Professional Documents
Culture Documents
Versie: 1.0
Type: Algemeen voorschrift
Geldig vanaf: 8/02/2019
Pagina: 1/36
Laboratorium
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 2/36
Inhoudsopgave
1 Definities en afkortingen ................................................................................................................ 5
2 Algemeen ........................................................................................................................................ 5
3 Toepassingsgebied.......................................................................................................................... 5
4 Pre-analytische variabelen ............................................................................................................. 6
4.1 Fysiologische variabelen .......................................................................................................... 6
4.2 Variabelen in voorbereiding van de patiënt............................................................................ 6
4.2.1 Nuchtere patiënt ............................................................................................................. 6
4.2.2 Fysieke inspanningen ...................................................................................................... 7
4.3 Variabelen in bloedafname ..................................................................................................... 7
4.3.1 Selectie correcte afnametubes........................................................................................ 7
4.3.2 Naalddikte ....................................................................................................................... 9
4.3.3 Te vermijden prikplaatsen ............................................................................................... 9
4.3.4 Pompen met de vuist .................................................................................................... 10
4.3.5 Tijdstip van afname ....................................................................................................... 11
4.3.6 Houding van de patiënt ................................................................................................. 12
4.3.7 Aanbrengen van de stuwband....................................................................................... 12
4.3.8 Afnamevolgorde en gebruik tubes ................................................................................ 13
4.3.9 De vulling van de bloedtubes ........................................................................................ 15
4.3.10 Correct opmengen van de tubes ................................................................................... 16
4.4 Endogene en exogene interferenties en gerelateerde variabelen....................................... 16
4.4.1 Endogene interferenties ................................................................................................ 16
4.4.2 Exogene interferenties .................................................................................................. 17
5 Organisatie van de bloedafnames ................................................................................................ 17
5.1 Gehospitaliseerde patiënten ................................................................................................. 17
5.2 Ambulante patiënten ............................................................................................................ 17
6 Het aanvraagformulier ................................................................................................................. 17
7 Benodigdheden............................................................................................................................. 18
8 Werkwijze ..................................................................................................................................... 18
8.1 Voor de staalafname ............................................................................................................. 18
8.1.1 Identificatie van de patiënt ........................................................................................... 19
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 3/36
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 4/36
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 5/36
1 Definities en afkortingen
VACUETTE®: de commerciële naam van de familie bloedafnameproducten met een vacuümsysteem
(naalden, afnamesystemen voor vacuüm afnamebuizen,…) van de firma Greiner Bio-One International
GmbH.
2 Algemeen
Een bloedafname is een verpleegtechnische handeling (B2) die wordt uitgevoerd op aanvraag van een
arts (en dus met voorschrift) en maakt deel uit van de lijst van technische verpleegkundige handelingen
in het K.B. van 18 juni 1990.
Het correct uitvoeren van een bloedafname kan leiden tot een betere behandeling van de patiënt door
ervoor te zorgen dat de resultaten een zo representatief mogelijk beeld van de toestand van de
patiënt weergeven.
De uitslagen die bekomen worden na onderzoeken van het bloed kunnen een belangrijke hulp
betekenen bij:
Het stellen van een diagnose
Het instellen van een therapie
Het evalueren en controleren van de evolutie van een ingestelde behandeling
Het evalueren en controleren van het verloop van een aandoening [1]
3 Toepassingsgebied
Deze procedure beschrijft de bloedafname door veneuze punctie met een gesloten systeem bij
volwassenen.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 6/36
4 Pre-analytische variabelen
Pre-analytische variabelen kunnen onderverdeeld worden in 4 categorieën: fysiologische, variabelen
in voorbereiding van de patiënt, variabelen door staalafname en invloed van interfererende stoffen.
[2]
Sommige van deze variabelen zijn gedeeltelijk controleerbaar, bijvoorbeeld door het gebruik van
specifieke referentie-intervallen in functie van geslacht en leeftijd.
Een belangrijk deel van deze variabelen is echter niet controleerbaar door het laboratorium. Enkele
voorbeelden:
Een meer uitgebreid overzicht van een aantal belangrijke biologische variabelen kunnen
teruggevonden worden onder hoofdstuk Appendix B.
De consumptie van water is wel toegelaten tijdens de vastenperiode, maar de patiënt moet zich wel
gedurende 24u onthouden van alcoholinname. De ochtend van de bloedafname moet de patiënt zich
onthouden van cafeïne-houdende dranken (koffie, energiedranken en thee), van het roken van
sigaretten en van het gebruik van kauwgom. [4]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 7/36
V Violet EDTA
R Rood Serum
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 8/36
B Blauw Citraat
G Grijs Na-Fluoride
H Heparine Heparine
Analysespecifieke richtlijnen, alsook de af te nemen tubes, vind je ook terug in de labogids. In deze
gids kunnen ook de analyses teruggevonden worden die niet op het aanvraagformulier staan; en dit
onder Analyses waar alfabetisch, per categorie of via de zoekfunctie kan opgezocht worden.
