You are on page 1of 14

ARTEVELDEHOGESCHOOL

Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent


Educatieve bachelor lager onderwijs


Naam student: Dieter Van de Vyver Leergroep OLO 1B4
Naam mentor: Klas 4 a Aantal lln.: 21
School: Vrije basisschool Sint-Franciscus Evergem

DONDERDAG 12/12/’19 Handtekening mentor + datum:

Van 09:20 tot 10:10
Leergebied(onderdeel): Nederlands (Zelfstandige naamwoorden) taaldenken
Lesonderwerp: Zelfstandige naamwoorden herkennen, in het meervoud zetten en
het juiste lidwoord erbij schrijven.

Leerplandoelen: Leerplan: ZILL – OVSG – GO! – andere
1. Totn2 Nadenken over de belangrijkste aspecten van het taalsysteem. Daarbij taalbeschouwelijke
termen gebruiken.
• A. Zelfstandige naamwoorden waarnemen en er zich over verwonderen:
- woorden herkennen die een zelfstandigheid aanduiden zoals een persoon, een ding,
een dier op een plant
- woorden herkennen die een ‘unieke’ zelfstandigheid aanduiden zoals een bepaalde
persoon, een bepaald ding, een bepaald dier of een bepaalde plant
- meervoudsvorming van zelfstandig naamwoorden waarnemen en er zich over
verwonderen
• B. Lidwoorden waarnemen en er zich over verwonderen:
- ontdekken welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord past
- Bijvoeglijke naamwoorden waarnemen en er zich over verwonderen:
- woorden herkennen die een kenmerk van iemand of iets aanduiden
- de plaats en het gebruik van een bijvoeglijk naamwoord in een woordgroep
waarnemen
- de vorming van de trappen van vergelijking waarnemen en er zich over verwonderen
- Zelfstandige naamwoorden onderzoeken:
• C. een zelfstandig naamwoord herkennen, en daarbij de term 'zelfstandig naamwoord'
kennen en gebruiken
- een 'unieke' zelfstandigheid herkennen, en daarbij de term 'eigennaam' kennen en
gebruiken
- meervoudsvorming van zelfstandig naamwoorden onderzoeken, en daarbij de
termen 'enkelvoud' en 'meervoud' kennen en gebruiken
- het genus van zelfstandige naamwoorden onderzoeken in functie van de woorden
die ernaar verwijzen, en daarbij de termen 'mannelijk', 'vrouwelijk' en 'onzijdig'
kennen en gebruiken
• D. Lidwoorden onderzoeken:
- onderzoeken welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord past
- een lidwoord herkennen in een zin, en daarbij de term 'lidwoord' kennen en
gebruiken
2. TOtg1 Plezier beleven aan taal en het spelen met taal.
3. MEva3: Digitale informatievaardigheden ontwikkelen
- Navigeren en zoeken binnen een website
4. MEmw1: Media enthousiast en positief aanwenden
- Bereid zijn om eigen mediatalent in te zetten bij het eigen leren en spelen en te tonen
aan anderen.



1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs






Leerinhoud:
• Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven aan personen, dingen, planten en
dieren. Borden, boom, man, konijn
• Aan een zelfstandig naamwoord kun je horen en zien of het gaat om eentje (enkelvoud) of meer
dan eentje (meervoud).
• Er zijn maar drie lidwoorden: de, het en een. Een lidwoord staat steeds bij een zelfstandig
naamwoord.
• Bij elk zelfstandelijk naamwoord kan er een lidwoord staan, maar dit is niet altijd zo. Vb. Mooie
boeken – de boeken

Lesdoelen:
1. Zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen en de volgende termen passend gebruiken:
zelfstandig naamwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord.
2. Aangeven dat woorden samen met andere woorden kunnen voorkomen, namelijk een lidwoord,
een zelfstandig naamwoord.
3. Reflecteren op het getal van zelfstandige naamwoorden (enkelvoud/meervoud).
4. Persoonsgebonden doel: Plezier beleven en voldoening ervaren.
5. Op een gecoördineerde manier navigeren binnen de klaswebsite om de opdrachten te
doorlopen.
6. De eigen talenten inzetten op vlak van mediagebruik om de opdrachten tot een goed einde te
brengen.

Beginsituatie specifiek voor deze les:
Situering in het leerproces: aanbrengen inoefenen
Voorkennis van de klasgroep:
• De leerlingen maakten kennis in het derde leerjaar met de zelfstandige naamwoorden,
lidwoorden en meervoudsvormen.
Leerling specifieke gegevens + acties:
• Simona, Jad, Hrach, Basri, Mazhar bijsturen bij de Nederlandse les.
Ze hebben een mindere basis in de Nederlandse taal.

