie verwoorden over hoe ze het beter kunnen doen.
(LOD-SOV-01.19)
5. De feedback die gegeven werd door leraar of medeleerling, omzetten in concrete handelingen.
(LOD-SOV-01.19)
6. zelfstandig de gevraagde oefeningen maken.
(LOD-LL-MGG-01.24)
7. de keuze maken wanneer ze nood hebben aan extra hulp en deze gaan zoeken bij ICT.
(LOD-ICT-05.03)
8. digitale informatiebronnen vergelijken om dan een keuze te maken die het antwoord op de
informatievraag geeft.
(LOD-ICT-05.07)

Beginsituatie specifiek voor deze les:


Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Waarop bouwt deze les verder?
 Nieuwe informatie voor de leerlingen.
Leerling specifieke gegevens + acties:
 Kinderen hebben veel tijd nodig om hun in te loggen en iets op te zoeken op de computer. Ik ga
hier dus zeker voldoende tijd voor uitrekken zodat de kinderen zeker alle oefeningen gedaan
heb.
 Kinderen zitten nu in eilandjes per 4. Dit betekent dus ook dat de kinderen altijd per 2 kunnen
werken met hun buur.

Bronnen: volgens de APA-normen


 …

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …


 Bijlage 1: ingevulde werkbladeren

Materiaal / locatiewijziging:
 …
 …

2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Lesopbouw
Wanneer kinderen aan het werk zijn, zet ik “classroomscreen” aan. Hier zet ik dan een timer op zodat
de kinderen weten hoeveel tijd voor deze opdrachten nog rest.

1. Individueel: woordenwolk rond recycleren (voorkennis oproepen) (‘5)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 1: Met extra hulp hun voorkennis over het onderwerp oproepen.
Organisatie:
Uitdelers nemen het blad dat vooraan op de ronde tafel ligt en geven deze aan elke leerling.

Instructie:
Jullie nemen nu jullie kladschrift.
Ik schrijf nu op bord: “recycleren van ‘kapot’ elektrisch toestel”.
Wanneer jullie deze zin op het bord zien staan, wat komt er dan allemaal in je op? Welke woorden,
welke gedachten? Deze mogen jullie noteren op jullie kladblad.

Richtvragen bij opdracht (wanneer ik zie dat kinderen geen inspiratie meer hebben):
 Wat gebeurt er thuis met deze apparaten?

2. Voorbeeld tonen (klassikaal) van welke materialen gerecycleerd kunnen worden (‘5)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 1: Met extra hulp hun voorkennis over het onderwerp oproepen.
Instructie:
Ik heb gezien dat er bij sommige kinderen nog niet veel opstaat in hun woordenwolk. Misschien kan
ik jullie een beetje helpen.

Ik heb iets mee dat kapot is, maar ik weet eigenlijk niet zo goed wat ik hier mee aan moet vangen.
Weten jullie misschien hoe dit gebeurt?
 Wat doe je met je GSM (die ik in mijn handen heb) als deze kapot is?
 Uit welke materialen bestaan deze allemaal? Foto op bord laten zien: welke onderdelen in
deze gsm
 Waar gaan deze apparaten naartoe?
 Wie zorgt daarvoor?
 Hoe recycleren ze elektrische apparaten?

3. Duo’s: vergelijken voorkennis + klassikaal bespreken (’10)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 1: Met extra hulp hun voorkennis over het onderwerp oproepen.
Verloop:
De leerlingen gaan met de buur hetgeen wat ze opgeschreven hebben, samenleggen en kijken naar
de gelijkenissen en verschillen.

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Instructie:
Jullie mogen met jullie buur overleggen. (ze zitten nu in eilandjes dus hebben sowieso maar 1 buur)
Als er woorden zijn die jullie allemaal gevonden hebben, duid deze dan aan in het geel
 Als er woorden zijn die jullie alleen hadden, duid je deze aan in het groen.
Bespreek ook vanwaar dat woord komt of waarom je dat hebt opgeschreven als jij de enige was.
Denk na of het echt wel past bij het thema?
Jullie krijgen hier 5 minuten voor.

Op bord: 1. Aanduiden in geel (allemaal) of in groen (alleen)


2. Bespreek de woorden en waarom sommige woorden in het geel of groen staan.

Richtvragen na bespreking:
 Hoeveel woorden heb je in het geel kunnen zetten?
 Hoeveel woorden heb je in het groen aangeduid?
 Hoe komt het dat je veel / weinig woorden alleen hebt? (andere ouders, onthouden andere
dingen, hebben andere voorkennis)

Iedereen zijn voorkennis is dus anders, omdat iedereen anders leeft, andere dingen onthoud en we
natuurlijk niet allemaal hetzelfde zijn.

 Waarom zouden we voor we beginnen met leren een woordenwolk maken?


o Wat kan je zien aan zo een woordenwolk?
o Waarom is het handig dat je kan zien welke woorden je al weet over het onderwerp?
 na de les vullen we, wanneer we nog tijd hebben, deze woordenwolk aan.

