Professional Documents
Culture Documents
De Wilde Blandas Hal 42
De Wilde Blandas Hal 42
Aardaker, wordt slechts hier en daar in het gebergte gebouwd, en, gekookt
zijnde, meer tot versnapering of bij-spijs, dan wel tot een bepaald voedsel, gebruikt Talus,
Talas. Eene groote aardvrucht, die uitwendig veel gelijkenis heeft met selderij-koppen. Het is
deze plant, van welke ik, onder de beschrijving der jonge of nieuw aangelegde koflij-tuinen,
gesproken heb.
Deze vrucht wordt in schijven gesneden en gekookt of geroost gegeten; zij heeft veel van
brood en is zeer voedzaam en smakelijk. In het gebergte, waar vele wilde zwijnen zijn, kan
deze vrucht niet dan binnen eene sterke hegge of schutting geplant worden; wijl het voor
deze dieren een zeer gezocht voedsel schijnt te wezen.
Djagong, Djagoeng. Turksch koorn of maïs wordt meest door alle huisgezinnen, echter
slechts in kleine kwantiteiten, geplant Op verschillende wijzen wordt
dit koorn tot gebruik toebereid: in zijn geheel, of de korrels van de steng afgeplukt, gekookt;
geheel, op het vuur, of wel de losse korrels in eene pan, geroosterd, en met of zonder suiker
genuttigd. J°"g
zijn-
( iog )
van
( ÏIO )
Tja-
( III )
Tjaöe Soesoe.
» Rladie.
» Djambé.
» Beurum.
» Leuwuug.
ea meer andere , welke alle, hetzij raauw, ge-
kookt , geroosterd, gebraden, met meel omwonden
als gebak , in suiker gestoofd of op meer wijzen
toebereid en gebruikt wordende, eene voedzame en
gezonde spijs opleveren, waarmed? zelfs de kleinste
kinderen kunnen gevoed worden.
Onder de boomvruchten, welke' als voedsel ge-
bruikt worden, komen de Boewah soekoen , of brood-
vrucht ; en , in de bosschen , de Sanienten, kastanjes ,
voornamelijk in aanmerking ; wordende van laatstgemel-
de , door de Inlanders, die nabij de zware bosschen
aan de gebergten wonen , veel gebruik gemaakt.
De vruchtsoorten, welke in de steden en dorpen
aangekweekt, of in de bosschen in het wild gevonden
worden, zijn zeer talrijk en, mogelijk alle, nog niet
bij de Europeanen bekend. Die, welke ik (in de Pre-
anger-Regentschappen voortkomende) zelf gezien en
waarvan ik veelal gegeten heb, zijn te menigvuldig,
om hier te worden aaugeduid.
Het is niet vreemd , dat daar, waar de Natuur zich ,
werwaarts men de oogen ook moge wenden, zoo mild,
en, mogen wij wel zeggen, zoo verkwistend toont, de
be-
( Ui )
bevallige sieraden der vruchtbaarheid niet schaarsch
kunnen zijn.
Bloemen dan zijn mede in deze streken, in verschil-
lende kleuren en gedaanten, veel voorhanden. Die, wel-
ke liet meest gebruikt worden , zijn de Tjampaka, Ka-
nanga , Kamoeni, Malattic , Sedep malam , en andere ,
van welke welriekende oliën gestookt worden. In
de bosschen is het getal, even als de verscheiden-
heid , onnoemelijk, en wordt het gezigt daarvan, bij
het doorkruipen der bosschen, op het aangenaamst
verrast en bezig gehouden.
Even zoo als de Natuur, in deze gelukkige landstreek,
mildelijk voor den mcnscli in grondvoortbrengselen ge-
zorgd heeft, is er ook een overvloed van wild en tam
gedierte , waarvan de Europeanen echter beter gebruik
zouden weten te maken, dan de Inlanders, daai deze,
door hunne eenvoudige en der gezondheid bevorder-
lijke manier van leven, daarvoor minder lust en be-
hoefte gevoelen.
In de bosschen dezer Regentschappen, ook op on-
bewoonde uitgestrekte vlakten , vindt men in vele
districten de Badak Rhinoceros ; de Mocndieng Leu-
wung, wilden buffel; de- Sapie Banting , wild ïund-
vec ; Oentjal , herlenbeesten ; de Peutjang , steenbok ;
de Adjag of boHdiond ; de Oesocng ccsang of vos ;
Monjet monjet , onderscheidene soorten van apen ;
Octjieng Leuwung Tjareuh, bosclikattcn ; Meejong
Tjong-
( >i3 )
vin-
( 1 *4 )
mcci'
( n5 )
( 120 )
( 121 )
PPN616833911-PHYS_0135
( '22 )
Het
PPN616833911-PHYS_0136
( 123 )
Het pluimgedierte , als : Hayain , hoenders, Merih ,
eenden , enz. is hier zeer goed en vermenigvuldigt
bijna zonder moeite of eenige kosten.
Ook de rivieren en meren leveren een overvloed
van vissollen op , waarover cchtci liet despotisme del
hoogere inlaudsche rangen den gemeenen man niet laat
beschikken. Zelfs zijn rivieren en meren veeltijds tot
eenen last voor de mindere klasse der bevolking, wijl
zij hunne meerderen, bij de vischvangst , meestal te
harer kosten moeten onderhouden cn behulpzaam zijn.