Bronnen: volgens de APA-normen
• Virginie Thieleman, Gijs Van Raamsdonk, Mira De Gryze en Pieter Schouten (2019)
shttps://bordboeken.bingel.be//#/boardbook/70df7cf0-0c4e-43dc-9f87-
549e2534a3a9/subbook/0414f883-f496-435b-b1f2-
6ced1a1a5aa1/pagespread/50?viewState=ZOOMED_LEFT

Bijlagen: bordschema, ingevulde werkbladen, teksten …
• Bordschema: VAN IN = Talent taalschrift - Thema 4 – Les 6

Materiaal / locatiewijziging:
• Klaswebsite www.meester-dieter.weebly.com


2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs










Lesopbouw

1. Individueel bekijken van de pagina – zelfstandige naamwoorden.
oriënteren verwerven verwerken afronden
Aangeven dat woorden samen met andere woorden kunnen voorkomen, namelijk een
lidwoord, een zelfstandig naamwoord. (2)
Persoonsgebonden doel: Plezier beleven en voldoening ervaren.(4)
5,6

Organisatie:
De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag met het leerpad over de zelfstandige naamwoorden,
lidwoorden, enkelvoud en meervoud.
In de oriëntatiefase kijken de leerlingen naar de Powtoon over de zelfstandige naamwoorden +
lossen de inleidende oefening (LearningApps-drag and drop) in op deze pagina.

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een naam geven aan: dingen, planten, personen en
dieren.
Aan een zelfstandig naamwoord kan je horen en zien of het om eentje gaat: enkelvoud of om meer
dan eentje: meervoud.
We hebben 3 lidwoorden: de, het en een. Een lidwoord staat steeds bij een zelfstandig naamwoord.

Oefening: LearningApps – drag and drop.


2. Individueel het leerpad doorlopen en de oefeningen invullen – de zelfstandige naamwoorden
– de lidwoorden – enkelvoud en meervoud.
oriënteren verwerven verwerken afronden
Zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen en de volgende termen passend gebruiken:
zelfstandig naamwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord.(1)
Aangeven dat woorden samen met andere woorden kunnen voorkomen, namelijk een
lidwoord, een zelfstandig naamwoord.(2)
5,6
Organisatie:
De leerlingen gaan zelfstandig aan de slag op de klaswebsite : De zelfstandige naamwoorden – de
lidwoorden, - enkelwoud en meervoud.

• De lidwoorden
Er zijn maar 3 lidwoorden: de, het en een
Lidwoorden staan altijd bij een zelfstandig naamwoord.

3
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs

Het lidwoord ‘een’ kan je bij alle zelfstandige naamwoorden gebruiken.



+ invullen Learningapps oefening : fill in the blanks.

• enkelvoud en meervoud
aan zelfstandige naamwoorden kan je horen en zien of het gaat om eentje: enkelvoud of meer dan
eentje: meervoud.

Meisje – meisjes
Bed – bedden
Mens – mensen
Bijzondere meervouden:
Ei – eieren
Moeilijk – moeilijkheden
Kind – kinderen
Koe – koeien

+ invullen oefening LearningApps.


3. Individueel doorlopen van de pagina rond oefeningen : zelfstandige naamwoorden,
lidwoorden, enkelvoud en meervoud.
oriënteren verwerven verwerken afronden
Zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen en de volgende termen passend gebruiken:
zelfstandig naamwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord.(1)
Aangeven dat woorden samen met andere woorden kunnen voorkomen, namelijk een
lidwoord, een zelfstandig naamwoord.(2)
5,6

Organisatie:
De leerlingen gaan zelfstandig aan het werk op de pagina van de oefeningen
H5P, LearningApps.


4. Individueel noteren van de bevindingen over de les in een padlet.
oriënteren verwerven verwerken afronden
-Zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen en de volgende termen passend gebruiken:
zelfstandig naamwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord.(1)
-Aangeven dat woorden samen met andere woorden kunnen voorkomen, namelijk een
lidwoord, een zelfstandig naamwoord.(2)
-Reflecteren op het getal van zelfstandige naamwoorden (enkelvoud/meervoud).(3)
-Persoonsgebonden doel: Plezier beleven en voldoening ervaren. (4)
5,6

Organisatie:
De leerlingen noteren na het doorlopen van de verschillende pagina’s op de klaswebsite de padlet in.
Hier noteren ze hun bevindingen en wat al dan niet duidelijk is voor hen.



4
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs



Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.




































Bijlagen:


5
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs










6
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs








7
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs








8
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs







9
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs







10
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs









11
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs









12
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs









13
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs


14

You might also like