You are on page 1of 244

PETER VAN TUIJL

BEELDSPRAAK #4
1
beeldspraak #4
ILOVE SALOU en andere fotografische wissewasjes

Peter van Tuijl

2014

3
L
I OVESALOU
LOVESALOU en andere fotografische wissewasjes
I

M et de titel van deze vierde beeldspraak is de betrekke-


lijkheid van zowel mijn fotografie als die van anderen
een gegeven. Dat kan haast ook niet anders als je kijkt naar
het aantal foto’s dat dagelijks door professionele fotografen,
vrijetijdsfotografen, huisvaders, moeders en pubers wordt
gemaakt. Datzelfde geldt in kwantitatief opzicht iets min-
der voor artikelen, essays, wetenschappelijke, technische of
kunstverhandelingen over fotografie.

In deze beeldspraak mijn foto’s uit Salou, verhalen, essays en


kleine geschriften over fotografie. Wissewasjes, alhoewel ik
hoop dat ze inspirerend van aard zijn. Dat dan weer wel.

peter van tuijl, ulft 2014

ILOVESALOU and other photographic trifle

The title of this fourth magazine is the relativity of both my photography and that
of others is a given. That’s almost not different when you look at the number of
photos that is made every day by professional photographers., Leisure photograp-
hers, fathers, mothers, and adolescents The same applies quantitatively less for ar-
ticles, essays, scientific, technical or artistic essays on photography.

In this metaphor my photos from Salou, stories, essays and small writings on pho-
tography. Trifle, although I hope they inspiring nature. Mind you.

5
ILOVESALOU
photographs made in the months may and june 2014
lightweight
7
F
otografie weet de schijn van echtheid
te wekken en foto’s gaan daarom door
voor waarheidsgetrouw. Maar foto’s zijn
overtuigende leugens, altijd geweest!

Photography knows how to create the appearance of authenticity and photos may pass for true.
But pictures are convincing lies, always!
9
I wa
11
Foto’s maken heeft iets van doen met intens genieten. Ik geniet van het moment als ik denk dat ik de
hand kan lichten met hetgeen zich voor mijn ogen afspeelt. Dat hoeft maar iets onbenulligs te zijn,
alk with y

iets dat in mijn fantasie misschien wel tot een zekere verveemding of absurditeit leidt. Je weet het
nooit als je er aan begint om de reeksen van momenten vast te leggen. Maar als je er niet aanbegint
weet je zeker dat het niks wordt en heb je er wellicht spijt van als je vijf minuten verder bent. Dus ik
loop met je mee en kijk mijn ogen uit, vooral later op de foto’s, ontdaan van de realiteit!
Taking photos has something to do with intense enjoyment. I enjoy the moment when I think I can explain with what is happening before my eyes the hand.
It only has to be something trivial, something that perhaps leads to a certain verveemding or absurdity in my imagination. You never know when you’re
getting into to capture. Sets moments But if you do not aanbegint are you sure it does not work and you might regret it when you are further five minutes.
So I walk with you and watch my eyes out, especially later in the photos, stripped of reality!
ou!
13
15
I’m just a storyteller
the man with
H the red
et is een bepaald slag, mannen met rode broeken.
In het dagelijks leven zijn ze iets hoogs in een saaie
branche. Misschien zelfs wel directeur. Ze gedragen
zich joviaal, maar hebben er flink de wind onder. Streng doch

pants
rechtvaardig. Op hun werk verschijnen ze vrijwel nooit in de
rode broek, daar is ie net te casual voor. Op de zaak zijn ze
genoodzaakt ‘gewoon’ in een pak te lopen.
De rode broek is meer voor de weekends en vakanties. Het is
een echte vrijetijdsbroek. Op zaterdagmorgen staat de man
voor de kledingkast en maakt de keuze tussen de donker-

I
blauwe spijkerpantalon en de rode broek. Het wordt meestal t is a particular battle, men with red pants. In eve-
de rode broek, want die zit lekker ruim en is van een zachte ryday life, they are something high in a boring in-
stof. Overhemd in de broek, donkerblauwe V-halstrui erover, dustry. Maybe even director. They behave jovial but
have a brisk wind under. Strict but fair. In their work,
klaar. they almost never appear in red pants, there it is just too
Echt rood is hij overigens niet, de broek. Het is meer bruin- casual for. In case they are forced ‘just’ in a suit walking.
rood, baksteenrood. Echt rood zou écht een stapje te wild The red pants is more for weekends and holidays. It is
a real leisure pants. On Saturday morning, the man re-
zijn. Met de baksteenrode broek wil de man duidelijk maken presents the wardrobe and make the choice between the
dat hij best lekker gek wil doen, maar daarin nooit te ver zal dark blue jeans trousers and red pants. It is usually the
gaan. red pants, because it is very spacious and has a soft fa-
bric. Shirt in the pants, dark blue V-neck sweater over
De man met de rode broek is zestig jaar, heeft een groot it, done.
nieuwbouwhuis, een Mercedes, een blondgemaakte vrouw He is really red, incidentally, not the pants. It’s more
(zijn eerste nog!) en een boot. brown, brick red. Would really be a step too wild. Really
red With the brick red pants, the man wants to make
De boot van de man met de rode broek is een zeilboot, maar clear that he most wants to do, but it will never go too
dat geeft niks. Die mast staat niet in de weg en het is best far. Mad,
lollig om zo nu en dan, met ruime wind, het fokje even bij The man with the red pants is sixty years old, has a big
new house, a Mercedes, a blond woman made (his ​​ first
te zetten. Voor de rest vaart het echtpaar lekker op de motor yet!) And a boat.
van haven naar haven, waar ze gezellig nautisch uit eten gaan The boat of the man with the red pants is a sailboat, but
in een visrestaurant – want ze zijn dol op witte wijn. De boot that does not matter. That mast is not in the way and it’s
pretty funny to put. Occasionally, with ample wind, the
is minimaal elf meter lang en heeft een groot stuurrad (geen jib as at For the rest, the couple sails off on the engine
helmstok!) waar de man met handschoentjes zonder vingers from port to port, where they cozy nautical eating out
aan draait. Hij geniet als hij de marifoon mag gebruiken om at a seafood restaurant - because they are fond of whi-
te wine. The boat is at least eleven meters long and has
de sluiswachter te melden dat hij geschut wil worden. a large steering wheel (no tiller!) Where the man with
Ze hebben het goed, de blondgemaakte vrouw en de man met gloves on running without fingers. He enjoys when he
de rode broek. Ze maken een praatje op de steiger met een an- can use to report that he wants to be. Artillery the lock
keeper VHF
der stel met net zo’n boot als de hunne, ze drinken een cappu- They do it well, the blond-made woman and the man
ccino op de kade en neuzen nog even in de watersportwinkel, with the red pants. They have a chat on the dock with
waar ze zich niet kunnen beheersen en van alles kopen. Een another couple with just such a boat as theirs, they drink
a cappuccino on the quay and noses for a minute the
slapende namaakpoes van echt poezenbont, borrelglaasjes in chandlery, where they can not control themselves and
een houten rekje, twintig meter onweerstaanbaar gekleurd buy everything. A sleeping fake pussy real cats fur, shot
touw, een paar handige messing haakjes, een nieuwe witte glasses in a wooden rack, twenty meters irresistible colo-
red rope, a few handy brass hooks, a new white fender in
stootwil in een zwart gebreid netje, lederen bootschoentjes a black knitted mesh, leather boat shoes for lady and ...
voor mevrouw en… voor meneer een nieuwe rode broek! for Mr. a new red pants!

TEKST/TEXT PAM VAN VLIET/BRON INTERNET


17
19
C olumn
Schrijven kan iedereen. Een aansprekend gedicht schrijven of een boek dat je aan het
denken zet, is andere koek. Dan wordt het kunst. Nu is de definitie van kunst niet
eenduidig en de betekenis is in de loop van de jaren zelfs aan verandering onderhevig.
Maar hoe dan ook, in ieder geval zijn steeds de aspecten van ‘scheppen’ en ‘persoonlijke
uitdrukking’ in de omschrijving aanwezig. Of fotografie tot de beeldende kunst gerekend
kan worden, is sinds enkele decennia nauwelijks nog een vraag. Wel kun je je afvragen
of daarmee alle fotografie, in het bijzonder de vrijetijdsfotografie, dan ook kunst is.

Binnen de georganiseerde vrijetijdsfotografie zien we veel foto’s die de schoonheid


tot onderwerp hebben. Mooie meisjes, oude gebouwen in een mooi strijklichtje of
bloemen in een kleurrijk palet, zijn onder andere de onderwerpen die je veel ziet bij
fotowedstrijden van de Fotobond. Deze foto’s scoren doorgaans een beleefde zes en
bij een kritisch jurylid misschien een nette onvoldoende. Het is de fotografie van de
herhaling, van het kopiëren van wat er al was, ook in fotografisch opzicht. Het is wat mij
betreft te vergelijken met het oplossen van een kruiswoordraadsel. Als je er meer oplost
wordt het steeds gemakkelijker en is het oplossen meer ‘een kunde dan een kunst’. Let
wel ik heb niets tegen het tijdverdrijf ‘kruiswoordraadselsoplossen’ net zo min als tegen
‘mooie-meisjes-fotografie’.