De Boehaya of Krokodil wordt in vele der om de
zuid in zee loopende rivieren , tot twee a drie uren ,
van den mond der rivieren opwaarts gevonden. Er
zijn voorbeelden, dat. dit verslindend watergedrogt
zelfs zeer hoog en, tot in de binnenlanden, is doorge-
drongen. Niet verre van de zee zijn deze watertijgers
menigvuldig en doen veel kwaad , vooral aan kinderen
en jong vee , als : paarden , kalveren , enz. welke aan
den rivierkant komen om te drinken , cn dikwijls naai-
den bodem worden medcgesleept, waarvan verscheidene
treurige gevallen mij bekend zijn.
Het land romdom de hoofplaatsen, tot op eenen goe-
den afstand gelegen , wordt het Balocboer genoemd.
Het is doorgaans wèl bebouwd. De Regenten en hunne
familiën hebben aldaar, benevens de verdere bevolking
der plaats , hunne uilgcstrckte rijstvelden gelegen.
In ieder Tjoetak of distrikt is weder een hoofd
Kam-
PPN616833911-PHYS_0137
( >4 )
PPN616833911-PHYS_0138
( 125 )
PPN616833911-PHYS_0139
( ï 26 )
De
PPN616833911-PHYS_0140
• ( i^7 )
Niet-
PPN616833911-PHYS_0141
( ia8 )
PPN616833911-PHYS_0142
( I2Q )
de uitbreiding almede niet te veel kan aanbevolen
worden.
Door den overvloed van fijne rottingen , welke deze
districten voortbrengen , worden vele handen bezig
gehouden met het vervaardigen van fijne rottingmattcn
van verschillende grootte , welke , vooral in het wes-
telijk gedeelte , in de ommelanden en te Batavia , zeer
gezocht zijn , en duur verkocht worden. Deze matten
worden door Europeanen, Javanen en Chinezen ge-
bruikt , om kamers en zalen mede te beleggen, voor
de ledekanteii van de Javanen, om op te zitten,
enz. enz.
Zoo de makers van deze rotting-matten hunne waren
vrijer konden verkoopen , zouden er zich met het
vervaardigen 4aa,'van veel meer menschen onledig hou-
den , en daarin een goed bestaan vinden. Thans nog
staan zij onder de verpligting , om bijna al hun werk
aan Regenten en hoofden af te staan, welke hun
daarvoor naar willekeur betalen, en hetzelve voor hun
eigen gebruik behouden, daarmede anderen dienen of
wel duur verkoopen.
Even zoo als de inwoners dezer, langs het zuider-
strand gelegene, distrikten, voor den vervoer van kofïij,
te ver afgelegen zijn, zijn die zulks ook, om zich van
Buitenzorg, Tjikao en Karangsambong van het noo-
dige zout te voorzien. Het is daardoor , dat , in som-
mige dier gewesten, de Gouvernementswettenwaarbij
I het
PPN616833911-PHYS_0143
( »3o )
PPN616833911-PHYS_0144
( i3i )
PPN616833911-PHYS_0145
( 132 )
is ; en de ondervinding lieeft bewezen , dat het zoo-
danig niet voldeed.
Eenige gegoede inlanders, die karren en buffels, en
andere , die draagbeesten hielden , zouden moeten
worden aangenomen , om het zout bepaaldelijk naar de
pakhuizen aan te voeren , en de betaling , voor trans-
portloon , zoodanig worden gesteld , dat zij daaruit
een bestaan konden vinden ; in welk geval het aan
geene ondernemer^ haperen zoude , even als dit op
Buitenzorg met den vervoer van de koflij ook gedaan
wordt.
Door een beter toevoorzigt in deze verafgelcgeue dis-
tricten , en het aanmoedigen en verbeteren van de ka-
toen- eii indigo-cultuur , alsmede door liet graven van
kanalen en het uitbreiden der rijstvelden , zou het lot
van de bewoners dezer zuidelijke distrikten aanmer-
kelijk kunnen verbeterd, en zij in staat gesteld wor-
den , met meer gemak, grootcrc voordeelen aan het
Gouvernement op te brengen.
Thans is liet lot van honderden deier zuider dis—
trikt-bewoners beklagenswaardig. Zij hebben veeltijds
van hunne Hoemah’s of bergrijstvclden slechts zoo veel
padie ingcoogst, dat zij daarmede drie , hoogstens vier
maanden kunnen rondkomen. Is de rijst verbruikt,
dan gaan zij ngoejarig ngoejang, dat is, bij hunne
vrienden en bekenden op het aanstaande gewas leenen;
en zoo hun dit het noodigc niet meer verschaft, voe-
den
PPN616833911-PHYS_0146
( «33 )
zoo-
PPN616833911-PHYS_0147
( 134 )
tl.'
zoodanig verbeterde , dat zij voor hun geheele huisge-
zin, in de ruimte, rijst tot voedsel hadden. Enkele
malen is het mij gelukt zoodanig een huisgezin te be-
houden.
Indien echter het Gouvernement zich het lot dezer,
om hunne domheid, zoo beklagenswaardige menschen
wilde aantrekken , zoude zulks met meerdere zekerheid
kunnen geschieden op de volgende wijze :
Nadat op uitgestrekte gedeelten gronds, waar ge-
noegzaam water was henen geleid , bij wijze van aan-
besteding , door anderen , rijstvelden werden aangelegd,
moesten de in de wildernissen wonende familiën ver-
zameld worden, en aan hen plaatsen worden aange-
wezen , waar zij hunne Lemboers of dorpen konden
opslaan , en het terugkeeren naar hunne bosschen
strengelijk verboden worden.