Een snelkoppeling naar de labogids is terug te vinden op de startpagina van het Intranet onder
Favoriete links, alsook op de departement site van het laboratorium onder Dienstspecifieke links.
Bij eventuele vragen helpt een labomedewerker je graag verder! ☏ (050 53)4750
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 9/36
scheikundige testen. Ook voor citraat-, fluoride- en EDTA-afnames is een buis van 5 ml voldoende voor
alle routine testen. Zijn er echter speciale testen aangevraagd of heel veel testen aangevraagd dan is
het raadzaam om de labogids te consulteren of het labo te contacteren (☏ (050 53)4750) en indien
nodig meerdere tubes af te nemen.
Glucose dagcurves kunnen in Na-fluoride buisjes afgenomen worden, één staaltje per tijdsindicatie.
Noteer het uur van afname op de tube en op de aanvraag.
Bij patiënten die een bloedtransfusie moeten ondergaan (en waarvan de bloedgroep niet gekend is in
het labo) zijn er 2 onafhankelijke uitgevoerde bloedafnames (EDTA-tube) noodzakelijk (uitgevoerd op
verschillende tijdstippen en door verschillende verpleegkundigen).
4.3.2 Naalddikte
Naalden met verschillende diameter en lengte zijn beschikbaar voor veneuze bloedafname. De
diameter van de naalden wordt uitgedrukt in Gauge (G). Hoe groter het Gauge (G)-getal, hoe fijner de
naald.
Voor veneuze bloedafname worden meestal naalden gebruikt met een diameter tussen 19 en 25 G.
De 21 G naald wordt bij voorkeur gebruikt voor veneuze bloedafname bij volwassenen. Hoe dikker de
naald, hoe sneller het bloed stroomt (en hoe korter de duur van de bloedafname). Hoe dunner de
naald, hoe trager het bloed stroomt en hoe groter de drukgradiënt tussen buis en bloedvat met als
gevolg meer kans op pre-analytische problemen (voornamelijk hemolyse).
De naald waarmee de bloedafname wordt uitgevoerd wordt gekozen aan de hand van de
eigenschappen van de aan te prikken vene en de hoeveelheid af te nemen bloed. De ligging, het
verloop en de aard van de aan te prikken vene worden hierbij in acht genomen. Algemeen geldt hoe
dunner de vene, hoe dunner de naald. Voor kinderen worden kleine naalden gebruikt. Naalden die te
smal zijn vergroten de kans op hemolyse. Naalden die te groot zijn kunnen hematomen veroorzaken.
Bij de juiste keuze van de naald wordt het risico op collaberen van de vene voorkomen. Naalden
worden onder een hoek van maximaal 30 graden of minder in de huid gebracht.
Het gebruik van vleugelnaalden wordt vaak ontraden op basis van hogere kosten, onvolledige vulling
van de eerste afnamebuis en een verhoogd risico op prikaccidenten (vleugelnaalden met
veiligheidsmechanisme minimaliseert het risico) en hemolyse van het monster. Echter, gebruik van
vleugelnaalden is vaak de enige mogelijkheid om bloed af te nemen bij pediatrische patiënten, bij
patiënten met fragiele en dubbele venen en bij patiënten met grote angst voor naalden. [5]
Gebruik van vleugelnaalden wordt ook aangeraden bij afnames uit de handrug en bij afname van
hemoculturen.
Arm met aanwezigheid van Het mengen van infusievloeistof met bloed maakt de afname
infuus waardeloos. In uiterste nood kan men bloed afnemen uit de
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 10/36
In de buurt van of in een Hematomen zijn pijnlijk. Mogelijke pre-analytische bron van
hematoom foutieve resultaten (hemolyse). Indien nodig: prik distaal van een
hematoom.
Uit een arm met een De dialyseshunt wordt voorbehouden voor de dialyse: complicaties
dialyseshunt (zeker niet uit ten gevolge van een venepunctie zouden kunnen leiden tot het
de shunt zelf) verlies van de shunt met alle gevolgen van dien. Bovendien, gezien
de hoge bloedflow in het veneus bed is er een hogere kans op
hemolyse.
Verlamde of ongevoelige Patiënten kunnen mogelijk minder pijn voelen en daardoor geen
delen aandacht hebben voor mogelijke complicaties. Soms ook minder
perfusie.
Arm aan de zijde van een Eventuele lymfestase kan een pre-analytische fout veroorzaken. Bij
borstamputatie (met het verwijderen van oksellymfenodi zou er een hoger risico op
verwijderen mogelijke systemische gevolgen (vb. sepsis) t.g.v. een lokale
oksellymfenodi) complicatie van een venepunctie kunnen zijn.
[6]
Bijmenging van infuusvloeistof is één van de belangrijkste pre-analytische fouten. Afname van bloed
vanuit een arm met b.v. een glucose 5% infuus zal een pseudo hyperglycemie geven met dilutie van
alle andere parameters. Wanneer de dilutie niet uitgesproken is (en je dus niet de fysiologisch
onmogelijke waarden ziet) kan de foutieve afname onopgemerkt blijven met alle mogelijke gevolgen
van dien voor de patiënt.