In het mentoraat probeer ik als mentor de persoonlijke uitdrukking centraal te


stellen. Waarom fotografeer ik, misschien al jaren, graag landschappen. Wat betekent
een landschap voor mij. Is het een vormkwestie waarin het de ordening is die me als
fotograaf aanspreekt of wil ik juist de invloed van de mensheid op het landschap laten
zien zoals milieu-invloeden of de wijze waarop we recreëren in onze natuurlijke habitat.
Een mentoraat heeft m.i. dan ook te maken met het overdenken van je onderwerpen
en thema’s en de vraag naar wat je eigenlijk wilt laten zien door je foto’s. Dat maakt van
ons nog geen kunstenaars maar wel fotografen die proberen iets te laten zien wat hen
boeit, hen bezig houdt en met wat ze met anderen willen delen. Een goede foto hoeft
niet mooi te zijn. Elke foto heeft vorm en techniek nodig, eigenlijk is dat de basis van
elke foto. Wat mij betreft staan die niet op zichzelf en bepalen ze niet de waarde van de
foto. Vorm en techniek zijn het voertuig van de inhoud. Om het verhaal of de emotie
in de foto te kunnen laten zien. Als het goed is, zie je de relatie tussen enerzijds vorm
en techniek en anderzijds de inhoud. Een oorlogsfotograaf die de esthetica in zijn foto’s
voorop stelt is in mijn ogen dan ook iemand die het verkeerde voertuig gebruikt om
zijn verhaal te vertellen.

‘Schrijven kan iedereen’, zo begon ik deze column. Met hetzelfde gemak kun je poneren
dat iedereen kan fotograferen. Of je erin slaagt om met je fotografie een persoonlijke
toon te zetten ligt niet aan je camera, printer of digitale doka. Mij gaat het om fotografie
waarin het persoonlijke van de fotograaf meer aan het licht komt. In een mentoraat
probeer ik daaraan een bijdrage te leveren.

fotograferen kan iedereen


21
A
nyone can shoot
Anyone can write. Write a poem or a compelling book that makes you think,
is another story. Then the art. Now the definition of the art is not uniform and
the meaning is in the course of the years, even subject to change. But anyway,
at least its still the aspect of “creating” and “personal expression” in the des-
cription provided. Or photography can be counted among the visual arts for
several decades hardly a question. However, you may wonder whether hence
also all photography is art, especially the leisure photography.

Within the organized leisure photography we see many photos that have the
beauty of the subject. Beautiful girls, old buildings in a beautiful light ironing
or flowers in a colorful palette, include the items you see a lot of photo con-
tests Photo Bond. These pictures usually score a polite six and a critical juror
might be a neat enough. It is the photography of repetition, of copying what
was already there, in photographic terms. This to me is similar to solving a
crossword puzzle. If you solve more it is becoming easier and solve more ‘a
science than art. “Note that I have nothing against the pastime ‘crossword
solving “just as against” beautiful-girls-photography.

In the mentorship I try to set as a mentor. Personal expression centrally Why


do I shoot maybe for years, like landscapes. What does a landscape to me. Is it
a matter of form which the arrangement is that appeals to me as a photograp-
her or I just want to show the impact of humanity on the landscape such as
environmental influences or the manner in which we recreate in our natural
habitat. A mentor has mi whatsoever to do with thinking about your subjects
and themes and the demand for what you really want to show through your
photos. That makes us not artists but photographers who try something to
show what excites them, keeps them busy and what they want to share with
others. A good photo does not have to be beautiful. Each picture has form
and technique needed, actually that is the basis of every photograph. To me
that does not stand on its own and they do not determine the value of the
picture. Form and technique are the vehicle of the content. To show the sto-
ry. Whether the emotion in the picture If all is well, you see the relationship
between form and technique and also the content. A war photographer aes-
thetics in his photos postulates in my eyes than a person who does the wrong

C
vehicle, used to tell his story.

‘Writing everyone “so I started this column. With the same ease you posit that
anyone can photograph. Whether you managed to put a personal tone with
your photography is not on your camera, printer or digital darkroom. Me

olumn
it’s photography in which the personal photographer more comes to light. In
mentoring I try it to make a contribution.

23
we are still
together

25
But I’m a substitute for another guy
I look pretty tall but my heels are high
The simple things you see are all complicated
I look pretty young, but I’m just back-dated, yeah

substitute for another guy the who

27
29
31
op het randje
op zijn kantje
33
35
37
39
41
43
45
IK HOU VAN ALLE
H
ans de Booij zong eens “ik hou van alle vrouwen”. Of tussen mensen onderling en tussen mensen en hun omgeving, op de
je echt van alle vrouwen zou willen houden is de vraag armoede en de rijkdom en de betrekkelijkheid daarvan. Ze richtten
nog afgezien van de fysieke onmogelijkheid. Ik ken hun camera op de mens. Ondanks hun schitterrende en specifieke,
vrouwen waar ik absoluut niet van zou willen houden. eigen, beeldtaal, vormen de foto’s met name een kroniek van de
Ik las vandaag een column van Ronald Giphart in samenleving in een bepaalde periode. En dat ze daarbij houden van
de Volkskrant. In de column werd, toevallig of niet, ingegaan op mensen, dat kun je zien aan hun foto’s, dat staat buiten kijf.
een recentelijk Frans onderzoek naar de aantrekkelijkheid van In alle bescheidenheid, zonder me te wanen in hun voetsporen, wil
vrouwen. De Franse onderzoekers, vrouwelijke wetenschappers en ik met mijn foto’s ook laten zien van mensen te houden.
studenten gingen naar verschillende uitgaansgelegenheden om
daar zogenaamd even te verpozen. De ene keer droegen zij geen
lippenstift, de andere keer wel. De uitkomsten spraken voor zich: als
de vrouwen hun lippen hadden beschilderd in rode oorlogskleuren
werden ze veel sneller benaderd dan dat er geen glossy opgedaan
was en de lippen zich naturel toonden.
I love all women
Hans de Booij once sang, “I love all women.” If you really would like to keep all
women the question is quite apart from the physical impossibility. I know wo-
Giphart niet vies van rode lippen noch van vrouwelijk schoon, men that I definitely would not want to keep. Today I read a column by Ronald
was geïntegreerd door het onderzoek en gaf in zijn column tal Giphart in the Volkskrant. In the column was, coincidentally or not, discuss a
van quasi wetenschappelijke verklaringen. Weliswaar is hij geen recent French study on the attractiveness of women. The French researchers, wo-
wetenschapper maar dat telt in het Stapeliaans tijdperk nauwelijks men scientists and students went to different places to go to relax. Supposedly
meer. Tenslotte belazeren wetenschappers de kluit met evenveel equally there The one time they were not wearing lipstick, the other time. The
gemak als gras groen is. results spoke for themselves: if the women had painted in red war paint their lips
they were approached much faster than that no glossy was gained and lips naturel
demonstrated.
Met veel belangstelling las ik dat hij een getuite gelipstickte mond als
een soort verklikker van de vrouwelijke schaamstreek beschouwt. Giphart red lips nor female beauty, was not integrated by the research dirty and in
Maar wellicht nog meer aandacht in relatie met de portretten his column numerous quasi-scientific explanations. Although he is not a scientist,
in dit boek is zijn korte inleiding over beelden en woorden. “Bij but that counts in Stapeliaans era hardly. Finally, scientists cheat the root ball as
de woorden ‘de vrouw stift haar lippen’ zullen lezers direct een easily as grass is green.
allerindividueelst beeld voor zich zien van een vrouw die haar lippen
stift. Als dit geen column maar een filmpje was zou ik een shot laten With great interest I read that he considers a pursed mouth gelipstickte as a kind
of indicator of the female genital area. But perhaps even more attention in relation
zien van een vrouw die haar lippen stift, een beeld dat geen enkele
to the portraits in this book are brief introduction about images and words. “At
toeschouwer kan vervormen naar zijn eigen voorstelling. Schrijven the words” woman pin her lips’ readers will immediately see a very individual
is een manier om de innerlijke projector van lezers aan te zetten. elst image for himself a woman holding her lipstick. If this is not a column but a
Mensen gebruiken woorden om hun verbeelding een duw te geven. movie I’d be a shot showing a woman holding her lipstick, an image that no viewer
De lezer is de filmer van de tekst, de verbeelder van het geschreven can deform into his own performance. Writing is a way to convert. Inner projec-
verhaal.” Beelden worden gemaakt, voorstellingen gecreëerd. tor readers People use words to give their imagination. Nudge The reader is the
Woorden vertellen een nieuw verhaal. filmmaker of the text, verbeelder of the written story. “Pictures are taken, created
performances. Words tell a new story.
Ik hou van alle vrouwen, jong, oud, knap, lelijk. Dat heeft niets
I love all women, young, old, pretty, ugly. That has nothing to do with love or horn-
met liefde of geiligheid van doen. Ik hou van alle vrouwen die ik iness. I love all the women I photograph. The one time it’s the look, other times
fotografeer. De ene keer is het de blik, een andere keer de uitstraling the look and another time about the probable life that resulted or will. My por-
en weer een andere keer gaat het over het vermoedelijke leven dat traits are usually not ‘bare’. By the actual and “vetrouwde ‘environment in which
geleid is of wordt. Mijn portretten zijn meestal niet ‘kaal’. Door de the portrait is placed, it creates context. Often the photographs are not about the
feitelijke en ‘vetrouwde’ omgeving waarin het portret is geplaatst, specific woman who is committed but they say something about the behavior or
ontstaat er context. Vaak gaan de foto’s niet over de specifieke appearance, both of which are time-bound.
vrouw die is vastgelegd maar zeggen ze iets over het gedrag of de The portraits I make now will have a good number of years different to the ordi-
nary fact that the world will look like different. Eddy Posthuma de Boer said in an
verschijningsvorm, die beide tijdgebonden zijn.
interview with the TV program Plastic, that photography is excellent for captu-
De portretten die ik nu maak zullen over een flink aantal jaren ring a story, a story that is time and place specific. He should know, he portrayed
anders zijn om het doodgewone feit dat de wereld er dan anders not alone ‘Amsterdam’, but worked as a freelancer for numerous newspapers and
uitziet. Eddy Posthuma de Boer vertelt in een interview in het TV- magazines in more than 80 countries around the world. The merit of a William
programma Kunststof, dat fotografie zich uitstekend leent voor het Klein, Peter Martens, Ed van der Elsken or Stephan Vanfleteren is of course the in-
vastleggen van een verhaal, een verhaal dat tijd- en plaatsgebonden dividual visual language that they used or handling. But at the same time I realize
is. Hij kan het weten, hij portretteerde niet alleen ‘zijn Amsterdam’ that it was not a world that they have captured. They focused their cameras on the
maar werkte als freelancer voor talrijke kranten en tijdschriften in everyday things, the beautiful and ugly people, the interactions and relationships
between people and between people and their environment, poverty and wealth,
meer dan 80 landen in de wereld. De verdienste van een William
and the relativity of it. They focused their cameras on people. Despite their schit-
Klein, Peter Martens, Ed van der Elsken of Stephan Vanfleteren is terrende and specific, own imagery, the pictures are particularly helpful chronicle
natuurlijk de eigen beeldtaal die zij hanteerden of hanteren. Maar of society in a given period. And they keep taking from people that you can see
tegelijkertijd realiseer ik me dat het geen wereldnieuws was dat ze their pictures, that is indisputable.
vastgelegd hebben. Ze richtten hun camera op de dagelijkse dingen, In all modesty, without me to imagine in their footsteps, I want my pictures also
op de mooie en lelijke mensen, op de interacties en de relaties show you to love people.“
VROUWEN