Door dit verbod zouden zij moeten blijven, waar
zij eeris geplaatst waren, en als zij daar slechts een
paar jaren gewoond hadden, zouden zij er gewend
zijn en de hand zegenen , welke zij te voren meenden ,
dat hen gekastijd had.
Men zou hiertegen vcelligt kunnen aanvoeren, dat zoo-
danig eene handelwijze strijden zoude tegen de oorspron-
kelijke vrijheid van den mensch ; maar is het algemeen
maatschappelijk geluk niet onafscheidelijk daaraan ver-
bonden! en kan hij, die zich , hetzij uit moedwil, hetzij
uit domheid, daartegen verzet, gerekend worden die vrij-
heid
PPN616833911-PHYS_0148
( 135 )
PPN616833911-PHYS_0149
( >36 )
ver-
PPN616833911-PHYS_0150
( i37 )
Even
PPN616833911-PHYS_0151
( i3S )
PPN616833911-PHYS_0152
fïÉêm,
slppll
PPN616833911-PHYS_0153
PPN616833911-PHYS_0154
( i39 )
PPN616833911-PHYS_0155
( >4° )
PPN616833911-PHYS_0156
( «41 )
PPN616833911-PHYS_0157
( >42 )
PPN616833911-PHYS_0158
( 143 )
PPN616833911-PHYS_0159
( «44 )
met geheel geene sluiting aan deuren of vensters,
onder hen bevonden.
Tot nog maar kort - geleden, en niettegenstaande
mijne herhaalde vertoogen bij het Gouvernement,
tegen het giftige heulsap of Madat, werd het'gebruik
daarvan door het Gouvernement , en vooral door de
Regenten, die den opium van het Gouvernement, bij
kisten , ontvingen, en aan den gemeenen man, in
het klein, uitverkochten , aangemoedigd, en het was
in de holen des verderfs, of de Madat-kitten, plaat-
sen, waar dit zeden en gezondheid bedervende gift
gesmookt werd, dat bijna alle moorden , rooverijen en alle
andere slechtheden, welke gepleegd werden , hunnen
oorsprong hadden en beraamd werden. Al liet slech-
te volk, dat in de Regentschappen was of kwam ,
verzamelde zich daar ; bleef dagen achtereen aan het
amfiocn schuiven , zonder dat het , door handen
arbeids, iets verdiende. Was hun geroofde voor'nad
op, men ging weder op nieuwe roofpartijen uit, tot-
dat zij eindelijk door de Policie gevat werden. En
dit amfioen schuiven werd door Regenten , die hoof-
den des volks waren, aangemoedigd!
Over het algemeen genomen, kan men de Regentschaps-
volkeren van geene traagheid en onverschilligheid omtrent
hun lot vrij kennen , doch dit gebrek moet meer in
den staat van onderdrukking, waarin zij leven, dan wel
in hunnen aard en in hun karakter gezocht worden.
Zoo
PPN616833911-PHYS_0160
( 145 )
Zoo zij > door eene zachte overreding , tot het uit-
breiden hunner bezittingen worden aangespoord , laten
zij zich gewillig daartoe leiden, en doen zulks in het
vervolg van zelve , zoodra zij zien , dat dit hun een
beter bestaan oplcvert , en zij van de vruchten huns
arbeids het genot hebben. Deze overtuiging was op
het landgoed Soeka-boemie in het oog loopende. Het
eerste jaar reeds , nadat wij daarvan eigenaren geworden
waren , werd aan den gemeenen man bekend gemaakt,
dat, buiten het koffij-product, hetwelk aan de landen
geleverd werd, al wat zij uit den grond teelden , of
door eigene industrie verdienden, hun volle eigendom
was; dat zij aan de landeigenaren niets meer dan een
vijfde gedeelte hunner hoofdproducten, als padie en
kapas , hadden op te brengen , en zij aan de districts-
of mindere hoofden niets hoe genaamd ook hadden
af te leveren, zonder daarvoor , even als van elk an-
der, behoorlijk betaald te worden. Dit werkte zooda-
nig, dat in weinige jaren al de ledige stukken grónds,
welke iedere sawah-maker nog bij zijne rijstvelden
liggen had , bewerkt , en mede tot sawah's aangelegd
werden. Anderen kwamen vragen, om hier of daar eene
waterleiding aan te leggen , -waardoor zij dezen of genen
ledigen grond van water weuschten te voorzien, om
sawah-velden aan te kweeken. Hieraan werd steeds ge-
reedelijk voldaan , en de uitkomst was voor grondeige-
naren en ’s lands ingezetenen allervoordeeligst.
K
Het
PPN616833911-PHYS_0161
( 146 )
PPN616833911-PHYS_0162
( 147 )
een
PPN616833911-PHYS_0163
' ( ,48 )
een verdikt boomsap ca een gedeelte eener Djambé of
Betelnoot , beide van een’ aromatieken smaak, welk een
en ander tot een bongkus, of klein pakje , ter grootte
van ecne nootmuskaat te zamen gevouwen, in den mond
genomen en gckaauwd wordt. Het speeksel, hetwelk
zij hierdoor overvloedig in den mond krijgen en uitwer-
pen , is bloedrood, vcrwt de lippen met dezelfde kiem-
en maakt de tanden zwart. Het is zeer scherp ir, den
mond, en zou, hoewel de lücht, zeer welriekende is ,
voor een’ Europeaan zeer moeijelijk te gebruiken zijn.