Voortdurend knijpen of herhaaldelijk pompen met de vuist na aanbrengen van de stuwband kan een
stijging van de kalium concentratie veroorzaken van 1 tot 2 mmol/L (referentiewaarden voor kalium
zijn 3.5 - 5.1 mmol/L). [2] Hierdoor kan een lage kaliumwaarde onopgemerkt blijven door een valse
stijging (een hypokaliëmie van 2.8 wordt een normale waarde van 3.8), of kan een normale
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 11/36
kaliumwaarde vals opgetrokken worden tot een gestegen waarde (bv. van 5.0 tot een hyperkaliëmie
van 6.3). Uiteraard kan dit nadelige gevolgen hebben voor de patiënt.
[7]
Sommige analyses vereisen afname op een specifiek tijdstip (curves, stimulatietesten, dal- en
piekwaarden van medicatie, …): raadpleeg de labogids voor specifieke informatie.
Voor de opvolging van sommige medicijnen kan de bepaling van de piekwaarde (hoogste concentratie)
ook noodzakelijk zijn. De timing van deze afname is afhankelijk van de wijze van toediening
(intramusculair, intraveneus of oraal) en van het soort medicijn. [2]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 12/36
Om vergelijkbare resultaten te bekomen bij de patiënt wordt het bloed dan ook bij voorkeur steeds in
dezelfde houding afgenomen. Voor gehospitaliseerde patiënten is dit vaak een liggende houding, voor
ambulante patiënten een zittende houding (idealiter en indien mogelijk gedurende een kwartier
voorafgaand aan de bloedafname, vb. in de wachtzaal). [4]
Dit fenomeen is nog meer uitgesproken bij patiënten met oedemen. [6]
Tegelijkertijd zal de stuwband hemoconcentratie (vnl. van grotere elementen: cellen, bepaalde
eiwitten en eiwitgebonden moleculen) veroorzaken. Dit kan een mogelijke pre-analytische fout
worden. Dit effect treedt al op na 1 minuut. Probeer dus de stuwband niet langer dan nodig aan te
leggen. Bij het zoeken naar een geschikte vene mag de stuwband natuurlijk langer aanblijven op
voorwaarde dat deze nadien wordt losgemaakt en dat er minimum 2 minuten wordt gewacht om te
prikken. [6]
De stuwband moet losgemaakt worden van zodra er bloed begint te stromen in de eerste afnamebuis.
Fenomeen van stase met efflux (uitstroom) van water vanuit het bloedvat naar het
interstitium. Elementen met een laag moleculair gewicht diffuseren mee met het water terwijl
componenten met een hoog moleculair gewicht en cellen concentreren in het bloedvat. [9]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 13/36
Stijging Daling
Tussen 6% en 12% Tot 4%
ALT (GPT) Glucose
CK WBC
Bilirubine Ureum
LDH Creatinine
Albumine
GGT
Alkalische Fosfatase
Totaal Eiwit
Cholesterol
Triglyceriden
AST (GOT)
Wijzigingen in concentratie kunnen zelfs voorvallen bij korte
veneuze stase
[10]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 14/36
Wanneer de citraattube als eerste of als enigste tube moet afgenomen worden:
Moet er geen ‘dummy’ tube afgenomen worden bij gebruik van een gewone naald en bij aanvraag
van routinetesten (PT, APTT [11], fibrinogeen en D-dimeren [12]).
Moet er wel een ‘dummy’ tube afgenomen worden:
o bij gebruik van een vleugelnaald (de lucht in de tubing zorgt namelijk voor ondervulling
van de citraattube)
o bij aanvraag van speciale stollingstesten (b.v. Factor VIII dosage)
Paars EDTA (Ethyleen Deze buis wordt o.a. gebruikt ter evaluatie van de
Diamine Tetra cellulaire elementen in het bloed: telling, morfologie
Acetaat) van rode bloedcellen, witte bloedcellen en
bloedplaatjes; alsook voor het kruisen van bloed en
bepaling van de bloedgroep.
Controleer de vervaldatum van de tubes! Eens de tubes vervallen zijn kunnen er problemen optreden
met de vulling door een verminderd vacuüm.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 15/36
Een te hoge EDTA concentratie in het monster heeft effect op diverse bepalingen waaronder
erytrocyten indices (o.a. MCV), terwijl geen effect van ondervulling is gevonden op bloedbeeld,
leukocyten differentiatie en reticulocyten telling. [5]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 16/36
Bij aanwezigheid van hemolyse (onderscheid tussen zwakke hemolyse, hemolyse en sterke hemolyse)
en bij sterk lipemische of icterische stalen verschijnt er een commentaar bovenaan het protocol ter
verwittiging van de aanvrager:
Voor hemolyse:
o ZWAK HEMOLYTISCH staal !!!
o HEMOLYTISCH staal !!! Geeft vals verhoogde waarden voor : K+, LDH, GOT en TP.
o STERK HEMOLYTISCH staal !!! Geeft vals verhoogde waarden voor : K+, LDH, GOT en TP.
Voor icterische stalen:
o ICTERISCH staal !!!