meisje met hand handicap / girl with hand handicap

47
49
51
53
55
57
59
61
63
65
Een relatief begrip, een mooie foto
Ik heb niets tegen schoonheid in de fotografie. Net
zo min dat ik iets tegen techniiek in de fotografie
heb. Anders wordt het als dat hetgeen is dat een foto
uitsluitend ten doel heeft. Ik vind dat fotografie een
boodschap heeft. Fotografie is communicatie en kan
dus ook gaan over het ultieme geluk, de ellende of de
ultieme schoonheid. Maar schoonheid stopt dan niet
bij de gulden snede of harmoniërende kleuren. Fo-
tografie vertelt een verhaal. Soms heel letterlijk, dan
is of komt de functie dicht bij de neutrale of objec-
tieve informatie. Vaker is de foto minder neutraal en
heeft deze een directe relatie met de fotograaf. Dan
gaat de foto over hetgeen de fotograaf beroert, span-
nend vindt, belangrijk acht. En dat gaat verder dan
schoonheid alleen.
Een sprekend voorbeeld daarvan is de reeks ‘TRANS-
FORMANCE” van Andreas Muellerpohle. Deze fo-
tograaf ging het experiment aan en koos voor het
onderzoek naar de betekenis van de fotografie als au-
tonoom medium. Je kunt er van alles van vinden, je
kunt het zelfs mooi vinden maar dan ga je wel voorbij
aan de betekenis die Muellerpohle er aan gaf.

Transformance.1979–1982
[English | Deutsch]
The decision was to take a total of 10,000
photographs, in motion and without looking
through the viewfinder. The photographic act
is thus deliberately determined as an act of
chance, and chance itself is caught between
movement and photographic fixing. The neologism
Transformance (transforma­tion/performance)
designates the active but optically impassive
intervention in the space-time-continuum.

De beslissing was om een totaal


​​ van 10.000 foto’s te nemen, in
beweging en zonder door de zoeker te kijken. De fotografische act
doelbewust wordt bepaald als een daad van het toeval, en toeval
zelf is gevangen tussen beweging en fotografische bevestiging. Het
neologisme Transformance (transformatie / prestatie) duidt de ac-
tieve maar optisch onbewogen ingreep in de ruimte-tijd-continuüm.
HIDDEN FACES

A relative term, a beautiful picture


I have nothing against beauty in photography. Nor that I have anything against techniiek in photography.
Otherwise, it is considered that what has been that a photograph is intended exclusively. I think that photography
has a message. Photography is communication and can therefore also be about the ultimate happiness, misery or
the ultimate beauty. But beauty does not stop than the golden section or harmonious colors. Photography tells
a story. Sometimes literally, then or will the function close to the neutral or objective information. More often,
the picture is less neutral and has a direct relationship with the photographer. Then the picture of what the
photographer touches, find exciting, considers important. And that goes beyond beauty alone.
A striking example is the series’ Transformance “Andreas Muellerpohle. This photographer did the experiment
and chose to investigate the significance of photography as an autonomous medium. You can think of it all, you
can even find it nice but then you have ignored the significance Muellerpohle gave to it.

67
69
71
73
75
77
79
81
83
PHOTOMED
In 2011 ontdekte ik al reizende door de Provence per toeval het voor de eerste keer ge-
houden ‘Le festival de la photographie mediterraneene’ in Sanary sur Mer. Een lieflijk
kustplaatsje iets ten Westen van Toulon met een haven met zowel plezierjachten als vis-
sersboten.
Photomed telde toen een stuk of 12 exposities met foto’s van grote fotografen als Boubat,
William Klein, Cartier Bresson en Martin Parr naast onbekend jong en aanstormend ta-
lent. Het festival had iets ‘petieterigs’, ondanks de grote namen en de kwaliteit van de fo-
tografie. En de fraaie expositieruimtes ten spijt, ook het bezoekersaantal was in dat eerste
jaar niet om over naar huis te schrijven. Benieuwd hoe zich dat verder zou ontwikkelen
mede in het licht van het mondiale fotofestival Les Rencontres d’Arles slechts één maand
later en op een afstand van amper een uur rijden.

een ontmoeting in het


MEDITERRANE
In 2013 hebben de curators gekozen voor fotografen uit de landen rondom de Middel-
landse Zee. In de exposities komt het brede terrein van de fotografie tot uitdrukking; van
pure, vaak heel persoonlijke, visuele uitingen tot documentaire getuigenissen. Evenals de
twee voorgaande edities hebben ze ook nu fotografen opgenomen die hun sporen reeds
verdiend hebben naast jong en naar verwachting aankomend talent. Een speciale plaats
is toegekend aan de in dit jaar overleden Italiaanse fotograaf Gabriele Basilico [1944-
2013] met zijn fotografie van de steden rondom de Middellandse zee. Daarnaast extra
aandacht voor jonge ontluikende fotografen uit de landen rondom de Middellandse Zee
met de nadruk op Libanon en Slovenië én natuurlijk Frankrijk. Libanon wellicht vanwe-
ge de Franse ‘connectie’ tot 1946 en Slovenië mogelijk vanwege de kortste kuststrook van
alle landen grenzend aan de Middellandse zee. Ja, soms lijken keuzes heel logisch.
De Italiaanse oude meester Nino Migliori [1926], in Nederland minder bekend, is hoof-
dexposant in de belangrijkste locatie in Sanary, het Espace St Nazaire. De oude mees-
ter toont straatfotografie van de bovenste plank en typeert het Italiaanse leven in de
jaren vijftig en zestig op een meer dan voortreffelijke wijze. Toevallig ogende situaties op
een beslissend moment vastgelegd, zowel qua gebeurtenis als in de vormgeving van het
beeld. Migliori legde de straattaferelen, de feesten en ceremonies vast maar maakte ook
foto’s bij de plaatselijk kapper of de lokale bar om het leven van alledag te laten zien. Met
zijn directe benadering van de werkelijkheid past hij in de traditie van de documentaire
fotografie. Maar Migiori liet het niet daarbij. Eveneens in diezelfde periode begon zijn
‘onderzoek’ zoals hij zelf zegt naar ‘hetgeen wat overblijft’. “Zoals de grottekeningen van
VO OR W I E
VA N Z E E , Z O N
ÉN FOTOGRAFIE HOUDT !

Nino Migliori

85 Nino Migliori
Effacement, Nino Mogliori [1960]

Altamira en de muurschilderingen van Pompeï de overblijfselen zijn van de ‘gewone man’,


zijn de hedendaagse tekens op muren van jongeren documenten die zullen overblijven in de
toekomst en als zodanig verhaal schrijven over het nu”, aldus Migliori. Zijn serie muren is
daarmee een langdurig project geworden en zelfs nu, op hoge leeftijd, laat hem de fascinatie
hiervoor niet los. Maar ook het technische experiment schuwde hij niet. Ik zag een foto van
zijn dorp die hij in 1958 maakte waarbij het papier met verschillende negatieven belicht
werd en daarmee, naast het grafische beeld met ingewikkelde patronen, de complexiteit van
de bouwsels in zijn dorp weergaf. De foto deed me denken aan de fotograaf Michael Najjar
die recent (2006) in zijn serie ‘Metropolis’ de complexiteit van grote wereldsteden zoals New
York en Shanghai op soortgelijke wijze in beeld bracht. Migliori’s experimenten in de doka
leverde nog een groot aantal verrassende beelden op zoals de hydrogrammen waarbij hij
rechtstreeks, zonder tussenkomst van een camera, foto’s maakte van vloeistofpatronen. Het
was niet zozeer het technische experiment dat hem boeide als wel de mogelijkheid om een
fantasiewereld te creëren en beweging te suggereren. Dat Migliori’s fotografische passie niet
aflatend is blijkt uit het werk dat hij nog steeds maakt. Op deze overzichtstentoonstelling
waren recente polaroids uit de serie ‘In vitro’, te zien. Stillevens van groenten en fruit in
potten waarbij de structuurweergave, detaillering, kleurschakering en vormgeving zo bepa-
lend zijn dat ik op een andere manier naar deze alledaagse werkelijkheid keek. Migliori, de
fotograaf die steeds de werkelijkheid een draai gaf en nog steeds met een eigen kijk beelden
maakt, en dat al vanaf de beginjaren vijftig van de vorige eeuw!
Lara Zankoul

Dizzy Gellispie, Tony Hage

De begane grond van de Espace


is helemaal aan jonge fotografen
gewijd die een bepaalde relatie
met Libanon hebben, sommigen
geboren en getogen, anderen van
Libanese afkomst.