Vrouwen van rang reinigen , na het gebruik van de
Seureich of sierich , den mond, en nemen na dezelve
eenige kardemom-korrels na.'
Den Regenten wordt ecne gouden of zilveren doos,
met deze sierich-pakjes wèl voorzien, nagedragen en
de minderen hebben deze versnapering altoos in do-
zen of matrasjes bij zich.
In het reizen zijn deze menschcn even eenvoudig ,
als min omslagtig. Een man , veeltijds met een’ zwaren
last beladen , gaat dagen ver , om dien te verruilen of
te verkoopen, en neemt dan niets dan , voor zoo vele
dagen als hij denkt uit te blijven , genoegzame rijst
mede, welke hij in een opie, het buiten-omkleedsel,
aan den bovenkant, van den areek ofbetelboom, pakt,
en daarbij, in een kleiner pakje, eenige korrels grof
zout doet. Van zijnen Bedok of zijn hakmes en de helft
van ecne kokosnoot, welke hem tot drinknap dient ,
voor-
PPN616833911-PHYS_0164
( i49 )
PPN616833911-PHYS_0165
( i5o )
PPN616833911-PHYS_0166
( i5i )
De
PPN616833911-PHYS_0167
( i5a )
PPN616833911-PHYS_0168
( 153 )
PPN616833911-PHYS_0169
( *54 )
PPN616833911-PHYS_0170
( 155 )
PPN616833911-PHYS_0171
( i5G )
PPN616833911-PHYS_0172
(. i57 )
PPN616833911-PHYS_0173
( i58 )
PPN616833911-PHYS_0174
( i5g )
PPN616833911-PHYS_0175
()
PPN616833911-PHYS_0176
( i6i )
PPN616833911-PHYS_0177
( 1Ö2 )
PPN616833911-PHYS_0178
( «63 )
PPN616833911-PHYS_0179
( -64 )
PPN616833911-PHYS_0180
( i65 )
PPN616833911-PHYS_0181
( >66 )
#
buffelhuid gespannen is, hetgeen Bedoek genoemd wordt,
en welk Bedoek bij alle Masigiets of Tempels , zelfs in
de dorpen , gevonden wordt , waardoor zij hunne bid-
uren aankondigen.
De Bergbewoners zijn zoo vast op het standpunt van
de zon, dat, wanneer zij met de digte vuist en den op-
gestoken' duim der regterhand naar, de lucht wijzen, zij
daardoor het uur, hetwelk zij opgeven of weten willen ,
zeker kunnen aanwijzen. Zoo zij , bij voorbeeld , een
verhaal van eene reis of van ontmoetingen of gebeur-
tenissen doen , en daarbij het uur bepalen willen , dan
steken zij , of naar het oosten of westen , nadat het
vóór- of namiddag was, gezegdep duim in deze of
gene rigting op, en zeggen: »panan powee ukker kijoeh”,
(de zon stond zóó) en als men , door den tijd , met
deze manier bekend geworden is, kan het niet missen,
of men weet juist , welk uur van den dag zij aan-
duiden willen ; hetgeen bij geregtelijke.verhooren vooral
zeer te passé komt. Zij zijn het Mahomcdaanschc geloof
toegedaan , waarin zij , volgens den koran, door hunne
priesters onderwezen worden. In ieder Begentschap zijn
eenif»? scholen , waar onderwijs in de Godsdienst , in
het schrijven en lezen gegeven wordt; en het zijn deze,
werwaarts de voorname inlanders hunne zonen, even
■ als bij ons op de kostscholen , zenden. Kinderen van
de gemeene klasse gaan, of in het geheel niet, of onge-
regeld , op eene dorpsschool, waar de Gocroe’s of on-
der-
PPN616833911-PHYS_0182
( i6r; )
PPN616833911-PHYS_0183
( i68 )
en
PPN616833911-PHYS_0184
( 169 )
PPN616833911-PHYS_0185
( >7° )
aan-
PPN616833911-PHYS_0186
( 171 )
Eene
PPN616833911-PHYS_0187
( *?2 )
De
PPN616833911-PHYS_0188
( 173 )
Alle
PPN616833911-PHYS_0189
( 174 )
PPN616833911-PHYS_0190
( *75 )
PPN616833911-PHYS_0191
( 176 )
ning heeft , waarin hij zijn verblijf houdt, wanneer
hij naar de Hoofdplaats wordt opontboden.
In de Hoofdplaats zelve zijn, buiten den tweeden
of Pcpattic, ook nog de Jaksa, of Fiskaal, de schrijver
van de balie Bandong, en de Kabayang.
De Jaksa neemt alle zaken , de policie aangaande ,
waar; en de Kabayang is zoo veel als cipier , of be-
waarder en verzorger der gevangenen.
’sMaandags en Donderdags houdt de Jaksa, aan de
balie Bandong , zijne zittingen, in het bijzijn van den
Pcpattie en andere Hoofden; alwaar dan alle zaken,
de policie aangaande , worden ingediend en onderzocht.
Slechts die van geringen aard, waarop kleine boeten
bepaald zijn , mogen aldaar worden afgedaan ; van alle
andere moet den Resident kennis worden gegeven.
De inkomsten , waarvan Regenten en mindere hoofden
bestaan, ontvangen zij , of van wege het Gouverne-
ment , of worden hun door de bevolking opgebragt.