Voor lipemische stalen:
o LIPEMISCH staal !!!
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 17/36
Geneesmiddelen, zowel diagnostisch als therapeutisch toegediend aan de patiënt, kunnen belangrijke
effecten hebben op laboratoriumanalyses. Het aantal mogelijke interferenties is zeer uitgebreid.
Enkele voorbeelden, die echter niet met elke analysemethode optreden, zijn fout-verhoogde
creatinineresultaten bij gebruik van bepaalde cefalosporinen, fout-verlaagde digoxineconcentraties
door spironolacton, fout-verhoogd calcium door bepaalde contrastmedia, fout-verhoogd totaal eiwit
bij gebruik van plasmaexpanders (dextranen).
Spijtig genoeg zijn er naast de vele routinematig opspoorbare en dus in meer of mindere mate
controleerbare interferenties, ook interferenties die moeilijk tot niet opspoorbaar zijn door het
laboratorium. Zie Appendix C voor een beperkt overzicht. [3]
6 Het aanvraagformulier
Voorschriften voor bloedafnames kunnen op 2 manieren gebeuren:
Schriftelijk via een aanvraagformulier voor bloedonderzoek ingevuld door en voorzien van de
stempel en handtekening van de aanvragende geneesheer.
Digitaal via order entry.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 18/36
Volgende administratieve gegevens moeten vermeld worden op het aanvraagformulier voor een
veneuze bloedafname:
Identificatie patiënt: naam, voornaam, geboortedatum, geslacht, adres (mutualiteitsgegevens
optioneel maar gewenst)
Identificatie aanvragende arts: naam, voornaam, RIZIV-nummer, adres en handtekening
Aanvraagdatum, afnamedatum en –tijd + ‘Afname door’ aan de hand van initialen van diegene die
de bloedafname uitvoert
Klinische inlichtingen (wettelijk verplicht bij diagnoseregel)
Vul, indien nodig, de ontbrekende gegevens aan: de juistheid van de administratieve gegevens is de
verantwoordelijkheid van de persoon die de bloedafname verricht.
7 Benodigdheden
Handalcohol
Meerdere naalden voor bloedafname met verschillende diameter en vleugelnaaldjes
Bloedtubes (controleer de vervaldatum!)
Knelband
Alcohol 70% oplossing
Niet-steriele deppers
Kleefpleister - snelverband
Naaldhouder of adaptor
Handschoenen (niet steriel)
Naaldcontainer
Hersluitbare en lekvrije labozakjes
Recipiënt voor vuil materiaal
Bedbescherming (gehospitaliseerde patiënten)
8 Werkwijze
8.1 Voor de staalafname
Een empatische en zelfzekere communicatie met de patiënt tijdens de bloedafname is belangrijk:
Stel jezelf kort voor en leg uit wat je functie is.
Leg de patiënt uit wat je gaat doen, waarom en wat er van hem/haar verwacht wordt nadat je de
patiënt op een correcte manier geïdentificeerd hebt (zie verder). Handel op een zelfzekere en
kalme manier om de patiënt gerust te stellen en om professionaliteit en competentie uit te stralen.
Ga na of de patiënt akkoord is met de bloedafname. Bij weerstand nooit een bloedafname
uitvoeren.
Ga na of de patiënt nog vragen heeft over de afname. De patiënt kan je soms nuttige informatie
geven over welke vene het best aanprikbaar is.
Wanneer de patiënt aangeeft dat hij/zij bang is of reeds negatieve ervaringen gehad heeft bij
eerdere bloedafnames, extra aandachtig zijn voor het risico op syncope. Prik deze patiënten bij
voorkeur in een liggende houding om verwondingen bij flauwvallen te vermijden.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 19/36
Alle patiënten moeten geïdentificeerd worden via positieve patiëntidentificatie en aan de hand van
minstens 2 identificatiegegevens (naam + voornaam en geboortedatum). Stel de volgende, open
vragen aan de patiënt: ‘Wat is uw naam?’ en ‘Wat is uw geboortedatum’. (Foute manier van
identificatie: ‘Is uw naam Janssen Jan?’ en ‘Is uw geboortedatum 1 januari 2000?’.)
Wanneer de bloedtubes voorafgaand aan de staalafname gelabeld worden dan moet de identiteit van
de patiënt getoetst worden aan de gegevens op de labels en op de aanvraag. Wanneer er een
discordantie is moet de staalafname uitgesteld worden totdat het identificatieprobleem is opgelost.
[4]
Identificatiefouten zijn niet zeldzaam (0.1 tot 1% binnen het laboratorium); worden onder
gerapporteerd (de meeste fouten worden niet gedetecteerd); zijn een groot probleem binnen de
gezondheidszorg en hebben potentieel nadelige gevolgen voor de patiënt.
Daarom: Zero Tolerance! Elk potentieel verkeerd gelabeld of geïdentificeerd staal moet en zal
geweigerd worden.