Tony Hage [Beiroet, 1961] is als


Teacup, Lara Zankoul mede-curator speciaal ‘ingehuurd’
voor de samenstelling van deze
expositie.

Lara Zankoul valt op door haar


surrealistische getinte foto’s van
een jonge vrouw met steeds
als beeldbepalend element een
levensgrote theekop waardoor er
een droomwereld gecreëerd wordt.

Tanya Traboulsi treedt in haar


serie ‘Seules’ in elke foto steeds
twee keer als model op. Sobere
foto’s waarbij zowel door houding
als gezichtsexpressie én enkele
attributen het verhaal van ‘het
alleen zijn’ verteld wordt. Elke
persoon lijkt in een eigen wereld en
in bepaalde tijdsdimensie te leven.
Seules, Tanya Traboulsi

87 Tanya Traboulsi
Mazen Jannoun treedt met zijn
serie ‘watercolor’ in de voetsporen
van Martin Parr waarin de lifestyle
van gewone mensen aan de kust
van Libanon met een zekere humor
en directheid, maar ook enigszins
schurend, in beeld wordt gebracht.

Watercolour, Mazen Jannoun

CAROLINE TABET

Perdre la vue, Caroline Tabet

Een serie die ondanks de kleine formaat afdrukken meteen in het oog springt, is die van Caroline Tabet, ‘Perdre
la vue’. De titels van de twaalf foto’s laten zich lezen als een gedicht. De serie komt over als een heel persoonlijke
beleving van de fotograaf, verstillend, twijfelend, foto’s die de beschouwer meer vragen stellen dan antwoorden
geven.

Verlaten van een afgesloten ruimte in de richting van de stad.# Niets dan contouren en
blindheid.# Niet het zien van de stad niet meer.# Beirut verdwijnt, hoe meer je naar haar kijkt,
hoe meer je haar spijt, hoe meer je los te maken van haar.# Sporen van mensen die alleen weten
om haar te vervormen, die ontwortelen haar bomen en sneed haar open, elke dag een beetje
meer.# Het oog te verliezen # Anders zien# Het terugwinnen van de stad.# Het houden van
niet meer dan een schets, een aantal vleugje kleur,# vormen, lijnen en vage silhouetten. # De
verblindende intensiteit van de zon.# Het oog te verliezen.
Beiroet, Fouad Eklkouri
In een volgende galerie, Atelier des Artistes, treedt een jonge suppoost
me tegemoet, blauw T-shirt met opdruk PhotMed en met een stempel
en kussentje. Met vijf stempels, van verschillende galeries, kan ik met
de boot, voor de helft van de prijs, naar het eiland Ile De Bendor voor
nog een expositie. Nadien zie ik dat hij mij en mijn vrouw turft op een
bezoekerslijst. Photomed is op dat moment ongeveer halfweg en ik ben
benieuwd naar het bezoekersaantal. Grappig, hij gebruikt niet de bij ons in
zwang zijnde ‘vier staande streepjes en een liggend’ voor elk vijftal maar
een gesloten vierkantje met een diagonaal. Handig want een vergissing
met streepje teveel of te weinig is er dan
niet bij. Maar goed, afgezien van het lesje
‘turven’, de teller stond na twaalf dagen op
ruim 2400. Met nog zo’n 12 dagen te gaan
schat ik dat het festival zo’n dikke 4000
bezoekers trekt. De artistiek directeur
van het festival, Jean-Luc Monterosso, is
met dit aantal niet ontevreden. Hij rekent
op 50.000 voor alle exposities samen.
Jean Luc Monterosso heeft zich vanaf
het begin als artistiek directeur aan dit
festival verbonden. Hij is niet de minste;
directeur van het Europees Huis van de
Fotografie in Parijs en in 1980 was hij de
grondlegger van het befaamde ‘Mois de
la Photo’ in Parijs. In des Artistes hangt
werk van Fouad Elkouri [Parijs, 1952].
Fouad leeft en werkt zowel in Parijs als in
Beiroet. De expositie is samengesteld met
Beiroet, Fouad Eklkouri foto’s uit voornamelijk Beiroet. Maar juist
de enkele foto’s uit o.a. Parijs en Londen
geven een merkwaardige draai aan de ‘Beiroetfoto’s’. De overeenkomsten
en parallelliteit in de verschillende steden lijken het alledaagse leven en
bestaan in Beiroet schrijnender te verbeelden.

89
Gabriele Basilico
Gabriele Basilico
Met de trein naar Toulon is slechts 8 minuten, een stad waar het als
fotograaf ook goed toeven is. Wil je straatbeelden maken kun je er terecht
maar ook de architectuurfotograaf kan er veel van zijn of haar gading
vinden. Het ‘Hotel des Arts’ is zo’n statig gebouw gelegen tegenover
het Place de la Liberté. In dit geval is het bezoek gericht op de grootste
expositie van het festival, de stedelijke obsessie van Gabriele Basilico.
De expo toont foto’s van grote steden rondom de Middelandse Zee, van
Monaco tot aan Beiroet, allemaal in groot formaat met een rijkdom
aan detaillering en textuur, meestal in zwart-wit. Basilico hanteert de
objectieve stijl van de Dusseldorfse school, het wat hoge standpunt laat
goed de ruimte en de aspecten van de stad zien. De bebouwde gebieden
en de in aanbouw zijnde projecten worden afgewisseld met industriële
gebieden, heel vaak verlaten gefotografeerd. Als je al kijkend loopt door
de acht zalen van het museum word je geraakt door het poëtische en het
verstillende in de beelden. De historiciteit en het culturele van de steden
zijn in de foto’s vertegenwoordigd en ook het leven in de verschillende
stedelijke omgevingen, de functionaliteit van de gebieden wordt in de
foto’s tot uitdrukking gebracht. Objectiviteit bestaat niet, de fotograaf
neemt een standpunt in en wil iets laten zien dat hij belangrijk vindt.
Dat was al zo bij de watertorens en mijnschachten van de Bechers en
dat is ook zo bij de stedelijke obsessie van Gabriele Basilico. De foto’s
van Beiroet vormden voor mij een hoogtepunt, alhoewel je bij dergelijke
grootschalige en verwerpelijke verwoestingen van steden eerder van een
dieptepunt zou moeten spreken. Juist door de eerdergenoemde combinatie
van ogenschijnlijke objectiviteit en de poëtische inslag gecombineerd met
verwijzingen naar het dagelijkse leven, maken dat deze foto’s , zonder het
oorlogsgeweld direct in beeld te brengen, je bij de keel grijpen. Een stad
waar de hoop zich blijvend in wanhoop lijkt te hebben vertaald. Gabriele Basilico
Daoud Aoulad-Syad

S A N A RY
SUR
MER
Er was veel te zien op het festival
in en rondom Sanary sur Mer. Veel
van dat alles was de moeite van het
bekijken meer dan waard. Ik heb nog
aardige herinneringen aan de grote
Mouron en Rostain buitenfoto’s van de paparazzi Mouron
en Rostain, de met de middenformaat gemaakte portretten
van de wijnboeren door Daoud Aoulad-Syad, de wat
kunstzinnige en beschouwende foto’s van de zes Sloveense
fotografen en de in de studio minuscuul samengestelde
maquettes van diepzeetaferelen van Didier Massard. Een
van de Nederlandse echtparen die ik sprak op een expositie
verwoordde het wat mij betreft prima. “We komen hier heel
vaak; voor de mooie kust, de nabijheid van de steden zoals
Marseille, Toulon of Nice en het altijd mooie weer. Nee niet
speciaal voor de fotografie. Maar elk jaar lopen we wel alle
tentoonstellingen af en er zijn heel veel mooie foto’s te zien.”
Vervang mooie door ‘vaak ook interessante’ en je hebt wat
mij betreft de kern van PHOTOMED te pakken. En,… als je
volgend jaar gaat, vergeet dan niet om de trein naar Marseille
te nemen. In juni van dit jaar werd het, ook fotografisch
interessante, museum Mucem door Hollande geopend. Een
hoogstandje van moderne architectuur met een verwijzing
naar het Moorse verleden. Ook daar is het heerlijk kijken en
fotograferen.

