Professional Documents
Culture Documents
Arts en Patiënt 1 College Week 3
Arts en Patiënt 1 College Week 3
Multiple sclerose
o Chronische progressieve ziekte
o Laesies in de hersenen, soms een hypo
o hersenweefsel sterft af en de cortex krimpt
o Aanval van acute ontstekingen (6-8 weken)
o MS komt vaak voor tussen 20-40 jaar, 1:1000
Symptomen
o Problemen met zien (vaak 1 oog)
o Problemen met lopen en gevoelsstoornissen
o Cognitieve stoornissen
Vroeger was hier geen aandacht aan besteed
43-65% van de patiënten
Als stadia van de ziekte
Verminderde kwaliteit van leven
Geassocieerd met arbeidsongeschiktheid
Meestal na 5 jaar na diagnose
Meer tijd om tot actie te komen
Veel geheugen problemen
Onderzoek
o Onderliggende mechanismen van cognitieve achteruitgang
o Geheugen: hippocampus en thalamus (aandacht en snelheid informatie)
o Effectiviteit van non-farmacologische interventies: dansen
o Bestuderen van confounder van cognitie
o Netwerkdynamica
Structurele MRI
o Witte stof laesies
o Witte stof microstructurele integriteit: hoeveel verbindingen?
o Witte stof atrofie (zenuwuitlopers)
o Grijze stof atrofie (celkernen) zoals hippocampus en thalamus
Functionele MRI
o Resting-state: scan en niet in slaap vallen
Hersengebieden zijn actief in rust
o Taakjes doen: plaatjes herkennen
Fysieke en cognitieve maten
o 1 op 1 taakjes doen
o MACFIMS test batterij?; Taakjes en geheugen combineren
o EDSS, MSFC: fysieke testen
o Vragenlijsten:
Hersenactiviteit
o Mensen met MS doen het net zo goed als met gezonde controles en hersenen
werken harder (rood), zelf toegenomen hersenactiviteit
o Cognitieve stoornis: verminderde hersenactiviteit (blauw)
Aandacht training
o Goede aandacht belangrijk voor andere cognitieve domeinen
o Concentration car
Effectief in mensen met hersentumor
Uitslag
o Gemiddeld gezien niet heel veel extra activiteit
o Maar: je moet op persoonlijk niveau gaan kijken en ook persoonlijke behandelingen
o Duidelijk contrast tussen hoge en lage cogniviteit
Vervolgonderzoek
o Meer psychologie te betrekken
Wat is psychopathologie
Psychiatrisch onderzoek
o Anamnese en onderzoek worden in de psychiatrie grotendeels gelijktijdig uitgevoerd
in de vorm van een interactief gesprek
Beschrijving van de huidige klachten en de actuele en historische
persoonlijke context waarin deze zich afspelen
Exploratie (vragen), observatie (kijken) en testen (testvragen)
Speciële psychiatrische anamnese hoofdklacht
Aard van de klachten
Beloop in de tijd
Oorzakelijke/beïnvloedende factoren
Algemene psychiatrische anamnese
Psychiatrische voorgeschiedenis en familieanamnese
Somatische anamnese (op indicatie: lichamelijk onderzoek)
Sociale anamnese
Biografische anamnese
Herteroanamnese
Wat de ander verteld
o Status mentalis (huidige psychische toestand)
ADHDH
o Je hebt veel subtypes
o DSM-5
3 domeinen: aandacht, hyperactiviteit en impulsiviteiit
Pas bij extremen een stoornis
Classificatie en diagnose!
o Diagnose over patiënt, met ernst etc
Heeft betrekking op de klachten van een bepaalde patiënt
Beschrijvend van aard, ernst en beloop van de klachten en symptomen bij de
specifieke patiënt, inclusief betekenis van de klachten, aanleidingen en
oorzaken, factoren die het beloop en of kunnen beïnvloeden, gevolgen voor
functioneren
o Classificatie: betrekking op psychiatrische stoornis
Beschrijving van aard en beloop van de symptomen
Specifieke kernsymptomen van de stoornis
Facultatieve symptomen
Psychiatrisch onderzoek
o Voorgeschiedenis etc
o Goed doorvragen, maar ook ruimte geven
Anamnese: beginnen met context (werk etc.)
o Loopt door elkaar: weet cognitie, geheugen etc.
o Ook denken wat de consequenties zijn voor zichzelf en omgeving
Vervolgonderzoek
o Psychologen doen onderzoeken en testjes van psychische functies (cognitief:
herkennen voorwerpen, gewone dingen benoemen > context meenemen)
o Bloedonderzoek: endocriene afwijking, Hb (voor moeheid)
o MRI voor hersenen: eventueel tumor
Bipolaire stoornis
o Met genetica voor 1 persoon kan je het niet vaststellen
o Hersenscan kan je het niet vaststellen
Herstel in de GGZ