Door liet Gouvernement wordt aan de Piegenten be-
taald een rijksdaalder van acht en veertig stuivers ieder,
voor eiken benedenlandschen pikol kolfij, van 128 pon-
den , welke uit hunne Regentschappen geleverd wordt;
waarvan zes en dertig stuivers aan de Regenten ver-
blijven , en twaalf stuivers onder de verschillende Hoofden
verdeeld worden. Te voren werd de twqede of Pepattie
van het Regentschap door den Regent zelven gesalarieerd;
dan, na den jare 1810, heelt ook deze, op verzoek
der
PPN616833911-PHYS_0192
( >77 )
PPN616833911-PHYS_0193
( »78 )
PPN616833911-PHYS_0194
( ‘79 )
PPN616833911-PHYS_0195
( IÖO )
PPN616833911-PHYS_0196
deeld , als : aan de Dorpspriesters of lage geestelijkheid ,
aan Mararat of hunne arme broederen , aan de Phakkier
of hooge geestelijkheid der hoofdplaatsen ; aan de arme
reizende priesters , Moesapier , en anak djatiem of
ouderlooze weezen. Ook wordt het lijnwaad, hetwelk
de Kerk geeft, en waarin onvermogenden na hun over-
lijden gewikkeld worden , van die geschenken bekostigd.
Het bestaan van den gemeenen man wordt door hen
gevonden uit de koffij- en rijstcultuur , uit het koken
van palmboom-suiker en van andere grondvoortbreng-
selen, welke zij of verruilen of verkoopen , naardat zulks
hun het beste gelegen komt. Sommigen onderhouden
zich door buffel- en paarden-fokkerijen ; anderen door
het maken van bergkarren of pedatties, van matten,
spinnewielen , molentjes om katoen van de pit te zui-
veren , hetgeen tot weeftoestel noodig is, enz.; anderen
zijn timmerlieden ,. goud-, zilver- en ijzersmeden, enz.
Over het algemeen leveren al deze bedrijven aan
den gemeenen man slechts eene sobere inkomst op ;
niet omdat de cultuur en de genoemde bezigheden,
Wanneer dezelve behoorlijk betaald werden, hun geen
ruimer bestaan verschaffen konden, maar door de be-
staande inrigtingen en gebruiken, of, adat baheula,
waarnaar het ecu en ander betaald en afgevorderd
wordt , en waarvan het niet ondienstig zijn zal een
breedvoeriger verslag te laten volgen.
De koffij-cultuur, welke voor de ingezetenen dezer
M 3 Re-
PPN616833911-PHYS_0197
( ‘8a )
PPN616833911-PHYS_0198
( >83 )
PPN616833911-PHYS_0200
( JS5 )
PPN616833911-PHYS_0201
( 186 )
Z.QO-
PPN616833911-PHYS_0202
( i87 )
*
Zoodra er een bevel van den Regent en Opziener,
hetzij uit eigene beweging , of daartoe’ door den Re-
sident aangeschreven zijnde, naar de districten wordt
afgevaardigd , dat dit of dat gedeelte van den grooten
weg, of deze of gene brug moet vernieuwd, ver-
beterd of onderhouden worden , wordt er een omslag
gemaakt, hoeveel manschappen, buffels, hout en
bamboe, enz. , ieder district daaraan geven moet.
De manschappen en buffels worden in de pa-koemi-
tans, hoofdplaatsen van de districten, eerst allen ver-
zameld, waarmede a i 3 dagen vcrloopen. Ieder
man heeft zijne eigene rijst bij zich; en zij vertrekken
dan naar den grooten weg, waar zij somtijds dagen,
ja weken, moeten vertoeven. In hel laatste geval
worden de manschappen en buffels doorgaans om dë
10 dagen door anderen vervangen. Het hout wordt
uit de nabijgelegene bosschen, die echter dikwijls
nog verre van den w'eg verwijderd zijn , gehakt en
met buffels aangevoerd. Even zoo ook het bamboe-
riet, dat aan de bruggen of heiningen van den weg
gebruikt wordt , en veelal op verre afstanden moet
gehaald worden.
Het vernieuwen der kikies, of bamboe-beschuttingen
der Hoofdnegorijen ; het maken van nieuwe huizen ,
paarden- en beestenstallen of kralen der Regenten en
Hoofden, of het onderhouden derzelve, geeft den
gemeenen mau almede veel werks, en moet, te
zij-
PPN616833911-PHYS_0203
( >»8 )
PPN616833911-PHYS_0204
'( 189 )
►
Hoofdnegorijen en, even dikwijls, in de districten
plaats heeft; en hij elke gelegenheid moet de gc-
meene man, meerder of minder, het voornoemde
opbrengen.
Ook de reizen van voorname ambtenaren door de
Regentschappen kosten den gemeenen man veel moeite
en opbrengsten van verschillenden aard, waarmede,
door meer te vragen dan benoodigd is, de meeste
Hoofden hun voordeel doen. Deze opbrengsten, hoe
gaarne men dezelve ook zal willen tegenspreken, zijn
waarlijk zoodanig in gebruik, dat daaromtrent vaste
bepalingen gemaakt zijn.