Didier Massard

91
PHOTOMED In de foto’s van Boris Gaberščik [ljubljana 1957] worden de objecten
D E SL OV E N E N zodanig uit de omgeving geïsoleerd dat het lijkt te gaan om het stille-
ven waarin het alledaagse in een kunstzinnige context wordt geplaatst.
Ondanks dat in de foto’s van Metka Vergnion de poëzie niet ver weg
Boris Gaberščik is en sterk autonoom gericht, merk ik dat ik aan de foto’s een ratione-
le verklaring wil geven. Misschien is het de combinatie van de dingen,
de onderlinge verhouding en de plaatsing in het vlak die me daartoe
prikkelen. Jane Stravs [ljubljana 1965] is een fotograaf die in zijn foto’s
steeds een bijzondere sfeer wil treffen. Zo ook met de serie ‘’Road Movie’
die hij in Sanary laat zien. Je waant je acteur én reiziger in een set van
een film over een mysterieus land. Dit wordt extra benadrukt door het
enigszins picturale omfloerste beeld en het kleurgebruik. Bostjan Pucelj
[Novo mesto, 1979] is een echte verhalenverteller en werkt seriematig
aan verschillende onderwerpen. Op deze expositie het werk ‘missing ac-
tion’ waarin de winkelwagen centraal staat. Er is slechts één foto waarin
gewinkeld wordt. In alle andere foto’s zie je dat karretje op onverwachte
plekken tevoorschijn komen, verlaten en afgedaan, hun functie teniet.
Wat in eerste instantie als een artistieke serie overkomt, blijkt bij nadere
beschouwing een serie die iets van het consumentisme en de wegwerp-
cultuur van onze samenleving weerspiegelt.

[tekst peter van tuijl]

Metka Vergnion

Bostjan Pucelj

Jane Stravs
Verdere informatie
Michael Najjar http://www.michaelnajjar.com/
Lara Zankoul http://larazankoul.com/
Tanya Traboulsi http://www.tanyatraboulsi.com
Caroline Tabet http://www.carolinetabet.com/
Fouad Elkoury http://www.fouadelkoury.com
Gabriele Basiclico http://www.studiolacitta.it/LaCitta/Artisti/GabrieleBasilico.php
Bruno Mouron en Pascal Rostain http://www.youtube.com/watch?v=iG4nzJH7xKg
Didier Massard http://www.didiermassard.net
Metka Vergnion http://www.metkavergnion.com/
Jane Stravs http://www.stravs.net
Bostjan Pucelj http://www.bostjanpucelj.com

museum in toulon met expositie van gabriele basilico, foto peter van tuijl

93
special encounters

In de fotografie wordt steeds de relatie tussen fictie en werkelijkheid belicht. Zelfs


als een foto een afspiegeling van het hedendaagse is zal naarmate de tijd voortgaat
de betekenis daarvan een andere worden. Fotografie is het vastleggen van wat er
was maar is voor mij tevens de vertekening van de realiteit. Met mijn kadrering
laat ik maar een deel van de werkelijkheid zien, met fotografische eigenschappen
zoals licht of kleurtoon geef ik een sfeertekening en onder andere met mijn geko-
zen compositie kan ik dingen benadrukken. Kortom, ik maak met mijn foto’s een
eigen werkelijkheid die dichter bij de surrealiteit ligt, -letterlijk een schijnwerke-
lijkheid-, dan wordt vermoed bij een eerste oogopslag.
and special moments

Als sociaal-documentair- en straatfotograaf staat de ontmoeting met de mens in mijn werk centraal.
Die ontmoeting heeft een reële betekenis waarvan ik geniet op het moment dat deze zich voordoet.
Maar na het bovenstaande zal het niet vreemd overkomen dat ik aan die ontmoeting in fotografi-
sche opzicht ook een surrealistische betekenis wil toekennen. Iets wat in een foto bijvoorbeeld lijkt
op verveling kan in werkelijkheid slechts een moment van onachtzaamheid zijn. De vertekening
van de werkelijkheid wil ik soms gepaard laten gaan met een vleugje ironie of een schurend randje.
Wat mij betreft zijn het dan ook uitzonderlijke ontmoetingen, niet zozeer door de feitelijke echtheid
maar door de getoonde fotowerkelijkheid!

95
97
99
101
103
105
107
109
111
113
115
117
119
121
123
125
127
129
131
133
135
137
139
141
143
145
147
GELUKSZOEKERS
? AFRICAN
DREAM

149
151
A F R IC AN DR EAM ?
153
A F R IC AN DR EAM ?
155
A F R IC AN DR EAM ?
AF RICA N
DRE AM ?
157
Arles in black with Guy Bourdin foto peter van tuijl

Arles in Black
Ik dwaal door Arles, een dag voordat het fotofestival van start gaat. Het is er rustig, alle
galeries en exporuimten zijn nog gesloten. Een enkele keer kan ik door een kier van
een deur kijken en zie mensen druk in de weer. Een van de galeries uit het Off-circuit
is toch al open. Grootformaat foto’s, steeds twee naakte vrouwen, moeder en dochter,
ontwapenend en vrijmoedig geportretteerd, in zwart en wit. De fotograaf, Gregor
Podgorski [1965 Warschau], doet de naam van het festival eer aan: Arles in Black. Het
‘Les Recontres d’Arles’ gaat door voor een van de meest prestigieuze fotomanifestaties
in de wereld en wordt voor het 44e jaar georganiseerd. Je kunt je afvragen of in een tijd
waar digitaal en kleur ‘booming’ is, een festival dat de nadruk legt op het zwart-wit
zich niet devalueert tot een nostalgisch terugkijken in de tijd. Na een ‘weekje Arles’
blijkt dat geenszins het geval. Bovendien is, ondanks dat de titel ‘Arles in black’ anders
doet vermoeden, kleur volop aanwezig. Francois Hebel, al jarenlang directeur van het
festival, noemt in de openingsrede juist de nieuwe, veelal jonge fotografen, die zowel
in kleur als in zwart-wit voortbouwen op de ‘visual language of black and white’ van
weleer. “Bovendien biedt het festival een podium voor (her)ontdekkingen, zwart-
wit fotografen die nu, pas na jaren, voor het voetlicht treden en bekende fotografen
waarvan werk wordt getoond dat voor het publiek jarenlang verborgen bleef, zoals van
Guy Bourdin en Jacques Henri Lartigue”, aldus Hebel.
Arles in black is opgezet volgens de themalijnen
THEM, MYSELF, THERE en ALBUM. Bij dat laatste
treffen we onder andere Erik Kessels [1966 Roermond]
aan, de Nederlandse fotoverzamelaar bij uitstek met
zijn projecten ‘the photo-album beauty’ en ’24 hours
of Photo’ die ook al eerder in het museum Foam
[Amsterdam] te zien waren. In het majestueuze Palais
de l’Arcehevêcé komt dit werk weer anders tot zijn
recht; het lijkt wel of het historische aspect van de
verzameling foto’s daardoor nog meer nadruk krijgt.

De thema’s zijn ondergebracht in een vijftigtal


exposities verspreid over het gehele centrum in
prachtige historische panden en in het net buiten het
centrum gelegen Parc des Ateliers, een voormalig
treinemplacement. In de openingsweek, altijd
in de eerste week van juli, zijn er dagelijks vele
lezingen, portfoliobesprekingen, workshops en
avondpresentaties. In de eerste festivalweek zijn
er bovendien nog eens zo’n 50 exposities in het
zogenaamde ‘OFF-festival’ te bekijken. Charmante,
kleine exposities waarbij de fotograaf aanwezig is,
vaak in ‘galeries’ die normaliter een totaal andere
bestemming hebben.

Album beauty, Erik Kessels

Ik bezocht flink wat exposities en bijeenkomsten, niet


allemaal natuurlijk dat is een mens teveel. Op mijn
lijstje stonden bekende en minder bekende namen en
verder liet ik me ook verrassen door wat ik tegenkwam.
Ik laat u graag delen in enkele van mijn ontmoetingen
en bespiegelingen. Wellicht inspireert het u en reist
u voor het 45e festival in 2014 af naar Arles, voor uw
ontmoetingen.

ontmoeting met portugeese fotograaf Paolo Nozolino


foto peter van tuijl

159
There’s a place in hell for me and my friends, Pieter Hugo

Pieter Hugo [1976 Johannesburg] toont een groot aantal een vliegtuig. De visuele ordening in de foto krijgt
zwart-wit portretten van hemzelf en zijn vrienden onder daardoor een agressieve ondertoon. Harry Gruyaert
de titel “there’s a place in hell for me and my friends”. [1941 Brussel] toont, bijna verstild, de gevolgen van
Door de digitale manipulatie van de oorspronkelijke werkloosheid terwijl Patrick Tourneboeuf [1966 Parijs]
kleurenfoto ontstaat er een gepigmenteerd zwart- de veranderingen van de stad Kimberly laat zien als
wit portret waarbij het onderscheid tussen mensen gevolg van de diamantwinning sinds de voorgaande
met verschillende huidskleur niet meer zichtbaar eeuw. De kolonisten zijn vervangen door toeristen
is. Het gaat niet om de schoonheid van het gezicht, en architectonische gebouwen hebben hun betekenis
eerder het tegendeel wordt bereikt doordat poriën en grotendeels verloren in de hedendaagse werkelijkheid.
plooien extra geaccentueerd worden en ogen bijna
onheilspellend hun verhaal doen. Pieter Hugo maakt
een statement waarbij het onderscheid tussen rassen
wordt geëlimineerd. Hugo is ook vertegenwoordigd
op een expositie van 6 Franse en 6 Zuid-Afrikaanse
fotografen die elk met hun eigen focus de transitie van
‘het sociale landschap’ in en om Zuid-Afrika in beeld
brengen. Raphaël Dallaporta [1980 Parijs], bekend o.a.
vanwege zijn stillevens van mijnen, heeft verschillende
gebieden waarin landmijnen ontploft zijn van een hoog
standpunt gefotografeerd. Het kader is vrij willekeurig,
zo lijkt het op een raam of kijkgat in de bodem van PIETER HUGO EEN STATEMENT
Harry Gruyaert

