You are on page 1of 2

1. Amy, hoe laat je 's morgens op?

2. Dat verschilt. Op maandag en dinsdag ik om zeven uur .

kl

3. Dan moet ik naar mijn werk. Ik me snel

4. en vertrek om half acht van huis.

5. Maar de andere dagen kan ik wat later .

6. Dan werk ik niet.

7. Tot hoe laat werk je? Wanneer houd je ?

8. Ik meestal om vijf uur op.

9. Dan ga ik met de bus en de trein naar huis.

10. Ik moet een keer . Om zes uur ben ik thuis.

11. Tenminste, als de bus en de trein op tijd vertrekken en .

1. Katja, hoe laat ben je 's ochtends en hoe laat sta je op?

2. Meestal ik om zeven uur ,

3. meteen als ik wakker .


kl

4. Dan ga ik douchen en ik me aan.

5. Om half acht vertrek ik van .

6. Je dus 's morgens geen brood?

dr

7. Nee, maar ik wel wat thee.

8. Hoe laat moet je op je zijn?

Kw d

9. over acht. De reis drie kwartier.

10. En tot hoe laat je officieel?

11. Tot vijf uur. Maar ik houd soms eerder en soms later .

12. Ik kan ook om half vijf of half zes .

versch

13. Het van dag tot dag.


14. Ik ga om half zes weg.
15. Wij gaan om half zeven weg.
16. Wij moeten vroeg weggaan.
17. Ik moet ook vroeg weggaan.
18. Ik kan ook om half zes __.

You might also like