De mogelijke gevolgen van een verkeerd gelabeld bloedstaal zijn onder meer:
een verkeerde diagnose
mogelijks verkeerde transfusie
ongemak bij de patiënt bij het verkrijgen van een nieuw bloedstaal
vertragingen in de behandeling
een slechte benutting van dure middelen [13]
Is de patiënt niet nuchter dan moet dit aangegeven worden op het aanvraagformulier.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 20/36
Het tijdstip voor afname voor therapeutische drugmonitoring is afhankelijk van het medicijn en het
doel van de analyse (optimalisatie van de medicatiedosering, monitoring van de therapietrouw,
intoxicatie, …). De aanbevelingen van de behandelende arts moeten hier gevolgd worden.
Ook voor parameters die onderhevig zijn aan circadiaanse variatie moeten de richtlijnen van
behandelende arts gevolgd worden. [4]
Alle benodigdheden moeten in voldoende hoeveelheden aanwezig zijn, en binnen het bereik van de
uitvoerder van de afname. De tubes moeten volgens de voorschriften van de fabrikant bewaard
worden en mogen niet meer gebruikt worden na de vervaldatum (verlies van vacuüm met kans op
ondervulling van de tubes). [4]
De bloedstalen worden na verwerking in het labo voorzien van nog een extra barcodelabel. Wanneer
de staallabels niet op een correcte manier aangebracht zijn, zorgt dit voor problemen bij het
etiketteren in het labo.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 21/36
De linker tube is correct gelabeld. Het etiket is mooi gekleefd en het vulvolume van de tube is duidelijk
zichtbaar. Alle overige tubes zijn fout gelabeld, hetgeen veel extra werk met zich meebrengt voor het
labo.
De labels, die door praktische redenen te groot zijn (labelprinters kunnen maar 1 formaat afdrukken),
zijn voorzien van een lijn. Wanneer men de labels met behulp van deze lijn inkort bekomt men een
perfect formaat om de tubes te labelen.
8.2 Staalafname
8.2.1 Handschoenen aandoen
Het dragen van handschoenen wordt aanbevolen. Voorafgaand en na gebruik wordt handhygiëne
toegepast (handschoenen vervangen het ontsmetten niet!).
Bij het gebruik van een gesloten systeem met vacuümbuizen is er weinig kans op direct contact met
bloed. Toch wordt het gebruik van handschoenen aanbevolen voor de volgende redenen:
Bij het nadrukken van de afnameplaats kan er rechtstreeks contact zijn met bloed. Men kan vragen
aan de patiënt om dit zelf te doen, maar niet elk patiënt is daartoe in staat.
In het kader van prikaccidenten treden handschoenen op als een eerste barrière of bescherming
ter minimalisering van de hoeveelheid bloed die mogelijks kan overgedragen worden tijdens een
prikaccident. [4]
Bij gebruik van een vleugelnaald met veiligheidsmechanisme is er een reëel risico op bloedspatten.
Daarom moet men steeds handschoenen dragen bij gebruik van een vleugelnaald. [14]
Bij afname van hemoculturen is het risico op contaminatie kleiner bij gebruik van handschoenen.
[4]
Bij open wondjes aan de handen of huidbeschadigingen moeten deze afgedekt met een niet vocht
doorlatende pleister. Naast niet vocht doorlatende pleisters wordt het ook aangeraden om
handschoenen te dragen.
Bij bloedafnames bij patiënten geïnfecteerd met Multi Resistente Kiemen (MRK) of met
besmettelijke ziekten is het dragen van handschoenen verplicht indien vastgelegd in de procedure.
(Procedures terug te vinden op de departementssite van InfectiePreventiebeheersing.)
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 22/36
Maak er de patiënt attent op om niet de vuist te klemmen of te pompen met de vuist wanneer er een
stuwband aangebracht is!
Herbruikbare stuwbanden zijn een mogelijke bron van multi resistente kiemen en moeten regelmatig
ontsmet worden met Incidin Foam en regelmatig vervangen worden wanneer sterk bevuild of defect.
Als de elleboogplooien van beide armen niet geschikt worden bevonden, zal er gezocht worden naar
een geschikte prikplaats op (in deze volgorde):
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 23/36
4. bovenzijde van de voeten, de enkels, de onderbenen (hierbij de benen uit bed laten hangen)
Indien men nog steeds geen succes heeft, kan men overgaan tot een capillaire bloedafname
(kwalitatief minder) of het aanprikken van een diepe vene (bv. V. Femoralis; meer risicovol). Het
aanprikken van diepe venen wordt hier niet behandeld.
Een goed te prikken vene voelt soepel aan en is indrukbaar in tegenstelling tot een pees.
Beter een goed te palperen vene prikken die minder goed te zien is dan een goed zichtbare vene die
minder goed te palperen is! [6]
Sommige venen zijn heel goed te palperen maar niet te zien. Door te palperen kan (veel beter dan met
het oog) de elasticiteit (trombose? arterie?), de diameter en het verloop van de vene worden
ingeschat.
Voor de keuze van de arm: houd rekening met het comfort van de patiënt en van jezelf. Kies
preferentieel de arm van de niet-dominante zijde van de patiënt. Kies, zeker als je weinig ervaring hebt,
voor jezelf de best aan te prikken vene!