Patrick Tourneboeuf

TRANSITIE
SOCIAAL
LANDSCHAP

Raphaël Dallaporta
161
Arno Rafael Minkkinen

Arno Rafael Minkkinen [1945 Finland] en Gilbert


Garcin [1929 Le Ciotat] zijn twee fotografen die
in hun foto’s zichzelf als model nemen maar heel
verschillend werk maken. Minkinnen fotografeert
zich naakt in natuurlijke omgevingen in houdingen en
situaties waaruit het streven naar eenwording met de
natuur blijkt. Mijn verwondering ligt in het gegeven
dat hij steeds weer met nieuwe ideeën aan dit thema
werkt en bovendien zijn de ‘standjes’ die hij inneemt
soms zo onnatuurlijk en labiel dat je je afvraagt hoe
hij dat voor elkaar krijgt. Barry Friedman, een grote
galeriehouder uit New York die Minkinnen onder zijn
hoede heeft, vertelde me dat de foto’s worden gemaakt
zonder aanwezigheid van wie dan ook. “Minkkinen
zoekt het in zijn eentje uit, de zelfontspanner staat op
30 seconden, meer tijd om zijn positie in te nemen is
er niet. Hij fotografeert analoog, dus terugkijken is
er ook niet bij en hij maakt slechts enkele foto’s per
sessie”, aldus Friedman. Hij moet wel bijzonder lenig
zijn en, nog belangrijker, ook blijven want kennelijk is
het zichzelf verbeelden een noodzakelijke uiting voor
unieke visuele onmogelijkheden Minkinnen.
Bij Garcin, een voormalige directeur van
een kleine armaturenfabriek in Marseille,
staan de geestelijke capriolen voorop.
Toen hij met zijn bedrijf stopte heeft
hij zich gestort in de surrealiteit van de
fotomontage. Hij schept een wereld die
onbestaanbaar is en hanteert daarbij de
humor, het onmogelijke, het ridicule,
het sarcasme als bouwstenen. Zijn foto’s
zijn ook steeds kleine filosofisch getinte
beschouwingen die als een lesje moraliteit
opgevat kunnen worden. Bijvoorbeeld
een foto met allerlei stukjes touw maar
aan welk touw je ook trekt er lijkt geen
eind aan te komen. In een andere foto staat
Garcin met een ladder in een landschap
te schilderen. Hij schildert het landschap
dicht en daarmee wist hij zichzelf uit.
Ook in deze zeer uitgebreide expositie
met honderden foto’s verwonderde ik me
over de vele ideeën die Garcin bedenkt.
Maar misschien was het toch iets teveel
van het goede. Op een bepaald moment
ging het anekdotische de overhand
krijgen.

163
IN AND OUT OF FASHION

VIVIAN SASSEN
Bij de expositie van Vivian Sassen [1972 Amsterdam]
val ik met de neus in de boter. Niet alleen vanwege de
expositie ‘In and Out of Fashion’ waarin ze fotografie
toont die ik eigentijds en eigenzinnig noem. In haar
modefoto’s gaat het zeker niet om het mooie jurkje of
de aardige blouse. Ze associeert mode met houding,
gedrag, omgeving. Er wordt een speels spel van het
model getoond en haar foto’s roepen vragen op door
het enigszins mysterieuze karakter. Bovendien, en
vandaar die neus en de boter, geeft ze die middag
een presentatie aan een groep studenten van de
Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK
in Den Haag). De studenten hangen aan haar lippen
en het valt me op dat veel vragen gaan over het proces
van haar carrière als fotograaf. “Hoe kwam je aan je
eerste opdrachten, hoe leg je contacten en benader
je opdrachtgevers, hoe kwam je na je opleiding aan
klanten, werk je gedurende een langere periode met
dezelfde mensen en was je onzeker in je eerste jaren
en hoe ben je daar mee omgegaan”. Vragen die door
Vivian beantwoord werden met veel gevoel voor de
situatie van studenten fotografie in deze tijd. Corinne
Noordenbos, hoofddocent van de afdeling fotografie,
gaat al sinds 2005 met de studenten in de openingsweek
naar Arles. “Voor degenen die de propedeuse afsluiten
en overgaan naar het tweede studiejaar vind ik Arles
essentieel. In het vervolg van de academietijd is kennis
en kunde natuurlijk erg belangrijk maar evenzeer
is het de periode waarin de professionaliteit tot
ontwikkeling moet komen. De openingsweek in Arles
is daar als startpunt uitermate geschikt voor. Arles is
doordrenkt van professionaliteit door de aanwezigheid
van de fotografen, hun lezingen en workshops en niet
te vergeten de exposities. Het gaat me er niet om wat
ze mooi of minder mooi vinden maar veel meer dat
gekeken wordt naar de wijze waarop de taal van het beeld
‘gesproken’ wordt, wat de verhalen van de fotografen
zijn en hoe die in beelden vervat zijn. Bovendien is
het daadwerkelijke contact met fotografen belangrijk.”
Desgevraagd vertelt Corinne me dat er 54 studenten
‘met de schoolbus’ naar Arles zijn afgereisd, de meesten
zijn eind-eerstejaars maar elk jaar gaan er studenten uit
de hogere academiejaren opnieuw mee. “Ja Arles blijft
fascineren, ook voor mij. Elk jaar ontdek ik wel weer
iets nieuws en dan is het festival voor mij al geslaagd.
Bovendien ‘netwerk’ ik ook best wel veel bijvoorbeeld
voor het vastleggen van lezingen of gastcolleges en dat
komt de academie dan weer ten goede.”
Guy Bourdin [1928 Parijs – 1991 Parijs] heeft zijn
grote bekendheid te danken aan zijn modefotografie
voor bladen als Vogue en Harper’s Bazaar en de
modehuizen Yves Saint Laurent en Chanel. De foto’s
die in Arles te zien zijn, werden door Guy’s zoon
Samuel opgedoken uit oude archieven en albums.
De titel van de expositie ‘Untouched’ geeft de
puurheid van de collectie aan. Onaangeraakt, nog
niet beïnvloedt door anderen, het wezenlijke vrije
werk van de fotograaf. Bourdin was een autodidact
en in deze foto’s uit de beginjaren vijftig zie je zijn
ontwikkeling in zijn fotografische beeldtaal. Je
ontdekt zijn visuele opvatting en zijn keuzes voor
onder andere de licht-donker verhouding, het
perspectief en de vervreemding van de situatie.
Juist dat inkijkje in zijn vroegere werk, nog voordat
hij doorgebroken was als modefotograaf in 1955,
maakte deze expo erg boeiend.
zelfportret 1954 Guy Bourdin

ONAANGERAAKT
GUY BOURDIN
165
Ubu and Bibi on the road, april 1925

Bibi, Freddy, Margot in Aix-les Bains, july 1928


BIBI
Lartigue “my broken heart only wishes her well”

Als het gaat om persoonlijk werk mag de expositie ‘Bibi’ van Jacques Henri
Lartigue [1894 Corbevoie – 1986 Nice] niet onbesproken blijven. Het vaak
gepubliceerd werk van autoraces, vliegtuigen, van springende, vallende en
rennende mensen en van modieuze Parijse vrouwen ontbreekt in Arles in zijn
geheel. Nee, het is Bibi, de vrouw waarmee hij in 1919 in het huwelijk treedt, en
zijn zoon Dani die het onderwerp zijn. De muren van de Eglise des Trinitaires
zijn volgehangen met mooie zwart-wit reprints meestal in formaat 30x40 cm
steeds met een onderschrift en jaartal. Je krijgt daarmee een intieme kijk in
het leven van het jonge, zeker niet onbemiddelde, gezin van Henri en Bibi.
Foto’s van zijn grote liefde Bibi, het opgroeien van zijn zoon, de pleziertjes van
het spelenvaren in het water of het ravotten in de tuin. Zelfs zijn opgebaarde
schoonvader ontbreekt niet in de fotoreeks. Humor kan Lartigue niet ontzegd
worden getuige het onderschrift uit het originele album: ‘dit was de enige keer
dat hij me niet toebeet, schiet nou eens een beetje op’. Heel veel foto’s zijn vrolijk
van aard en stralen van geluk. In de late jaren twintig gaat het wat minder met
het huwelijk en als Bibi hem in 1930 verlaat, heeft Lartigue daarvan geweldig
verdriet. Bij de laatste foto van haar schrift hij ‘my broken heart only wishes her
well’. Een ontroerend album met grote zeggingskracht, prachtig gefotografeerd
met ‘just in time’ momenten en heel persoonlijk!

167
buiten-het-lichaam-treden SUGIMOTO
Hiroshi Sugimoto [1948 Tokyo] spreekt van
een ‘buiten-het-lichaam-treden’ ervaring als hij
in de lente in het late zonlicht de maan in de
hemel ziet reizen. Dat werd zijn uitgangspunt
oor de serie ‘Revolution’ waarin het spel van
licht en donker voor mij een bijna metafysische
karakter krijgt. Het is een kunstenaar die op een
bijna wetenschappelijke en theoretische wijze
de fotografie benadert maar die tegelijkertijd
zijn foto’s een filosofische of beschouwende laag
meegeeft. Zijn ‘maanfoto’s’ gaan wat mij betreft
over de essentie ‘van licht en niet licht’ of zo je
wilt over ‘zijn en niet zijn’. Datzelfde geldt ook
voor zijn tweede expositie elders in Arles waarin
de kleurscheiding van het vroege ochtendlicht het
onderzoeksterrein is. Het lijkt wel of hij zich de
vraag wil stellen wat de betekenis van kleur is als
elk moment, elke tel de kleur verandert. Ik kom
een jonge vrouw tegen met op haar kuitbenen de
tekst ‘right’ en ‘left’ getatoeëerd. Ik kan het niet
laten om haar aan te spreken en naar de betekenis
te vragen. Ze komt uit Milaan en is afgestudeerd
in ‘art’. “Ik hou van het Minimalisme en de
Art Povera in de kunst” is haar antwoord. Ze is
helemaal weg van het werk van Sugimoto en ik
snap dat, gezien haar kuiten, helemaal.