Zoodra Regenten de tijding ontvangen , dat hooge
ambtenaren de Regentschappen zullen doortrekken of
daarin rondreizen, wordt door de Pepatties eene order
aan de Districtshoofden afgezonden, waarbij hun gelast
wordt, uit hunne districten' zoo veel manschappen,
paarden, buffels en Soegoe Soegoe (waarmede eetbare
waren , als : pluimgedierte , eijeren , groenten , vruch-
ten , olie en zelfs brandhout verstaan wordt,) te
leveren , als voor ieder hunner daarbij bepaald
is. De Hoofden geven deze bevelen dan weder aan de
troepshoofden, deze aan de mandoors, en zoodanig
komt de eisch aan den gemeenen man, die dit alles
dan in ruimte moet opbrengen en afgeven niet alleen,
maar hetzelve , mijlen ver, nog naar de Hoofdplaats
brengen. Onder deze eischen zijn ook begrepen bed-
de-
PPN616833911-PHYS_0205
( *9° )
PPN616833911-PHYS_0206
( '91 >
PPN616833911-PHYS_0207
I
( ‘92 )
5o cn meer Engelsclie mijlen weder afleggen, alvorens
liij bij de zijnen is teruggekeerd. En nu geniet lnj
niet ineer dan eenc geringe betaling , voor zoo vele
mijlen, als het paard door den ruiter bereden is: zoodat
hij , voor den verren afstand, van huis naar de Hoofd-
negorij , en van de plaats , waar hij zijn paard weder
bekomt, tot aan zijn huis terug , mets ontvangt. Lij
dergelijke gelegenheden zijn de menschcn, soms dagen
achteréén , van hunne familiën verwijderd , en moeten
op hunne oigcnc kosten teren.
Het ware beter, dat in de Hoofdnegorijen eenige
menschcn wierden aangesteld cn aangeinocdigd , om
paarden te houden, welke zijvoor eenen billijken
en bepaalden prijs , en tegen gereede betaling, aan
reizigers verhuurden.
Even zoo ware liet te wenschen , dat de bevolking
langs den grooten postweg, welke de Preanger-Regent-
' schappen, zoo als gezegd is, van het westen tot het
oosten doorloopt, door het Gouvernement wielde aan-
geinoedigd ; dat de reizenden, die nu dikwijls op een
afstand van vier a vijf Engelsclie mijlen, of van den
eenen poststal naar den anderen, geene hut ontmoeten ,
in geval van nood, hulp mogten kunnen bekomen. Hoe
meer deze bevolking toenam , des te meer zouden de
verafgclegene districten kunnen verschoond worden ,
van manschappen , vee , enz. te moeten leveren,
dit alles meer bij de hand kunnen
lieb-
en zou men
PPN616833911-PHYS_0208
( KJ3 )
hebben , mits voor al liet benoodigde ook behoorlijk
betaald wierde.
Yooral zou er dan gezorgd dienen te worden, dat de
policiedienaren, o£ zoogenoemde oppassers van den
Resident, die voor het kwaad moeten zorgen, de arme
Javanen niet zoo schandelijk knevelden en plunderden ,
zoo als velen met mij weten , dat waarlijk plaats heeft.
Het is dezen Entjek Opas, zoo als de bergbewoners
dat volk noemen, niet genoeg, dat zij door de dor-
pelingen van huisvesting, voedsel, paarden, enz. worden
voorzien; neen! zoodra zij, en voornamelijk in de af-
gelegene districten, zijn aangekomen, begeven zij zich
naar het Hoofd van de plaats of het gehucht; hun
paard wordt door een’ koerieng of gemeene ontzadeld
en hunne goederen behoorlijk geborgen. Het eerst
wordt hun de betel of Sierih voorgediend, die door
koffij met klein gebak verwisseld wordt, en daarna volgt
de maaltijd; maar met dit alles nog niet tevreden,
vorderen zij amfioen of opium en eene vrouw, om
hunne luije, maar, zoo zij zeggen, afgematte leden
te pidjiten of te knijpen, welke laatste, die zij door-
gaans zelve kiezen , hun willens of onwillens gegeven
wordt. Vertrekkende, nemen zij een versch paard,
en de eigenaar mag den oppasser, die ook wel tot
de Javanen behoort, doch meest uit de bcnedenlan-
den gekozen wordt, te voet achterna volgen. En
dit alles doet de bergbewoner zonder morren, zoo
N hij
PPN616833911-PHYS_0209
( *94 )
PPN616833911-PHYS_0210
( *95 )
of vrijgeleibrieven van den Resident , bij honder-
den uit.
Het zijn dus de Regenten en Hoofden , die hunne
onderhoorigen op eene verregaande wijze knevelen;
want niets is er, dat de gemeene man zijn eigen noe-
men kan : zelfs van zijne kinderen, zoo onder deze
meisjes gevonden worden , die er wèl uitzien , is hij
niet zeker ; deze worden hem willekeurig ontnomen ,
en tot bijzitten der Regenten en Hoofden gemaakt.
Gaat de Regent ter jagt, dat zeer dikwijls gebeurt,
dan vallen zijne jagers, als stroopers , op de veld- en
boomvruchten der in t de nabijheid van het jagtplein
gelegene gehuchten aan ; en dikwijls worden 5o , 60
en meer buffels ontboden , op ieder van welke een
man of jongen gezeten is, om langs een’ zeer grooten
omtrek het wild op te drijven , waardoor die men-
schen met hun vee , telkens , eenen ganschen dag en
langer, van hunne werkzaamheden worden afgehouden.
