You are on page 1of 2

KORTE ME DE DEELING IN ZAKE HET

SEMBIRINGSCHE DOODENPEEST.
(Zie Tydschr. Bat. Genootsch. Dl. XLV, bl. 641-567)

M. J O U S T R A.

Op een bijeenkomst in het gebouw, afdeeling Volkenkunde,


van het Koloniaal Instituut in Januari van dit jaar, had schrijver
dezes het genoegen eenige nadere mededeelingen te doen omtrent
het p e k o e a l o e h der Sembiringsche stammen (Karo-Bataks).
In verband met het opstel van prof. dr. Ph. S. van Ronkel in
de «Bijdragen K. I.» Dl. 74, bl. 263—267 over Drawidische
volksnamen op Sumatra lijkt het wenschelijk die pa^r gegevens
vast te leggen.
Allereerst iets over den naam van dit feest. Mijn vriend, zen-
deling Neumann van Sibolangit, heeft eens terloops de opmerking
gemaakt, dat p e k o e a l o e h niets anders zou beteekcnen dan:
'naar de rivier (het water) brengen». Dit is inderdaad juist gezien.
Immers, de overlevering der Sembiring aangaande den oorsprong
van dit gebruik wijst eenstemmig naar Atjèh. Nu is in het Atjèhsch
aloeé, rivier. Dit woord is etymologisch = aloer (in het Gajösch
aroel). Ook de Karo's kennen a l o e r thans nog in den vorm
n g a l o e r en in de uitdrukking si n gal o er = het stroomgebied
van (letterlijk wat stroomt naar). Ware de naam van het
feest ter plaatse (in de Karolanden) ontstaan, dan zou deze
moeten zijn p e k o e a l o e r , welk woord bestaat uit het praefix
p e - (vormer o.a. van causatieve werkwoorden) -f- het voorzetsel
koe = naar, en het substantief aloer. De Karo's hebben evenwel
blijkbaar dit substantief uit een Atjèhsch-sprekenden mond op-
gevangen. Zij hoorden achter a l o e nog een klank (de ë ter
vervanging van de r), dien zij aan het eind van een woord niet
kennen en toch wilden weergeven. Daartoe namen zij de toevlucht
tot de hun taal bijzonder eigene wisarga (h).

Downloaded from Brill.com05/25/2020 03:52:05PM


via free access
IIET SIMBIKINCSCIIE DOODEN FEEST. 619

Mijn tweede mededeeling gold den aard van het feest. Toen
eenmaal mijn aandacht op Atjèh was gevestigd, kwam het mij,
in verband ook met wat ik gelezen had over de viering der
Hasan-Hoesain-feesten elders op Sumatra, hoogst waarschijnlijk
voor, dat het p e k o e a l o e h , althans gedeeltelijk, een haast
onkenbaar geworden verbastering is van deze, immers ook uit
Voor-Indië stammende, heterodoxe Mohammedaansche feesten.
Te meer trof mij daarom het feit, dat Van Ronkel in boven-
genoemd opstel dezelfde opmerking maakte, geheel onafhankelijk
van mijne, hem niet bekende mededeeling.
Door deze feiten is eens te meer bewezen, dat het Sembiringsche
element onder de Karo's t" uit de Drawidische landen van
Voor-Indië afkomstig is, 2" hun weg van daar naar het Karoland
is gegaan via Atjèli.

Downloaded from Brill.com05/25/2020 03:52:05PM


via free access

You might also like