Revolution Couleurs de l’ombre


John Stezaker [1949 Engeland] is een conceptueel
werkend kunstenaar. In Arles is hij aanwezig met
collages bestaande uit gedeelten van portretten van
filmsterren, opnamen uit films en ansichtkaarten met
architectuur- of natuuropnamen. De combinaties
zijn grappig en soms verwarrend zowel visueel als
qua inhoud. In de serie ‘the third person’ wordt een
loopje genomen met de personificatie van bekende
filmsterren.

Het duo, Yasmine Eid-Sabbagh [Parijs] en Rozenn


Quere [1981 Brest], bleek op de laatste avond van
de openingsweek de winnaar te zijn van de ‘2013
discovery award’. Uit de zes genomineerde fotografen,
die elk een grote zaal voor het te exposeren werk kregen
toegemeten, werd hun expositie door de stemming van
de geaccrediteerde journalisten aangewezen als de meest
eigenzinnige en vernieuwende. Yasmine en Rozenn
vertellen het verhaal van vier Palestijns-Libanese
zussen die door planning en toeval vanuit Beiroet in
vier verschillende plaatsen in de wereld terechtkomen.
Het is een verhaal tussen fictie en werkelijkheid
gebaseerd op familiefoto’s en interviews. De verbeelde
werkelijkheid is er een geworden van humor, tederheid
en tragiek, en van grote tegenstellingen in het alledaagse
leven van de vier vrouwen. Zo heeft Stella het uitermate
getroffen in NewYork en ze leeft in de ‘high class’ terwijl
Graziella, haar tweelingzus, als enige van de vier zussen
in Beiroet achtergebleven, een veel minder luxe leventje
leidt. In de vier hoeken van de expositieruimte werd
van elk de persoonlijke geschiedenis geschreven met
familiefoto’s in zilveren of houten lijstjes, albumbladen,
krantenartikelen, tekststukjes en de interviews via de
speakers. Yasmine en Rozenn fotografeerden niet zelf
maar maakten wel een indringend verhaal over hoe het
leven zijn loop kan hebben.

hoe het leven zijn loop kan hebben

169
Een echt doldwaze expositie is ‘The Afronauts’ [2012]
van de Spaanse Christina de Middel [1975, Alicante].

doldwaze realiteit
Al vanaf de eerste foto denk je ‘ik word bedrogen waar
ik bijsta’. Nou is dat doorgaans geen punt omdat we
weten dat binnen de fotografie bedrog aan de orde
van de dag kan zijn. Elders in dit artikel zijn daar wel een heus ruimtevaartprogramma opgezet. De eerste
enkele staaltjes van te zien. Edoch, ‘Afronauts’ lijkt in Zambiaan eerst op de Maan en later op Mars, als een
het begin een realistische reportage van astronauten soort van ‘tweetraps’. Het bleef gelukkig bij een droom
in opleiding maar wat verder in de expositie neemt want de steun en financiën, waar hij op nationaal én
het ridicule alsmaar toe. Het planten van een vlag, internationaal niveau om bedelde, bleef uit. Christina
die van Zambia, op een dor stuk terrein dat een de Middel liet zich door dit verhaal inspireren tot een
maanlandschap kan verbeelden. De astronaut met een fotoserie waarbij je een lach bijna nauwelijks kunt
ruimtehelm maar met een zodanig fleurig pak dat hij onderdrukken. Grappig maar ook enigszins navrant
zo weggelopen kon zijn uit een tweederangs slapstick. en schurend en wellicht is dat de reden dat Martin
De foto van de dromerige man aan de tafel met daarop Parr bij de presentatie alle vijfendertig door Middel
een miniatuurraket geeft eigenlijk de essentie van het zelfgemaakte boekjes ‘Afronauts’ meteen opkocht. Als
verhaal weer. In 1964 wilde de Zambiaanse leraar Parr het ziet, zien we het allemaal. Als je haar ander
Nkoloso naar Mars. Grootse plannen voor het net werk op haar website bekijkt zie je wel dat Áfronauts’
onafhankelijk geworden Zambia en er werd door hem geen eendagsvlieg is.
Alfredo Jaar [1956 Chili] is kunstenaar,
architect en filmmaker. Hij leeft in New
York. In zijn expositie ‘The Politics
of Images’ stelt hij vragen m.b.t. de
gevolgen van politieke beslissingen van
wereldleiders en stelt hij vraagtekens
bij de (vermeende) juistheid van de
journalistiek. Hij gebruikt hiervoor
covers van magazines (Time Life), foto’s
uit kranten, officiële foto’s vrijgegeven
door regeringen en zelf gemaakte teksten
en installaties. Daarmee wordt een beeld
gecreëerd met veel vragen over moraliteit
en twijfel over de journalistieke en
politieke werkelijkheid.

Robin Hammond [1975 Nieuw Zeeland] expositie Alfredo Jaar foto peter van tuijl
is freelance fotograaf en ontving recent verschillende
onderscheidingen o.a. voor zijn boek ‘Your wounds
will be named silence’ waarin het verhaal van een ver-
loren generatie in Zimbabwe wordt geschetst. Door de
armoede in het land zijn er steeds meer sloppenwijken
die als bron van ruzies en geweld gelden. Criminali-
MORALITEIT en PIJN
teit, gevechten tegen de regeringstroepen, drugskids
en ziekte en dood zijn aan de orde van de dag. Bo-
vendien worden sinds 2000 de blanken door de rege-
ringstroepen nog nauwelijks getolereerd waardoor het
werken als fotograaf ernstig bemoeilijkt wordt. In zo’n
land werkt Hammond, probeert hij het vertrouwen te
winnen van de plaatselijke bevolking, de armen in de
sloppenwijken, niet geheel ontbloot van gevaar, eufe-
mistisch uitgedrukt.. Hij vertelt zijn verhaal van een
verloren land aan de bezoekers van de expositie, met
veel betrokkenheid en bezieling, Zijn gezichtsuitdruk-
kingen bij de indringende foto’s spreken boekdelen en
tonen de pijn die hij opnieuw ervaart bij het praten
over de getoonde situaties.

171
De foto’s van Gordon Parks [1912 Kansas – 2006 New
York] hebben volgens mij alles te maken met zijn
jeugdjaren als een van de 15 kinderen in een arm gezin.
Als fotograaf zocht hij de sociale thema’s soms aan de
zelfkant van het leven. Hij was de eerste die een foto-
essay publiceerde (1948 Life) over de bendes in de wijk
Harlem van New York. Op de grote overzichtsexpositie
is het werk in korte series geordend; van ‘Mode’ tot
‘Black Panthers’, van de ‘Segratie in Alhabama’ tot de
‘Black Moslims’. Geen enkel thema was te groot voor
hem omdat zijn manier van kijken en fotograferen heel
direct was. Zonder opsmuk of omwegen vertelde hij
zijn verhaal en liet hij de essentie in elke foto zien, vaak
in een wat dramatische zwart-wit toonzetting.

essays over het leven

Een dergelijke toonzetting is ook een handelsmerk van


de Chileense fotograaf Sergio Larrain [1931 – 2012
Chili] waarvan een ‘retrospective’ in de Eglise Sainte
Anne te zien is. Een belangrijke plaats is ingeruimd
voor de foto’s over Valparaiso, de grootste havenstad
in Chili gelegen op verschillende berghellingen en
met een historisch cultureel erfgoed. Met de dichter
Pablo Neruda maakte hij in de begin jaren zestig
een fotografisch essay over het bruisende leven in
de havenstad. Pas in 1991 werd dit werk in een boek
gepubliceerd. Zijn beelden van het straatleven van
alledag, waarin kinderen en honden vaak te zien zijn,
hebben een grote directheid waarin bovendien het
moment steeds het ultieme lijkt te zijn. Wat dat betreft
past hij in de traditie van de ‘oude’ Magnumfotografen
onder aanvoering van Cartier-Bresson , de meester
van het beslissende moment. Larrain zit dicht op zijn
onderwerp, daar waar een andere fotograaf afdrukt,
lijkt hij nog een of enkele stappen voorwaarts te maken.
Op de expositie hangen ook de foto’s die hij in Londen
en Parijs maakte als scherp observator en met een eigen
kijk vanuit een niet Europese culturele achtergrond.
Wellicht vond ik het werk daarom zo interessant of was
het toch het prachtige zwart-wit dat me beroerde.
Een heel andere ervaring had ik in de acht grote
zalen van het Parc des Ateliers waar het werk
van Wolfgang Tillmans [1968 Remscheid] de
wanden sierde. Heel vaak hele grote afdrukken
tot wel 2 meter breed, maar soms ook een kleine
afdrukje waar je met je neus bovenop moet om
te zien wat er op staat. Tillmans heeft de gave om
te verwarren zonder vervelend te zijn. Een meer
dan levensgrote foto van een ui hangt naast een
beeld van een opgepoetste koplamp van een grote
en waarschijnlijk dure auto en vervolgens een
foto van een groen vlak van 2 x 2 meter waarin
bij secure beschouwing hele fijne kleurnuances en
pietepeuterige streepjes te herkennen zijn. De foto’s
lijken simpel en objectief en ook heel persoonlijk
gekozen. Juist door de verschillen in beelden
ontstaat er verwarring. Maar ook spanning en
uitdaging om ‘in gesprek’ te gaan met het werk. Hij
lijkt te zeggen, ‘kijk dit is mijn wereld, dit is voor
mij belangrijk en zo kijk ik er naar’, en lijkt aan
anderen de vraag te stellen of dit ook hun wereld
is. Je moet beschouwend en met je kunstzinnige
bril naar het werk van Tillmans kijken en je soms
maar mee laten voeren door het onbegrijpelijke in
zijn kunst.