Zoo de Europesche Opziener der koffij-cultuur met
dit alles niet instemt, en de knevelarijen der Regen-
ten en Hoofden tracht tegen te gaan en daarover
klaagt, dan weet de Regent het doorgaans zoodanig
te bewerken , dat de Opziener naar een ander Re-
gentschap wordt verplaatst , waar hij dan met geene
goede oogen wordt aangezien, wijl zijn nieuwe Regent
weet , waarom hij verplaatst is. Blijft hij echter waar
hij was, dan kan hij geen goed meer doen; want alles
N 2 werkt
PPN616833911-PHYS_0211
( >96 )
PPN616833911-PHYS_0212
( J97 )
PPN616833911-PHYS_0213
( »98 )
PPN616833911-PHYS_0214
( *99 )
PPN616833911-PHYS_0215
( 200 )
Met
PPN616833911-PHYS_0216
N 5 Dat,
( 20 1 )
PPN616833911-PHYS_0217
( 202 )
PPN616833911-PHYS_0218
( 203 )
Ten
PPN616833911-PHYS_0219
)
( 2o4 )
PPN616833911-PHYS_0220
( 2o5 )
wer-
PPN616833911-PHYS_0221
( ao6 )
PPN616833911-PHYS_0222
( 207 )
PPN616833911-PHYS_0223
( ao8 )
PPN616833911-PHYS_0224
( 209 )
ein-
PPN616833911-PHYS_0225
( 210 )
PPN616833911-PHYS_0226
( 211 )
PPN616833911-PHYS_0228
(% )
werkzaam geweest waren; en deze werden dan ook
in het bezit van gronden gesteld, om rijstvelden te
kunnen aanleggen, en verder van al het noodige
voorzien.
De liefde en toegenegenheid, welke onze lands-
volkeren mij betoonden ; de gerustheid, waarmede
ik onder meer dan twintig duizend zielen, van eene
andere natie , van eene geheel andere Godsdienst, en
op eenen afstand van een en twintig Engelsche mijlen
van de digtstbijgelegene plaats, waar zich andere Euro-
peanen bevonden, verkeerde, deed mij ook meermalen
de wangunst van sommigen mijner eigene natie be-
speuren en, ten laatste, zeer gevoelen.
De Javaansclie Regenten van Buitenzorg en Tji-ant-
joer, aan welke velen mijner landsgrooten vermaagschapt
waren , deden al wat zij konden, om mijne Hoofden
aan zich te verbinden en van mij af te trekken ; dan,
hierin slaagden zij niet. De uitoefening der policie was,
onder het opzigt van den Resident, aan den Regent
van Tji-antjoer verbleven ; en het was daardoor , dat
laatstgemelde mij en mijnen landsingezetenen meermalen
onaangenaamheden aandeed. Al deze onaangenaamhe-
den werden mij echter rijkelijk vergoed, door het
genoegen , zoo vele menschen, die zich in hunnen .toe-
stand verbeterd gevoelden, om mij te zien verzamelen,
en die allen het hunne toebragten , om de algemeene
■welvaart uit te breiden. En , niettegenstaande al deze
0 3 be-
PPN616833911-PHYS_0229
( 2l4 )
PPN616833911-PHYS_0230
( 2l5 )
PPN616833911-PHYS_0231
( 2IÖ )
PPN616833911-PHYS_0232
( 217 )
de Resident noch de Opzieners alles naar behooren
4nagaan.
De post van Inspecteur der cultures, te voren ver-
meld , zou , wanneer de Resident de vereischten daartoe
^ in zich vereenigde , kunnen vervallen.
De tractementen der directeuren van de afzonderlijke
afdeelingen zouden moeten voortspruiten uit de op-
brengst van de producten, welke ieder hunner aan
het Gouvernement aflevert: bij voorbeeld, dat zij van
iederen pikol koflij of Tjaiu padie, die uit hunne af-
deeling aan den Lande geleverd werd, eeuige stuivers
genoten , zoo mede van andere opbrengsten , welke
door verpachtingen enz. aan den Lande kwamen.
Het eene directeurschap zou door de ligging der
districten, de bevolkitig en den aard der gronden,
voordeeliger dan het andere zijn, en dus tot aansporing
kunnen dienen, om, naar mate men zich beijverde en
bekwaam maakte , in betere afdeelingen op te klimmen.
De policie zou, voor zoo verre het de Inlaudsclie
Hoofden aangaat, door één Hoofd-Jaksa in iedere af-
deeling , en zoo vele onder-Jaksa’s en mindere bedien-
den als naar de grootte der districten noodig waren,
kunnen worden waargenomen ; welke allen door het
Gouvernement behoorden gesalarieerd te worden.
De districts- en andere Hoofden konden alsdan
uitsluitend tot de cultuur gebruikt, en, in getal,
denkelijk ook verminderd worden. Deze moesten,
O5
even
PPN616833911-PHYS_0233
( 2l8 )
PPN616833911-PHYS_0234
( 2ig )
Hier-
PPN616833911-PHYS_0235
( 220 )
PPN616833911-PHYS_0236
( 221 )
(i) Bij het meer bepalen van gronden, welke tot aanleg van
Katjang, Soeöek , Djagoeng , Hoewie en andere tuinen mogen
gebruikt worden, zou de bemesting dier gronden noodig zijn,
en deze ook ten sterkste moeten aanbevolen worden. Tot nog
toe gevoelde de berg-Javaan geene behoefte , om zijne gronden te
bemesten, niettegenstaande hij daartoe de meststoffen in zijne
buffel kralen , Kandang moendi eng , in de ruimte bezit, cn , zonder
cenig gebruik, door de regens laat wegspoclcn, daar hij liever
zijne tuinen, nu hier, dan elders, op nieuwe gronden aanlcgt.
