Professional Documents
Culture Documents
Week 5 Belastingheffing Van Vermogen
Week 5 Belastingheffing Van Vermogen
Vraag 1
1. Is de vermogensrendementsheffing in overeenstemming met het draagkrachtbeginsel?
Nee, fictief rendement. Degressieve heffing want als je minder rendement haalt
word je relatief zwaarder belast wordt dan iemand met een hoog rendement. Er is
maar 1 peildatum. De heffingsgrondslag kan niet negatief zijn.
Vraag 2
1. Wat wordt verstaan onder een vermogenswinstbelasting?
Is een belasting op de winst (meerwaarde) die gemaakt wordt bij de verkoop van
vermogensbestanddelen zoals onroerend goed of effecten.
-Lastig controleerbaar
-In strijd met het draagkrachtbeginsel
-Instabiliteit van de belastinggrondslag. Bij verlies op vermogen, hoeft er geen belasting
betaald te worden en lijdt de belasting verlies.
-Bij een vermogenswinstbelasting speelt verder het probleem dat realisatie van de
vermogenswinsten kan worden uitgesteld om de belastingheffing te vermijden. Dat kan
slecht zijn voor de werking van de kapitaalmarkten (lock-in effect), maar biedt
belastingplichtigen ook arbitragemogelijkheden (financieringslasten en verliezen direct
in aftrek brengen en winsten uitstellen).
3. Wat wordt verstaan onder een vermogensaanwasbelasting?
Ten eerste is het moeilijk controleerbaar, aangezien de administratie verricht wordt door
de belastingplichtige. Ten tweede wordt men belast over iets wat hij nog niet kan
consumeren. Er staat geen inkomen tegenover, maar een waarde stijging.
Vraag 3
1. Wat is de definitie van Rijkers van het begrip ‘inkomen’?
De objectief meetbare netto toename van koopkracht in een periode. Dit is iedere
vermogensverandering die niet door consumptie is veroorzaakt.
Een fictief percentage is het tegenovergestelde van een persoonlijke belasting en is dus
eigenlijk in strijd met het draagkrachtbeginsel.
Je wordt altijd belast op een positief bedrag van 4%, ook als je verlies maakt.
Hetzelfde geldt als je heel veel meer dan 4% rendement haalt.
Vraag 5
Wat zijn de fiscale gevolgen van de verhuur aan de bankmedewerker en wat zijn de fiscale
gevolgen van de verhuur aan de echtgenote?
De huuropbrengst van een pand die Floris krijgt van de bankmedewerker is inkomen uit
beleggen en wordt dus belast in box 3. Op het moment dat hij het pand verhuurt aan zijn
echtgenote verandert dit. Dit komt omdat zij een verbonden persoon is van Floris en met
het pand winst uit onderneming behaalt (Art 3.91 lid 1 Wet IB 2001). De huurinkomsten
zullen worden belast als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1.
Vraag 6
Wat is de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) van Carola?
Vraag 7
Wat is het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen? Op welke wijze kunnen Willem en Birgit
de te betalen belasting in box 3 zo laag mogelijk houden? Noem relevante wetsartikelen.
Bankrekening: €35.000
Effecten: €240.000
Aandelen: €145.000
Vakantiewoning: €240.000 +
Bezittingen: €
Schulden: €0 -
Totaal belastbaar inkomen: €482.500 FOUTT