TILLMANS HEEFT MIJ VERWARD ZONDER VERVELEND TE ZIJN

173
In hetzelfde Parc des Ateliers liggen in een massale loods honderden fotoboeken die tussen mei 2012 en juni 2013
over de gehele wereld zijn uitgegeven. Ik heb wel even door een aantal boeken gekeken maar meer dan snuffelen
kon je dat niet noemen. De hoeveelheid exposities in acht genomen kon mijn hoofd een dergelijke hoeveelheid
beeldmateriaal er niet bij hebben. Dat moet anders geweest zijn voor de professionals uit de boekenbranche die in
de openingsweek het beste boek moesten
nomineren. Op de slotavond kwam
Antoine d’Agata [1961 Marseille] met
zijn boek ‘Anticorps’ als winnaar uit de
bus. In het boek toont hij het nachtleven
in heftige beelden. Niet zozeer wordt
de rock en roll vertolkt als wel de sex
en de drugs, de zelfkant van het leven.
Deze Magnumfotograaf had van mei tot
september 2012 met dat werk nog een
grote en indrukwekkende expositie in het
Haags Fotomuseum.

nieuwe boeken foto peter van tuijl

In de openingsweek reizen nogal wat


fotografen naar Arles af ‘met hun portfolio
onder de arm voor de grote doorbraak’.
Galeriehouders, uitgevers en curatoren
schuiven dagelijks aan lange tafels in de
Salle des Fêtes aan om het meegebrachte
werk van de fotografen te beoordelen.
Het gaat er serieus aan toe ondanks dat
ik bij mijn bezoek een fotograaf aantref
die ter elfder uren zijn portfolio snel nog
van volgorde gaat veranderen. Ik herken
de knagende onzekerheid als het gaat om
het samenstellen van een representatieve
serie. Mogelijk zie ik u in 2014 in Arles,
met of zonder portfolio onder uw arm.
Het is er de moeite waard, Arles is dan
een speeltuin voor fotografen. Arles is
dan ter lering en vermaak, ter inspiratie
en voor de ontmoeting!
portfolio voorleggen foto peter van tuijl

[tekst Peter van Tuijl]

[Dit artikel is eerder in enigszins verkorte vorm in november 2013 in het blad FOTOgrafie gepubliceerd]
VERDER KIJKEN

Gregor Podgorski [expositie Moeder en dochter] http://www.gregor-podgorski.com/


Erik Kessels http://www.kesselskramerpublishing.com/
Pieter Hugo http://www.pieterhugo.com/
Raphaël Dallaporta http://www.raphaeldallaporta.com/
Patrick Tourneboeuf http://tendancefloue.net/patricktourneboeuf/series/trace/
Arno Rafael Minkkinnen http://www.arno-rafael-minkkinen.com
Barry Friedman http://www.barryfriedmanltd.com
Gilbert Garcin http://www.gilbert-garcin.com/
Vivian Sassen http://www.vivianesassen.com
Guy Bourdin http://www.guybourdin.org/
Hiroshi Sugimoto http://www.sugimotohiroshi.com/
John Stezaker http://www.petzel.com/artists/john-stezaker
Alfredo Jaar http://www.alfredojaar.net/
Robin Hammond http://www.robinhammond.co.uk/.
Gordon Parks http://www.gordonparksfoundation.org/
Wolfgang Tillmans http://tillmans.co.uk/
Christina de Middel http://www.lademiddel.com/eng/ldmeng.html

Antoine d’Agata http://www.magnumphotos.com/Archive/C.aspx?VP=XSpecific_


MAG.PhotographerDetail_VPage&pid=2K7O3R14QKXR&nm=Antoine%20
D’Agata

Filmpje over de expositie van Antoine d’Agata in het Fotomuseum in Den Haag
http://www.youtube.com/watch?v=PNxDBn0Fh_A

Sergio Larrain http://www.magnumphotos.com/C.aspx?VP=XSpecific_MAG.


PhotographerDetail_Page&pid=2K7O3R134343&nm=Sergio%20Larrain

Harry Gruyaert http://www.magnumphotos.com/C.


aspx?VP3=CMS3&VF=MAGO31_10_VForm&ERID=24KL53Z2PM

website van het fotofestival http://www.rencontres-arles.com/

175
het verhaal van
het kind, de vader
en de moeder

de leugen door
de ogen van de
fotograaf
177
179
IN DE ETALAGE
het aquarium van salou
181
183
185
187
189
191
HET GELE GEVAARTE
In mijn boek ‘het eigen gezicht’ [bulrb.com 2011] schreef ik het essay
“HET GELE SLIPJE”. Gegeven het feit dat veel foto’s uit Salou te doen
hebben met slipgevaar hier nog maar eens de tekst met daarna nog
wat ILOVESALOU foto’s.

Nog niet zo lang geleden schreef ik enkele ideeën/ensceneringen


in mijn notitieboekje over een geel slipje. Vraag me niet waarom,
enscenering is niet zo mijn ding, maar misschien had ik alleen maar
een hitsige bui. Het ging bijna als vanzelf, maar ja meer dan enkele
fantasiekrabbels waren het dan ook niet. Nu bij het maken van dit
boek moest ik er weer aan denken, ja juist bij deze foto. Alhoewel er
van hitsigheid in deze foto natuurlijk geen enkele sprake is. Eerder
verwijst de foto naar een stil moment, rustig even een boek erbij, weg
van de hectiek.

Nou toch maar even het notitieboekje met de geënsceneerde foto’s.


Zoals de foto van het gele slipje aan een waslijn. Maar al snel werd
dit beeld vervangen door de foto met twee slipjes aan een waslijn,
zusterlijk naast elkaar. Althans, als je in zo’n geval over zusterlijk kunt
spreken. Later kwam daar nog een forse witte mannenonderbroek bij,
hangend tussen de twee gele slipjes. Voor het contrast, zullen we maar
zeggen.
De volgende kriebel betrof de foto van het pashokje met het gele slipje
achteloos op de grond gegooid. Daarnaast het meisje in de zwarte
minirok en rode schoenen voor de passpiegel, de benen bevallig
enigszins gebogen.

Ook het gele slipje, gelegen aan de kant van het bospad. Maar ook liet
ik me verleiden tot het denkbeeldige beeld van een gang in een hotel
met voor elke deur een geel slipje liggend voor de deur. De meeste
deuren van hotelkamers hebben geen klinken meer. Die hebben plaats
gemaakt voor de elektronische gleuf. Aan of in elektronische gleuven
kun je geen slipje hangen, ongeacht de kleur.

Ik fantaseerde ook over een man met een geel slipje, neen niet in een
gele mannenonderbroek maar in zo’n nauw zittend geel damesslipje,
te klein voor het mannelijk geslacht. Damesslipjes zijn daar niet voor
geschapen. En laatst zag ik haar lopen, met uit haar handtas het laatste
stukje van het gele slipje. Althans, ik denk dat het een geel slipje was,
in ieder geval was het wat geels. Misschien was het toch wel gewoon
een zakdoekje en was mijn waarneming vertekend door mijn vieze
zonnebril of de op die dag genuttigde hete pepers .

Laatst zag ik een hondje likken aan iets geels wat op de grond lag. Ik
durfde niet te kijken, bang als ik was dat het toch niet die gele zakdoek
zou zijn. En dan die mevrouw met haar Zeemantasje. Ik ontwaardde
daarin iets geels maar had niet de moed om verder te kijken.

In mijn notitieboekje schrijf ik soms ook over foto’s die ik gemaakt


heb. Soms zijn ze als vanzelf ontstaan, zijn ze gemaakt zonder dat ik er
erg in had. Heeft de camera de foto al gemaakt nog voordat ik goed en
wel kon reageren. De camera is me eigenlijk voor en is een beetje de
baas over mij. Dan schrijf ik in mijn boekje om te verklaren wat mijn
camera heeft gezien, waarom mijn camera mogelijk de foto genomen
heeft. Maar in een enkel geval, soms, lijkt het wel of de camera toch
een beetje doet waarvan ik droom, waarover ik fantaseer. Misschien
leest mijn camera ook wel mijn notitieboekje. Dat moet haast ook het
geval zijn geweest bij deze dame in de gele bikini. Een boek lezend met
haar voeten bungelend in het blauwe water dat zo mooi contrasteert
met haar gele slipje. En klik, de camera had de foto al gemaakt, nog
voordat ik scherpgesteld had.
193
195
197
199
201
203
205
207
209
211
213
215
217
219
221
223
225
227
229
231
233
235
237
239
241
© ulft 2014
Als u materiaal uit deze beeldspraak wilt gebruiken dan moet u mij eerst
toestemming daarvoor vragen via de mail.

www.fotopetervantuijl.nl
info@fotopetervantuijl.nl
243

You might also like