Door bemesting, zouden zij de reeds goede gronden nog aan-
merkelijk verbeteren en de schrale en drooge tot meer vrucht-
bare maken , de vruchten , welke zij daardoor in dit zoo gunstig
gelegen klimaat zouden bekomen , allczins vermeerderen en verbe-
teren. Een voorbeeld zal genoegzaam zijn, om zulks te staven.
Op Soeka-boemie, eene betere bewerking van grond, dan
die , waaraan men gewoon was, en waardoor de grond slechts
4 a 5 duim werd omgewerkt, willende invoeren , werd daartoe
een Europeesche ploeg gebruikt. Ik nam ecu schraal stuk rooden
cn droogen grond, hetwelk ik herhaalde malen liet omwerken en
wél beëggen ; plantte daarin de slechtste ranken van Ilocivie of
patattes , die op een schraal stuk grond, cn dus ook zeer on-
voordeelig , gegroeid waren, en waarvan de Hoewie of vrucht
slechts de grootte van ccncn kleinen komkommer had , met dat
gevolg, dat de menigte van Patattes, welke ik, tot verbazing
der
PPN616833911-PHYS_0237
( 112 )
PPN616833911-PHYS_0238
( 223 )
PPN616833911-PHYS_0239
( 224 )
PPN616833911-PHYS_0240
( 225 )
PPN616833911-PHYS_0241
( 226 )
vo-
PPN616833911-PHYS_0242
( 227 )
PPN616833911-PHYS_0243
( az8 )
voor-
PPN616833911-PHYS_0244
( 229 )
en
PPN616833911-PHYS_0245
( 1Z0 )
PPN616833911-PHYS_0246
( a3i )
tijd, hetzij tot genoegen of tot herstel van hunne
gezondheid, verblijven, zoo de herbergen logeabel
waren? Tot dus verre zijn de Europeanen, die in
geene betrekking in de Preanger-Regcntschappen waren ,
nog altijd uit dezelve geweerd gebleven, onder voor-
wendsel , dat de volkeren te veel van de koffij-cultuur
zouden afgetrokken worden, enz. Ik voor mij zoude
dit aan geheel andere oorzaken toeschrijven.
De opbrengsten, welke het Gouvernement, na de
voorgedragene veranderingen daargesteld te hebben,
van de Preangcr-Regentschappen zou trekken, zouden
aanmerkelijk meerder zijn, dan bij de thans bestaande
inrigtingen; niettegenstaande er voor de koffij aan den
planter iets meer betaald werd.
Yan de te voren gemelde Sawah- en andere velden en
tuinen , zoo de koffij door het Gouvernement, bij voort-
during , met minder betaald werd, dan ten oosten van
de Preanger-landen het geval is, diende er, om den
gemeenen man niet te drukken, niet meer, dan het
een vijfde van bet gewas , als landtaks, geheven te
worden. En om den omslag niet te hebben van de
koffij in padie of eenig ander product te betalen, en
die produkten weder te moeten verhandelen, kon de
koffij met geld aan de planters betaald worden, en deze,
wederkeerig, hunne belasting aan het Gouvernement
van het een vijfde der Padie en andere gewassen, in
geld, opbrengen. Naar eenen billijken marktprijs, daar
P 4 ter
PPN616833911-PHYS_0247
( '-*32 )
PPN616833911-PHYS_0248
( *33 )
ver-
PPN616833911-PHYS_0249
( 334 )
min-
PPN616833911-PHYS_0250
( a35 )
PPN616833911-PHYS_0251
( a36 j
PPN616833911-PHYS_0252
( a3; )
van
PPN616833911-PHYS_0253
( *38 )
van heb ik, op Socka-boemie , met de rivier Tji-Ko-
lawieng ondervonden.
Is nu eene vermeerdering van bevolking van in-
boorlingen der omliggende eilanden in den Archipel
voor de Preanger-Regentschappcn, als het minst be-
volkte gedeelte van Java, doelmatig en aaii te raden :
niet minder nuttig zoude het zijn , zoo geschikte Eu-
ropesche familiën -werden aangemoedigd, zich onder
de inlanders in deze Regentschappen te komen ves-
tigen.
Aan Europeanen van beproefde kunde en braafheid,
die toereikende fondsen bezaten, rof aan wie door het
Gouvernement dc noodige voorschotten gedaan wer-
den , om met de hen omringende inlanders ledige
gronden te ontginnen , en daar fabrijken , van verschil-
lenden aard, op te rigten, diende eene genoegzame
uitgestrektheid lands, hetzij in koop of in erfpacht,
te worden afgestaan, op voorwaarden, welke voor de
ondernemers aannemelijk en voordeelig waren, en op
een’ meer vasten voet , als zulks in de Vorsten-landen
en elders op Java heeft plaats gehad. Eene aanspo-
ring van zoodanige ondernemers, van dc zijde des
Gouvernemcnts, zoude immers op Java, het vrucht-
baarste eiland, dat mogclijk bekend is, wel hetzelfde
doel bereiken, en niet minder gelukken , als onderne-
mingen in Ncw-South-wales, door het Engelsch Gou-
vernement, bij voortduring, op eene liberale, wijze
aan-
PPN616833911-PHYS_0254
( a3g )
PPN616833911-PHYS_0255
( *4° )
PPN616833911-PHYS_0256
( 241 )
PPN616833911-PHYS_0257
( 242 )
PPN616833911-PHYS_0258
( ^43 )