Hulpmiddelen:
aanleggen van een stuwband (ook garrot of tourniquet): standaard
kortstondig maken van een vuist (niet ‘pompen’): Kalium parameter is belangrijk!
lokaal gebruik op de huid van ontsmettingsalcohol en frictie in de richting van het hart
laat de arm naar beneden hangen (zwaartekracht)
tikken met de vingers op de venen, zelfs kloppen met de vingers (lichte pijnprikkel doet de vene
zwellen)
opleggen van een warme doek op de huid [6]
Verzamel geen bloed via een eerder geplaatste perifeer veneuze katheter (bij aanleggen van de
katheter mag het wel), geharde aders, arterioveneuze shunt voor hemodialyse, via een hematoom,
ontsteking of zwelling, van een arm met een vaattransplantaat, paretische armen of aan de zijde van
een mastectomie/okseltoilet. [4]
Ontsmetten in een beweging naar het hart toe geeft extra prikkeling van de vene.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 24/36
De punctieplaats mag na het ontsmetten niet meer aangeraakt worden (anders opnieuw ontsmetten).
[6]
Contaminatie van bloed door de normale huidflora tijdens een bloedafname procedure werd
aangetoond wanneer men de punctieplaats niet goed ontsmet. Een adequate ontsmetting is dan ook
van het grootste belang bij afname van bloedculturen. [4]
Breng de naald in een hoek van 5 tot 30° (afhankelijk van de diepte van de vene) aan in de vene op een
vastberaden doch voorzichtige manier, zodat ongeveer 0.5 cm van de naald in het bloedvat zit.
Houd de adapter stevig vast en steun met uw hand tegen de arm van de patiënt. Zorg ervoor dat de
vuist van de patiënt open is en niet gebald wanneer er bloed komt.
Als een vene niet kan worden gevonden, kan een lichte herpositionering van de naald (door de naald
achteruit of vooruit te bewegen) helpen om de vene te vinden.
Er zijn naalden (gewone naalden en vleugelnaalden) op de markt die een visuele check van de
bloedflow mogelijk maken. Deze naalden kunnen een hulp bieden voor onervaren personeel, bij
afname bij kinderen of bij patiënten met moeilijk aanprikbare venen. [4]
Opmerking: de patiënt weet vaak op basis van eerdere ervaringen welke vene goed aanprikbaar is.
Hemocultuurflessen steeds als eerste afnemen gezien een steriele afname absoluut vereist is. Daarna
moet de volgende volgorde gerespecteerd worden:
1. Citraatbuis (blauw)
2. Buis met stolselactivator of serumbuis (rood)
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 25/36
3. Heparinebuis (groen)
4. EDTA-buis (paars)
5. Natrium-Fluoride buis (grijs)
6. Andere buizen
Wanneer de citraatbuis of stollingsbuis als eerste of als enige buis wordt afgenomen,
en er wordt gebruik gemaakt van een gewone naald voor bloedafname, dan hoeft er geen dummy
buis afgenomen te worden.
en er wordt een vleugelnaald gebruikt, dan moet er eerste een dummy buis afgenomen worden
om ondervulling van de buis te voorkomen (er wordt eerst lucht aangezogen) met foutieve
testresultaten als gevolg.
Zorg ervoor dat de buizen volledig zijn gevuld (tot het aangegeven niveau op de buis). Ondervulling
van de buizen wordt sterk afgeraden en moet worden vermeden. [4]
8.2.8 Voorzichtig opmengen van eerste tube door deze 1 keer om te keren
Meng elke tube één maal direct nadat de tube is afgenomen. Elke vertraging kan de kwaliteit van het
monster beïnvloeden.
De dominante hand wordt bij voorkeur gebruikt om de naald en de naaldhouder op zijn plaats te
houden tijdens de hele bloedafname. Ook het veranderen van hand bij afname van extra buizen wordt
afgeraden.
Vermijd krachtig mengen van de monsters (bijvoorbeeld schudden) om schade aan de bloedcellen,
hemolyse, bloedplaatjesactivering of vorming van stolsels te voorkomen.
Om de afnametijd in te korten en het patiënten discomfort te minimaliseren mengt men bij afname
van meerdere tubes elke tube meteen na afname door 1 inversie, en mengt men na de volledige
bloedafname alle tubes nog minimum 4 keer op. [4]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 26/36
Er zijn naalden met een veiligheidsmechanisme op de markt die kunnen verschillen in de manier
waarop het mechanisme wordt geactiveerd (bv. wanneer de naald nog in de vene zit of nadat de naald
uit de vene verwijderd is). Het gebruik van deze naalden wordt aanbevolen om blootstelling van
zorgverleners en patiënten aan een besmette naald te voorkomen. [4]
Naaldcontainers moeten zich binnen een armlengte bevinden. Lopen naar een naaldencontainer is
geen acceptabele praktijk. [4]
8.2.13 Patiënt aanbevelen om lichte druk uit te oefenen en de arm niet te plooien
Patiënten moeten worden geadviseerd om voorzichtig druk uit te oefenen op de punctieplaats en om
de arm niet te buigen, om zo het risico op hematoomvorming of langdurig bloeden te minimaliseren.