4. Klassikaal: bespreken hoe ik feedback ga geven (‘10)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 4: Uit feedback de essentie verwoorden over hoe ze het beter kunnen doen.
Lesdoel 5: De feedback die gegeven werd door leraar of medeleerling, omzetten in concrete
handelingen.
Organisatie:
ik bespreek kort wat de bedoeling is van de opdracht, namelijk dat ze aan de hand van eigen
voorkennis en het gebruik van internet oefening 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 te maken. Dit doen ze in
duo’s.

Instructie:
Straks, wanneer jullie bezig zijn met de oefeningen, zal ik rondkomen. Ik zal jullie hierbij feedback
geven.
 Wat wil ik eigenlijk zeggen met feedback? Kan iemand dit eens uitleggen wat ik met dat
woord wil zeggen?
 Stel je voor, ik kom straks zeggen dat je het beter anders zou aanpakken, hoe zouden jullie
reageren?
Wanneer jullie feedback krijgen van mij, is het de bedoeling dat je die aanneemt, ik probeer je te
helpen bij jullie leerproces.
 Wanneer ik feedback ga geven, is het de bedoeling dat je je gedrag hierop aanpast. Maar hoe
doe je dat? (luister actief naar welke verbeterpunten de leerkracht aanhaalt en probeer dit
dan ook te verwezenlijken.)

Op bord: moetjes: oefening 1, 2, 5, 6, 7, 10, 11


Magjes: oefening 8, 9

4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Neem jullie boek (cursorisch werkschrift les 20 p84)


De oefeningen die ik nu aan bord heb geschreven, mogen jullie al eens in stilte lezen en de essentie
eruit halen door deze met fluo aan te duiden. Dit zodat jullie straks meteen weten waar jullie naar op
zoek zijn.

We overlopen nog eens zodat ik zeker weet dat iedereen de vragen begrijpt.

Richtvragen voor individuele verwerking:


 Wat doen we nadat we een oefening gemaakt hebben? (we kijken nog eens na of we zeker
geen fouten gemaakt hebben)

5. Duo: oefeningen maken met behulp van voorkennis & computer (’30)
oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 2: Voordelen van recycleren opnoemen.
Lesdoel 3: Pictogrammen herkennen die betrekking hebben op sorteren van afval op school.
Lesdoel 4: Uit feedback de essentie verwoorden over hoe ze het beter kunnen doen.
Lesdoel 5: De feedback die gegeven werd door leraar of medeleerling, omzetten in concrete
handelingen.
Lesdoel 6: zelfstandig de gevraagde oefeningen maken.
Lesdoel 7: de keuze maken wanneer ze nood hebben aan extra hulp en deze gaan zoeken bij
ICT.
Lesdoel 8: digitale informatiebronnen vergelijken om dan een keuze te maken die het
antwoord op de informatievraag geeft.
Instructie:
Jullie mogen nu beginnen aan de oefeningen. Jullie gaan dit doen met behulp van mijn klaswebsite.
Wanneer je naar de les van vandaag gaat, zal je zien dat er een soort site is en enkel die mag je
gebruiken om dingen op te zoeken. (Symbaloo) Alles dat hierop te vinden is, mag je gebruiken. Ik wil
dus geen andere tabbladen open zien staan buiten mijn website.

Op bord:
Voor de oefening:
Stap 1: Kijken wat we moeten doen
Stap 2: vragen goed lezen

Tijdens de oefening:
Stap 3: de oefening maken
Stap 4: opzoeken als ik iets niet weet

Na de oefening:
Stap 5: nakijken, klopt het wat ik schrijf?

Tempodifferentiatie:
Duo’s die klaar zijn, mogen hier bij mij een kwartetspel komen halen rond de soorten afval.

Uitleg spel:
Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten
voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is

5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt. Het spel is afgelopen als
alle kwartetten compleet zijn.

6. Klassikaal verbeteren + terugkoppeling woordenwolk (’15)


oriënteren verwerven verwerken afronden
Lesdoel 2: Voordelen van recycleren opnoemen.
Lesdoel 3: Pictogrammen herkennen die betrekking hebben op sorteren van afval op school.

Richtvragen:
 Hoe ging het? Heb je gebruik gemaakt van de extra hulpmiddelen? Waarom wel, waarom
niet?
 Ben je rond geraakt? Hoe komt het wel/niet?
 Heb je nog teruggekeken naar de woordenwolk?
 Heb je de vragen goed gelezen en begrepen?
 Hoe was het om feedback te krijgen?
o Heb je deze ook aangenomen of heb je gewoon verder gedaan hoe jij dacht dat het
beste ging?
Verloop:
Samen klassikaal verbeteren

Instructie:
Nu we naar onze woordenwolk kijken van het begin van de les, zouden we dingen kunnen
veranderen, aanvullen? Zo ja, wat?

Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.

6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Bijlage 1: oefening 3 en 4 doe ik niet.

7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

You might also like