De motor bestaat uit twee delen: een rotorend deel (Stator) en een vast deel (Stator).(Figuur 1).

De
stator bestaat uit strak gewikkelde draadspoelen die in de motorbehuizing zijn aangebracht. Het
anker is een andere groep spoelen die rond een centrale as zijn gewikkeld.

De "borstels", dit zijn veerbelaste contacten, drukken tegen een verlengstuk van het anker, de
commutator. De commutator verzamelt alle uiteinden van de ankerspoelen en verdeelt ze in een
cirkelvormig patroon om de juiste stroomvolgorde mogelijk te maken. De commutator roteert met
het anker mee en zorgt via de borstels voor de verbinding met de veldspoelen

Het anker en het veld zijn in serie geschakeld en de hele motor wordt "serieopgewonden" genoemd.