Het opheffen van de arm kan nuttig zijn om het bloeden van de prikplaats te stoppen. Een zachte druk
op de punctieplaats moet worden uitgeoefend tot het bloeden is gestopt, wat meestal maximaal 2
minuten duurt voor routinematige afnames en tot 10 minuten voor patiënten die anticoagulantia
nemen. [4]
Men kan eventueel een knelband op de prikplaats aanleggen bij stollingsproblemen of wanneer de
patiënt niet zelf kan drukken.
Als slechts één buis wordt verzameld, keer hem dan 5 keer direct na de afname om.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 27/36
Na de mengprocedure moeten alle buizen vóór de verdere verwerking rechtop blijven staan.
8.3 Na de staalafname
8.3.1 Controle van de patiënt
Wees empathisch en vraag aan de patiënt hoe hij/zij zich voelt na de afname. Dit kan helpen bij het
identificeren van patiënten die risico lopen op duizeligheid of zelfs syncope.
Er zijn patiënten die bang zijn voor naalden of zich ongemakkelijk voelen als ze bloed zien. Zulke
patiënten, vooral jonge patiënten, kunnen in sommige omstandigheden zelfs syncope ervaren tijdens
of direct na de bloedafname. Syncope tijdens of na de bloedafname kan optreden als gevolg van angst
of een plotselinge verlichting van angst, wanneer een patiënt zich niet langer bedreigd voelt.
Daarom is het raadzaam om deze groep van patiënten te adviseren om 5 minuten of langer te rusten
na de afname (eventueel in de wachtkamer) en het personeel te verwittigen of om hulp te vragen
wanneer nodig. [4]
Angstige patiënten prikt men bij voorkeur ook in een liggende houding. De meeste patiënten
ondervinden echter geen last van een bloedafname en ondervinden geen angst of duizeligheid.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 28/36
Bilirubine: stalen afschermen van licht. Directe blootstelling aan zonlicht kan leiden tot 50% verlies
aan serum bilirubine in 1 uur. Blootstelling aan normaal laboratorium licht kan resulteren in een
significant verlies van serum bilirubine na 2 tot 3 uur.
Opmerking: spuiten met bloed voor bloedgasanalyse mogen nooit via de buizenpost getransporteerd
omdat het transport invloed heeft op de analyseresultaten. Ook precaire stalen zoals lumbaal vocht
en beenmergpuncties mogen niet via de buizenpost getransporteerd worden.
Wacht niet met het bezorgen van afgenomen stalen. Het blijven liggen van labostalen is een bron van
vertekende resultaten.
9 Mogelijke verwikkelingen
9.1 Hematoom
9.1.1 Te ondernemen acties
Een hematoom is te herkennen aan een zwelling en (blauwe) verkleuring van de insteekplaats of er
net boven. Als u eenmaal met een hematoom te maken heeft, moet u voorkomen dat het groter wordt:
Eerst de stuwband lossen
Dan naald eruit halen
Dan minstens 2 minuten afdrukken (gestrekte arm)
[6]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 29/36
o Trek de naald voorzichtig terug tot net onder de huid en probeer de vene opnieuw aan te
prikken; als er snel een zwelling ontstaat omdat het bloed uit de geperforeerde vene
stroomt: de stuwband direct losmaken
De naald zit naast de vene
o Palpeer met de vrije hand hoe de naald ten opzichte van de vene ligt; de ligging van de
naald kan eventueel gecorrigeerd worden
o Beweeg de naald in ieder geval niet van links naar rechts en omgekeerd als de naald in de
patiënt zit, je snijdt dan in het subcutane weefsel (vnl. vet maar ook nervi en bloedvaten!)
Er is te veel stuwing: verminder de stuwing door het losser maken van de stuwband
Het vacuüm is uit de buis: neem een andere buis
[6]
9.7 Syncope
Stel de patiënt gerust, laat de patiënt liggen en plaats de benen hoger dan het lichaam (benen omhoog
houden, stoel kantelen, …). Maak spannende kledij los. Observeer de patiënt tot er duidelijk
verbetering zichtbaar is. Als het bewustzijn niet direct terugkeert, waarschuw dan snel een arts of bel
de interne MUG, gebruik de reanimatieknop indien mogelijk.
10 Veiligheid en hygiëne
Bij het manipuleren van bloed en biologische stoffen moeten universele voorzorgen nageleefd worden
die berusten op het principe dat zegt dat alle bloed en elke biologische vloeistof potentieel
infectiedragend is. Dergelijke universele voorzorgen zijn onder meer: de handen wassen en
desinfecteren, snijdende en stekende voorwerpen met voorzichtigheid behandelen en deze
onmiddellijk na gebruik in een speciaal hiervoor bedoelde naaldcontainer wegwerpen, gebruikte
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 30/36
naalden niet opnieuw van beschermhuls voorzien, de instrumenten naar behoren desinfecteren of
steriliseren of ze na gebruik weggooien en persoonlijke beschermingsuitrusting dragen die aangepast
is aan de concrete omstandigheden (handschoenen, masker, schort, bril).
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 31/36
De preanalytische fase omvat het aanvragen van een test, inclusief de administratieve gegevens, het
voorbereiden van de patiënt voor de bloedafname, de bloedafname zelf, een correcte
staalidentificatie, het transport van het monster naar het laboratorium, de administratie bij het
ontvangen van het monster en de voorbereiding ervan in het laboratorium (o.a. centrifugatie). [3]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 32/36
(2) [16]
Hemolyse Hemolyse wordt frequent gezien in het labo. Meestal is het te wijten aan de
afname van het bloed (in vitro artefact). Soms heeft de patiënt een in vivo
hemolyse. Beide geven verhogingen van o.a. LDH, ALT, kalium. Een
onderscheid tussen de twee kan gemaakt worden m.b.v. de haptoglobine
concentratie bepaling: normaal bij in vitro hemolyse, sterk gedaald bij in
vivo hemolyse.
Sommige chemische bepalingen kunnen gestoord worden door een sterk
hemolytisch staal (analytische interferentie).
Hyperlipemie Hyperlipemie veroorzaakt een troebeling van het staal. Aangezien veel
routine chemische analyses gebruik maken van fotometrie als
detectiemethode kan dit een belangrijke interferentie geven.
Contaminatie met Dit is de belangrijkste pre-analytische fout in het ziekenhuis. Afname van
infuusvloeistof bloed vanuit een arm met b.v. een glucose 5% infuus zal een pseudo
hyperglycemie geven met dilutie van alle andere parameters. Wanneer de
dilutie niet uitgesproken is (en je dus niet de fysiologisch onmogelijke
waarden ziet) kunnen er interpretatieproblemen ontstaan!
Verkeerde buis Naargelang de soort buis die afgenomen is kan er soms nog iets extra
afgenomen bepaald worden. Op EDTA en citraat plasma kunnen vele chemische
parameters niet bepaald worden.
Te lang of verkeerd Te veel schudden kan hemolyse veroorzaken. Stalen die bevroren zijn
staaltransport geweest zijn niet meer bruikbaar voor celtelling. Te traag transport geeft
pseudo hypoglycemie (gebruik dan een fluoride buis). Stollingsanalyses
vergen een snel transport naar het lab: bepaalde factoren zijn zeer labiel.
Voor ammoniumbepaling en ACTH (hormonen) moet het staal op ijs
getransporteerd worden (zoniet vals verhoogde waarden). Andere stalen
MOGEN NIET op ijs vervoerd worden.
[6]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 33/36
Hoogte Hoe hoger boven het zeeniveau, hoe hoger de hemoglobinewaarde en het
hematocriet, eveneens hogere waarden voor C-reactieve proteïne (CRP) en
transferrine.
Fysieke Acute fysieke inspanning leidt tot een zekere hemoconcentratie met
inspanning stijging van eiwitten en eiwitgebonden bestanddelen.
Ook een toename van de witte bloedcellen, CK, AST, ALT, LDH, cortisol,
adrenaline en lactaat kan optreden.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 34/36
Lichaamshouding Bij het rechtstaan vanuit liggende houding treedt een hemoconcentratie
en medische op van grotere elementen (5 à 15% toename) zoals eiwitten (bv. enzymen,
handelingen bij albumine), eiwitgebonden bestanddelen (bv. totaal calcium) en cellulaire
bloedafname elementen.
De concentraties van verscheidene catecholaminen en renine zijn
afhankelijk van de lichaamshouding.
Rectaal toucher kan de PSA-concentratie doen toenemen.
Intramusculaire inspuitingen kunnen de CK- en LDH-concentraties
verhogen.
[3]
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 35/36
15 Verwijzingen
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.
Type Nr Versie Geldig vanaf
Algemeen voorschrift AV-0035 1.0 8/02/2019
Auteur
Laboratorium Kyndt Johny Pagina 36/36
[8] G. Lippi, G. L. Salvagno, G. Lima-Oliveira en G. Brocco, „Postural change during venous blood
collection is a major source of bias in clinical chemistry testing,” Clinica Chimica Acta, pp. 164-
168, 2014.
[11] M. Masih en N. Kakkar, „Routine Coagulation Testing: Do We Need a Discard Tube?,” Indian J
Hematol Blood Transfus, pp. 347-350, 2014.
[12] K. Smock, R. Crist, S. Hansen, G. Rodgers en C. Lehman, „Discard tubes are not necessary when
drawing samples for specialized coagulation testing.,” Blood Coagulation and Fibrinolysis, pp.
279-282, 2010.
[13] T. Hoiting, Specimen Labeling Improvement Project: SLIP, University of San Francisco, 2014.
[15] C. P. Plebani M, „Mistakes in a stat laboratory: types and frequency.,” Clinical Chemistry, pp.
1348-1351, 1997.
[16] P. M. Carraro P, „Errors in a stat laboratory: types and frequencies 10 years later.,” Clinical
Chemistry, pp. 1338-1342, 2007.
Dit document is enkel geldig indien de inhoud overeenstemt met de definitieve elektronische versie.